
De SMS Emden was een Duitse lichte kruiser van de Königsberg-klasse, gebouwd tijdens de Eerste Wereldoorlog. Dit schip diende in de Duitse Kaiserliche Marine (Keizerlijke Marine) tot het einde van de oorlog, waarna het werd toegewezen aan Frankrijk als onderdeel van de bepalingen van het Verdrag van Versailles. De Emden was genoemd naar een eerder schip met dezelfde naam, dat in 1914 werd vernietigd tijdens de Slag bij de Cocos-eilanden. Ter ere van haar voorganger droeg de nieuwe Emden een IJzeren Kruis op de boeg.
Inhouds opgave
Constructie en Ontwerp
De Emden werd in 1914 neergelegd op de werf van AG Weser in Bremen, te midden van een periode van intensieve Duitse marinebouw. Het schip werd te water gelaten in februari 1916 en in december van datzelfde jaar in dienst gesteld. Het ontwerp weerspiegelde de evolutie van de Duitse marine, waarbij het schip was uitgerust met acht 15 cm SK L/45 kanonnen, een maximale snelheid van 27,5 knopen (ongeveer 51 km/u) en verbeteringen zoals verhoogde voorste breedzijdige kanonnen om wateroverlast te voorkomen.
Met een lengte van 151,4 meter, een breedte van 14,2 meter en een diepgang van 5,96 meter, was de Emden een relatief compacte maar formidabele kruiser. Het schip beschikte over een bemanning van 17 officieren en 458 bemanningsleden. De aandrijving werd verzorgd door twee stoomturbines die gezamenlijk 31.000 pk leverden. Dit systeem zorgde voor een bereik van ongeveer 4.850 zeemijlen bij een economische snelheid van 12 knopen.
Bewapening en Bescherming
De bewapening van de Emden omvatte naast de hoofdbatterij van acht 15 cm kanonnen ook twee 8,8 cm luchtafweergeschut en een paar 50 cm torpedobuizen. Daarnaast kon het schip 200 mijnen vervoeren, wat het een veelzijdige rol gaf in de maritieme oorlogsvoering. Het pantser was ontworpen om essentiële delen van het schip te beschermen, met een 60 mm dikke pantsergordel langs de waterlijn en een gebogen pantserdek van dezelfde dikte. De commandotoren had een wanddikte van 100 mm, wat extra bescherming bood voor de scheepsleiding tijdens gevechten.
Operationele Geschiedenis
Na haar ingebruikname werd de Emden toegewezen als flottieljeleider voor torpedoboten binnen de Hochseeflotte (Hoge Zeemacht). Haar actieve dienst omvatte een beperkt aantal operaties, waaronder deelname aan Operatie Albion in oktober 1917. Deze operatie richtte zich op de invasie van de Baltische eilanden Ösel, Dagö en Moonsund, strategische posities die de toegang tot de Golf van Riga bewaakten.
Tijdens Operatie Albion onderscheidde de Emden zich door Russische kustbatterijen en maritieme eenheden aan te vallen. Op 12 oktober 1917 ondersteunde het schip de landingen bij Pamerort met nauwkeurige beschietingen die Russische verdedigingswerken uitschakelden. Gedurende deze campagne speelde de Emden ook een rol bij het afslaan van Russische tegenaanvallen, waaronder aanvallen van torpedoboten en kanonneerboten.
Latere Operaties
Na de campagne in de Oostzee hervatte de Emden haar patrouilletaken in de Noordzee. In december 1917 leidde ze een succesvolle aanval op Britse koopvaardijschepen, waarbij zes stoomschepen tot zinken werden gebracht. Daarnaast ondersteunde ze andere marineoperaties, zoals patrouilles in de Skagerrak en de Kattegat in maart 1918.
Laatste Operaties en het Einde van de Emden
In de latere stadia van de oorlog werd de Emden ingezet voor verschillende maritieme operaties, waaronder aanvallen op Britse scheepvaartroutes. In april 1918 maakte ze deel uit van een geplande Duitse aanval op een geallieerd konvooi. Tijdens deze operatie leed de Duitse vloot aan technische problemen, waaronder een defect aan de slagkruiser Moltke, waardoor het plan mislukte. De Emden werd toegewezen om de terugtrekking van beschadigde schepen te dekken.
Aan het einde van de oorlog, na de wapenstilstand van 11 november 1918, eisten de geallieerden dat een groot deel van de Duitse Hochseeflotte, inclusief de Emden, werd geïnterneerd in Scapa Flow, een belangrijke Britse marinebasis. Op 21 juni 1919, in de overtuiging dat de geallieerden van plan waren de Duitse schepen definitief in beslag te nemen, gaf Konteradmiral Ludwig von Reuter het bevel om de vloot tot zinken te brengen. Hoewel de Emden werd geprobeerd te scuttelen, slaagden Britse schepen erin haar op de kust te slepen voordat ze volledig zonk.
Toewijzing aan Frankrijk en Ontmanteling
Na de oorlog werd de Emden toegewezen aan Frankrijk onder de voorwaarden van het Verdrag van Versailles. Ze was echter te zwaar beschadigd door de eerdere zelfbeschadiging en kon niet meer in actieve dienst worden gesteld. In plaats daarvan werd het schip gebruikt als doelwit voor militaire oefeningen en experimenten. Uiteindelijk werd de Emden in 1926 gesloopt in Caen, waarmee haar loopbaan definitief ten einde kwam.
Conclusie
De SMS Emden belichaamt de ontwikkelingen en uitdagingen van de maritieme oorlogsvoering tijdens de Eerste Wereldoorlog. Als onderdeel van de Duitse lichte kruisers speelde ze een rol in zowel offensieve als defensieve operaties. Hoewel haar actieve carrière beperkt was, weerspiegelde ze de technologische en strategische ambities van de Duitse marine tijdens deze periode. Het einde van de Emden markeert niet alleen het einde van een schip, maar ook een symbool van de bredere verschuivingen in de wereldgeschiedenis na de Grote Oorlog.
Bronnen en mee informatie
- Afbeelding: Royal Navy official photographer, Public domain, via Wikimedia Commons
- Bennett, Geoffrey (2005). Naval Battles of the First World War. Barnsley: Pen & Sword Military Classics. ISBN 978-1-84415-300-8.
- Campbell, N. J. M. & Sieche, Erwin (1986). Germany. In Gardiner, Robert & Gray, Randal (Eds.), Conway’s All the World’s Fighting Ships 1906–1921. London: Conway Maritime Press. ISBN 978-0-85177-245-5.
- Dodson, Aidan & Nottelmann, Dirk (2021). The Kaiser’s Cruisers 1871–1918. Annapolis: Naval Institute Press. ISBN 978-1-68247-745-8.
- Gröner, Erich (1990). German Warships: 1815–1945. Vol. I: Major Surface Vessels. Annapolis: Naval Institute Press. ISBN 978-0-87021-790-6.
- Halpern, Paul G. (1995). A Naval History of World War I. Annapolis: Naval Institute Press. ISBN 978-1-55750-352-7.
- Herwig, Holger (1980). Luxury Fleet: The Imperial German Navy 1888–1918. Amherst: Humanity Books. ISBN 978-1-57392-286-2.
- Massie, Robert K. (2003). Castles of Steel: Britain, Germany, and the Winning of the Great War at Sea. New York City: Ballantine Books. ISBN 978-0-345-40878-5.
- Staff, Gary (2008). Battle for the Baltic Islands. Barnsley: Pen & Sword Maritime. ISBN 978-1-84415-787-7.
- Tarrant, V. E. (1995). Jutland: The German Perspective. London: Cassell Military Paperbacks. ISBN 978-0-304-35848-9.
- Bronnen Mei1940