Oskar Emil von Hutier (27 augustus 1857 – 5 december 1934) was een prominente Duitse generaal tijdens de Eerste Wereldoorlog, bekend om zijn leiding tijdens de Slag om Riga en de westerse lente-offensieven in 1918. Hoewel hij vaak onterecht wordt gecrediteerd met de ontwikkeling van de zogenaamde “Hutier-tactieken” (stormtroepentactieken), speelden zijn innovaties een cruciale rol in de successen van het Duitse leger, met name in 1917 en 1918. Deze tactieken maakten gebruik van snelle, kleine eenheden en geconcentreerde aanvallen die bedoeld waren om vijandelijke linies te doorbreken.
Inhouds opgave
Biografie
Oskar von Hutier werd geboren op 27 augustus 1857 in Erfurt, in de toenmalige Pruisische provincie Saksen. Hij kwam uit een familie met een rijke militaire traditie: zijn grootvader diende in het Franse leger en zijn vader, Cölestin von Hutier, was kolonel in het Pruisische leger. Hutier begon zijn militaire loopbaan in 1874, toen hij toetrad tot het Duitse leger. In 1885 werd hij toegelaten tot de prestigieuze Pruisische Militaire Academie, waar hij al snel de aandacht trok van de Duitse Generale Staf, waar hij later deel van uitmaakte.
In 1911 werd Hutier benoemd tot Oberquartiermeister, een hoge positie binnen de Duitse Generale Staf. Tijdens deze periode ontwikkelde hij zijn inzicht in militaire strategie en operaties, wat later cruciaal zou blijken in de veldslagen van de Eerste Wereldoorlog.
Oorlogsvoering en de slag om Riga
Tijdens de Eerste Wereldoorlog, in 1917, kreeg von Hutier het bevel over het Achtste Leger aan het oostfront. Een van zijn bekendste militaire prestaties vond plaats op 3 september 1917, toen hij leiding gaf aan de Duitse troepen die de Russische stad Riga innamen. Hij maakte hierbij gebruik van innovatieve tactieken, waaronder een verrassende oversteek van de Dvina-rivier, ondersteund door een intensieve artilleriebombardement geleid door kolonel Georg Bruchmüller. De verrassingsaanval resulteerde in de succesvolle inname van de stad, wat een belangrijke Duitse overwinning op het oostfront betekende.
Hutier’s succes bij Riga bracht hem de prestigieuze Duitse onderscheiding “Pour le Mérite”, toegekend door keizer Wilhelm II. Zijn methoden tijdens deze campagne waren echter niet uniek; ze maakten deel uit van de bredere Duitse militaire doctrine die op dat moment gangbaar was.
Infiltratietactieken en het westerse front
Na zijn succes in Riga werd von Hutier in 1918 overgeplaatst naar het westelijke front, waar hij het bevel kreeg over het nieuwe Achttiende Leger. Tijdens het Duitse lenteoffensief van 1918, ook wel bekend als Operatie Michael, speelde hij een belangrijke rol in de doorbraak bij de Somme. Hutier’s leger wist de Britse Vijfde Leger zware verliezen toe te brengen en kon in vijftien dagen tijd ongeveer 40 mijl oprukken richting Amiens. Bij deze aanval werd gebruikgemaakt van de nieuwe “infiltratietactieken”, ontwikkeld door verschillende Duitse commandanten in voorgaande jaren op het westelijke front.
Deze tactieken, die bestonden uit het gebruik van kleine, snel bewegende infanterie-eenheden, ondersteund door geconcentreerde artillerievuur, werden al snel bekend als “Hutier-tactieken”. Hoewel Hutier vaak ten onrechte als de bedenker hiervan wordt beschouwd, maakte hij ze beroemd door zijn effectieve toepassing tijdens Operatie Michael. De Fransen noemden deze aanpak “Hutier-tactieken” in eerbetoon aan zijn leiding tijdens deze succesvolle campagne. Voor zijn prestaties tijdens het offensief ontving Hutier de Eikenloofversie van de Pour le Mérite.
Latere militaire acties en het einde van de oorlog
In juni 1918 voerde Hutier een nieuw offensief uit, gericht op Noyon. Hoewel zijn troepen aanvankelijk enige terreinwinst boekten, stuitte de aanval al snel op zware geallieerde tegenstand en stokte het offensief. In de maanden die volgden, bevond het Achttiende Leger van Hutier zich voornamelijk in een defensieve positie, terwijl de geallieerden hun tegenoffensieven voortzetten, wat uiteindelijk leidde tot de Duitse nederlaag in november 1918.
Na de ondertekening van de wapenstilstand keerde Hutier met zijn leger terug naar Duitsland, waar hij als held werd onthaald.
Het leven na de oorlog en zijn nalatenschap
Na zijn pensionering uit het leger in 1919 bleef Oskar von Hutier actief in militaire kringen. Hij werd benoemd tot president van de Duitse Officiersbond, een positie die hij bekleedde tot vlak voor zijn dood in 1934. Net als veel van zijn tijdgenoten, waaronder zijn neef en voormalige commandant Erich Ludendorff, geloofde Hutier dat het Duitse leger niet op het slagveld was verslagen, maar eerder “in de rug gestoken” was door politieke tegenstanders op het thuisfront.
Von Hutier overleed op 5 december 1934 in Berlijn op 77-jarige leeftijd.
Militaire onderscheidingen
Oskar von Hutier ontving tijdens zijn militaire carrière talrijke onderscheidingen, waaronder enkele van de meest prestigieuze Duitse en buitenlandse militaire medailles. Enkele van zijn belangrijkste onderscheidingen waren:
- Pour le Mérite met Eikenloof (Duitsland)
- Orde van de Rode Adelaar, 2e klasse met Kroon en Ster (Pruisen)
- IJzeren Kruis van 1914, 1e en 2e klasse (Duitsland)
- Commandeur van de Koninklijke Orde van Victoria (Verenigd Koninkrijk)
- Grootkruis van de Orde van de Dannebrog (Denemarken)
- Commandeur van de Orde van Oranje-Nassau (Nederland)
Conclusie
Oskar von Hutier blijft een opmerkelijke figuur in de militaire geschiedenis, met name vanwege zijn bijdragen aan de militaire successen van Duitsland tijdens de Eerste Wereldoorlog. Hoewel hij onterecht wordt gecrediteerd met de uitvinding van de stormtroepentactieken, gebruikte hij deze technieken effectief in enkele van de belangrijkste Duitse offensieven van de oorlog. Zijn nalatenschap wordt nog steeds bestudeerd door militaire historici vanwege zijn vermogen om zich aan te passen aan de snel veranderende omstandigheden op het slagveld en zijn strategische successen in zowel het oosten als het westen van Europa.
Bronnen en meer informatie
- Sheldon, Jack. The German Army on the Somme 1914-1916. Barnsley: Pen & Sword Books, 2005.
- Afbeelding: Halsey, Francis Whiting,, Public domain, via Wikimedia Commons
- Foley, Robert. German Strategy and the Path to Verdun: Erich von Falkenhayn and the Development of Attrition, 1870-1916. Cambridge: Cambridge University Press, 2005.
- Asprey, Robert B. The German High Command at War: Hindenburg and Ludendorff Conduct World War I. New York: W.W. Norton, 1991.
- Bronnen Mei1940