USS Independence (CVL-22): Vliegdekschip uit WOII

Het vliegdekschip USS Independence (CVL-22) van de Amerikaanse marine, aangemeerd in een haven, met zichtbaar vliegdek en structuur."
Het Amerikaanse vliegdekschip USS Independence (CVL-22), aangemeerd in een haven tijdens haar dienst in de Tweede Wereldoorlog.

De USS Independence (CVL-22) was een licht vliegdekschip van de Amerikaanse marine en het eerste schip van haar klasse. Gebouwd door de New York Shipbuilding Corporation, werd ze op 14 januari 1943 in dienst genomen na een conversie van een romp van een Cleveland-klasse lichte kruiser.

Behoefte aan vliegdekschepen

Tijdens de Tweede Wereldoorlog was er een acute behoefte aan vliegdekschepen vanwege de intensivering van de strijd in de Grote Oceaan. Om snel in deze behoefte te voorzien, besloot de Amerikaanse marine de rompen van Cleveland-klasse lichte kruisers aan te passen. Deze rompen waren snel beschikbaar en boden voldoende ruimte om vliegtuigen te herbergen. Zo ontstond de Independence-klasse, een reeks lichte vliegdekschepen die snelheid, wendbaarheid en veelzijdigheid combineerden.

Bouw van de USS Independence

De USS Independence begon haar leven als de lichte kruiser USS Amsterdam (CL-59). Haar romp werd omgebouwd tot vliegdekschip door de New York Shipbuilding Corporation in Camden, New Jersey. Dit omvatte het toevoegen van een vliegdek, hangardek en geavanceerde systemen voor vliegtuigoperaties. Ze werd op 22 augustus 1942 te water gelaten en formeel in dienst genomen op 14 januari 1943.

Technische specificaties en uitrusting

De USS Independence was een licht vliegdekschip dat snel werd ontworpen en gebouwd om te voldoen aan de dringende behoefte aan vliegdekschepen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het schip combineerde de snelheid en wendbaarheid van een kruiser met de aanpassingen die nodig waren voor luchtoperaties.

Belangrijkste specificaties

  • Klasse en type: Independence-klasse licht vliegdekschip
  • Waterverplaatsing: 10.662 ton (standaard), 14.751 ton (volgeladen)
  • Afmetingen:
    • Lengte: 190 meter
    • Breedte: 33,3 meter (maximaal)
    • Diepgang: 7,9 meter
  • Snelheid: 31 knopen (57 km/u)
  • Bereik: 13.000 nautische mijlen (24.000 km) bij een snelheid van 15 knopen
  • Bemanning: 1.569 officieren en manschappen (inclusief luchtgroep)

Bewapening en vliegtuigen

  • Bewapening:
    • 26 × Bofors 40 mm luchtafweerkanonnen
  • Luchtvleugel:
    • Tot 34 vliegtuigen
    • Inclusief 8 torpedobommenwerpers en 26 jagers

Sensoren en informatie verwerking

Het schip was uitgerust met geavanceerde sensoren en systemen voor die tijd, waaronder:

  • SC-radar voor lucht- en oppervlakteverkenning.
  • Gevechtsinformatieruimte (CIC) en een Luchtoperatiecentrum (AirOps) voor coördinatie van missies.
Overzicht van het Combat Information Center (CIC) aan boord van de USS Independence (CVL-22) tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Binnenaanzicht van het Combat Information Center (CIC) op de USS Independence (CVL-22), cruciaal voor missies tijdens WOII.

Eerste Inzet in de Grote Oceaan

Aanvallen op Marcus Island

Op 14 juli 1943 vertrok de USS Independence naar Pearl Harbor. Na een korte trainingsperiode vertrok ze samen met de vliegdekschepen USS Essex en USS Yorktown richting Marcus Island, een Japanse basis. Op 1 september 1943 lanceerden haar vliegtuigen een aanval die meer dan 70% van de installaties op het eiland vernietigde.

Aanval op Wake Island

Na de succesvolle missie bij Marcus Island nam de USS Independence deel aan een aanval op Wake Island op 5 en 6 oktober 1943. Deze missie had als doel de Japanse luchtmachtcapaciteiten te neutraliseren in voorbereiding op latere operaties in de regio.

Gevechtsoperaties in de Grote Oceaan

De Slag bij Rabaul en de Gilbert-eilanden

Na de succesvolle aanvallen op Marcus en Wake Island zette de USS Independence koers naar Espiritu Santo in de Nieuwe Hebriden. Vanaf hier nam ze deel aan een grootschalige aanval op Rabaul, een belangrijke Japanse marinebasis, op 11 november 1943. Tijdens deze operatie bewees de luchtafweer van het schip haar waarde door zes Japanse vliegtuigen neer te schieten. De aanval verzwakte de Japanse marineaanwezigheid aanzienlijk en zorgde ervoor dat de geallieerden een belangrijk strategisch voordeel verkregen in de regio.

Direct na de slag bij Rabaul werd de USS Independence ingezet bij de Gilbert-eilanden, waar ze luchtaanvallen uitvoerde ter ondersteuning van de Amerikaanse landingen op Tarawa van 18 tot 20 november 1943. Tijdens een Japanse tegenaanval op 20 november lanceerden vijandelijke vliegtuigen vijf torpedo’s richting de USS Independence, waarvan één haar stuurboordzijde raakte. Deze aanval veroorzaakte zware schade, maar de bemanning wist het schip drijvende te houden. Ze bereikte Funafuti op 23 november 1943 voor noodreparaties en vertrok vervolgens naar San Francisco, waar ze op 2 januari 1944 aankwam voor uitgebreide herstelwerkzaamheden.

Herstel en Vernieuwingen

Reparaties en technologische upgrades

Tijdens de reparaties in San Francisco werd de USS Independence voorzien van technologische verbeteringen. Een extra katapult werd geïnstalleerd om de lancering van vliegtuigen te versnellen, en er werd extra nadruk gelegd op het ondersteunen van nachtoperaties. Deze aanpassingen maakten haar een van de eerste vliegdekschepen die gespecialiseerd was in nachtgevechtsoperaties.

  • De bemanning werd uitgebreid met Night Air Group 41 (NAG-41), een carrier air group die specifiek was getraind en uitgerust voor nachtgevechtsmissies.
  • Aanpassingen aan de verlichting van het vliegdek, inclusief gedimde en aangepaste verlichting, zorgden voor betere zichtbaarheid zonder het schip bloot te stellen aan vijandelijke waarneming.
  • De toevoeging van geavanceerde radar- en communicatieapparatuur verbeterde de coördinatie en navigatie tijdens operaties in het donker.

Hervatting van de operaties

Na de reparaties hervatte de USS Independence haar operaties en arriveerde op 3 juli 1944 in Pearl Harbor. In augustus begon ze met uitgebreide training voor nachtoperaties, waarbij speciale eenheden zoals Night Air Group 41 (NAG-41) werden ingezet. Haar eerste gevechtsoperaties na de herstelling vonden plaats in september 1944, waarbij ze luchtsteun bood tijdens de slag om Peleliu in de Palau-eilanden. Deze missie diende ter voorbereiding van de grote Amerikaanse invasie in de Filippijnen.

De Slag in de Golf van Leyte

Voorbereiding en Aanval

De USS Independence maakte deel uit van de snelle vliegdekschipgroepen van Task Force 38, die onder leiding stonden van admiraal William Halsey. Ze voerden aanvallen uit op Luzon, Okinawa en Formosa als voorbereiding op de grote landingen bij Leyte Gulf in oktober 1944. Haar vliegtuigen voerden luchtaanvallen uit en voerden verkenningsmissies uit, terwijl haar luchtafweer vijandelijke vliegtuigen afsloeg.

De Slag bij Cape Engaño

Tijdens de Slag in de Golf van Leyte identificeerde de USS Independence de noordelijke afleidingsmacht onder leiding van admiraal Jisaburō Ozawa. Haar vliegtuigen speelden een sleutelrol in de aanval op Ozawa’s vloot, waarbij vier Japanse vliegdekschepen werden vernietigd, waaronder de Zuikaku, het laatste operationele vliegdekschip dat had deelgenomen aan de aanval op Pearl Harbor.

Operaties in Okinawa en Japan

Ondersteuning bij Okinawa

In maart 1945 begon de USS Independence haar operaties rond Okinawa. Ze voerde luchtaanvallen uit op vijandelijke posities en bood luchtverdediging tegen de voortdurende Japanse zelfmoordaanslagen. Haar vliegtuigen bleven actief tot juni 1945, waarna ze terugkeerde naar Leyte voor bevoorrading.

Laatste aanvallen op Japan

In juli en augustus 1945 voerde de USS Independence luchtaanvallen uit op Japanse industriële en militaire doelwitten. Na de overgave van Japan op 15 augustus 1945, hielpen haar vliegtuigen bij het opsporen van krijgsgevangenenkampen en boden ondersteuning aan geallieerde bezettingstroepen.

Operation Crossroads en kernproeven

Na de oorlog werd de USS Independence toegewezen als doelwit voor de kernproeven van Operation Crossroads in 1946 bij het Bikini-atol. Tijdens de tests werd het schip blootgesteld aan twee kernexplosies. Ondanks zware schade bleef de romp intact en werd ze teruggebracht naar de haven van San Francisco voor nader onderzoek.

De USS Independence werd uiteindelijk in 1951 tot zinken gebracht nabij de Farallon-eilanden. Onderzoek naar haar wrak, inclusief haar mogelijk radioactieve lading, heeft geleid tot vragen over de ecologische impact. In recente jaren werd echter geconcludeerd dat het risico voor de volksgezondheid minimaal is.

Conclusie

De USS Independence (CVL-22) had een veelzijdige rol tijdens de Tweede Wereldoorlog en in de periode erna. Als het eerste schip van de Independence-klasse was ze een voorbeeld van de aanpassingskracht van de Amerikaanse marine tijdens de grootschalige oorlog. Haar inzet tijdens operaties zoals de Slag in de Golf van Leyte, de luchtaanvallen op Okinawa, en de ondersteuning van de Filippijnen-campagne was van grote waarde in de campagnes in de Grote Oceaan.

Na de oorlog stond de USS Independence centraal in Operation Crossroads, waar ze werd ingezet als testschip voor nucleaire explosies. Dit markeerde een nieuwe fase in militaire experimenten en het begrip van nucleaire technologie. Haar zinken nabij de Farallon-eilanden symboliseert de blijvende invloed van militaire innovaties en de bijbehorende milieuoverwegingen.

Bronnen en meer informatie

  • Afbeelding 1: U.S. Navy, Public domain, via Wikimedia Commons
  • Afbeelding 2: USN, Public domain, via Wikimedia Commons
  • Stille, Mark; Bryan, Tony (2007). US Navy Aircraft Carriers 1942–45. Osprey Publishing. ISBN 978-1-84603-037-6.
  • Lambert, John G. (2011). USS Independence CVL-22. Lightning Source. ISBN 978-0-9838869-1-4.
  • Bronnen Mei1940