![Generaal-majoor Lloyd Fredendall met 4e Infanteriedivisie-pin Portret van generaal-majoor Lloyd Fredendall, met een 4e Infanteriedivisie-pin op zijn pet, tijdens de Tweede Wereldoorlog.](https://sp-ao.shortpixel.ai/client/to_webp,q_lossy,ret_img,w_473,h_599/https://mei1940.org/wp-content/uploads/2024/10/Lloyd-Fredendall.jpg)
Lloyd Ralston Fredendall, geboren op 28 december 1883 en overleden op 4 oktober 1963, was een luitenant-generaal van het Amerikaanse leger tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hoewel hij in het begin van zijn carrière aanzien genoot vanwege zijn leiderschapskwaliteiten, staat Fredendall vooral bekend om zijn mislukking tijdens de Slag om de Kasserinepas in februari 1943. Deze veldslag leidde tot een van de zwaarste nederlagen voor de Verenigde Staten in Noord-Afrika.
Inhouds opgave
Vroege leven en militaire carrière
Lloyd Fredendall werd geboren in Fort D. A. Russell nabij Cheyenne, Wyoming, in een militaire familie. Zijn vader, Ira Livingston Fredendall, was een officier in het Amerikaanse leger, wat Lloyd een goede connectie binnen het militaire establishment opleverde. Hoewel hij werd toegelaten tot de prestigieuze United States Military Academy (West Point), slaagde hij er niet in om zijn studie af te ronden vanwege slechte resultaten, vooral in wiskunde. Dit weerhield hem er echter niet van om een militaire loopbaan na te streven. Na het verlaten van West Point, slaagde hij voor het officierskwalificatie-examen en werd hij in 1907 benoemd tot tweede luitenant in de infanterie.
Eerste Wereldoorlog
Fredendall diende tijdens de Eerste Wereldoorlog aan het westelijk front, waar hij opviel als instructeur en commandant van trainingscentra. Hij kreeg een tijdelijke promotie tot luitenant-kolonel en bouwde een reputatie op als bekwaam organisator en trainer. Ondanks zijn onvermogen om een academische opleiding af te ronden, bewees Fredendall zich als een effectieve officier, die later belangrijke commandoposities bekleedde in het Amerikaanse leger.
Carrière tussen de oorlogen
Na de Eerste Wereldoorlog bekleedde Fredendall diverse posities in staf- en opleidingsfuncties. Hij was zowel student als instructeur aan de Amerikaanse Infanterieschool en studeerde in 1923 met onderscheiding af aan de U.S. Army Command and General Staff School. Zijn prestaties tijdens deze periode, evenals zijn relaties met invloedrijke officieren, legden de basis voor zijn toekomstige promoties.
In 1939, kort voor de betrokkenheid van de Verenigde Staten bij de Tweede Wereldoorlog, werd Fredendall gepromoveerd tot brigadegeneraal. Niet lang daarna, in 1940, werd hij bevorderd tot generaal-majoor en kreeg hij het bevel over de 4e Infanteriedivisie. Zijn connecties met hooggeplaatste officieren, waaronder generaal George Marshall, speelden een belangrijke rol in zijn snelle opkomst binnen het leger.
Tweede Wereldoorlog: van succes naar mislukking
Operatie Torch en Noord-Afrika
Fredendalls benoeming tot een belangrijke commandopositie in Operatie Torch, de geallieerde invasie van Noord-Afrika in november 1942, was een direct gevolg van de aanbevelingen van generaal Marshall en andere hooggeplaatste militairen. Hij kreeg het bevel over de Central Task Force, een cruciaal onderdeel van de operatie. Aanvankelijk leek zijn inzet succesvol, en zelfs generaal Dwight D. Eisenhower sprak in lof over zijn leiding.
II Corps en de Slag om Kasserinepas
Na Operatie Torch kreeg Fredendall het bevel over het Amerikaanse II Corps tijdens de campagne in Tunesië. Hier begon zijn militaire loopbaan echter te wankelen. Tijdens de Slag om de Kasserinepas in februari 1943 werd zijn leger een vernietigende nederlaag toegebracht door de Duitse troepen onder leiding van veldmaarschalk Erwin Rommel en generaal Hans-Jürgen von Arnim. Fredendalls leiding werd gekenmerkt door slechte tactische beslissingen, gebrek aan frontlijninspecties en onvoldoende coördinatie met zijn ondergeschikten.
Fredendall was beroemd om zijn gewoonte om een geïsoleerd hoofdkwartier ver achter de frontlinie te bouwen, ver van het slagveld. Dit gedrag, in combinatie met zijn eigenaardige gewoonte om gebruik te maken van onduidelijke codes en terminologie in plaats van standaard militaire taal, leidde tot verwarring onder zijn troepen. Zijn bevelen waren vaak onduidelijk, wat resulteerde in wanorde en inefficiënte gevechtsoperaties. Een van zijn meest besproken fouten was het verspreiden van zijn troepen over een te groot gebied, waardoor ze onvoldoende konden samenwerken en hun artillerie-ondersteuning verloren.
Afzetting door Eisenhower
Na de nederlaag bij de Kasserinepas werd Fredendall onderworpen aan een evaluatie door Eisenhower, die op dat moment de opperbevelhebber van de geallieerde troepen in Noord-Afrika was. De evaluatie werd uitgevoerd door generaal-majoor Ernest Harmon, die scherpe kritiek had op Fredendalls leiderschap. Harmon rapporteerde dat Fredendall niet alleen strategisch incompetent was, maar ook moreel en fysiek laf leek.
Op 5 maart 1943 besloot Eisenhower Fredendall te vervangen door generaal-majoor George S. Patton, een besluit dat met instemming werd ontvangen door andere geallieerde bevelhebbers, waaronder de Britse generaal Sir Harold Alexander. Hoewel Fredendall werd afgezet, werd hij niet formeel bestraft en werd zijn reputatie in het leger grotendeels gespaard door Eisenhower. Fredendall keerde terug naar de Verenigde Staten, waar hij een heldenontvangst kreeg en later werd gepromoveerd tot luitenant-generaal.
Leiderschap en persoonlijkheid
Fredendall werd vaak omschreven als een generaal met bravoure en zelfverzekerdheid. Echter, deze kwaliteiten vertaalden zich niet naar effectief leiderschap in gevechtssituaties. Zijn weigering om het front te bezoeken, het niet luisteren naar veldcommandanten en zijn eigenaardige bevelsstructuren ondermijnden het moreel en de effectiviteit van zijn troepen.
Generaal Lucian Truscott beschreef Fredendall als iemand die snel conclusies trok zonder voldoende kennis van de situatie. Dit, gecombineerd met zijn afkeer van veldbezoeken en zijn neiging om zijn troepen te verspreiden over brede sectoren, leidde tot zijn uiteindelijke nederlaag in Noord-Afrika.
Terugkeer naar de Verenigde Staten en latere jaren
Na zijn afzetting in Noord-Afrika werd Fredendall benoemd tot commandant van het Second Army in de Verenigde Staten, waar hij verantwoordelijk was voor trainingsoperaties. Hoewel hij een heldenontvangst kreeg bij zijn terugkeer, werd hij op afstand gehouden van verdere gevechtsoperaties.
Tijdens de rest van de oorlog diende Fredendall voornamelijk in trainingsfuncties. Hij bleef tot het einde van de oorlog actief in het leger en ging in 1946 met pensioen. Ondanks zijn mislukking in Noord-Afrika werd Fredendall nooit formeel berispt en bleef hij zijn rang en onderscheidingen behouden.
Conclusie
Lloyd Fredendall is een controversiële figuur in de Amerikaanse militaire geschiedenis. Hoewel hij een veelbelovende carrière begon en aanvankelijk steun had van hooggeplaatste commandanten, werd zijn leiderschap in de Slag om de Kasserinepas zijn ondergang. Zijn falen om effectief bevel te voeren tijdens deze cruciale veldslag leidde tot een van de grootste nederlagen van het Amerikaanse leger in de Tweede Wereldoorlog. Ondanks deze nederlaag werd hij niet formeel bestraft en keerde hij terug naar de Verenigde Staten, waar hij een heldenontvangst kreeg en uiteindelijk tot luitenant-generaal werd bevorderd.
Fredendalls nalatenschap blijft echter overschaduwd door zijn mislukking in Tunesië, en zijn naam wordt vaak geassocieerd met slecht leiderschap en tactische fouten.
Bronnen
- Afbeelding: See page for author, Public domain, via Wikimedia Commons
- D’Este, Carlo. Patton: A Genius for War. New York: HarperCollins, 1995.
- MacDonald, Charles B. The Mighty Endeavor: American Armed Forces in the European Theater in World War II. New York: Oxford University Press, 1969.
- Atkinson, Rick. An Army at Dawn: The War in North Africa, 1942-1943. New York: Henry Holt and Co., 2002.
- Bronnen Mei1940