![Verwoesting van de tanker Kentucky tijdens Operatie Harpoon British tanker Kentucky in flames on 15 June 1942 after being shelled by Italian destroyers and cruisers during Operation Harpoon.](https://sp-ao.shortpixel.ai/client/to_webp,q_lossy,ret_img,w_696,h_363/https://mei1940.org/wp-content/uploads/2024/12/Kentucky-shelled-and-in-flames-696x363.jpg)
Operatie Harpoon was een van de twee gelijktijdige geallieerde konvooien die in juni 1942 probeerden Malta te bevoorraden. De operatie vond plaats in het door As-mogendheden gedomineerde centrale Middellandse Zeegebied. Deze poging, onderdeel van de bredere strijd om controle over de Middellandse Zee, weerspiegelde de kritieke rol van Malta als strategische basis voor geallieerde operaties.
Tegelijkertijd werd Operatie Vigorous, een westwaarts konvooi vanuit Alexandrië, uitgevoerd. Terwijl Vigorous werd teruggedreven door de Italiaanse vloot en zware luchtaanvallen, slaagden slechts twee van de zes schepen in het Harpoon-konvooi erin om Malta te bereiken. Dit gebeurde tegen een hoge prijs: aanzienlijke verliezen van schepen en manschappen. De confrontatie op 15 juni 1942, tussen een Italiaanse marinesquadron en de geallieerde escortes van het Harpoon-konvooi, staat bekend als de Slag bij Pantelleria, of in Italië als de “Battaglia di Mezzo Giugno” (Slag van midden juni).
Inhouds opgave
Historische Achtergrond
De Strategische Rol van Malta
Malta stond tijdens de Tweede Wereldoorlog onder zware druk van de As-mogendheden vanwege zijn strategische ligging tussen Europa en Noord-Afrika. Als basis voor geallieerde lucht- en zeemacht hinderde Malta de bevoorradingslijnen van de As naar Noord-Afrika, waar veldmaarschalk Erwin Rommel’s Afrika Korps actief was.
In 1942 was de situatie op Malta kritiek. De voortdurende luchtaanvallen door de Luftwaffe en de Italiaanse luchtmacht hadden de infrastructuur van het eiland grotendeels vernietigd. De havens, vliegvelden en schepen werden zwaar beschadigd, en de voedsel- en brandstofvoorraden waren bijna uitgeput. In maart 1942 was het laatste grote konvooi, MW10, grotendeels vernietigd voordat het kon worden gelost. Hierdoor was Malta praktisch niet meer in staat offensieve operaties uit te voeren tegen de As-mogendheden.
Operatie Julius en Voorbereidingen
Operatie Harpoon maakte deel uit van Operatie Julius, een gecombineerde actie waarbij zowel het Harpoon- als het Vigorous-konvooi betrokken waren. Het doel van deze operaties was het afleveren van essentiële voorraden aan Malta, ondanks de dreiging van de Italiaanse marine en luchtmacht. De geallieerden moesten hierbij rekening houden met de superieure slagkracht van de Italiaanse vloot en de sterke luchtoverwicht van de As in het centrale Middellandse Zeegebied.
De geallieerde luchtmacht zette een complexe reeks operaties op om de Italiaanse vloot te verzwakken en dekking te bieden aan de konvooien. Spitfires werden naar Malta gevlogen vanaf vliegdekschepen, en bommenwerpers van de Royal Air Force (RAF) voerden aanvallen uit op Italiaanse havens en vliegvelden.
Uitvoering van Operatie Harpoon
Het Vertrek van het Konvooi
Operatie Harpoon begon op 12 juni 1942, toen zes koopvaardijschepen vanuit Gibraltar vertrokken, begeleid door een zware geallieerde escorte. De koopvaarders—waaronder de Britse schepen Troilus, Burdwan en Orari, de Nederlandse Tanimbar, het Amerikaanse schip Chant en de tanker Kentucky—vervoerden een essentiële lading van 43.000 ton aan voedsel, brandstof en munitie.
Het konvooi werd beschermd door Force X, bestaande uit de anti-luchtvaartkruiser HMS Cairo, negen torpedobootjagers, de snelle mijnenlegger HMS Welshman en kleinere schepen. De verre dekking werd verzorgd door de slagschip HMS Malaya, de vliegdekschepen HMS Eagle en HMS Argus, kruisers en diverse torpedobootjagers. Deze geallieerde schepen werden ondersteund door vliegtuigen van de Fleet Air Arm, waaronder Sea Hurricanes, Fairey Fulmars en Swordfish-torpedovliegtuigen.
Eerste Aanvallen
Op 14 juni 1942, nabij Sardinië, werd het konvooi voor het eerst aangevallen. Italiaanse torpedobommenwerpers van het type Savoia-Marchetti SM.79 vielen aan en wisten het koopvaardijschip Tanimbar tot zinken te brengen. De lichte kruiser HMS Liverpool raakte zwaar beschadigd door een torpedo en moest worden teruggesleept naar Gibraltar.
Het verlies van Tanimbar en de uitschakeling van Liverpool dwongen de verre dekking om zich terug te trekken, waardoor de resterende schepen zonder bescherming van de grote slagschepen verder moesten. Dit maakte het konvooi kwetsbaarder voor verdere aanvallen.
De Slag bij Pantelleria
Op 15 juni, terwijl het konvooi de kust van Pantelleria naderde, werd het onderschept door een Italiaanse marine-eskader onder leiding van viceadmiraal Alberto da Zara. Dit squadron bestond uit de lichte kruisers Raimondo Montecuccoli en Eugenio di Savoia, begeleid door vijf torpedobootjagers.
De geallieerde escorte, bestaande uit vijf torpedobootjagers, probeerde het konvooi te verdedigen door een rookgordijn te leggen en een tegenaanval uit te voeren. Tijdens dit gevecht raakten de Britse torpedobootjagers HMS Bedouin en HMS Partridge zwaar beschadigd door het Italiaanse scheepsgeschut.
De koopvaardijschepen Kentucky en Burdwan, al verzwakt door eerdere luchtaanvallen, werden achtergelaten en vervolgens door de Italiaanse schepen tot zinken gebracht. Een ander koopvaardijschip, Chant, was al eerder vernietigd door luchtaanvallen.
Mijnengevaar bij Malta
De overgebleven schepen, Orari en Troilus, bereikten uiteindelijk Malta, maar niet zonder verdere incidenten. Bij het binnenvaren van Maltese wateren liep het konvooi op een mijnenveld. De torpedobootjager ORP Kujawiak zonk na het raken van een mijn, en de koopvaarder Orari verloor een deel van zijn lading door explosies.
Gevolgen en Analyse
Geallieerde Verliezen
Operatie Harpoon resulteerde in zware verliezen voor de geallieerden. Van de zes koopvaardijschepen bereikten slechts twee Malta, met een gecombineerde lading van ongeveer 15.000 ton. Dit was onvoldoende om de situatie op het belegerde eiland structureel te verbeteren. Naast de verloren schepen leden de geallieerden aanzienlijke verliezen aan escorteschepen:
- De torpedobootjager HMS Bedouin werd tot zinken gebracht na zware beschietingen en een torpedotreffer.
- De Poolse torpedobootjager ORP Kujawiak zonk na op een mijn te zijn gelopen.
- De lichte kruiser HMS Liverpool raakte ernstig beschadigd door een torpedo en moest terugkeren naar Gibraltar.
- Verschillende andere schepen, waaronder de mijnenveger HMS Hebe en de torpedobootjager HMS Badsworth, liepen schade op door mijnen en beschietingen.
Het verlies van ervaren bemanningsleden en schepen bracht ook een strategische klap toe aan de geallieerde marine-operaties in de Middellandse Zee.
Italiaanse Succes
De Italiaanse marine beschouwde Operatie Harpoon als een zeldzame tactische overwinning. Het eskader van viceadmiraal da Zara had aanzienlijk succes geboekt door meerdere koopvaardijschepen en escorte-eenheden uit te schakelen. Het gebruik van lichte kruisers en torpedobootjagers bleek effectief tegen de geallieerde konvooien, vooral wanneer het werd gecombineerd met luchtaanvallen door de Italiaanse en Duitse luchtmacht.
Hoewel de Italiaanse vloot vaak terughoudend was in grote confrontaties, toonde de Slag bij Pantelleria aan dat ze onder de juiste omstandigheden effectieve offensieve operaties kon uitvoeren. Deze overwinning werd door het fascistische regime in Italië uitgebreid gepromoot als een bewijs van de kracht van de Regia Marina.
Strategische Implicaties
Ondanks het tactische succes van de As-mogendheden slaagden de geallieerden erin een kleine hoeveelheid voorraden naar Malta te brengen, wat cruciaal was om het eiland nog enkele maanden te laten standhouden. Toch dwongen de zware verliezen de geallieerden om hun strategieën in de Middellandse Zee te heroverwegen.
Historicus Stephen Roskill benadrukte in zijn officiële verslag dat Operatie Harpoon aantoont hoe kwetsbaar geallieerde konvooien waren zonder adequate lucht- en zeemacht. De verliezen van Harpoon, gecombineerd met het falen van Operatie Vigorous, benadrukten dat Malta alleen effectief kon worden bevoorraad met een betere coördinatie tussen de luchtmacht, marine en inlichtingendiensten.
De Rol van Inlichtingen
Een belangrijk aspect van de nederlaag van Operatie Harpoon was het feit dat de As-mogendheden van tevoren op de hoogte waren van de operatie. Via onderschepte communicatie, deels afkomstig van de Amerikaanse militaire attaché in Egypte, konden de Italianen en Duitsers zich grondig voorbereiden op het konvooi.
De Ultra-onderscheppingen, waarbij Britse inlichtingendiensten Italiaanse codes braken, speelden een sleutelrol. De Britten waren op de hoogte van Italiaanse marinebewegingen, maar dit bood geen afdoende bescherming tegen de gecombineerde aanvallen van de Italiaanse vloot en luchtmacht.
Conclusie
Operatie Harpoon weerspiegelt de complexe dynamiek van de Middellandse Zeeoorlog tijdens de Tweede Wereldoorlog. De operatie illustreert hoe logistieke uitdagingen, strategische tekortkomingen en technologische beperkingen een bepalende invloed hadden op het verloop van de oorlog. Ondanks zware verliezen en tactische nederlagen slaagden de geallieerden erin een beperkte hoeveelheid voorraden naar Malta te brengen, wat tijdelijk verlichting bood aan het belegerde eiland.
De operatie benadrukt de sleutelrol van Malta als strategisch bruggenhoofd in de strijd tegen de As-mogendheden. De lessen uit Operatie Harpoon en Vigorous vormden de basis voor latere succesvolle bevoorradingsoperaties, zoals Operatie Pedestal in augustus 1942.
Bronnen en meer informatie
- Afbeelding :
- Bragadin, Marc’Antonio (1957). The Italian Navy in World War II. Annapolis: United States Naval Institute. ISBN 978-0-405-13031-1.
- Cernuschi, Enrico; Brescia, Maurizio (2010). Le navi ospedale italiane 1935–1945 [Italian Hospital Ships 1935–1945] (in Spanish). Parma: Albertelli Edizioni Speciali. ISBN 978-88-87372-86-1.
- Cocchia, Aldo (1980) [1958]. The Hunters and the Hunted: Adventures of Italian Naval Forces. Navies and Men. trans. M. Gwyer. New York: Arno Press. ISBN 978-0-405-13035-9.
- Giorgerini, Giorgio (2001). La guerra italiana sul mare. La marina tra vittoria e sconfitta 1940–1943 [The Italian War at Sea. The Navy Between Victory and Defeat 1940–1943]. Le scie (in Italian) (2nd ed.). Milano: Mondadori. ISBN 978-88-04-50150-3.
- Greene, Jack; Massignani, Alessandro (1998). The Naval War in the Mediterranean, 1940–1943. London: Chatham. ISBN 978-1-885119-61-2.
- Grehan, John; Mace, Martin (2013). The War at Sea in the Mediterranean 1940–1944. Barnsley: Pen and Sword. ISBN 978-1-4738-3736-2.
- Hinsley, F. H. (1994) [1993]. British Intelligence in the Second World War. Its influence on Strategy and Operations. History of the Second World War. abridged (2nd rev. ed.). London: HMSO. ISBN 978-0-11-630961-7.
- Ireland, Bernard (2004). The War in the Mediterranean 1940–1943. Barnsley: Leo Cooper. ISBN 978-1-84415-047-2.
- Jordan, Roger W. (2006) [1999]. The World’s Merchant Fleets 1939: The Particulars and Wartime Fates of 6,000 Ships (2nd ed.). London: Chatham/Lionel Leventhal. ISBN 978-1-86176-293-1.
- Llewellyn-Jones, M., ed. (2007). The Royal Navy and the Mediterranean Convoys: A Naval Staff History. Naval Staff Histories. London: Routledge. ISBN 978-0-415-39095-8.
- O’Hara, Vincent P. (2013). In Passage Perilous: Malta and the Convoy Battles of June 1942. Bloomington, Indiana: Indiana University Press. ISBN 978-0-253-00603-5.
- Playfair, I. S. O.; et al. (2004) [1st pub. HMSO: 1960]. Butler, Sir James (ed.). The Mediterranean and Middle East: British Fortunes Reach Their Lowest Ebb (September 1941 to September 1942). History of the Second World War, United Kingdom Military Series. Vol. III. Uckfield: Naval & Military Press. ISBN 978-1-84574-067-2.
- Richards, D.; Saunders, H. St G. (1975) [1954]. Royal Air Force 1939–45: The Fight Avails. Vol. II (repr. ed.). London: HMSO. ISBN 978-0-11-771593-6.
- Roskill, S. W. (1962) [1956]. The Period of Balance. History of the Second World War: The War at Sea 1939–1945. Vol. II. London: HMSO. OCLC 174453986.
- Thomas, David A. (1999). Malta Convoys: 1940–1943, The Struggle at Sea. Barnsley: Leo Cooper. ISBN 978-0-85052-663-9.
- Woodman, Richard (2000). Malta Convoys, 1940–1943. London: Jack Murray. ISBN 978-0-7195-5753-8.
- Bronnen Mei1940