Messerschmitt Me 264: Duitse strategische bommenwerper WOII

Me 264 V1, langeafstandsbommenwerper en verkenningsvliegtuig, werkfoto van Messerschmitt tijdens ontwikkeling voor de Luftwaffe, WOII.
De Me 264 V1, ontwikkeld door Messerschmitt, ontworpen als strategische bommenwerper en verkenningsvliegtuig voor langeafstandsoperaties in WOII.

De Messerschmitt Me 264 was een strategische langeafstandsbommenwerper, ontworpen tijdens de Tweede Wereldoorlog voor de Duitse Luftwaffe. Het toestel werd ontwikkeld als het belangrijkste strategische bommenwerperproject van nazi-Duitsland en later geselecteerd als Messerschmitt’s inzending in het “Amerikabomber”-programma van het Reichsluftfahrt ministerium (RLM). Dit programma had als doel een bommenwerper te ontwikkelen die in staat was om New York aan te vallen vanaf luchtbases in Frankrijk of de Azoren. Hoewel er drie prototypes werden gebouwd, werd de productie uiteindelijk geannuleerd zodat Messerschmitt zich kon concentreren op de ontwikkeling van jachtvliegtuigen. De Junkers Ju 390 werd als alternatief gekozen en de Me 264 werd verder ontwikkeld voor maritieme verkenning.

Ontwikkeling van de Messerschmitt Me 264

De oorsprong van het Me 264-ontwerp lag in het P.1061-project van Messerschmitt, een langeafstand verkenningsvliegtuig uit de late jaren 1930. Het project was bedoeld om een veelzijdig toestel te leveren dat zowel geschikt was voor strategische bombardementen als voor maritieme verkenning. Het oorspronkelijke ontwerp, de P.1061, had vier motoren. Een variant, de P.1062, was uitgerust met twee krachtigere Daimler-Benz DB 606-motoren. Dit ontwerp werd ook gebruikt in de Messerschmitt Me 261, een langafstandsverkenner, en vormde de basis voor de latere Me 264.

In het voorjaar van 1941 werden zes prototypes van de P.1061 besteld door het RLM, maar dit aantal werd later teruggebracht naar drie. De ontwikkeling verliep traag, maar na de oorlogsverklaring van Duitsland aan de Verenigde Staten in december 1941 werd het Amerika bomber-programma serieuzer opgepakt. Dit programma had als doel een bommenwerper te ontwikkelen die langeafstandsmissies naar de Verenigde Staten kon uitvoeren.

Het Amerikabomber-programma

Het idee van een bommenwerper die in staat was om steden als New York te bereiken, leidde tot een grote uitdaging voor de Duitse vliegtuigbouwers. De belangrijkste obstakels waren het gebrek aan krachtige en betrouwbare motoren. Dit leidde tot het voorstel voor grotere zesmotorige vliegtuigen, zoals de Junkers Ju 390 en de Messerschmitt Me 264B. De Junkers Ju 390, die gebruikmaakte van al bestaande onderdelen van de Ju 290, werd uiteindelijk verkozen boven de Me 264. De Me 264 werd echter niet volledig geannuleerd, aangezien de Kriegsmarine (de Duitse marine) een langeafstandsverkenningsvliegtuig nodig had ter vervanging van de verouderde Focke-Wulf Fw 200 Condor.

In mei 1942 sprak Generalmajor Eccard Freiherr von Gablenz zich positief uit over de geschiktheid van de Me 264 voor de Amerikabomber-missie. Desondanks bleef het toestel voornamelijk in ontwikkeling voor verkenningstaken, met als aanduiding Me 264A voor ultra langeafstand verkenningsvluchten.

Technisch ontwerp van de Me 264

De Me 264 was een viermotorige zware bommenwerper met een klassieke constructie. Het vliegtuig was volledig van metaal en had een ronde romp met een cabine in de glazen neus van het toestel. De cockpit had een zogenaamd “stapelloos” ontwerp, wat betekende dat er geen aparte voorruit was voor de piloten, een ontwerp dat later ook in de Amerikaanse B-29 Superfortress werd toegepast.

Het toestel was uitgerust met een licht gebogen vleugel en een rechte achterrand, met dubbele verticale stabilisatoren aan de staart. Het landingsgestel bestond uit een intrekbaar driewielonderstel, met grote wielen onder de vleugels.

Bewapening en bewapening

De geplande bewapening bestond uit op afstand bedienbare geschutskoepels, maar de Me 264 was licht bewapend en licht bepantserd om het brandstofverbruik te optimaliseren voor langeafstandsvluchten. Dit beperkte echter de defensieve capaciteiten van het toestel, vooral in vergelijking met andere strategische bommenwerpers zoals de Amerikaanse B-17 Flying Fortress en B-24 Liberator.

Om de bemanning in staat te stellen lange missies uit te voeren, was de Me 264 uitgerust met slaapplaatsen en een kleine keuken.

Specificaties van de Me 264

De technische kenmerken van de Me 264 benadrukken de ambitie van het project. Hier zijn de belangrijkste specificaties:

  • Bemanning: 8
  • Lengte: 20,90 m
  • Spanwijdte: 43,00 m
  • Hoogte: 4,30 m
  • Vleugeloppervlakte: 127,70 m²
  • Leeggewicht: 21.150 kg
  • Maximaal startgewicht: 56.001 kg
  • Motoren: Vier BMW 801D of BMW 801G 14-cilinder luchtgekoelde radiale motoren, elk 1.300 kW (1.700 pk)
  • Maximale snelheid: 565 km/h op 8.300 meter hoogte
  • Bereik: 15.000 km
  • Dienstplafond: 8.000 m
  • Bewapening: Vier 13 mm MG 131 machinegeweren en twee 20 mm MG 151/20 kanonnen
  • Bomlast: 3.000 kg bij een bereik van 14.400 km, 6.000 kg bij een bereik van 8.600 km

Operationele geschiedenis van de Me 264

Eerste vluchten en testresultaten

Het eerste prototype van de Me 264, de Me 264 V1, vloog voor het eerst op 23 december 1942. Aanvankelijk was het toestel uitgerust met vier Junkers Jumo 211-motoren, maar deze bleken niet krachtig genoeg. Daarom werden de Jumo-motoren vervangen door BMW 801G radiale motoren, die meer vermogen leverden.

Tijdens testvluchten werden verschillende tekortkomingen vastgesteld, waaronder problemen met de handling van het toestel. De hoge vleugelbelasting (356 kg/m²) veroorzaakte problemen met de klimprestaties, manoeuvreerbaarheid en stabiliteit. Het toestel had ook een hoge start- en landingssnelheid, wat verdere operationele beperkingen met zich meebracht.

Verdere ontwikkeling en annulering

Het tweede prototype, de Me 264 V2, werd uitgerust met bepantsering rond de motoren en bemanningsposities, maar belangrijke operationele systemen zoals wapens werden nooit geïnstalleerd. Het derde prototype, de Me 264 V3, dat volledig bewapend en bepantserd zou worden, werd nooit voltooid.

In 1943 verloor de Kriegsmarine haar interesse in de Me 264, ten gunste van de Junkers Ju 290 en de geplande Ju 390. De Luftwaffe gaf de voorkeur aan de Focke-Wulf Ta 400 en de Heinkel He 277, op basis van hun betere prestaties. In oktober 1943 werd de verdere ontwikkeling van de Me 264 geannuleerd door Erhard Milch, zodat Messerschmitt zich kon concentreren op de ontwikkeling van andere vliegtuigen, zoals de Messerschmitt Me 262 straaljager.

Het tweede prototype werd vernietigd tijdens een geallieerde bombardement op de fabriek in 1943. In juli 1944 werd het eerste prototype beschadigd tijdens een ander bombardement en niet gerepareerd. Het onafgemaakte derde prototype werd tijdens hetzelfde bombardement vernietigd.

Op 23 september 1944 werd het Me 264-project officieel geannuleerd. Een voorstel voor een zesmotorige variant, de Me 264/6m of Me 364, werd nooit gerealiseerd.

Conclusie

De Messerschmitt Me 264 had de potentie om een belangrijke rol te spelen in de strategische luchtcampagnes van de Luftwaffe, met name in het ambitieuze Amerikabomber-programma. Ondanks de technologische uitdagingen en het vooruitstrevende ontwerp werd het project geplaagd door motorproblemen en de moeilijkheden om een betrouwbaar langeafstandsvliegtuig te bouwen. Uiteindelijk werd het toestel nooit in massaproductie genomen, en de Luftwaffe wendde zich tot andere projecten. Het lot van de Me 264 weerspiegelt de bredere moeilijkheden waarmee nazi-Duitsland tijdens de oorlog geconfronteerd werd in de ontwikkeling van complexe militaire technologieën.

Bronnen en meer informatie

  1. Afbeelding: Bundesarchiv, Bild 146-1989-039-16A / CC-BY-SA 3.0CC BY-SA 3.0 DE, via Wikimedia Commons
  2. Bronnen Mei1940