De HMS Fiji was het eerste schip in een klasse van elf lichte kruisers, gebouwd voor de Britse Royal Navy vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Deze schepen waren ontworpen om snelheid, bewapening en veelzijdigheid te combineren. De HMS Fiji speelde een belangrijke rol in verschillende maritieme operaties tijdens de oorlog, maar werd uiteindelijk tot zinken gebracht tijdens de Slag om Kreta in mei 1941.
Inhouds opgave
Ontwerp en Specificaties
De Fiji-klasse lichtkruisers hadden een standaard waterverplaatsing van 8.530 lange tonnen (8.670 ton) en een maximale waterverplaatsing van 10.724 lange tonnen (10.896 ton). De schepen waren 555 voet en 6 inch (169,3 meter) lang, met een breedte van 62 voet (18,9 meter) en een diepgang van 19 voet en 10 inch (6 meter). De schepen werden aangedreven door vier Parsons-stoomturbines, die samen 80.000 pk (60.000 kW) genereerden en een maximale snelheid van 32,25 knopen (59,73 km/u) mogelijk maakten.
Bewapening
De primaire bewapening bestond uit twaalf 6-inch (152 mm) BL Mk XXIII-kanonnen, geplaatst in vier drievoudige geschutskoepels, met twee koepels aan de voorzijde en twee aan de achterzijde. Voor secundaire en luchtafweertaken waren er acht 4-inch (102 mm) Mk XVI-kanonnen in vier tweelingtorens. Aanvullend had de HMS Fiji twee viervoudige 2-ponders (40 mm) luchtafweerkanonnen en twee viervoudige Vickers 0,5-inch (12,7 mm) machinegeweren. Voor torpedoaanvallen beschikte het schip over twee drievoudige torpedobuizen van 21 inch (533 mm).
Bescherming en Radar
Hoewel de Fiji-klasse geen volledige gepantserde waterlijn had, werden de machinekamers en munitieopslagruimtes beschermd door pantserplaten van 3,25 tot 3,5 inch (83–89 mm). De dekbescherming varieerde tussen 2 en 3,5 inch (51–89 mm). De geschutskoepels waren voorzien van splinterbescherming van 1 tot 2 inch (25–51 mm). Tijdens reparaties aan HMS Fiji werd de radaruitrusting verbeterd met de installatie van een Type 284 vuurleidingsradar. Deze radar was ontworpen om de nauwkeurigheid van de artillerie te vergroten door doelen preciezer te lokaliseren en te volgen, vooral tijdens luchtaanvallen en operaties bij beperkte zichtbaarheid.
Hoewel HMS Fiji zelf nooit werd uitgerust met de latere Type 274 radar, die in de late jaren 1940 werd geïntroduceerd, waren andere schepen van haar klasse met deze technologie uitgerust. De Type 274 radar bood geavanceerde “lock and follow”-mogelijkheden, wat resulteerde in een hogere trefzekerheid bij de eerste salvo’s. Deze innovaties speelden een sleutelrol in de technologische vooruitgang van de Royal Navy en verbeterden de overlevingskansen van schepen in gevechtssituaties aanzienlijk.
Constructie en Vroege Dienst
De HMS Fiji werd gebouwd door John Brown & Company in Clydebank, Schotland, en te water gelaten op 31 mei 1939. Het schip werd op 5 mei 1940 voltooid en in dienst genomen als vlaggenschip van haar klasse. Aanvankelijk werd ze toegewezen aan de Home Fleet en nam ze deel aan patrouilles en escortetaken in het Noord-Atlantische gebied.
In augustus 1940 werd HMS Fiji ingezet voor Operatie Menace, een poging om de Franse kolonie in West-Afrika te overtuigen zich aan te sluiten bij de Vrije Fransen. Onderweg werd het schip echter getorpedeerd door de Duitse onderzeeër U-32. Deze aanval veroorzaakte ernstige schade, waardoor ze zes maanden in reparatie was. Tijdens deze periode werd HMS Fiji voorzien van verbeterde radar en luchtafweerbewapening.
Operationele Geschiedenis in de Middellandse Zee
Na haar herstel in maart 1941 werd HMS Fiji opnieuw in actieve dienst genomen. Ze werd aanvankelijk toegewezen aan Force H, gestationeerd in Gibraltar, en nam deel aan operaties ter ondersteuning van konvooien naar Malta. In mei 1941 werd ze overgeplaatst naar de Middellandse Zeevloot, waar ze betrokken raakte bij de Slag om Kreta. Tijdens deze campagne voerde HMS Fiji luchtafweerpatrouilles uit en ondersteunde ze andere Britse oorlogsschepen bij hun operaties.
De Slag om Kreta en Het Verlies van HMS Fiji
Tijdens de Slag om Kreta in mei 1941 speelde HMS Fiji een ondersteunende rol in de Britse inspanningen om de Duitse invasie van het eiland te voorkomen. De geallieerden verwachtten dat de Duitsers paratroepen zouden inzetten, en de Middellandse Zeevloot kreeg de opdracht om vijandelijke transporten te onderscheppen en luchtafweerondersteuning te bieden.
Onderdeel van Force B
HMS Fiji werd samen met HMS Gloucester toegewezen aan Force B, een onderdeel van de Britse vloot. Op 22 mei 1941 werd het schip meerdere keren aangevallen door Duitse vliegtuigen terwijl het ondersteuning bood aan andere schepen. De vijandelijke luchtaanvallen waren intens en uitputtend, waardoor de luchtafweermunitie van HMS Fiji snel opraakte.
Het verlies van HMS Fiji
Na uren van voortdurende aanvallen werd HMS Fiji geraakt door een bom, afgeworpen door een Messerschmitt Bf 109. Dit veroorzaakte zware schade aan de machinekamers, wat resulteerde in een ernstige slagzij. Ondanks pogingen om het schip drijvende te houden, maakte HMS Fiji uiteindelijk water en kapseisde ze rond 19:30 op 22 mei 1941. Het grootste deel van de bemanning werd gered door Britse torpedobootjagers, maar er vielen ook slachtoffers.
De vernietiging van HMS Fiji, samen met HMS Gloucester, leidde tot een herziening van de Britse strategie in de Middellandse Zee. Een van de lessen die hieruit werd getrokken, was dat schepen nooit zonder een minimale voorraad luchtafweermunitie mochten opereren.
Conclusie
HMS Fiji was een voorbeeld van de ontwerpfilosofie achter lichte kruisers tijdens de Tweede Wereldoorlog, waarbij de nadruk lag op snelheid, vuurkracht en veelzijdigheid. Ondanks haar korte diensttijd nam het schip deel aan meerdere operaties in zowel de Atlantische Oceaan als de Middellandse Zee. Het verlies van HMS Fiji tijdens de Slag om Kreta benadrukte de operationele uitdagingen waarmee de Royal Navy werd geconfronteerd bij het afweren van luchtaanvallen. Deze ervaringen droegen bij aan aanpassingen in scheepsontwerpen en tactieken in latere fases van de oorlog.
Bronnen en meer informatie
- Afbeelding: Royal Navy official photographer, Public domain, via Wikimedia Commons
- Bennett, Geoffrey (2005). Naval Battles of the First World War. Barnsley: Pen & Sword Military Classics. ISBN 978-1-84415-300-8.
- Campbell, N.J.M. (1980). “Great Britain”. In Chesneau, Roger (ed.), Conway’s All the World’s Fighting Ships 1922–1946. New York: Mayflower Books. ISBN 0-8317-0303-2.
- Colledge, J.J.; Wardlow, Ben; Bush, Steve (2020). Ships of the Royal Navy: The Complete Record of All Fighting Ships of the Royal Navy from the 15th Century to the Present (5th ed.). Barnsley: Seaforth Publishing. ISBN 978-1-5267-9327-0.
- Friedman, Norman (2010). British Cruisers: Two World Wars and After. Barnsley: Seaforth Publishing. ISBN 978-1-59114-078-8.
- Greene, Jack; Massignani, Alessandro (2011) [2002]. The Naval War in the Mediterranean 1940–1943. Barnsley: Frontline Books. ISBN 978-1-59114-561-5.
- Raven, Alan; Roberts, John (1980). British Cruisers of World War Two. Annapolis, Maryland: Naval Institute Press. ISBN 0-87021-922-7.
- Rohwer, Jürgen (2005). Chronology of the War at Sea 1939–1945: The Naval History of World War Two (Third Revised ed.). Annapolis, Maryland: Naval Institute Press. ISBN 1-59114-119-2.
- Shores, Christopher; Cull, Brian; Malizia, Nicola (1987). Air War For Yugoslavia, Greece, and Crete 1940–41. London: Grub Street. ISBN 0-948817-07-0.
- Bronnen Mei1940