Carro Armato M13/40: Italiaanse tank in de Tweede Wereldoorlog

Italiaanse M13/40 tanks van het Koninklijke Leger tijdens een militaire parade in Tripoli, Libië, tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Italiaanse Carro Armato M13/40 tanks van het Regio Esercito tijdens een parade in Tripoli, maart 1941.

De Carro Armato M13/40 was een Italiaanse gevechtstank die tijdens de Tweede Wereldoorlog werd ingezet. Dit voertuig was ontwikkeld om de eerdere M11/39-tank te vervangen in het Italiaanse leger. De M13/40 was de meest gebruikte tank door de Italianen gedurende de oorlog, en zijn ontwerp werd sterk beïnvloed door de Britse Vickers 6-Ton tank. De M13/40 werd gebouwd op een aangepast chassis van de M11/39 en werd een sleutelelement in de Italiaanse pantserdivisies.

Ontwerp en specificaties van de M13/40

Constructie en bepantsering

De M13/40 had een romp gemaakt van geklonken stalen platen. De dikte van het pantser varieerde afhankelijk van de positie:

  • Voorzijde: 30 mm (hetzelfde als de M11/39)
  • Voorkant van de koepel: 42 mm (in vergelijking tot 30 mm bij de M11/39)
  • Zijkanten: 25 mm (de M11/39 had slechts 15 mm)
  • Onderzijde: 6 mm (waardoor de tank zeer kwetsbaar was voor mijnen)
  • Bovenzijde: 15 mm

De bemanning bestond uit vier personen die in een vooruit geplaatste gevechtsruimte zaten: de bestuurder en de radio-operator/machinegeweerschutter bevonden zich in de romp, terwijl de commandant/kanonnier en de lader zich in de toren bevonden.

Loopwerk en mobiliteit

Het loopwerk van de M13/40 was afgeleid van het Vickers-ontwerp en bestond uit twee bogies met elk acht kleine wielen per zijde, ondersteund door bladveren. De rupsbanden waren smal, wat de mobiliteit in bergachtige gebieden bevorderde, een omgeving waarin Italiaanse planners veel toekomstige gevechten verwachtten. Echter, in de woestijn, waar de M13/40 voornamelijk werd ingezet, was de mobiliteit minder effectief.

De M13/40 werd aangedreven door een 125 pk (93 kW) dieselmotor, wat destijds innovatief was. Diesel had verschillende voordelen ten opzichte van benzinemotoren: het was goedkoper, had een groter bereik en was minder brandgevaarlijk.

Bewapening

De hoofdbewapening van de M13/40 was een 47 mm kanon, een gemodificeerde versie van het succesvolle Cannone da 47/32 M35 anti-tank kanon. Dit kanon kon ongeveer 45 mm pantser doordringen op 500 meter afstand. Dit was voldoende om de lichtere Britse tanks te penetreren, maar niet genoeg voor zwaardere infanterietanks zoals de Matilda II.

Aanvullend had de M13/40 drie tot vier machinegeweren: één coaxiaal gemonteerd naast het hoofdkanon en twee in ball mounts aan de voorkant van de romp. Soms werd een vierde machinegeweer gemonteerd op het dak van de toren voor luchtafweer. De tank was verder uitgerust met een Magneti Marelli RF1CA radio, wat destijds standaard werd in Italiaanse tanks, hoewel niet elke tank met een werkende radio werd geleverd, wat tactische nadelen opleverde.

Operationele inzet van de M13/40

Eerste gevechtsacties

De eerste M13/40 tanks werden geleverd in een productiesnelheid van 60-70 tanks per maand, nog voor het einde van 1940. Deze tanks werden snel naar Noord-Afrika gestuurd om de Britten te bestrijden. Helaas werden veel van deze eenheden haastig gevormd, wat leidde tot een gebrek aan samenhang. De bemanningen hadden weinig training ontvangen en veel tanks waren niet uitgerust met werkende radio’s, waardoor tactische coördinatie moeilijk was.

De M13/40 onderging zijn vuurdoop tijdens de Britse Operatie Compass in december 1940. Dit was een grote Britse tegenaanval tegen Italiaanse posities in Noord-Afrika. De tanks werden ondergebracht in de Babini-groep, die te laat arriveerde om deel te nemen aan eerdere offensieven, maar ingezet werd tijdens de Slag om Bardia in januari 1941, waar de Italianen een verpletterende nederlaag leden.

Tijdens deze veldslagen verloren de Italianen duizenden mannen, en veel van hun tanks werden vernietigd door Britse artillerie, vaak zonder dat ze de kans kregen om in tank-tot-tank gevechten betrokken te raken. Deze vroege verliezen konden grotendeels worden toegeschreven aan het gebrek aan training en de slechte tactische uitvoering.

Noord-Afrikaanse Veldtocht

De M13/40 speelde ook een rol in de Griekse campagne van 1940-1941, hoewel deze tanks vooral in Noord-Afrika bleven opereren. De tank werd ingezet door de 132e Pantserdivisie Ariete tijdens de Belegering van Tobroek en later in de Slag bij Bir el Gubi, waar de M13/40 verrassend genoeg succes had tegen Britse Crusader-tanks.

Naarmate de oorlog vorderde, begonnen de tekortkomingen van de M13/40 echter duidelijk te worden. In de loop van 1942 kregen de geallieerden nieuwere en zwaarder bewapende tanks, zoals de M3 Lee/Grant en de M4 Sherman. De pantserdoorborende capaciteiten van de 47 mm kanon van de M13/40 bleken ontoereikend tegen deze nieuwe geallieerde tanks. Om hun bescherming te verbeteren, begonnen Italiaanse tankbemanningen extra rupsbanden of zandzakken op hun voertuigen te plaatsen, wat echter de snelheid en wendbaarheid verder verminderde.

Tijdens de Tweede Slag om El Alamein in 1942 werd de zwakte van de M13/40’s bewapening pijnlijk duidelijk. Italiaanse en Duitse tanks moesten dekking bieden voor de terugtrekking van de As-mogendheden, maar de M13/40 bleek geen partij voor de superieure Sherman-tanks van de geallieerden.

Gebrek aan modernisering en post-oorlog gebruik

Hoewel de M13/40 steeds meer verouderd raakte, bleef het in dienst tot het einde van de oorlog. In totaal werden er meer dan 3.000 exemplaren geproduceerd, inclusief de M14/41-variant en de Semovente 75/18 gemotoriseerde kanonnen. Na de oorlog werden enkele M13/40-tanks door Egypte ingezet tijdens de Arabisch-Israëlische Oorlog van 1948.

Zwakke punten en tekortkomingen

De Carro Armato M13/40 had een aantal inherente tekortkomingen die zijn effectiviteit op het slagveld verminderden:

  1. Gebrekkige bepantsering en snelheid: De dikte van het pantser en de snelheid van de M13/40 waren onvoldoende tegen de modernere tanks die vanaf 1942 door de geallieerden werden ingezet. Het voertuig was zwaar en traag, wat het kwetsbaar maakte voor antitankwapens.
  2. Slechte productie- en ontwerpkwaliteit: Het gebruik van klinknagels in plaats van gelaste constructies maakte de tank extra gevaarlijk voor de bemanning, omdat de klinknagels bij een inslag los konden komen en projectielen werden.
  3. Beperkte bewapening: Hoewel het 47 mm kanon in de vroege oorlogsjaren voldoende was tegen licht gepantserde doelen, was het volstrekt ontoereikend tegen de steeds zwaardere Britse en Amerikaanse tanks.
  4. Beperkte communicatie: Het ontbreken van werkende radio’s in veel M13/40’s belemmerde de coördinatie van tankoperaties, wat resulteerde in tactische nadelen tegen beter uitgeruste vijanden.
  5. Opleiding en ervaring van bemanningen: Veel Italiaanse tankbemanningen hadden weinig training ontvangen, wat hun prestaties in het veld sterk verminderde.

Conclusie

De Carro Armato M13/40 was een belangrijk voertuig voor het Italiaanse leger in de Tweede Wereldoorlog, maar zijn gebreken in ontwerp en gebruik bleken fataal naarmate de oorlog vorderde. Hoewel het kanon en de dieselmotor bij het begin van de oorlog innovatief waren, konden ze niet op tegen de superieure geallieerde tanks die later in het conflict verschenen. Ondanks deze tekortkomingen heeft de M13/40 een blijvende erfenis als het meest geproduceerde Italiaanse gevechtsvoertuig van de oorlog.

Bronnen en meer informatie

  1. Jowett, Philip S. The Italian Army 1940-45 (1): Europe 1940-43. Osprey Publishing, 2000.
  2. Afbeelding:Bundesarchiv, Bild 183-B16002 / CC-BY-SA 3.0CC BY-SA 3.0 DE, via Wikimedia Commons
  3. Bishop, Chris. The Encyclopedia of Weapons of World War II. Barnes & Noble, 1998.
  4. Neillands, Robin. The Desert Rats: 7th Armoured Division 1940-45. Weidenfeld & Nicolson, 1997.
  5. Cappellano, Filippo en Pier Paolo Battistelli. Italian Medium Tanks: 1939–45. Osprey Publishing, 2012.
  6. Bronnen Mei1940