Slag in de Bismarckzee: Beslissende slag in 1943

Het Japanse vrachtschip SS Kenbu Maru wordt aangevallen door geallieerde vliegtuigen tijdens de Slag in de Bismarckzee (1943).
Het Japanse vrachtschip SS Kenbu Maru onder vuur door geallieerde vliegtuigen tijdens de Slag in de Bismarckzee, maart 1943.

De Slag in de Bismarckzee (2–4 maart 1943) was een van de meest bepalende confrontaties in de Zuidwestelijke Pacific tijdens de Tweede Wereldoorlog. In deze slag viel de geallieerde luchtmacht een Japans konvooi aan dat versterkingen vervoerde naar Lae, Nieuw-Guinea. Het resultaat was een vernietigende nederlaag voor Japan, met grote verliezen aan troepen en schepen.

Geallieerde offensieven

In de maanden voorafgaand aan de slag had de geallieerde strijdmacht aanzienlijke vooruitgang geboekt in Nieuw-Guinea en de Solomoneilanden. Na de overwinning bij Guadalcanal en de succesvolle verdediging langs het Kokoda-pad begonnen de geallieerden aan een offensief om de Japanse basis in Rabaul uit te schakelen. Dit werd gecodificeerd als Operation Cartwheel, een campagne bedoeld om de weg vrij te maken voor de uiteindelijke bevrijding van de Filipijnen.

Japanse strategieën

Na tegenslagen bij Guadalcanal en Buna-Gona, besloot het Japanse opperbevel in december 1942 om de troepen in Nieuw-Guinea te versterken. Een cruciaal onderdeel hiervan was de overplaatsing van de 51e divisie naar Lae. Hoewel het plan aanzienlijke risico’s met zich meebracht door de sterke geallieerde luchtmacht in de regio, werd het als noodzakelijk beschouwd. Alternatieven, zoals troepen via landroutes verplaatsen, waren onpraktisch door het onherbergzame terrein van Nieuw-Guinea.

Voorbereiding op de slag

De geallieerden waren goed op de hoogte van de Japanse plannen dankzij onderschepte communicatie via Ultra. Dit stelde hen in staat om luchtmacht eenheden te mobiliseren en nieuwe tactieken te testen, zoals masthoogte-aanvallen en skip bombing. Onder leiding van generaal George Kenney werden uitgebreide voorbereidingen getroffen om het Japanse konvooi te onderscheppen.

Kaart die het verloop van de Slag in de Bismarckzee toont, inclusief Japanse scheepsroutes en geallieerde lucht- en zeeaanvallen.
Overzichtskaart van de Slag in de Bismarckzee met Japanse scheepsroutes, geallieerde aanvallen en de locatie van scheepsverliezen.

Het Verloop van de Slag

Het Japanse konvooi

Op 28 februari 1943 vertrok een Japans konvooi vanuit Simpson Harbour, Rabaul. Het bestond uit acht troepentransportschepen, geëscorteerd door acht torpedobootjagers en ondersteund door ongeveer 100 gevechtsvliegtuigen. Het doel was om 6.900 troepen naar Lae te transporteren, waar ze de Japanse verdediging in Nieuw-Guinea moesten versterken. De route langs de noordkust van Nieuw-Brittannië werd gekozen om luchtsteun te maximaliseren en geallieerde aanvallen te bemoeilijken.

De Japanse commandanten waren zich echter bewust van de risico’s. War games hadden voorspeld dat minstens vier transportschepen verloren zouden gaan, en de kans op succes werd op slechts 50% geschat. Toch werden de risico’s aanvaard, omdat alternatief vervoer via land onmogelijk werd geacht.

Eerste geallieerde aanvallen

Het konvooi werd op 1 maart 1943 ontdekt door een geallieerd verkenningsvliegtuig. Op 2 maart voerden acht Amerikaanse B-17 Flying Fortresses de eerste aanval uit, gevolgd door nog eens twintig bommenwerpers later op de dag. Deze aanvallen resulteerden in het zinken van het transportschip Kyokusei Maru, dat 1.200 Japanse troepen vervoerde. Twee andere transportschepen werden beschadigd.

De Japanse escorteschepen Yukikaze en Asagumo evacueerden de overlevenden van de Kyokusei Maru en brachten hen naar Lae. Hierdoor werd het konvooi tijdelijk verzwakt, wat ruimte bood voor nieuwe aanvallen. Tijdens deze aanvallen claimden de geallieerden verschillende successen, waaronder het vernietigen van Japanse gevechtsvliegtuigen die het konvooi beschermden.

Grootschalige aanvallen op 3 maart

Op 3 maart, toen het konvooi de Vitiaz-straat naderde, voerden geallieerde luchtmachten een gecoördineerde aanval uit. 90 vliegtuigen, waaronder B-17’s, B-25’s en Australische Bristol Beaufighters, vielen het konvooi aan vanuit meerdere richtingen.

De Beaufighters gebruikten laagvliegende strafing runs om de Japanse luchtafweer uit te schakelen. Deze tactiek veroorzaakte aanzienlijke schade aan de schepen en leidde tot chaos onder de Japanse bemanningen. Vervolgens voerden B-25’s masthoogte-aanvallen uit, waarbij bommen met een vertraagde ontsteking werden gebruikt om maximale schade te veroorzaken.

De gecombineerde aanvallen resulteerden in het zinken van bijna alle transportschepen. De torpedobootjagers Shirayuki en Tokitsukaze werden ernstig beschadigd en later tot zinken gebracht door aanvullende luchtaanvallen.

Bommen van de Fifth Air Force treffen een Japans transportschip, waarvan de achtersteven breekt tijdens de Slag in de Bismarckzee, maart 1943.
De Fifth Air Force bombardeert een Japans transportschip tijdens de Slag in de Bismarckzee; de achtersteven breekt af, maart 1943.

Laatste aanvallen en de rol van PT-boten

In de nacht van 3 op 4 maart lanceerden Amerikaanse PT-boten aanvallen op de overgebleven schepen en reddingsvlotten. Deze aanvallen waren bedoeld om te voorkomen dat overlevenden Lae bereikten en opnieuw ingezet konden worden. Het transportschip Oigawa Maru werd tijdens deze operaties vernietigd.

Ondanks hun inspanningen slaagden slechts vier escorterende torpedobootjagers erin om een deel van de overlevenden terug te brengen naar Rabaul. Minder dan 1.200 troepen van de oorspronkelijke 6.900 bereikten Lae.

De Japanse verliezen

De Slag in de Bismarckzee eindigde in een catastrofe voor de Japanse strijdkrachten. Van de 6.900 troepen aan boord van het konvooi bereikten slechts ongeveer 1.200 Lae. Ongeveer 2.700 overlevenden werden gered door Japanse torpedobootjagers en onderzeeërs en teruggebracht naar Rabaul. Meer dan 2.900 Japanse soldaten en bemanningsleden vonden de dood.

Alle acht troepentransportschepen en vier torpedobootjagers werden tot zinken gebracht. Slechts vier escorterende torpedobootjagers wisten aan de geallieerde aanvallen te ontsnappen. De Japanse luchtmacht verloor ook meerdere vliegtuigen bij pogingen om het konvooi te beschermen.

Impact op de Japanse strategie

Na deze nederlaag beëindigde Japan alle verdere pogingen om troepen per schip naar Lae te transporteren. De nederlaag dwong de Japanse strijdkrachten om alternatieve methoden te gebruiken, zoals kleine landingsvaartuigen en onderzeeërs, die veel minder efficiënt waren.

Het verlies van ervaren troepen en essentiële voorraden ondermijnde de Japanse verdediging in Nieuw-Guinea aanzienlijk. Dit gaf de geallieerden de kans om hun offensief voort te zetten zonder zware tegenstand. De Slag in de Bismarckzee markeerde het einde van grootschalige Japanse versterkingsoperaties per zee in de regio.

Nieuwe Geallieerde tactieken en succes

De geallieerde overwinning in de Slag in de Bismarckzee toonde de effectiviteit van nieuwe luchtmachtstrategieën. Technieken zoals masthoogte-aanvallen en skip bombing bleken bijzonder succesvol in het neutraliseren van vijandelijke schepen. Deze tactieken werden later tijdens de oorlog op grotere schaal toegepast.

De samenwerking tussen de Amerikaanse Fifth Air Force en de Royal Australian Air Force speelde een cruciale rol in het succes. De slag werd ook een voorbeeld van de waarde van inlichtingen zoals onderschepte communicatie via Ultra, die de geallieerden in staat stelden de aanval te plannen en uit te voeren met maximale efficiëntie.

Historische betekenis

De Slag in de Bismarckzee wordt beschouwd als een keerpunt in de oorlog in de Stille Oceaan. Het was een duidelijk signaal aan Japan dat geallieerde luchtoverwicht hun maritieme operaties ernstig had beperkt. Het succes van de geallieerden inspireerde soortgelijke operaties en versnelde de val van strategische Japanse posities zoals Lae en Rabaul.

Conclusie

De Slag in de Bismarckzee was een beslissende overwinning voor de geallieerden en een ramp voor Japan. De verliezen aan troepen, schepen en voorraden ondermijnden de Japanse defensieve capaciteit in Nieuw-Guinea en markeerden het begin van het einde voor hun operaties in de regio.

De slag toonde de kracht van luchtmachtinnovaties en inlichtingen zoals Ultra, en bewees het belang van samenwerking tussen geallieerde luchtmachten. Het succes van deze operaties diende als blauwdruk voor toekomstige campagnes in de Stille Oceaan. Tegelijkertijd onderstreepte het de impact van gecoördineerde en goed geplande aanvallen op vijandelijke bevoorradingslijnen.

Bronnen en meer informatie

  1. Afbeelding 1: See page for author, Public domain, via Wikimedia Commons
  2. Afbeelding 2: Slag in de Bismarckzee  kaart, Public domain, via Wikimedia Commons
  3. Afbeelding 3: Attack on a japanese transporter, Public domain, via Wikimedia Commons
  4. Bergerud, Eric M. (2000). Fire in the Sky: The Air War in the South Pacific. Boulder, Colorado: Westview Press. ISBN 0-8133-3869-7.
  5. Drea, Edward J. (1992). MacArthur’s ULTRA: Codebreaking and the War Against Japan, 1942–1945. Lawrence, Kansas: University Press of Kansas. ISBN 0-7006-0504-5.
  6. Gamble, Bruce (2010). Fortress Rabaul: The Battle for the Southwest Pacific, January 1942 – April 1943. Minneapolis: Zenith Press. ISBN 978-0-7603-2350-2.
  7. Griffith, Thomas E. Jr. (1998). MacArthur’s Airman: General George C. Kenney and the War in the Southwest Pacific. Lawrence, Kansas: University Press of Kansas. ISBN 0-7006-0909-1.
  8. Hata, Ikuhiko; Izawa, Yasuho; Shores, Christopher (2011). Japanese Naval Air Force Fighter Units and Their Aces 1932–1945. London: Grub Street. ISBN 978-1-906502-84-3.
  9. Kenney, George C. (1949). General Kenney Reports: A Personal History of the Pacific War. New York: Duell, Sloan and Pearce. ISBN 0-912799-44-7.
  10. McAulay, Lex (2008). Battle of the Bismarck Sea: 3 March 1943. Maryborough, Queensland: Banner Books. ISBN 978-1-875593-32-3.
  11. Morison, Samuel Eliot (1950). Breaking the Bismarcks Barrier. Boston: Little Brown and Company. ISBN 0-7858-1307-1.
  12. Murray, Williamson; Millett, Allan R. (2001). A War To Be Won: Fighting the Second World War. Cambridge, Massachusetts: Belknap Press. ISBN 0-674-00680-1.
  13. Peters, Hans (2008). Game Theory: A Multi-Leveled Approach. Berlin: Springer. ISBN 978-3-540-69290-4.