
Mathilde Carré (30 juni 1908 – 30 mei 2007), ook bekend als “La Chatte” (“De Kat”), speelde een opvallende rol tijdens de Tweede Wereldoorlog. Als lid van het Franse verzet en later als dubbelagent voor de Duitse inlichtingendienst, was zij verantwoordelijk voor de arrestatie van tientallen leden van de Interallié, een Frans-Pools verzetsnetwerk. Na haar arrestatie werd ze ondervraagd door de Britten en bracht de rest van de oorlog door in gevangenschap. Haar levensloop werd gekenmerkt door morele ambiguïteit en complexe loyaliteiten.
Inhouds opgave
Vroege Leven en Educatie
Mathilde Lucie Bélard werd geboren in Le Creusot, Saône-et-Loire, een industrieel stadje in Frankrijk. In de jaren 1930 studeerde ze aan de Sorbonne in Parijs, waar ze een opleiding tot lerares volgde. Na haar huwelijk met Maurice Carré verhuisde ze naar Algerije. Het echtpaar keerde terug naar Frankrijk toen Maurice zich aansloot bij de strijdkrachten. Hij sneuvelde tijdens de Italiaanse veldtocht in de Tweede Wereldoorlog.
Betrokkenheid bij het Verzet
Toen Duitsland Frankrijk in 1940 bezette, werkte Carré als verpleegster. Tijdens deze periode ontmoette ze kapitein Roman Czerniawski van de Poolse luchtmacht. Czerniawski stond aan het hoofd van de Interallié, een netwerk dat inlichtingen verzamelde voor de geallieerden. Carré sloot zich bij dit netwerk aan onder de codenaam “Victoire.” Vanwege haar sluwheid en discretie kreeg ze al snel de bijnaam “La Chatte.”
Arrestatie en Samenwerking met de Duitsers
In oktober 1941 kwam de Interallié in beeld bij de Duitse inlichtingendienst Abwehr. Sergeant Hugo Bleicher werd ingezet om het netwerk te infiltreren. Na de arrestatie van verschillende leden werden Carré en Czerniawski op 17 november 1941 in Parijs gearresteerd. Bleicher meldde dat Carré onmiddellijk de namen van haar medeverzetsleden prijsgaf, wat leidde tot de ontmanteling van de Interallié. Kort na haar arrestatie begon Carré samen te werken met de Duitsers en nam deel aan invallen waarbij verzetsleden werden opgepakt.
Carré bleef werken onder de codenaam “Victoire” en gebruikte door de Duitsers in beslag genomen radiozenders om misleidende berichten naar Londen te sturen. Haar acties hadden verstrekkende gevolgen voor de geallieerde inlichtingenoperaties in Frankrijk.
De Dubbele Rol en Vlucht naar Engeland
In december 1941 ontmoette Carré Pierre de Vomécourt, een Franse agent van het Britse Special Operations Executive (SOE). Hoewel zij beweerde de geallieerde zaak te dienen, bleef haar loyaliteit twijfelachtig. Vomécourt ontdekte uiteindelijk dat Carré voor de Duitsers werkte. Hij overtuigde haar ervan om samen met hem naar Londen te vluchten, met het argument dat zij daar waardevolle informatie kon overbrengen aan de Britten.
Na een moeizame reis bereikten Carré en Vomécourt Engeland in februari 1942. Bij aankomst werd zij ondervraagd door Britse inlichtingenofficieren. Haar dubbelspel kwam volledig aan het licht en zij bracht de rest van de oorlog door in Britse gevangenschap.
Het Proces en de Straf
Na de oorlog werd Mathilde Carré in 1945 gedeporteerd naar Frankrijk om berecht te worden voor hoogverraad. Haar proces begon op 3 januari 1949. Tijdens de zittingen werden delen van haar dagboek voorgelezen, waarin ze reflecteerde op haar persoonlijke verlangens en keuzes. Eén opvallende passage luidde: “Wat ik het meest wilde, was een goede maaltijd, een man en, nog eens, Mozarts Requiem.”
Carré werd op 7 januari 1949 ter dood veroordeeld. Echter, drie maanden later werd deze straf omgezet in levenslange gevangenisstraf. Later werd haar straf opnieuw verkort en in september 1954 werd zij vrijgelaten. Haar vrijlating leidde tot controverse, omdat sommigen haar zagen als een collaborateur, terwijl anderen meenden dat zij door de omstandigheden was gedwongen.
Publicatie en Leven na de Gevangenis
Na haar vrijlating schreef Carré haar memoires, die in 1959 werden gepubliceerd onder de titel J’ai été “La Chatte”. In 1975 bracht ze een herziene versie uit, On m’appelait la Chatte (“Men noemde mij De Kat”). In deze boeken beschreef ze haar ervaringen en probeerde ze haar keuzes te rechtvaardigen. Hoewel de werken een waardevolle inkijk geven in haar leven, blijft het beeld dat ze schetst omstreden.
Carré leefde de rest van haar leven in relatieve anonimiteit en overleed in Parijs op 30 mei 2007, op 98-jarige leeftijd.
Analyse en Erfenis
Mathilde Carré’s verhaal is een voorbeeld van de morele complexiteit van oorlog. Haar acties als dubbelagent leidden tot het verlies van vele levens, maar ze werd ook gezien als een overlevende in een vijandige wereld. Haar verhaal roept vragen op over schuld, verantwoordelijkheid en de grijze gebieden van menselijke keuze in extreme situaties.
Haar rol binnen de Franse verzetsbeweging en haar samenwerking met zowel geallieerde als Duitse inlichtingendiensten maken haar tot een van de meest raadselachtige figuren van de Tweede Wereldoorlog. Hoewel haar naam vaak verbonden is met verraad, biedt haar levensloop een breder inzicht in de moeilijke keuzes die mensen tijdens de oorlog moesten maken.
Bronnen en meer informatie
- Walker, Robyn (2014). The Women who Spied for Britain. Stroud, Gloucestershire: Amberley Publishing. ISBN 978-1-44562-316-0.
- Tremain, David (2018). Double Agent Victoire: Mathilde Carré and the Interallié Network. Stroud, Gloucestershire: The History Press. ISBN 978-0-75098-804-9.
- Foot, M.R.D. (1966). SOE in France. London: Her Majesty’s Stationery Office. ISBN 978-1-84908-218-1.
- Jacobs, Peter (2015). Setting France Ablaze: The SOE in France During WWII. Barnsley: Pen and Sword. ISBN 978-1-78346-297-1.
- Macintyre, Ben (2012). Double Cross: The True Story of The D-Day Spies. London: Bloomsbury. ISBN 978-1-40881-990-6.
- Bronnen Mei1940