De term “vittoria mutilata” (gemutileerde overwinning) werd voor het eerst gebruikt door de Italiaanse dichter en nationalist Gabriele D’Annunzio aan het einde van de Eerste Wereldoorlog. Hiermee verwees hij naar wat door veel Italiaanse nationalisten werd gezien als de onvolledige naleving van het Verdrag van Londen (1915). Dit verdrag beloofde Italië aanzienlijke territoriale beloningen in ruil voor deelname aan de oorlog aan de kant van de geallieerden.
Ondanks enkele territoriale winsten na de oorlog, zoals Zuid-Tirol en Istrië, voelden veel Italianen zich verraden omdat niet alle beloofde gebieden werden toegekend. Het idee van een “gemutileerde overwinning” werd al snel een krachtig symbool van teleurstelling, nationalistisch verzet en irredentisme. Deze term speelde een belangrijke rol in de opkomst van het fascisme in Italië, dat beloofde de verloren eer en invloed van het land te herstellen.
Inhouds opgave
Vergelijking tussen de Vittoria Mutilata en de Dolkstootlegende
De vittoria mutilata en de Duitse dolkstootlegende delen de mythe van verraad door interne of externe krachten. Beide concepten ontstonden na de Eerste Wereldoorlog, voedden nationalistisch sentiment en werden gebruikt als propagandamiddelen door radicale bewegingen (fascisme in Italië, nationaalsocialisme in Duitsland) om politieke steun te mobiliseren en territoriale ambities te rechtvaardigen.
Historische Context
Italië trad in 1915 toe tot de Eerste Wereldoorlog na het sluiten van het Verdrag van Londen met de Triple Entente (Groot-Brittannië, Frankrijk en Rusland). Italië, dat oorspronkelijk deel uitmaakte van de Triple Alliantie met Duitsland en Oostenrijk-Hongarije, had lange tijd territoriale ambities in Zuid-Tirol, Istrië en Dalmatië—gebieden die door Italië werden beschouwd als “onvoltooide eenwording” van het Italiaanse koninkrijk.
Het verdrag garandeerde Italië aanzienlijke beloningen, waaronder:
- Zuid-Tirol en Trentino,
- Istrië,
- Delen van Dalmatië,
- Koloniale compensaties in Afrika en delen van het Ottomaanse Rijk.
Aan het einde van de oorlog botste Italië echter op de Veertien Punten van de Amerikaanse president Woodrow Wilson, die zelfbeschikkingsrecht voorstonden en Italiaanse aanspraken op Slavische gebieden afwezen. Deze diplomatieke spanningen leidden tot wat Italiaanse nationalisten als een “gemutileerde overwinning” beschouwden.
Het Verdrag van Londen en de Italiaanse Territoriale Ambities
Italië sloot in 1915 het geheime Verdrag van Londen met de Triple Entente. Hiermee wilde het land zijn territoriale ambities verwezenlijken in ruil voor deelname aan de oorlog tegen Oostenrijk-Hongarije en Duitsland. Deze ambities waren geworteld in het Italiaanse irredentisme, een beweging die streed voor de annexatie van gebieden met etnische Italianen die buiten het koninkrijk Italië lagen.
Belangrijkste Beloften
Het Verdrag van Londen bevatte de volgende toezeggingen aan Italië:
- Noordelijke Gebieden: Zuid-Tirol, Trentino en Istrië, die destijds onder Oostenrijks bestuur stonden.
- Dalmatische Kust: Delen van de Adriatische kust, met uitzondering van de gebieden die door Servië werden opgeëist.
- Koloniale Compensaties: Uitbreidingen in Afrika en mogelijke concessies in het Ottomaanse Rijk, zoals delen van Anatolië.
- Protectoraten: Toezicht over delen van Albanië, met name de havenstad Vlora en het eiland Saseno.
Met deze beloften wilde Italië niet alleen zijn territorium uitbreiden, maar ook zijn invloed in de Middellandse Zee vergroten. Het Verdrag was voor Italië een diplomatiek succes, omdat het de steun van Groot-Brittannië en Frankrijk garandeerde voor de verwezenlijking van deze ambities.
Italiaanse Deelname aan de Oorlog
Op 23 mei 1915 verklaarde Italië de oorlog aan Oostenrijk-Hongarije. Dit besluit was niet onomstreden, aangezien Italië oorspronkelijk neutraal was gebleven en verdeeldheid kende binnen de regering en de bevolking. Nationalistische groepen zoals die van Gabriele D’Annunzio speelden echter een belangrijke rol in het mobiliseren van steun voor deelname aan de oorlog.
Tijdens de oorlog voerde Italië zware veldslagen in de Alpenregio. Hoewel de Italiaanse krijgsmacht uiteindelijk gebieden als Trentino en Zuid-Tirol wist te veroveren, waren de verliezen aanzienlijk: meer dan 1,2 miljoen Italiaanse soldaten en burgers kwamen om, en de kosten van de oorlog drukten zwaar op de Italiaanse economie.
De Ontgoocheling van de Parijse Vredesconferentie
Na de wapenstilstand van 1918 begon Italië te onderhandelen over de beloofde territoriale winsten. Premier Vittorio Orlando en minister van Buitenlandse Zaken Sidney Sonnino vertegenwoordigden Italië tijdens de Parijse Vredesconferentie in 1919. Ze stuitten echter op aanzienlijke weerstand, met name van de Amerikaanse president Woodrow Wilson.
Wilson’s Veertien Punten
Wilson stelde dat de Italiaanse claims op Slavisch bevolkte gebieden, zoals Dalmatië, in strijd waren met het recht op zelfbeschikking. Zijn Veertien Punten, gepresenteerd in 1918, vormden de basis voor de vredesonderhandelingen. Hierin werd voorgesteld om grenzen te trekken op basis van etnische en nationale kenmerken, wat betekende dat Italië minder gebied zou krijgen dan in het Verdrag van Londen was afgesproken.
Wilson werd gesteund door Groot-Brittannië en Frankrijk, die Italië’s expansieve ambities als een bedreiging zagen voor de stabiliteit in de regio. Dit leidde tot frustratie bij de Italiaanse delegatie en zorgde voor een diplomatieke impasse.
Gabriele D’Annunzio en de Term Vittoria Mutilata
Tijdens deze onderhandelingen publiceerde Gabriele D’Annunzio een artikel in de Corriere della Sera met de titel “Onze overwinning zal niet worden gemutileerd.” Hiermee verwoordde hij de wijdverspreide Italiaanse onvrede over de gedeeltelijke inlossing van de beloften. De term “vittoria mutilata” werd een krachtig symbool van nationale teleurstelling en zou later een sleutelrol spelen in de Italiaanse politiek.
Resultaten van de Vredesonderhandelingen
Italië verkreeg uiteindelijk enkele gebieden, waaronder:
- Trentino en Zuid-Tirol: Gebieden ten noorden van de Brennerpas, strategisch belangrijk vanwege de controle over de Alpen.
- Istrië: Een schiereiland met een gemengde Italiaanse en Sloveense bevolking.
- Zadar (Zara): Een stad aan de Adriatische kust en enkele omliggende eilanden.
Andere beloften, zoals de annexatie van Dalmatië en de stad Fiume (Rijeka), werden echter niet nagekomen. Fiume was niet opgenomen in het Verdrag van Londen, maar werd door Italië opgeëist vanwege de Italiaanse meerderheid in de bevolking. De kwestie van Fiume leidde tot een internationale crisis toen D’Annunzio met een groep vrijwilligers de stad bezette in 1919.
Gevolgen en Het Fascistische Gebruik van de Vittoria Mutilata
De term “vittoria mutilata” bleef na de Parijse Vredesconferentie een krachtig symbool in het Italiaanse politieke en sociale landschap. De ontevredenheid over de gedeeltelijke inlossing van de territoriale beloften voedde een sterk gevoel van teleurstelling en wrok onder nationalisten, veteranen en de bredere Italiaanse bevolking. Deze onvrede droeg bij aan de politieke instabiliteit van de jaren na de oorlog en vormde de basis voor de opkomst van het fascisme.
Politieke en Sociale Impact
Na de oorlog stond Italië voor enorme binnenlandse uitdagingen:
- Economische Crisis: De hoge kosten van de oorlog hadden geleid tot een zware schuldenlast, werkloosheid en inflatie.
- Sociale Onrust: Demonstraties en stakingen, georganiseerd door arbeiders en boeren, werden steeds gewelddadiger.
- Politieke Instabiliteit: Het parlementaire systeem slaagde er niet in om doeltreffend te reageren op de economische en sociale problemen.
In deze context werd de vittoria mutilata een retorisch wapen voor nationalistische en anti-parlementaire groepen. De onvrede over het vermeende falen van liberale politici om Italië’s belangen te verdedigen, werd door figuren zoals Benito Mussolini uitgespeeld om de steun van de bevolking te winnen.
Het Fascistische Gebruik van de Vittoria Mutilata
Toen Mussolini in 1922 aan de macht kwam, gebruikte hij de mythe van de gemutileerde overwinning als een van de fundamenten van zijn propaganda. De fascistische ideologie benadrukte het herstel van nationale trots, territoriale expansie en de “natuurlijke” macht van Italië als grootmacht.
Concreet Beleid
Mussolini presenteerde de acties van zijn regime als een correctie op de onrechtvaardigheden van de vredesverdragen:
- Annexatie van Fiume (Rijeka): In 1924 voegde Italië de stad formeel toe aan zijn grondgebied, wat werd gepresenteerd als een overwinning op de internationale gemeenschap.
- Albanië: Italië versterkte zijn invloed in Albanië en annexeerde het land in 1939.
- Dalmatië en Joegoslavië: Tijdens de bezetting van Joegoslavië in de Tweede Wereldoorlog annexeerde Italië delen van de Adriatische kust, hoewel deze bezetting slechts tijdelijk was.
Daarnaast richtte het fascistische beleid zich op koloniale expansie, met als hoogtepunt de invasie van Ethiopië in 1935-1936. Deze campagnes werden gerechtvaardigd als een manier om de “gemutileerde overwinning” te compenseren en de status van Italië als wereldmacht te herstellen.
Nationale Propaganda
De mythe van de vittoria mutilata werd in het fascistische Italië wijdverspreid via scholen, pers en publieke evenementen. Nationalistische figuren zoals Gabriele D’Annunzio werden gepromoot als helden die hadden gestreden voor de eer van Italië. Het Altaar van het Vaderland (Altare della Patria) in Rome werd een symbool van deze nationale trots en een herdenkingsplaats voor de “onvoltooide overwinning” van de oorlog.
Historische Evaluatie
Veel historici, zoals Denis Mack Smith en H. James Burgwyn, hebben de retoriek rond de vittoria mutilata bekritiseerd als overdreven en politiek gemotiveerd. Hoewel Italië aanzienlijke territoriale winsten behaalde na de Eerste Wereldoorlog, was de onvrede vooral gebaseerd op niet-realistische verwachtingen en nationalistische ambities.
Tegelijkertijd wordt erkend dat de vittoria mutilata een belangrijk symbool werd voor de politieke en sociale transformatie van Italië. Het fascistische gebruik van deze mythe illustreert hoe historische teleurstellingen kunnen worden ingezet om radicale ideologieën te versterken.
Conclusie
De term vittoria mutilata is niet slechts een uitdrukking van Italiaanse teleurstelling na de Eerste Wereldoorlog, maar een krachtig symbool dat diepgaande politieke, sociale en culturele gevolgen had. Terwijl Italië aanzienlijke territoriale winsten boekte, bleef de onvrede over de niet-ingeloste beloften van het Verdrag van Londen sluimeren. Deze onvrede voedde nationalistische bewegingen en vormde een belangrijk fundament voor de opkomst van het fascisme.
Onder leiding van Mussolini werd de vittoria mutilata verheven tot een propagandistisch wapen dat de politieke agenda rechtvaardigde, zowel in binnenlandse politiek als in buitenlandse expansie. Het fascistische regime wist de mythe in te zetten om nationale trots te versterken en steun te mobiliseren voor territoriale en koloniale ambities.
Tegenwoordig dient de vittoria mutilata als een voorbeeld van hoe nationale teleurstellingen kunnen worden gemobiliseerd in de politiek en hoe historische mythen een samenleving kunnen vormen. Het begrip is een onderdeel van de Italiaanse geschiedenis en illustreert de complexe dynamiek tussen oorlog, diplomatie en ideologie.
Bronnen en Meer informatie
- Afbeelding : Emanuele Mastrangelo at Italian Wikipedia, CC BY-SA 3.0, via Wikimedia Commons
- Burgwyn, H. James. (1993). The Legend of the Mutilated Victory. Greenwood Press. ISBN 978-0-313-28831-4.
- Mack Smith, Denis. (1997). Modern Italy. University of Michigan Press. ISBN 978-0-472-10895-4.
- Melchionni, Maria Grazia. (1981). La vittoria mutilata. Problemi ed incertezze della politica estera italiana sul finire della Grande Guerra (ottobre 1918 – gennaio 1919). Edizioni di Storia e Letteratura. ISBN 978-88-8498-621-7.
- Rallo, Michele. (2007). L’intervento italiano nella Prima Guerra Mondiale e la Vittoria Mutilata. Settimo Sigillo. ISBN 978-88-6142-020-4.
- Tobia, Bruno. (2011). L’Altare della Patria. Bologna: Il Mulino. ISBN 978-88-15-23341-7.
- Soave, Paolo. (2020). Una vittoria mutilata? L’Italia e la Conferenza di pace di Parigi. Catanzaro: Rubbettino. ISBN 978-88-498-6217-1.
- Demiaux, Victor. (2013). Dov’è la vittoria? Le rôle de la référence interalliée dans la construction rituelle de la sortie de guerre italienne (1918-1921). Mélanges de l’École française de Rome (Italie et méditerranée modernes et contemporaines), 125(2). ISSN 1123-9891.
- Wilcox, Vanda. (2008). From heroic defeat to mutilated victory: The myth of Caporetto in Fascist Italy. In Jenny Macleod (Ed.), Defeat and Memory. Palgrave Macmillan. ISBN 978-1-349-73110-1.
- Bronnen Mei1940