HMS Havelock was een H-klasse torpedobootjager die oorspronkelijk in de late jaren 1930 werd besteld door de Braziliaanse marine onder de naam Jutahy. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in september 1939 werd het schip overgenomen door de Britse Royal Navy en hernoemd tot HMS Havelock. Gedurende de oorlog speelde Havelock een cruciale rol in verschillende operaties, waaronder de Noorse campagne en het escorteren van konvooien in de Atlantische Oceaan.
Inhouds opgave
Specificaties van HMS Havelock
Klasse en type: Braziliaanse H-klasse torpedobootjager
Waterverplaatsing:
- Standaard: 1.350 lange ton (1.370 ton)
- Volle lading: 1.883 lange ton (1.913 ton)
Lengte: 98,5 m
Breedte: 10,1 m
Diepgang: 3,8 m
Vermogen: 34.000 shp (25.000 kW)
Aandrijving: - 2 schroefassen
- Parsons stoomturbines
- 3 Admiralty waterpijpketels
Maximale snelheid: 36 knopen (67 km/u)
Bereik: 5.530 zeemijlen (10.240 km) bij 15 knopen (28 km/u)
Bemanning: 152 officieren en manschappen
Bewapening (oorspronkelijk): - 3 × enkele QF 4,7-inch (120 mm) Mk IX kanonnen
- 2 × viervoudige .50 kaliber machinegeweren
- 2 × viervoudige 21-inch (533 mm) torpedobuizen
- 110 dieptebommen met 3 rails en 8 werpers
Sensoren
In de loop van haar diensttijd werden deze aangepast om haar efficiëntie in het detecteren en bestrijden van vijandelijke schepen en onderzeeërs te verbeteren
- ASDIC (sonar)
- HF/DF-radiorichtingzoeker: Dit systeem, geïnstalleerd voor voltooiing, stelde het schip in staat vijandelijke radiocommunicatie te detecteren en te lokaliseren.
- Type 271-radar: Dit was een doelindicatie-radar die later boven de brug werd geïnstalleerd om vijandelijke schepen en onderzeeërs te detecteren.
- Type 286-radar: Een kortbereikoppervlaktezoekradar die werd toegevoegd om de mogelijkheden van het schip om vijanden op zee te lokaliseren te versterken.
Omschrijving van de bewapening en technologie
HMS Havelock was uitgerust met drie enkele 4,7-inch Mk IX kanonnen, gepositioneerd in ‘A’, ‘B’ en ‘X’ opstellingen. Het oorspronkelijke ontwerp bevatte vier kanonnen, maar het ‘Y’-kanon werd verwijderd om ruimte te maken voor extra dieptebommen. De antischeepsbewapening bestond uit twee viervoudige torpedobuisopstellingen van 21-inch. Het schip was verder voorzien van ASDIC, een akoestische detectietechnologie die het mogelijk maakte onderzeeërs te lokaliseren.
De antiaircraft-bewapening van het schip was in eerste instantie beperkt tot twee viervoudige .50 kaliber machinegeweren. Gedurende de oorlog werden deze vervangen door Oerlikon 20 mm-kanonnen om de defensieve capaciteiten te verbeteren.
Wijzigingen tijdens de oorlog
Vóór haar voltooiing werd HMS Havelock uitgerust met een HF/DF-radiorichtingzoeker (High-Frequency Direction Finding) voor de detectie van vijandelijke radiocommunicatie. In oktober 1940 werd een 12-ponds luchtafweergeschut geïnstalleerd ter vervanging van de achterste torpedobuizen. Kort daarna werden twee Oerlikon 20 mm-kanonnen toegevoegd aan de brugvleugels, terwijl de oorspronkelijke .50 kaliber machinegeweren werden verwijderd.
Later in de oorlog werd Havelock omgebouwd tot escortetorpedobootjager. Hierbij werd het voorste ‘A’-kanon vervangen door een Hedgehog-werpinstallatie voor antisubmariene oorlogsvoering. Verder werden er extra dieptebommen en een Type 286-radar voor oppervlaktescans toegevoegd.
Operationele geschiedenis
Aankoop en vroege inzet
Jutahy werd op 8 december 1937 besteld door de Braziliaanse marine bij de Britse scheepswerf J. Samuel White in Cowes. De kiellegging vond plaats op 31 mei 1938. Na de uitbraak van de Tweede Wereldoorlog werd het schip op 5 september 1939 overgenomen door de Britse Royal Navy en omgedoopt tot HMS Havelock. Ze werd te water gelaten op 16 oktober 1939 en in dienst gesteld op 10 februari 1940. Na proefvaarten en oefeningen werd het schip toegewezen aan de 9e Torpedobootjager Flottille van het Western Approaches Command.
De Noorse campagne
In mei 1940 werd HMS Havelock tijdelijk gedetacheerd naar de Home Fleet voor deelname aan de Noorse campagne. Ze ondersteunde de geallieerde landingen bij Bjerkvik tijdens de Slag om Narvik op 12 en 13 mei en leverde artilleriesteun. In de nachten van 30 en 31 mei hielp ze bij de evacuatie van troepen van Bodø naar Harstad en Borkenes, waarna ze deelnam aan de terugtocht van de geallieerde strijdkrachten uit Narvik op 7 en 8 juni.
Konvooidiensten en inzet bij Force H
Na de Noorse campagne keerde Havelock terug naar de 9e Torpedobootjager Flottille, die later werd omgedoopt tot de 9e Escortegroep. Gedurende de volgende twee jaar voerde ze voornamelijk konvooidiensten uit in de Atlantische Oceaan. In mei 1941 werd Havelock tijdelijk toegevoegd aan Force H in Gibraltar voor Operatie Tiger, een operatie om konvooien te beschermen. Admiraal James Somerville achtte haar luchtafweer echter te zwak voor de Middellandse Zee, waardoor ze terugkeerde naar het Western Approaches Command.
Leiderschap van Escortegroep B-5
In maart 1942 werd HMS Havelock het vlaggenschip van Escortegroep B-5 van de Mid-Ocean Escort Force. Ze escorteerde konvooien door de Noord-Atlantische Oceaan tijdens enkele van de zwaarste maritieme confrontaties van de oorlog. Een belangrijk moment was de begeleiding van Konvooi TM 1 van 28 december 1942 tot 14 januari 1943. Ondanks haar inspanningen gingen zeven van de negen tankers verloren door aanvallen van U-boten. Havelock wist U-436 te beschadigen met dieptebommen.
In maart 1943 nam ze deel aan de verdediging van Konvooi SC 122, de grootste konvooislag van de oorlog. In de zomer van 1943 werd de groep ingezet in de Golf van Biskaje om samen met de Royal Air Force U-boten aan te vallen die hun Franse bases verlieten.
Bijdragen aan D-Day en latere jaren
In 1944 werd Havelock toegewezen aan de 14e Escortegroep ter ondersteuning van Operatie Overlord, de geallieerde invasie van West-Europa. Op 18 juni 1944, samen met de torpedobootjagers Fame en Inconstant, bracht Havelock U-767 tot zinken. Na een refit in Liverpool van juli tot september 1944 hervatte ze haar escortetaken. Begin 1945 onderging het schip opnieuw reparaties en werd het in april 1945 ingezet om een vermeende U-boot aan te vallen.
Tegen het einde van de oorlog escorteerde HMS Havelock een groep Duitse onderzeeërs die zich hadden overgegeven van Loch Alsh naar Lough Foyle. Op 27 mei 1945 begeleidde ze het Noorse regeringsexil terug naar Oslo en bleef daar tot begin juni. Later dat jaar begon ze dienst te doen als doelwit voor vliegtuigoefeningen, een rol die tot halverwege 1946 duurde.
Ontmanteling en sloop
Op 18 februari 1946 werd de HMS Havelock goedgekeurd voor de sloop en in reserve geplaatst. Ze werd op 31 oktober 1946 verkocht en vervolgens gesloopt in Inverkeithing.
Conclusie
HMS Havelock diende als een veelzijdige en aanpasbare torpedobootjager in de turbulente jaren van de Tweede Wereldoorlog. Haar deelname aan belangrijke operaties, van de Noorse campagne tot het beschermen van Atlantische konvooien en Operatie Overlord, onderstreept haar belang binnen de Royal Navy. Haar levenscyclus, van de indienstneming tot haar uiteindelijke sloop, weerspiegelt de uitdagingen en innovaties van de maritieme oorlogsvoering in die tijd.
Bronnen en meer informatie
- Brown, David K. Atlantic Escorts: Ships, Weapons & Tactics in World War II. Naval Institute Press, 2007.
- Afbeelding: HMS Havelock Public Domain, via Wiki Commens
- English, John. Amazon to Ivanhoe: British Standard Destroyers of the 1930s. World Ship Society, 1993.
- Friedman, Norman. British Destroyers From Earliest Days to the Second World War. Naval Institute Press, 2009.
- Haarr, Geirr H. The Battle for Norway: April-June 1940. Naval Institute Press, 2010.
- Rohwer, Jürgen. Chronology of the War at Sea 1939–1945: The Naval History of World War Two. Naval Institute Press, 2005.
- Whitley, M. J. Destroyers of World War Two: An International Encyclopedia. Naval Institute Press, 1988.
- Bronnen Mei1940