Fairey Fulmar: Britse jager op vliegdekschepen WOII

Fairey Fulmar Mk I
De Fairey Fulmar was een tweezits jacht- en verkenningsvliegtuig van de Britse marine, actief tijdens de Tweede Wereldoorlog.

De Fairey Fulmar was een Britse jachtvliegtuig en verkenningsvliegtuig dat ingezet werd op vliegdekschepen. Ontwikkeld door Fairey Aviation, heeft dit toestel een belangrijke rol gespeeld in de maritieme luchtgevechten van de Tweede Wereldoorlog. In dit artikel gaan we in op het ontwerp, de ontwikkeling, productie en inzet van de Fulmar, een vliegtuig dat ondanks zijn beperkingen een bijdrage leverde aan de luchtoperaties van de Britse Royal Navy.

Ontwerp en ontwikkeling

Het ontwerp van de Fulmar vindt zijn oorsprong in de Fairey P.4/34, een landgebonden lichte bommenwerper (Fairey Battle) die ontwikkeld werd in 1936 als vervanger voor de Hawker Hart en Hind tweedekkers. Hoewel de P.4/34 oorspronkelijk bedoeld was als bommenwerper, werd het ontwerp aangepast aan de eisen van de Britse marine, die een tweepersoons vliegtuig nodig had voor observatie- en verdedigingsoperaties vanaf vliegdekschepen. Het resulterende ontwerp werd ingediend als antwoord op specificatie O.8/38 van de Britse marine, die vroeg om een vliegtuig dat niet alleen observationele taken kon uitvoeren, maar ook vijandelijke vliegtuigen kon bestrijden.

De Fulmar was een relatief eenvoudig aangepaste versie van de P.4/34, voorzien van een intrekbaar landingsgestel en vleugels die konden worden opgevouwen om gemakkelijker op de beperkte ruimte van vliegdekschepen te passen. Omdat Groot-Brittannië destijds geen noemenswaardige vijandelijke vliegdekschepen verwachtte, werd de prioriteit bij de ontwikkeling gelegd op lange afstand en bewapening, in plaats van snelheid en wendbaarheid. Het vliegtuig was voorzien van een tweede bemanningslid, een navigator/wireless operator, wat essentieel werd geacht voor lange missies boven de oceaan.

Op 13 januari 1937 vond de eerste testvlucht van het P.4/34-prototype plaats vanaf het Great West Aerodrome (nu de locatie van Londen Heathrow). Het prototype werd bestuurd door Fairey-testpiloot Chris Staniland. Al snel werd het prototype verder verfijnd, waarbij onder andere de staart werd verhoogd. In 1938 werd het vliegtuig de “Fulmar” genoemd, naar de noordelijke stormvogel die inheems is in de Britse eilanden.

Technische specificaties van de Fairey Fulmar

Algemene kenmerken

  • Bemanning: 2 (piloot en navigator/wireless operator)
  • Lengte: 12,24 meter (40 ft 2 in)
  • Spanwijdte: 14,13 meter (46 ft 4.25 in)
  • Hoogte: 4,27 meter (14 ft 0 in)
  • Vleugeloppervlak: 31,8 m² (342 sq ft)
  • Leeggewicht: 3.182 kg (7.015 lb)
  • Maximaal gewicht bij opstijgen: 4.627 kg (10.200 lb)

Motor

  • Type: 1 × Rolls-Royce Merlin 30 V-12 vloeistofgekoelde zuigermotor
  • Vermogen: 1.300 pk (970 kW)

Prestaties

  • Maximumsnelheid: 438 km/h (272 mph) op een hoogte van 2.210 meter (7.250 ft)
  • Kruissnelheid: 378 km/h (235 mph)
  • Vliegbereik: 1.260 km (780 mi)
  • Dienstplafond: 8.300 meter (27.200 ft)
  • Klimsnelheid: 6,1 meter per seconde (1.200 ft/min)
  • Vleugelbelasting: 140 kg/m² (28 lb/sq ft)

Bewapening

  • Vaste bewapening: 8 × 0.303 inch (7,7 mm) Browning machinegeweren (vleugelgemonteerd)
  • Optioneel: 4 × 0.50 inch (12,7 mm) Browning machinegeweren (vleugelgemonteerd)
  • Extra bewapening: 1 × 0.303 inch Vickers K machinegeweer (achterste cabine, afneembaar)
  • Bommen: 2 × 100 lb (45 kg) of 250 lb (110 kg) bommen

Productie en eerste operationele inzet

De eerste Fulmar, aangedreven door een Rolls-Royce Merlin III-motor, vloog in januari 1940. Het toestel kon aanvankelijk een maximale snelheid van slechts 370 km/h bereiken, wat ver onder de verwachtingen lag. Na de installatie van een krachtigere Merlin VIII-motor en enkele aerodynamische verbeteringen, steeg de topsnelheid naar 426 km/h, wat nog steeds laag was in vergelijking met eenmotorige jachtvliegtuigen op het land. Toch werd de Fulmar goedgekeurd voor productie, vooral vanwege de dringende behoefte aan moderne gevechtsvliegtuigen voor de Britse vliegdekschepen. Tussen 1940 en 1942 werden er in totaal 600 Fulmars geproduceerd in de fabriek van Fairey in Stockport.

De Fulmar kwam voor het eerst in operationele dienst in juli 1940, toen No. 806 Squadron van de Fleet Air Arm (FAA) de vliegtuigen ontving. Dit squadron opereerde vanaf het vliegdekschip HMS Illustrious. De Fulmar diende aanvankelijk voornamelijk voor verkennings- en escortemissies, waarbij het de Britse vloot beschermde tegen vijandelijke vliegtuigen en hielp bij het lokaliseren van vijandelijke schepen. Hoewel de prestaties van de Fulmar niet indrukwekkend waren, stond het bekend om zijn betrouwbaarheid en robuuste constructie, wat het geschikt maakte voor de uitdagende omstandigheden van vliegdekschipoperaties.

Operaties tijdens de Tweede Wereldoorlog

De Fulmar speelde een belangrijke rol tijdens de Tweede Wereldoorlog, vooral in de Middellandse Zee en de Noord-Afrikaanse campagnes. Het vliegtuig werd ingezet om Britse konvooien te beschermen tegen vijandelijke luchtaanvallen en om luchtdekking te bieden aan andere vliegtuigen, zoals de Fairey Swordfish torpedobommenwerpers, tijdens aanvallen op vijandelijke schepen.

In 1940 behaalde de Fulmar zijn eerste luchtoverwinningen, waaronder het neerhalen van tien Italiaanse bommenwerpers en zes vijandelijke jagers in de herfst van dat jaar. Ondanks zijn beperkte snelheid en wendbaarheid, bleek de Fulmar effectief te zijn tegen minder wendbare vijandelijke verkenningsvliegtuigen en bommenwerpers.

Tijdens de achtervolging van het Duitse slagschip Bismarck in 1941 speelde de Fulmar een ondersteunende rol als verkenningsvliegtuig, waarbij het de Britse vloot hielp om het slagschip te lokaliseren. Fulmars werden ook ingezet bij de slag om Kaap Matapan in maart 1941, waar ze luchtdekking boden aan de Britse vloot en deelnamen aan aanvallen op de Italiaanse marine. Naarmate de oorlog vorderde, bleef de Fairey Fulmar een belangrijke rol spelen in maritieme luchtoperaties.

Hoewel de beperkingen van het vliegtuig, zoals zijn relatief lage snelheid en beperkte manoeuvreerbaarheid, steeds duidelijker werden in gevechten met nieuwere en snellere vijandelijke vliegtuigen, leverde de Fulmar belangrijke bijdragen in verschillende campagnes, met name in de Middellandse Zee en het Verre Oosten.

Inzet in de Middellandse Zee

Een van de belangrijkste rollen van de Fulmar was in de konvooibescherming. Vanwege de strategische ligging van Malta werd het eiland vaak het doelwit van lucht- en zeeaanvallen van de As-mogendheden. De Fulmar was een van de belangrijkste vliegtuigen die werd ingezet om Britse konvooien te beschermen die voorraden naar Malta brachten. Fulmars werden ingezet voor konvooibescherming en boden luchtdekking aan Britse vliegdekschepen en konvooien die vliegtuigen zoals de Hawker Hurricane en Spitfire naar Malta vervoerden.

In deze periode bewees de Fulmar dat zijn sterke punten, zoals het lange bereik en de capaciteit om te patrouilleren boven de oceaan, van groot belang waren. Fulmars schoten verschillende vijandelijke bommenwerpers en verkenningsvliegtuigen neer, waaronder veel Italiaanse SM.79 bommenwerpers die door de As-mogendheden werden ingezet om de Britse konvooien aan te vallen. Ondanks zijn inferieure snelheid in vergelijking met landgebaseerde jagers, was de Fulmar effectief tegen trager, minder wendbaar vijandelijk materieel.

Deelname aan grote gevechten

Naast zijn rol in konvooibescherming, was de Fulmar ook betrokken bij verschillende belangrijke zeeslagen. In maart 1941, tijdens de Slag om Kaap Matapan, verleende de Fulmar luchtdekking aan Fairey Swordfish torpedobommenwerpers die deelnamen aan aanvallen op de Italiaanse marine. De slag resulteerde in een beslissende overwinning voor de Britse marine, waarbij de Italiaanse vloot zware verliezen leed. De Fulmar speelde een ondersteunende rol door vijandelijke schepen te identificeren en de aanvallende vliegtuigen te beschermen tegen vijandelijke luchtafweer.

Een andere belangrijke operatie waar de Fulmar aan deelnam, was de slag om Kreta in mei 1941. Tijdens deze campagne boden Fulmars luchtdekking aan Britse troepen die het eiland verdedigden tegen Duitse luchtlandingen. Hoewel de Fulmars niet in staat waren om effectief weerstand te bieden aan de snellere Duitse jagers, zoals de Messerschmitt Bf 109 en Bf 110, speelden ze een belangrijke rol bij het begeleiden van transportvliegtuigen en het uitvoeren van verkenningsmissies. De Slag om Kreta was een zware nederlaag voor de geallieerden, maar de Fulmar toonde opnieuw zijn waarde in ondersteunende rollen.

Overzeese operaties en strijd in het Verre Oosten

In 1941 werd de Fulmar ook ingezet in het Verre Oosten, waar het Britse Rijk geconfronteerd werd met de opmars van Japan. Tijdens de vroege stadia van de strijd in de Stille Oceaan, werd al snel duidelijk dat de Fulmar ernstig tekortkwam in vergelijking met de Japanse jagers, met name de Mitsubishi A6M Zero. De Zero was lichter, wendbaarder en veel sneller dan de Fulmar, wat leidde tot zware verliezen onder de Fulmar-eenheden die tegen de Japanse luchtaanvallen probeerden te vechten.

Een van de meest tragische ontmoetingen vond plaats in april 1942 tijdens de Japanse aanval op Ceylon (nu Sri Lanka). Fulmars van HMS Formidable en HMS Indomitable werden ingezet om de Britse marinebasis en konvooien te verdedigen tegen Japanse luchtaanvallen. Tijdens deze gevechten was de Fulmar niet opgewassen tegen de Zero-jagers, en verschillende Fulmars werden neergeschoten. Ondanks deze verliezen bleven Fulmars actief in het Verre Oosten, hoewel ze steeds vaker werden ingezet voor secundaire taken zoals verkenningsvluchten en communicatieopdrachten, in plaats van directe luchtgevechten.

Het begin van het einde voor de Fulmar

Naarmate de oorlog vorderde, werd de Fulmar geleidelijk vervangen door nieuwere, snellere en beter bewapende vliegtuigen. In 1942 begon de Royal Navy met de invoering van meer geavanceerde eenzitsjagers, zoals de Supermarine Seafire (een marineversie van de iconische Spitfire) en de Amerikaanse Grumman Martlet (ook bekend als de Wildcat), die speciaal waren ontworpen voor operaties vanaf vliegdekschepen.

Hoewel de Fulmar zijn gevechtsrol verloor, bleef het type nog een tijdje in dienst voor trainings- en verkenningsdoeleinden. Fulmars werden gebruikt om nieuwe piloten te trainen en werden ingezet voor langeafstandspatrouilles en communicatieopdrachten. De robuuste constructie van de Fulmar en zijn betrouwbaarheid zorgden ervoor dat het toestel waardevol bleef in deze ondersteunende rollen, zelfs nadat het niet meer werd ingezet voor frontlijngevechten.

Laatste operaties en de geleidelijke terugtrekking van de Fairey Fulmar

In de loop van 1942 werd het steeds duidelijker dat de Fairey Fulmar niet meer voldeed aan de eisen van moderne luchtgevechten. Met de introductie van snellere eenzitsvliegtuigen, zoals de Supermarine Seafire en de Grumman Martlet, werd de Fulmar meer en meer verdrongen van zijn rol als frontliniejager. Toch bleef de Fulmar actief in verschillende ondersteunende rollen gedurende de latere fasen van de Tweede Wereldoorlog.

Secundaire taken: Verkenning en training

Na het einde van de actieve gevechtsrol werd de Fulmar voornamelijk gebruikt voor langeafstandspatrouilles en verkenningsmissies. Dankzij zijn betrouwbare motor en lange vliegbereik bleek het toestel nog steeds nuttig voor het uitvoeren van verkenningsvluchten en het doorgeven van informatie over vijandelijke bewegingen. In het bijzonder werd de Fulmar ingezet boven de Middellandse Zee, waar het de geallieerde vloot ondersteunde bij het opsporen van vijandelijke schepen en konvooien.

Daarnaast werd de Fulmar ingezet als opleidingsvliegtuig. De Royal Navy gebruikte het toestel om piloten op te leiden die later zouden overstappen naar nieuwere, snellere vliegtuigen zoals de Seafire. De Fulmar, met zijn relatief eenvoudige vliegeigenschappen en solide ontwerp, werd gezien als een ideaal toestel om nieuwe piloten vertrouwd te maken met de basisprincipes van het vliegen vanaf vliegdekschepen. Ook werd het vliegtuig gebruikt om bemanningen te trainen in navigatie en observatie, twee taken die van essentieel belang waren voor maritieme operaties.

Speciale inzet: Nachtoperaties en CAM-schepen

Naast verkenning en training werd een aantal Fulmars aangepast voor nachtoperaties. Deze nachtjagers werden voorzien van speciale apparatuur om missies in het donker uit te voeren. Hoewel deze nachtversies slechts beperkt succes boekten, speelden ze wel een rol in de verdediging van konvooien tegen vijandelijke luchtaanvallen, met name in de Atlantische Oceaan.

Daarnaast waren enkele Fulmars onderdeel van de CAM-schepen (Catapult Aircraft Merchant ships), een tijdelijke oplossing die werd ontwikkeld om konvooien te beschermen tegen Duitse bommenwerpers en verkenningsvliegtuigen. Deze koopvaardijschepen waren uitgerust met katapulten waarmee vliegtuigen zoals de Fulmar konden worden gelanceerd om aanvallen op vijandelijke vliegtuigen uit te voeren. Na de missie moesten de piloten echter hun vliegtuig in de oceaan landen, omdat er geen terugkeer naar het schip mogelijk was. Dit systeem werd in de loop van de oorlog steeds minder gebruikt na de introductie van escorteschepen met vliegdekschepen.

Het einde van de operationele dienst

Hoewel de Fulmar zijn hoogtepunt had bereikt tijdens de vroege jaren van de oorlog, bleef het type in dienst tot in 1945. Het toestel werd uiteindelijk uit actieve dienst gehaald toen modernere vliegtuigen de geallieerde vliegdekschepen domineerden. De laatste operationele Fulmar, een nachtjagerversie van het type Mk II, werd in februari 1945 uit dienst genomen na een landingongeluk op het vliegdekschip HMS Campania. Hiermee kwam een einde aan de actieve carrière van de Fulmar als jachtvliegtuig van de Royal Navy.

Tegen het einde van de oorlog was het duidelijk dat de Fulmar, hoewel gedateerd in vergelijking met nieuwere vliegtuigen, een belangrijke bijdrage had geleverd aan de verdediging van de Britse vloot en de bescherming van konvooien. Het toestel had zichzelf bewezen als een betrouwbare, robuuste partner in verschillende maritieme operaties, en hoewel het niet de snelheid of wendbaarheid had om te concurreren met de beste vijandelijke vliegtuigen, leverde het toch een cruciale rol in de vroege jaren van het conflict.

Conclusie

De Fairey Fulmar was een cruciale schakel in de luchtverdediging van de Britse marine tijdens de vroege jaren van de Tweede Wereldoorlog. Hoewel het toestel niet de beste prestatie leverde op het gebied van snelheid en manoeuvreerbaarheid, compenseerde het dit met een lange actieradius, betrouwbaarheid en robuustheid, wat het bijzonder geschikt maakte voor de zware omstandigheden van vliegdekschipoperaties.

De Fulmar speelde een belangrijke rol in campagnes in de Middellandse Zee, de Noord-Afrikaanse campagne en zelfs in het Verre Oosten, voordat het uiteindelijk werd vervangen door snellere, modernere jachtvliegtuigen zoals de Seafire en de Martlet.

In totaal werden 600 Fulmars gebouwd en dienden deze in tal van theaters van de oorlog, waarbij ze uiteindelijk 112 vijandelijke vliegtuigen neerhaalden. Dit maakte de Fulmar tot het meest succesvolle jachtvliegtuig van de Fleet Air Arm in termen van totale luchtoverwinningen. Hoewel de Fulmar uiteindelijk uit actieve dienst werd gehaald, bleef het vliegtuig een waardevol onderdeel van de Britse luchtmacht tijdens een van de meest uitdagende perioden in de geschiedenis van de oorlogvoering op zee.

Bronnen en meer informatie

  • Brown, Eric. Wings of the Navy: Flying Allied Carrier Aircraft of World War Two. Annapolis, MD: Naval Institute Press, 1980.
  • Sturtivant, Ray. Fleet Air Arm Aircraft 1939 to 1945. UK: Air Britain, 1995.Hobbs, David. The British Pacific Fleet: The Royal Navy’s Most Powerful Strike Force. Seaforth Publishing, 2011.
  • Morgan, Eric B. The Fairey Fulmar: Aircraft Profile 203. Profile Publications, 1967.
  • Brown, David. Carrier Operations in World War II. Ian Allan Ltd, 1968.
  • Lembo, Daniele. Ali sul Mare: Aerei Imbarcati della Seconda Guerra Mondiale. Italy: Gruppo Modellismo, 1994.
  • Bronnen Mei1940
  • Afbeelding: Fairey Fulmar Mk I Public Domain Wiki Commens