De USS Maryland (BB-46), bijgenaamd “Old Mary” of “Fighting Mary,” was een slagschip van de Colorado-klasse dat in 1921 in dienst werd genomen door de Amerikaanse marine. Ze diende gedurende haar carrière in zowel vredestijd als oorlog, met name tijdens de Tweede Wereldoorlog, waar ze een belangrijke rol speelde in grote operaties in de Stille Oceaan.
Inhouds opgave
Ontwerp en Bouw
Colorado-klasse: Een Nieuwe Generatie Slagschepen
De USS Maryland behoorde tot de Colorado-klasse, een serie van vier slagschepen die eind jaren 1910 en begin jaren 1920 werden gebouwd. De klasse was gebaseerd op het ontwerp van de voorgaande Tennessee-klasse, maar introduceerde grotere 16-inch (406 mm) kanonnen, wat een grotere vuurkracht en langere schietafstand opleverde.
Het schip was 190 meter lang, 29,7 meter breed en had een maximale diepgang van 9,3 meter. De waterverplaatsing bedroeg 32.600 ton in standaardconfiguratie en 34.130 ton volledig geladen. Voor aandrijving gebruikte de USS Maryland vier General Electric turbo-elektrische motoren, gevoed door acht Babcock & Wilcox ketels, die samen 28.900 pk leverden. Dit gaf haar een topsnelheid van 21 knopen (39 km/h) en een bereik van ongeveer 8.000 nautische mijlen bij een kruissnelheid van 10 knopen (19 km/h).
Bewapening en Bescherming
De hoofdbewapening van de USS Maryland bestond uit acht 16-inch /45 kaliber kanonnen, geplaatst in vier tweelingtorens. De secundaire batterij omvatte aanvankelijk twaalf 5-inch /51 kaliber kanonnen, gericht op oppervlakte- en lichte luchtdoelen. Voor luchtafweer waren er acht 3-inch kanonnen en acht .50 kaliber machinegeweren geïnstalleerd.
Haar pantsering was ontworpen om zware aanvallen te weerstaan. De pantsergordel varieerde van 8 tot 13,5 inch dikte, de geschuttorens hadden een maximale dikte van 18 inch, en de commandotoren was beschermd met 11,5 inch dik pantser. Dit maakte haar een van de meest robuuste slagschepen van haar tijd.
Eerste Operaties en Internationale Missies
Na haar tewaterlating op 20 maart 1920 en ingebruikname op 21 juli 1921, werd de USS Maryland toegewezen aan de Atlantische Vloot. Ze diende als vlaggenschip en voerde diplomatieke en symbolische missies uit. In 1922 vervoerde ze minister van Buitenlandse Zaken Charles Evans Hughes naar Brazilië voor de Braziliaanse eeuwtentoonstelling.
In 1925 maakte ze een reis naar Australië en Nieuw-Zeeland, waarmee ze goodwill bevorderde tussen de Verenigde Staten en deze landen. Gedurende de jaren 1920 en 1930 nam ze deel aan oefeningen en manoeuvres, gericht op het waarborgen van de gevechtsgereedheid van de Amerikaanse marine.
Modernisering en Voorbereiding op de Tweede Wereldoorlog
In de jaren 1930 onderging de Maryland verschillende moderniseringen om haar bewapening en defensieve capaciteiten te verbeteren. De originele luchtafweerkanonnen werden vervangen door 5-inch /25 kaliber kanonnen, en de luchtafweerbatterij werd uitgebreid met Oerlikon 20 mm kanonnen.
In 1940 werd de Maryland overgeplaatst naar Pearl Harbor, samen met andere slagschepen van de Pacifische Vloot, als reactie op de toenemende spanningen met Japan. Haar aanwezigheid in deze strategische locatie betekende dat ze klaar moest staan voor onmiddellijke inzet.
De Aanval op Pearl Harbor
Op 7 december 1941 bevond de USS Maryland zich in Battleship Row aan Ford Island. Tijdens de Japanse aanval werd ze slechts licht beschadigd door twee bominslagen, dankzij haar beschermde ligging naast de USS Oklahoma. Ondanks de schade bleef ze operationeel en speelde ze een rol in de verdediging van de haven door haar luchtafweerkanonnen in te zetten.
Na de aanval werd de Maryland gerepareerd in Puget Sound Navy Yard, waarbij ook nieuwe luchtafweersystemen werden geïnstalleerd. Dit maakte haar een van de eerste beschadigde slagschepen die weer in actie kwam na Pearl Harbor.
De Tweede Wereldoorlog: Operaties en Aanpassingen
Na haar herstel van de schade opgelopen tijdens de aanval op Pearl Harbor keerde de USS Maryland in februari 1942 terug naar actieve dienst. Gedurende de oorlog speelde ze een belangrijke rol in de Stille Oceaan en onderging ze beperkte aanpassingen om haar gevechtscapaciteiten te verbeteren tot 1944, zoals extra luchtafweergeschut. Vanaf 1944 werd er radar geïnstalleerd.
Eerste Oorlogsjaren (1942–1943)
Na haar terugkeer naar actieve dienst werd de USS Maryland ingezet om kustgebieden en vitale routes in de Stille Oceaan te beschermen. Hoewel ze te langzaam was om samen met vliegdekschepen te opereren, vervulde ze een ondersteunende rol bij belangrijke operaties zoals de Slag bij Midway in juni 1942. Hier was haar aanwezigheid als onderdeel van een secundaire vloot bedoeld om een mogelijke Japanse invasie van de Amerikaanse westkust te ontmoedigen.
In de daaropvolgende maanden patrouilleerde de Maryland rond de Fiji-eilanden en andere strategische locaties. Ze ondersteunde amfibische landingen en nam deel aan grootschalige bombardementen tegen vijandelijke kuststellingen, waaronder de slag om Tarawa in november 1943. Tijdens deze operatie gebruikte ze haar hoofdbatterijen om Japanse verdedigingswerken te vernietigen en de landing van Amerikaanse troepen te ondersteunen.
Luchtafweerupgrades en Aanpassingen
Tijdens de vroege oorlogsjaren onderging de USS Maryland verschillende aanpassingen aan haar luchtafweer. In juni 1942 beschikte ze over 14 Oerlikon 20 mm kanonnen, maar dit aantal werd later verhoogd tot 22, en uiteindelijk tot 48 in 1943. Naast deze verbeteringen werden zes quadruple 1.1-inch kanonnen toegevoegd om haar te beschermen tegen luchtaanvallen.
In november 1943 werden enkele verouderde wapens, waaronder twee 5-inch /51 kanonnen en zes quadruple 1.1-inch kanonnen, vervangen door modernere Bofors 40 mm kanonnen. Dit nieuwe luchtafweersysteem, bestaande uit zes quadruple en twee twin mounts, bood een aanzienlijk betere bescherming tegen luchtdreigingen, met name tegen de opkomende dreiging van kamikaze-aanvallen.
De Slag om Kwajalein (1944)
Begin 1944 speelde de USS Maryland een belangrijke rol in de Slag om Kwajalein, onderdeel van de grotere Marshall-eilandencampagne. Tijdens deze operatie bombardeerde ze vijandelijke posities op de eilanden en ondersteunde ze amfibische landingen met nauwkeurige artilleriebeschietingen.
Haar gevechtseffectiviteit werd verder verbeterd door de installatie van nieuwe radar- en vuurleidingssystemen. De toevoeging van de SK-radar en de Mk.8 vuurleidingsradar stelde haar in staat om nauwkeurig doelen te detecteren en te bestrijden, zelfs in slecht zicht of tijdens nachtoperaties.
Schade tijdens de Slag om Saipan
Tijdens de slag om Saipan in juni 1944 raakte de USS Maryland zwaar beschadigd door een torpedoaanval van een Japanse bommenwerper. De aanval veroorzaakte ernstige schade aan haar boeg, wat haar dwong om terug te keren naar Pearl Harbor voor reparaties. Gedurende deze periode werden extra verbeteringen aangebracht, waaronder de installatie van acht nieuwe 5-inch /38 kaliber dual-purpose kanonnen, die zowel voor luchtafweer als voor oppervlakte-aanvallen konden worden gebruikt.
Operaties tijdens de Late Oorlogsjaren (1944–1945)
Na haar reparaties en moderniseringen in 1944 keerde de USS Maryland terug naar actieve dienst in de Stille Oceaan. Gedurende deze periode speelde ze een sleutelrol in enkele van de grootste amfibische operaties van de oorlog en werd ze geconfronteerd met de groeiende dreiging van Japanse kamikaze-aanvallen.
Slag om Leyte Golf (1944)
In oktober 1944 nam de USS Maryland deel aan de Slag om Leyte Golf, een van de grootste zeeslagen in de geschiedenis. Als onderdeel van de zuidelijke strijdmacht in de Golf van Leyte ondersteunde ze de landingen op Leyte door Japanse kuststellingen te beschieten.
Tijdens de Slag bij Surigao Strait, een onderdeel van de bredere Leyte-campagne, voegde de Maryland zich bij andere Amerikaanse slagschepen om een Japanse aanvalsmacht te onderscheppen. Onder leiding van admiraal Jesse B. Oldendorf vuurden de Amerikaanse slagschepen in een geplande hinderlaag hun zware artillerie af, waardoor de Japanse slagschepen Yamashiro en Fusō werden vernietigd. Deze actie markeerde een van de laatste keren dat slagschepen elkaar in direct gevecht bevochten.
Kamikaze-aanvallen
Tijdens haar dienst in Leyte Golf werd de USS Maryland geraakt door een Japanse kamikaze. De aanval veroorzaakte aanzienlijke schade aan het schip en eiste 31 doden en 30 gewonden onder de bemanning. Ondanks de schade bleef het schip operationeel en hervatte ze haar ondersteunende rol na noodreparaties.
Slag om Okinawa (1945)
In 1945 speelde de USS Maryland een belangrijke rol in de Slag om Okinawa, de laatste grote veldslag van de oorlog in de Stille Oceaan. Als onderdeel van Task Force 54 ondersteunde ze de landingen op Okinawa door vijandelijke stellingen aan de kust te bombarderen.
De Japanse verdedigers reageerden met intense luchtaanvallen, waaronder een nieuwe golf van kamikaze-aanvallen. Op 7 april 1945 werd de Maryland opnieuw geraakt door een kamikaze, die insloeg op haar Turret 3 en een zware explosie veroorzaakte. Deze aanval resulteerde in 10 doden en 37 gewonden, evenals aanzienlijke schade aan haar luchtafweerinstallaties. Ondanks deze tegenslagen bleef ze actief en leverde ze vuursteun tot het einde van de campagne.
Na de Oorlog
Na de overgave van Japan in augustus 1945 nam de USS Maryland deel aan Operation Magic Carpet, waarbij ze duizenden Amerikaanse soldaten naar huis bracht vanuit het Pacifisch theater. Ze voltooide vijf reizen tussen de westkust van de Verenigde Staten en Pearl Harbor, waarbij meer dan 8.000 militairen werden gerepatrieerd.
In 1946 werd de Maryland buiten dienst gesteld en opgenomen in de reservevloot. Uiteindelijk werd ze in 1959 verkocht voor de sloop.
Conclusie
De USS Maryland (BB-46) stond symbool voor de evolutie van slagschepen in de 20e eeuw. Van haar vroege diplomatieke missies tot haar cruciale bijdrage tijdens de Tweede Wereldoorlog, bewees ze haar waarde in zowel vredestijd als conflict. Ondanks de zware verliezen en uitdagingen waarmee ze werd geconfronteerd, bleef ze een pijler van de Amerikaanse marine.
Bronnen en meer informatie
- Afbeelding: Uss Maryland Public Domain via wiki commens
- Breyer, Siegfried (1973). Battleships and Battle Cruisers 1905–1970. Doubleday and Company. ISBN 0-385-07247-3.
- Friedman, Norman (1985). U.S. Battleships: An Illustrated Design History. Annapolis: Naval Institute Press. ISBN 0-87021-715-1.
- Friedman, Norman (1986). “United States of America”. In Gardiner, Robert & Gray, Randal (eds.). Conway’s All the World’s Fighting Ships 1906–1921. London: Conway Maritime Press. ISBN 978-0-85177-245-5.
- McDonald, Rod (2023). Pearl Harbor’s Revenge: How the Devastated US Battleships Returned to War. Philadelphia: Frontline Books. ISBN 978-1-39901-329-1.
- Sturton, Ian (2008). Conway’s Battleships: The Definitive Visual Reference to the World’s All-Big-Gun Ships. Revised and Expanded Edition. London: Conway Maritime Books. ISBN 978-1-84486-068-5.
- Wallin, Homer N. (1968). Pearl Harbor: Why, How, Fleet Salvage and Final Appraisal. Washington, D.C: Department of the Navy. ISBN 0-89875-565-4.
- Bronnen Mei1940