Gunichi Mikawa (三川 軍一, Mikawa Gun’ichi, 29 augustus 1888 – 25 februari 1981) was een viceadmiraal in de Keizerlijke Japanse Marine (IJN) tijdens de Tweede Wereldoorlog. Zijn strategische beslissingen en leiderschap tijdens conflicten zoals de Slag om Savo-eiland markeren hem als een belangrijke maar omstreden militaire figuur. Hoewel hij overwinningen behaalde, zoals de verpletterende nederlaag van de Amerikaanse en Australische marines in 1942, werd zijn loopbaan overschaduwd door tactische fouten en beschuldigingen van oorlogsmisdaden.
Inhouds opgave
Vroege carrière en opleiding
Gunichi Mikawa werd geboren in de prefectuur Hiroshima en studeerde in 1910 af aan de Keizerlijke Japanse Marineacademie, waar hij derde werd van zijn klas van 149 cadetten. Hij diende als adelborst op schepen zoals de Asama en de Kongō en volgde gespecialiseerde opleidingen in torpedo- en geschutkunde.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog maakte hij deel uit van missies naar China aan boord van de kruiser Aso. Na de oorlog vertegenwoordigde Mikawa Japan tijdens de Vredesconferentie van Versailles (1919-1920), wat zijn internationale ervaring vergrootte. Zijn rol als navigator op slagschepen zoals de Haruna en kruisers zoals de Ikoma en Aso vormde de basis voor zijn latere tactische inzichten.
Diplomatieke en leidinggevende functies
Tijdens de jaren 1920 en 1930 bekleedde Mikawa verschillende diplomatieke en administratieve posities. Hij maakte deel uit van de Japanse delegatie voor het Londens Maritiem Verdrag van 1930 en was marineattaché in Parijs. Deze functies benadrukten zijn rol in zowel operationele als diplomatieke kwesties.
In 1936 werd Mikawa bevorderd tot schout-bij-nacht, waarna hij leiding gaf aan de zware kruisers Aoba en Chōkai. Hij was stafchef van de 2e Vloot van de IJN en speelde een sleutelrol in het coördineren van maritieme operaties in deze periode.
De vroege oorlogsjaren en Pearl Harbor
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog had Gunichi Mikawa het commando over de Derde Slagschipdivisie van de Keizerlijke Japanse Marine (BatDiv 3). Tijdens de aanval op Pearl Harbor leidde hij een deel van deze divisie als onderdeel van de beschermende vloot. Hoewel slagschepen in de loop van de oorlog minder strategisch belangrijk werden door de opkomst van vliegdekschepen, bleef Mikawa een rol spelen in Japanse marine-operaties.
Zijn deelname aan de Indiase Oceaan-operatie en de Slag om Midway bevestigden zijn vaardigheid als vlootcommandant. Mikawa kreeg in juli 1942 het bevel over de pas gevormde Achtste Vloot, die voornamelijk opereerde vanuit Rabaul en Kavieng in de Stille Oceaan.
De Slag om Savo-eiland
Een van Mikawa’s bekendste en meest controversiële bijdragen aan de oorlog was de Slag om Savo-eiland op de nacht van 8 op 9 augustus 1942. Deze slag vond plaats tijdens de Guadalcanal-campagne, een cruciale strijd in de Stille Oceaan. Mikawa leidde een eskader van zware kruisers en één torpedobootjager tegen een geallieerd eskader van Amerikaanse en Australische oorlogsschepen.
De uitkomst was een verpletterende overwinning voor de Japanse marine. Mikawa’s eskader vernietigde vier geallieerde kruisers, waaronder de Australische zware kruiser HMAS Canberra, zonder zelf verliezen te lijden tijdens de slag. Deze prestatie markeerde een van de zwaarste nederlagen voor de geallieerden in de maritieme geschiedenis.
Echter, Mikawa’s beslissing om zich na de overwinning terug te trekken in plaats van door te stoten naar de onbeschermde Amerikaanse transportvloot werd sterk bekritiseerd. De transporten, geladen met voorraden en versterkingen voor de Amerikaanse troepen op Guadalcanal, bleven gespaard. Mikawa verdedigde zijn keuze door te wijzen op de risico’s van daglichtaanvallen en het potentiële gevaar van een Amerikaanse vliegdekschepen in de buurt. Achteraf bleek dat deze carriers zich reeds hadden teruggetrokken, wat zijn beslissing tactisch discutabel maakte.
De Guadalcanal-campagne en het verlies van de Salomonseilanden
Na de Slag om Savo-eiland bleef Mikawa betrokken bij de Guadalcanal-campagne. Hij gaf leiding aan nachtelijke bombardementen op Henderson Field, een cruciale Amerikaanse luchtmachtbasis op Guadalcanal. Hoewel deze aanvallen tijdelijk effectief waren, waren de verliezen hoog.
Zijn rol in de mislukte versterkingspoging bij Lae op Nieuw-Guinea tijdens de Slag in de Bismarckzee (maart 1943) bracht zijn leiderschap verder in diskrediet. Amerikaanse en Australische vliegtuigen vernietigden het grootste deel van het Japanse konvooi, waardoor het plan om Japanse versterkingen naar Nieuw-Guinea te sturen mislukte. Mikawa kreeg hiervan de schuld en werd uiteindelijk overgeplaatst naar minder belangrijke posten.
Latere carrière en herplaatsingen
Na het verlies van de Guadalcanal-campagne en de Salomonseilanden werd Gunichi Mikawa verantwoordelijk gehouden voor de strategische mislukkingen in de regio. In april 1943 werd hij overgeplaatst naar administratieve en niet-strijdende rollen in Japan. Later dat jaar kreeg hij het bevel over de Tweede Zuidelijke Expeditiemacht in de Filipijnen, gevolgd door het bevel over de Zuidwestelijke Vloot en de 13e Luchtvloot in juni 1944.
Deze eenheden waren sterk verzwakt door eerdere gevechtsverliezen, en Mikawa’s invloed in deze rol bleef beperkt. Na de Slag in de Golf van Leyte in oktober 1944 werd hij teruggeroepen naar Japan, waar hij op 1 mei 1945 officieel met pensioen ging. Zijn actieve rol in de oorlog eindigde hiermee, hoewel hij tot het einde van de oorlog een adviserende functie bleef vervullen.
Oorlogsmisdaden en het Akikaze-incident
In maart 1943 vond een incident plaats dat Mikawa’s reputatie blijvend zou aantasten. Het betrof de massamoord aan boord van de torpedobootjager Akikaze, waarbij ongeveer 60 Duitse missionarissen, hun families (inclusief kinderen), en lokale medewerkers werden geëxecuteerd.
Het bevel voor deze executies werd vermoedelijk gegeven door lagere stafleden van de Achtste Vloot, het hoofdkwartier van Mikawa. Na de oorlog werd hij samen met zijn stafchef, viceadmiraal Shinzō Ōnishi, ondervraagd door de Australische Oorlogsmisdadencommissie. Beide admiraals ontkenden directe betrokkenheid en beweerden dat de orders waren gegeven zonder hun goedkeuring.
Historici, waaronder Yuki Tanaka, betwijfelen deze beweringen. Volgens de militaire protocollen van de IJN was het onwaarschijnlijk dat een dergelijk bevel zonder goedkeuring van de hoogste commandanten werd uitgevaardigd. Bovendien waren veel junior-officieren die bij het incident betrokken waren, al omgekomen tijdens de oorlog, waardoor cruciale getuigenissen ontbraken. Hoewel Mikawa formeel nooit schuldig werd bevonden, bleef de verdenking van nalatigheid en commandoverantwoordelijkheid aan hem kleven.
Leven na de oorlog
Na de Japanse overgave in 1945 keerde Mikawa terug naar een rustig leven in Japan. Hij werd niet formeel berecht voor oorlogsmisdaden, maar zijn betrokkenheid bij het Akikaze-incident en de strategische verliezen in de oorlog bleven een smet op zijn nalatenschap. Mikawa leefde teruggetrokken en bleef grotendeels buiten de publieke belangstelling.
In 1981 overleed hij op 92-jarige leeftijd. Ondanks zijn omstreden rol in de oorlogsgeschiedenis wordt hij door sommigen herinnerd als een capabele commandant in het veld, zij het met aanzienlijke tactische tekortkomingen.
Conclusie
Gunichi Mikawa was een complexe en omstreden figuur in de maritieme geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. Zijn successen, zoals de Slag om Savo-eiland, toonden zijn vaardigheid als tacticus, maar zijn terughoudendheid om risico’s te nemen en het verlies van kritieke campagnes zoals Guadalcanal en de Bismarckzee, ondermijnden zijn loopbaan.
Daarnaast bleven de beschuldigingen van betrokkenheid bij oorlogsmisdaden, met name het Akikaze-incident, een schaduw werpen over zijn nalatenschap. Hoewel Mikawa niet formeel schuldig werd bevonden, blijft hij een controversieel symbool van zowel de strategische kracht als de ethische zwakte van de Keizerlijke Japanse Marine tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Mikawa’s leven na de oorlog was er een van teruggetrokkenheid, en hij stierf op hoge leeftijd in 1981. Zijn naam roept nog steeds discussie op, niet alleen over zijn militaire prestaties maar ook over de ethische dilemma’s die hij vertegenwoordigde.
Bronnen en meer informatie
- Afbeelding: IJN Vice Admiral Gunichi Mikawa, Public Domain, via wiki commens
- D’Albas, Andrieu (1965). Death of a Navy: Japanese Naval Action in World War II. Devin-Adair Pub. ISBN 0-8159-5302-X.
- Dull, Paul S. (1978). A Battle History of the Imperial Japanese Navy, 1941–1945. Naval Institute Press. ISBN 0-87021-097-1.
- Frank, Richard B. (1990). Guadalcanal: The Definitive Account of the Landmark Battle. New York: Penguin Group. ISBN 0-14-016561-4.
- Lacroix, Eric; Wells, Linton (1997). Japanese Cruisers of the Pacific War. Naval Institute Press. ISBN 0-87021-311-3.
- Loxton, Bruce; Coulthard-Clark, Chris (1997). The Shame of Savo: Anatomy of a Naval Disaster. Australia: Allen & Unwin Pty Ltd. ISBN 1-86448-286-9.
- Morison, Samuel Eliot (1958). The Struggle for Guadalcanal, August 1942 – February 1943. Boston: Little, Brown and Company. ISBN 0-316-58305-7.
- Tanaka, Yuki (1998). Hidden Horrors: Japanese War Crimes in World War II. Boulder, Colorado: Westview Press. ISBN 978-0-8133-2717-4.
- Bronnen Mei1940