De USS South Dakota (BB-57), het eerste schip van de South Dakota-klasse slagschepen, werd in de jaren 1930 ontworpen en gebouwd als reactie op de verslechtering van het Washington-verdragssysteem. Dit verdrag beperkte slagschepen tot een waterverplaatsing van 35.000 long tons en een hoofdwapenbatterij van 14-inch kanonnen. Na het vertrek van Japan uit dit systeem in 1936 maakte de Amerikaanse marine gebruik van een clausule die het mogelijk maakte om de waterverplaatsing en de bewapening te vergroten. Hierdoor kon de South Dakota worden uitgerust met negen 16-inch (406 mm) kanonnen, geplaatst in drie drievoudige torens.
Het ontwerpteam combineerde zware bepantsering met compacte afmetingen, wat leidde tot een relatief krappe inrichting. Tijdens de oorlog werd deze situatie verder verergerd door de toevoeging van extra luchtafweer en een grotere bemanning.
Inhouds opgave
Technische Specificaties
Het schip had een lengte van 210 meter, een breedte van bijna 33 meter en een diepgang van 10,7 meter. De aandrijving bestond uit vier General Electric-stoomturbines en acht Babcock & Wilcox-ketels, die samen 130.000 pk genereerden. Dit leverde een topsnelheid van 27,5 knopen op. De USS South Dakota kon 15.000 zeemijlen afleggen bij een snelheid van 15 knopen, wat haar geschikt maakte voor wereldwijde operaties.
De hoofdbewapening werd ondersteund door een secundaire batterij van zestien 5-inch (127 mm) dubbeldoelkanonnen, geschikt voor zowel oppervlakte- als luchtdoelen. Voor luchtafweer beschikte het schip over 40 mm Bofors-kanonnen en 20 mm Oerlikon-kanonnen, die gedurende de oorlog in aantal toenamen. De bepantsering varieerde van 12 inch aan de zijden tot 18 inch op de torenfronten, wat haar bestand maakte tegen zware artillerie.
Radartechnologie op de USS South Dakota
De USS South Dakota was uitgerust met verschillende radarsystemen, die tijdens de Tweede Wereldoorlog een belangrijke rol speelden in zowel luchtverdediging als oppervlaktegevechten. Bij haar indienststelling in 1942 beschikte het schip over een SC-luchtsurveillanceradar, die later werd vervangen door een SK-model. Daarnaast was een SG-oppervlaktesurveillanceradar geïnstalleerd op de voorste superstructuur, terwijl een tweede SG-radar werd toegevoegd op de hoofdmast na operationele ervaringen in de Guadalcanal-campagne.
Voor vuurleiding was het schip voorzien van een Mark 3-radarsysteem voor haar hoofdbatterij, dat later werd vervangen door het meer geavanceerde Mark 8-systeem. De secundaire batterijen werden aangestuurd door Mark 4-vuurleidingsradars, die gedurende de oorlog plaatsmaakten voor Mark 12/22-modellen. Andere toevoegingen waren een TDY-jammer en Mark 27-microgolfradars, die bijdroegen aan verbeteringen in de luchtverdediging en algemene operationele capaciteiten van het schip.
Deze systemen waren van belang tijdens nachtelijke operaties, zoals de Tweede Zeeslag bij Guadalcanal, waarbij radar hielp bij het vroegtijdig detecteren van vijandelijke vliegtuigen en schepen. De toepassing van deze technologieën ondersteunde de algemene tactische effectiviteit van de USS South Dakota binnen de Amerikaanse marine.
Dienst tijdens de Tweede Wereldoorlog
Eerste Operaties in de Stille Oceaan
De USS South Dakota werd in maart 1942 in dienst genomen en direct ingezet in de Stille Oceaan, waar de Amerikaanse strijdkrachten verwikkeld waren in de strijd om Guadalcanal. Tijdens haar eerste missie liep het schip schade op door een aanvaring met een onbekend rif, wat reparaties in Pearl Harbor noodzakelijk maakte. Na deze reparaties keerde ze terug naar het front en nam deel aan de Slag bij de Santa Cruz-eilanden in oktober 1942. Hier fungeerde het schip als luchtafweerplatform ter ondersteuning van de Amerikaanse vliegdekschepen.
In november 1942 speelde de USS South Dakota een belangrijke rol in de Tweede Zeeslag bij Guadalcanal, waarin ze betrokken was bij een van de weinige directe slagschipduels van de Tweede Wereldoorlog. Tijdens de slag raakte ze verwikkeld in een intens gevecht met het Japanse slagschip Kirishima. Hoewel de South Dakota technische problemen ondervond, waaronder een uitval van haar elektrische systemen die haar kwetsbaar maakte voor vijandelijke beschietingen, wist ze tientallen treffers te weerstaan zonder dat haar drijfvermogen in gevaar kwam.
De Kirishima, uitgerust met verouderde technologie en doctrines, kon niet op tegen de modernere systemen van de Amerikaanse slagschepen. Ze bracht wel schade toe aan de bovenbouw van de South Dakota, maar was uiteindelijk niet opgewassen tegen het nauwkeurige, radar-geleide vuur van de USS Washington, die haar bescherming overnam. Kirishima liep fatale schade op en zonk in Ironbottom Sound, terwijl de bemanning van de South Dakota ernstige overstromingen wist te voorkomen en het schip terugkeerde naar de Verenigde Staten voor uitgebreide reparaties.
Operaties in de Atlantische Oceaan
In 1943 werd de USS South Dakota kort ingezet in de Atlantische Oceaan om de Britse Home Fleet te versterken. Ze escorteerde geallieerde konvooien naar de Sovjet-Unie, een taak die belangrijk was vanwege de dreiging van Duitse slagschepen zoals de Tirpitz. Tijdens deze periode voerde het schip ook demonstraties uit om Duitse aandacht af te leiden van de invasie van Sicilië.
Terugkeer naar de Stille Oceaan
In de tweede helft van 1943 keerde de USS South Dakota terug naar de Stille Oceaan. Hier opereerde ze voornamelijk als escorte voor vliegdekschepen tijdens campagnes op de Gilbert- en Marshalleilanden en later in de Marianen. Haar zware luchtafweersystemen bleken effectief in het afweren van Japanse luchtaanvallen.
In juni 1944 nam het schip deel aan de Slag in de Filipijnenzee, ook wel bekend als de “Great Marianas Turkey Shoot”, vanwege de grote verliezen aan Japanse vliegtuigen. Tijdens deze slag werd de USS South Dakota getroffen door een bom, wat aanzienlijke schade aanrichtte aan haar dek en luchtafweersystemen. Desondanks bleef ze operationeel en speelde ze een cruciale rol in de verdediging van de Amerikaanse vliegdekschepen.
Eindfase van de Oorlog
In 1945 ondersteunde de USS South Dakota de geallieerde invasies van Iwo Jima en Okinawa. Tijdens deze campagnes bood ze zowel luchtafweer als kustbombardementen ter ondersteuning van de grondtroepen. Haar laatste actieve gevechtsoperatie was het bombarderen van Japanse kustdoelen in de zomer van 1945. Na de Japanse overgave in augustus 1945 nam het schip deel aan de bezetting van Japan en fungeerde als vlaggenschip van admiraal William Halsey.
Na de Tweede Wereldoorlog
Reserve
Na de oorlog keerde de USS South Dakota terug naar de Verenigde Staten. In januari 1946 werd het schip naar de Philadelphia Naval Shipyard gebracht, waar het werd voorbereid voor inactivatie. Op 31 januari 1947 werd ze officieel uit dienst genomen en opgenomen in de Atlantic Reserve Fleet. Gedurende haar tijd in reserve werden er plannen overwogen om het schip te moderniseren, waaronder een conversie tot een geleide-wapen-slagschip. Deze plannen werden echter nooit uitgevoerd vanwege de hoge kosten.
Sloop
In 1962 werd de USS South Dakota geschrapt uit het Naval Vessel Register en verkocht voor schroot. Desondanks werden enkele onderdelen van het schip bewaard en opgenomen in een gedenkteken in Sioux Falls, South Dakota. Dit monument omvat een betonnen omtrek van het schip op ware grootte, samen met bewaarde artefacten zoals een anker, een 16-inch kanon, en andere tentoonstellingsstukken. Het gedenkteken is een blijvende herinnering aan de bijdrage van het schip en haar bemanning tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Conclusie
De USS South Dakota (BB-57) was een van de slagschepen van de Amerikaanse marine die ingezet werd tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het schip was betrokken bij belangrijke campagnes in zowel de Stille als de Atlantische Oceaan, waaronder de Guadalcanal-campagne, de Slag bij de Santa Cruz-eilanden en operaties rond Iwo Jima en Okinawa. Na de oorlog werd het schip ontmanteld, maar delen ervan zijn bewaard gebleven in gedenktekens zoals dat in Sioux Falls, South Dakota, en in musea. Deze herinneringen bieden inzicht in de rol die het schip vervulde tijdens de oorlogsjaren.
Bronnen en meer informatie
- Afbeelding: Naval History & Heritage Command , Public domain, via Wikimedia Commons
- Friedman, Norman (1985). U.S. Battleships: An Illustrated Design History. Annapolis: Naval Institute Press. ISBN 978-0-87021-715-9.
- Hornfischer, James D. (2011). Neptune’s Inferno: The U.S. Navy at Guadalcanal. New York: Bantam Books. ISBN 978-0-553-80670-0.
- Rohwer, Jürgen (2005). Chronology of the War at Sea, 1939–1945: The Naval History of World War Two. Annapolis: Naval Institute Press. ISBN 978-1-59114-119-8.
- Wilmott, H. P. (2015). The Battle of Leyte Gulf: The Last Fleet Action. Bloomington: Indiana University Press. ISBN 978-0-253-01901-1.
- Terzibaschitsch, Stefan (1977). Battleships of the U.S. Navy in World War II. Munich: J.F. Lehmanns Verlag. ISBN 978-0-517-23451-8.
- Rajtar, Steve & Franks, Frances Elizabeth (2010). War Monuments, Museums and Library Collections of 20th Century Conflicts: A Directory of United States Sites. Jefferson: McFarland. ISBN 978-1-4766-1237-9.
- Frank, Richard B. (1990). Guadalcanal: The Definitive Account of the Landmark Battle. Marmondsworth: Penguin Books. ISBN 978-0-14-016561-6.
- Bronnen Mei1940