Slag om Dakar: Operatie Menace september 1940

Brits slagschip vuurt salvo af tijdens Operatie Menace, geallieerde bombardementen op de haven van Dakar in september 1940.
Een Brits slagschip bombardeert de haven van Dakar tijdens Operatie Menace (1940), een poging om controle van Vichy-Frankrijk over te nemen.

De Slag om Dakar, ook wel bekend als Operatie Menace, vond plaats in september 1940. Deze mislukte poging van de geallieerden had als doel de strategische haven van Dakar, in Frans-West-Afrika (tegenwoordig Senegal), te veroveren. Hiermee hoopten zij het pro-Duitse Vichy-regime te vervangen door een pro-geallieerd bestuur onder leiding van generaal Charles de Gaulle.

Achtergrond van de operatie

Het strategische belang van Dakar

Dakar had een belangrijke positie als haven in Frans-West-Afrika. De stad bood niet alleen een betere infrastructuur in vergelijking met andere havens in de regio, zoals Freetown in Brits-Sierra Leone, maar huisvestte ook goudreserves van de Banque de France en de Poolse regering in ballingschap. Bovendien kon het winnen van Dakar aanzienlijke politieke voordelen opleveren. Een overstap van Vichy naar de Vrije Fransen zou het moreel onder de geallieerden verhogen en een strategisch voordeel bieden aan de geallieerde oorlogsinspanningen in Afrika.

De situatie na de val van Frankrijk

Na de nederlaag van Frankrijk en de ondertekening van de wapenstilstand met nazi-Duitsland in juni 1940, heerste er verwarring over de loyaliteit van de Franse koloniën. Sommige koloniën, zoals Kameroen en Frans-Equatoriaal-Afrika, kozen de zijde van de Vrije Fransen. Andere, waaronder Frans-West-Afrika, bleven trouw aan het Vichy-regime. Deze verdeeldheid leidde tot spanningen binnen het voormalige Franse rijk en beïnvloedde de geallieerde strategieën.

Het lot van de Franse vloot

Een belangrijk punt van zorg voor de Britten was de Franse marine. Het risico dat Duitse troepen deze schepen zouden gebruiken, bracht de Britse marine ertoe om op 3 juli 1940 de Franse vloot aan te vallen in Mers-el-Kébir. Hoewel deze aanval een potentiële dreiging elimineerde, leidde dit tot verzet binnen andere Franse eenheden, wat het overhalen van Vichy-troepen naar de Vrije Fransen bemoeilijkte.

De plannen van de geallieerden

De geallieerden stelden een omvangrijke vloot samen voor de operatie in Dakar. De Britse vloot, onder leiding van admiraal John Cunningham, omvatte:

  • Vliegdekschip: HMS Ark Royal
  • Slagschepen: HMS Resolution en HMS Barham
  • Kruisers: vijf stuks
  • Torpedobootjagers: tien eenheden
  • Transportschepen: met 8.000 troepen, waaronder de 101e Brigade van de Royal Marines en de 13e Demi-Brigade van het Franse Vreemdelingenlegioen.

Hun opdracht was om vreedzaam onderhandelingen te voeren met de Franse gouverneur van Dakar. Als dit zou mislukken, moesten ze de stad met geweld innemen.

De Vichy-verdediging

Dakar werd verdedigd door een aanzienlijke Vichy-strijdmacht, waaronder:

  • Het slagschip Richelieu, een van de meest geavanceerde Franse oorlogsschepen. Hoewel beschadigd door een Britse aanval, functioneerde het als een drijvende batterij.
  • Twee kruisers: Georges Leygues en Montcalm.
  • Torpedobootjagers, onderzeeërs, en kustbatterijen met zware 240 mm-kanonnen.

Het Verloop van de Slag

De geallieerde aanval begon op 23 september 1940. De Royal Navy en Vrije Franse troepen wilden eerst proberen Dakar vreedzaam in handen te krijgen. Vliegtuigen van het vliegdekschip HMS Ark Royal verspreidden propagandafolders boven de stad, waarin Franse troepen werden opgeroepen zich aan te sluiten bij de Vrije Fransen onder leiding van Charles de Gaulle.

Een Fairey Swordfish-vliegtuig met drie Vrije Franse officieren landde op de luchthaven van Dakar om vredesonderhandelingen te voeren. Deze missie mislukte toen de officieren direct werden gearresteerd door de Vichy-autoriteiten. Een lijst met Vrije Franse sympathisanten werd in beslag genomen en deze personen werden eveneens opgepakt.

Kort daarna probeerden onderhandelaars via een bootje de haven binnen te varen, maar deze werd onder vuur genomen door Vichy-troepen. De situatie escaleerde, en de geallieerden besloten de aanval te openen.

De Eerste Dag: 23 September

De Britse kruiser HMAS Australia vuurde waarschuwingsschoten af op Vichy-schepen die probeerden de haven te verlaten. Als reactie openden kustbatterijen het vuur op de geallieerde vloot. Deze batterijen waren uitgerust met zware kanonnen afkomstig van het Franse slagschip Vergniaud, een semi-dreadnought die in de jaren 1920 was gesloopt.

Tegelijkertijd ondernamen de geallieerden een poging om Vrije Franse troepen aan land te zetten bij het strand van Rufisque, ten zuidoosten van Dakar. Deze operatie werd echter opgemerkt door verkenningsvliegtuigen van Vichy, en hevige verdediging dwong de geallieerden zich terug te trekken.

De middag werd gekenmerkt door een aanval op de Vichy torpedobootjager L’Audacieux door de kruiser Australia. Het schip werd zwaar beschadigd, in brand gezet en uiteindelijk aan de grond gezet om verdere schade te voorkomen.

De Tweede Dag: 24 September

De geallieerden gingen op de tweede dag over tot intensieve bombardementen op de stad en de haven. Vliegtuigen van de HMS Ark Royal voerden verschillende aanvallen uit:

  • Blackburn Skuas bombardeerden het slagschip Richelieu, maar veroorzaakten weinig schade.
  • Fairey Swordfish probeerden de kustbatterijen uit te schakelen, maar stuitten op zware luchtafweer en onderschepping door Vichy-jachtvliegtuigen van het type Curtiss Hawk 75.

Tijdens een van deze aanvallen werden drie Britse vliegtuigen neergeschoten en kwamen meerdere bemanningsleden om het leven. Het slagschip HMS Barham vuurde op de Richelieu en scoorde twee treffers, die schade aanrichtten aan de bovenbouw van het Franse slagschip.

De Derde Dag: 25 September

De gevechten werden op de derde dag voortgezet. De Vichy-submarines Persée en Ajax werden door de geallieerde vloot tot zinken gebracht. De onderzeeër Bévéziers lanceerde echter een succesvolle torpedoaanval op het slagschip HMS Resolution, dat zwaar beschadigd raakte en naar Kaapstad moest worden gesleept voor reparaties.

Daarnaast werd HMS Barham geraakt door projectielen van de Vichy-batterijen, die aanzienlijke structurele schade veroorzaakten. Ondanks deze verliezen gingen de geallieerden door met hun aanvallen op Dakar, maar het luchtoverwicht van de Vichy-troepen maakte verdere vooruitgang moeilijk.

Luchtoverheersing en Luchtaanvallen

Gedurende de drie dagen van gevechten hadden de Vichy-troepen het luchtoverwicht. Hun Curtiss Hawk 75-jachtvliegtuigen voerden herhaaldelijk aanvallen uit op Britse vliegtuigen en maakten daarbij gebruik van hun lokale positie en ondersteuning door sterke luchtafweer. Hoewel de Curtiss Hawks verouderd waren in vergelijking met modernere geallieerde jagers, bleek dit in de slag om Dakar geen nadeel.

De Britse luchtmacht, bestaande uit Fairey Swordfish en Blackburn Skuas, had beperkte mogelijkheden. Beide vliegtuigen waren relatief traag en ontworpen voor maritieme operaties, niet voor luchtgevechten. Hierdoor waren ze kwetsbaar voor zowel de Curtiss Hawks als het zware luchtafweergeschut, dat werd versterkt door de batterijen van het slagschip Richelieu.

Deze combinatie van Vichy-luchtmacht en luchtafweer maakte effectieve Britse aanvallen vrijwel onmogelijk. Het gebrek aan luchtoverwicht beperkte de operationele impact van de geallieerde luchtmacht en was een belangrijke factor in het mislukken van Operatie Menace.

De Geallieerde Terugtrekking

Na drie dagen van intensieve gevechten erkenden de geallieerden dat de slag om Dakar niet gewonnen kon worden zonder onacceptabele verliezen. De Vichy-troepen hadden hun verdediging goed georganiseerd, en de geallieerde aanvallen konden geen beslissende doorbraak forceren. Op 25 september 1940 trok de geallieerde vloot zich terug naar Freetown, Brits-Sierra Leone, en liet Dakar en Frans-West-Afrika in handen van het Vichy-regime.

De schade aan de geallieerde vloot was aanzienlijk. HMS Resolution was zwaar beschadigd door een torpedoaanval en moest naar Kaapstad worden gesleept voor uitgebreide reparaties. HMS Barham had ook zware schade opgelopen door Vichy-granaten. Daarnaast waren meerdere Britse vliegtuigen neergeschoten, en er waren verliezen onder de lucht- en zeemanschappen.

Aan de Vichy-zijde waren de verliezen eveneens aanzienlijk. Twee onderzeeërs, Persée en Ajax, waren tot zinken gebracht, en de torpedobootjager L’Audacieux was uitgeschakeld. Het slagschip Richelieu had aanzienlijke schade opgelopen, hoewel het functioneel bleef als kustbatterij.

Politieke en Strategische Gevolgen

De mislukking van Operatie Menace had grote politieke gevolgen, zowel voor de Vrije Fransen onder leiding van Charles de Gaulle als voor de bredere geallieerde oorlogsinspanningen:

  1. De Gaulles Reputatie
    De Gaulle had gehoopt dat de Vichy-troepen in Dakar zich bij zijn Vrije Franse beweging zouden aansluiten. Dit gebeurde echter niet, en de mislukking bracht zijn positie bij de geallieerden in gevaar. Het vertrouwen in zijn vermogen om Fransen over te halen de kant van de geallieerden te kiezen, kreeg een stevige deuk.
  2. Vichy’s Status
    De succesvolle verdediging van Dakar versterkte de internationale positie van het Vichy-regime. Het toonde aan dat Vichy bereid was zijn overzeese bezittingen met militaire kracht te verdedigen, zelfs tegen de geallieerden.
  3. Geallieerde Strategische Beperkingen
    De mislukking bij Dakar betekende dat Frans-West-Afrika voorlopig buiten geallieerde invloed bleef. Dit had gevolgen voor de logistieke ondersteuning in Afrika en beperkte de geallieerde mogelijkheden om verdere offensieven in West-Afrika te plannen.

Bombardementen op Gibraltar

Als vergelding voor de aanval op Dakar lanceerde de Vichy-luchtmacht, gestationeerd in Noord-Afrika, een reeks bombardementen op de Britse marinebasis in Gibraltar op 24 en 25 september 1940. Deze aanvallen, uitgevoerd door ongeveer 150 vliegtuigen, richtten beperkte schade aan. Hoewel veel bommen hun doel misten, veroorzaakten ze enkele civiele slachtoffers en de vernietiging van het gewapende Britse vissersvaartuig HMT Stella Sirius.

Conclusie

De Slag om Dakar was een van de vroegste grote confrontaties tussen de geallieerden en het Vichy-regime. Hoewel het een strategische nederlaag voor de geallieerden betekende, bracht het belangrijke lessen met zich mee over de complexiteit van oorlogvoering tegen een voormalige bondgenoot. De politieke en militaire nasleep beïnvloedde de geallieerde strategie in Afrika en de rol van de Vrije Fransen in de oorlog.

Bronnen en meer informatie

  1. Afbeelding: Frederick MilthorpCC BY-SA 3.0, via Wikimedia Commons
  2. Couhat, Jean Labayle (1974). French Warships of World War I. Ian Allan. ISBN 9780711004450.
  3. Jordan, John; Dumas, Robert (2009). French Battleships 1922–1956. Barnsley: Seaforth Publishing. ISBN 978-1-84832-034-5.
  4. Rohwer, Jürgen (2005). Chronology of the War at Sea 19391945 – The Naval History of World War Two. London: Chatham Publishing. ISBN 978-1-59114-119-8.
  5. Smith, Colin (2010). England’s Last War Against France: Fighting Vichy 1940-1942. London: Phoenix. ISBN 978-0-7538-2705-5.
  6. Sutherland, Jon; Canwell, Diane (2011). Vichy Air Force at War: The French Airforce that Fought the Allies in World War II. Barnsley: Pen & Sword Aviation. ISBN 978-1-84884-336-3.
  7. Williams, John (1976). The Guns of Dakar: September 1940. London: William Heinemann Ltd. ISBN 978-0-434-86630-4.
  8. Bronnen Mei1940