De Riga-offensief, ook wel bekend als de Slag bij Jugla of de Slag om Riga (Duits: Schlacht um Riga), vond plaats begin september 1917 tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het was de laatste grote campagne aan het oostfront voordat het Russische leger begon te desintegreren onder de druk van interne politieke onrust. Deze slag werd gevoerd tussen de Duitse Achtste Leger onder leiding van generaal Oskar von Hutier en het Russische Twaalfde Leger onder generaal Dmitri Parsky. De uitkomst van deze strijd had directe gevolgen voor de geopolitieke situatie in Oost-Europa en was een van de beslissende momenten in de laatste fase van de oorlog aan het oostfront.
Inhouds opgave
Achtergrond van de Slag
De gebeurtenissen die leidden tot de Slag om Riga begonnen in de zomer van 1915, tijdens de Grote Terugtocht van het Russische leger. Na een reeks nederlagen werd een nieuwe frontlinie getrokken, die zich uitstrekte van Riga tot aan Dvinsk en verder naar het zuiden. De Duitse troepen bevonden zich aan de poorten van Riga, een van de belangrijkste industriële steden van het Russische Rijk.
In maart 1917 zorgden revolutionaire bewegingen in Petrograd voor de abdicatie van tsaar Nicolaas II en de vestiging van een voorlopige regering. Deze gebeurtenissen, bekend als de Februari-revolutie, brachten chaos in het Russische leger. Soldaten weigerden bevelen op te volgen en vormden soldatencomités die hun loyaliteit verdeelden tussen de Voorlopige Regering en de Petrogradse Sovjet.
Voorbereidingen voor het offensief
Ondanks de revolutionaire onrust besloot de Russische opperbevelhebber, generaal Lavr Kornilov, in april 1917 om een nieuw leger op te richten bij Petrograd om een mogelijke Duitse aanval op Riga af te slaan. Terwijl Kornilov voorbereidingen trof, werd hij echter verplaatst naar een ander deel van het front. Dit vertraagde de Russische verdediging, waardoor de Duitsers de tijd kregen om hun offensief te plannen.
In augustus 1917 gaf de Duitse kwartiermeester-generaal Erich Ludendorff het bevel om een offensief richting Riga te lanceren, met als doel de Russen onder druk te zetten en hen te dwingen een vredesakkoord te sluiten. Het Duitse Achtste Leger, onder leiding van generaal Oskar von Hutier, kreeg versterkingen en bereidde zich voor op een aanval langs de oevers van de Dvina-rivier, waarbij gebruik werd gemaakt van nieuwe tactieken die later bekend zouden worden als stormtroeperstactieken.
De Slag om Riga
Op 1 september 1917 begon de Duitse aanval met een zware artilleriebeschieting, geleid door kolonel Georg Bruchmüller, die bekend stond om zijn innovatieve gebruik van artillerie en chemische wapens. De Duitse infanterie, waaronder speciale eenheden die getraind waren in infiltratietactieken, stak de Dvina-rivier over ten zuiden van Riga en begon hun opmars richting de stad. Ondanks de felle weerstand van Russische troepen, waaronder de Letse Schutters, konden de Duitsers de Jugla-rivier oversteken en oprukken naar Riga.
De Russische verdediging was gedecimeerd door een combinatie van gasaanvallen, luchtaanvallen en een gebrek aan discipline onder de soldaten. Desondanks slaagde het Russische Twaalfde Leger erin zich terug te trekken zonder volledig omsingeld te worden. De Duitse troepen wisten op 3 september Riga zonder al te veel tegenstand in te nemen.
Duitse stormtroeperstactieken
Een van de belangrijkste aspecten van de Slag om Riga was het Duitse gebruik van stormtroeperstactieken. Deze tactieken werden voor het eerst op grote schaal toegepast tijdens het Riga-offensief en omvatten infiltratiestrategieën waarbij kleine groepen soldaten snel door de vijandelijke linies drongen om strategische doelen te bereiken. In plaats van massale aanvallen op een breed front, maakten de Duitsers gebruik van flexibele eenheden die zich snel konden verplaatsen en vijandelijke posities konden omsingelen.
Deze tactieken, ontwikkeld door generaal Oskar von Hutier, zouden later tijdens het Lenteoffensief van 1918 opnieuw worden gebruikt aan het westfront, waar ze aanzienlijke successen boekten tegen de geallieerde legers. De slag bij Riga wordt daarom gezien als een cruciaal experiment in de ontwikkeling van de moderne oorlogsvoering.
Gevolgen van de Slag
De val van Riga had aanzienlijke gevolgen voor de Russische oorlogsinspanning en de politieke situatie in Rusland. Hoewel het Twaalfde Leger erin slaagde zich terug te trekken, was het verlies van Riga een strategische nederlaag voor Rusland. De Duitse troepen kwamen dichter bij Petrograd, wat de angst aanwakkerde voor een Duitse aanval op de revolutionaire hoofdstad.
De verovering van Riga verzwakte de Russische positie langs de Baltische Zee en leidde tot een amfibische operatie van het Duitse leger, bekend als Operatie Albion, waarbij de Duitsers een aantal eilanden in de Baltische Zee innamen. Deze operatie, die enkele weken na de slag begon, was een van de eerste grootschalige amfibische landingen in de militaire geschiedenis waarbij luchtaanvallen, zeemacht en grondtroepen werden gecombineerd.
Daarnaast verslechterde de moraal van het Russische leger aanzienlijk na de nederlaag bij Riga. De discipline onder de troepen was al zwak, maar de slag benadrukte de groeiende onwil onder Russische soldaten om te vechten, een situatie die verder verslechterde na de mislukte Kornilov-coup in september 1917.
De Kornilov-coup en de Oktoberrevolutie
Generaal Lavr Kornilov, die kort na de Slag om Riga een couppoging ondernam tegen de Voorlopige Regering, speelde een belangrijke rol in de gebeurtenissen die leidden tot de Russische Revolutie. Na de nederlaag bij Riga stuurde Kornilov troepen naar Petrograd om de macht over te nemen van de Voorlopige Regering en het Petrogradse Sovjet. Zijn coup mislukte echter, voornamelijk omdat de soldaten weigerden de bevelen op te volgen.
De mislukking van de Kornilov-coup gaf de bolsjewieken de gelegenheid om hun invloed in de Petrogradse en Moskouse sovjets te versterken. Dit leidde uiteindelijk tot de Oktoberrevolutie, waarbij de bolsjewieken onder leiding van Vladimir Lenin de macht grepen en een einde maakten aan de Voorlopige Regering. De gebeurtenissen na de Slag om Riga, waaronder de Kornilov-affaire, markeerden een belangrijk keerpunt in de geschiedenis van Rusland en droegen direct bij aan de ondergang van het Russische Rijk.
Conclusie
De Slag om Riga in 1917 was een beslissend moment aan het oostfront van de Eerste Wereldoorlog en had verstrekkende gevolgen voor zowel Rusland als Duitsland. Het Duitse gebruik van stormtroeperstactieken, de val van Riga en de daaropvolgende Operatie Albion markeerden een belangrijke fase in de oorlog. Voor Rusland was de nederlaag bij Riga niet alleen een strategische tegenslag, maar ook een katalysator voor de groeiende politieke onrust die uiteindelijk zou leiden tot de Russische Revolutie en het einde van de deelname van Rusland aan de Eerste Wereldoorlog.
Bronnen en meer informatie
- Mawdsley, E. (2007). The Russian Civil War. Edinburgh University Press.
- Stevenson, D. (2004). Cataclysm: The First World War as Political Tragedy. Basic Books.
- Showalter, D. (2015). Tannenberg: Clash of Empires, 1914. Brassey’s.
- Strachan, H. (2001). The First World War: To Arms. Oxford University Press.
- Bronnen Mei1940
- Afbeelding: Department of Military Art and Engineering, at the U.S. Military Academy (West Point), Public domain, via Wikimedia Commons