Michael O’Moore Creagh: commandant van de Desert Rats in WOII

Geen foto beschikbaar van Sir Michael O'Moore Creagh, Britse legerofficier en bevelhebber van de Desert Rats tijdens WOII.
Sir Michael O'Moore Creagh, bevelhebber van de 7e Pantserdivisie, beter bekend als de Desert Rats, tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Sir Michael O’Moore Creagh (16 mei 1892 – 14 december 1970) was een Britse legerofficier die zowel in de Eerste als in de Tweede Wereldoorlog diende. Hij is vooral bekend als commandant van de 7e Pantserdivisie, beter bekend als de “Desert Rats”, van 1939 tot 1941. Creagh’s leiderschap tijdens de vroege campagnes in Noord-Afrika, zoals Operatie Compass en de Slag bij Beda Fomm, was cruciaal voor het succes van de Britse strijdkrachten tegen de Italiaanse troepen.

Vroege leven en militaire carrière

Sir Michael O’Moore Creagh werd op 16 mei 1892 geboren als zoon van O’Moore Creagh, een ontvanger van het Victoria Cross en officier in het Britse Indiase leger, en zijn tweede vrouw Elizabeth Reade. Zijn familie had een sterke militaire achtergrond, wat zijn toekomstige carrière in het leger beïnvloedde.

Opleiding en eerste dienstjaren

Creagh volgde zijn opleiding aan Wellington College, een prestigieuze Britse kostschool, voordat hij werd toegelaten tot het Royal Military College, Sandhurst. In 1911, op 19-jarige leeftijd, werd hij gecommissioneerd in de 7th (Queen’s Own) Hussars, een cavalerie-eenheid van het Britse leger. Dit markeerde het begin van een lange en onderscheiden militaire loopbaan.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog diende Creagh in verschillende staf- en veldrollen. Hij begon als aide-de-camp voor de divisiecommandant van de Home Forces tussen 1914 en 1915. Later, tegen het einde van de oorlog, diende hij als stafkapitein in Frankrijk (1917-1918) en als brigade-majoor (1918-1919). Zijn rol in deze periode vestigde zijn reputatie als een bekwame militaire leider.

Na de Eerste Wereldoorlog

Na de Eerste Wereldoorlog bleef Creagh in het leger en volgde hij verdere militaire opleidingen. In 1924-1925 studeerde hij aan het Staff College in Camberley, een belangrijke instelling voor de training van senior officieren. Van 1934 tot 1938 kreeg hij het bevel over de 15th/19th The King’s Royal Hussars, een gemotoriseerde cavalerie-eenheid die gespecialiseerd was in pantsertactieken. Dit zou later van cruciaal belang blijken voor zijn rol in de Tweede Wereldoorlog.

Tweede Wereldoorlog: Commandant van de 7e Pantserdivisie

Op 4 december 1939, drie maanden na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, kreeg Creagh het bevel over de Mobile Division (Egypte), een eenheid die later werd omgedoopt tot de beroemde 7e Pantserdivisie, ook wel bekend als de “Desert Rats”. Hij volgde generaal-majoor Percy Hobart op, die met pensioen werd gestuurd door generaal Sir Archibald Wavell. Creagh zou de divisie leiden tijdens enkele van de meest cruciale campagnes in de Noord-Afrikaanse woestijn.

Sidi Barrani en Operatie Compass

De Italiaanse invasie van Egypte in juni 1940 gaf Creagh de eerste grote uitdaging als commandant van de 7e Pantserdivisie. Onder bevel van generaal Mario Berti viel het Italiaanse Tenth Army Egypte binnen en rukte op tot Sidi Barrani, ongeveer 100 kilometer voorbij de grens. Het Italiaanse leger leek aanvankelijk dominant, maar Creagh’s divisie, samen met de 4e Indische Divisie, bereidde een tegenaanval voor onder Operatie Compass.

Op 8 december 1940 begon de tegenaanval. De 7e Pantserdivisie sloeg de Italianen terug naar Cyrenaica, het oostelijke deel van Libië, en wist de Italiaanse opmars effectief te stoppen. Deze operatie was een belangrijke vroege overwinning voor de geallieerden in Noord-Afrika en vestigde de reputatie van de Desert Rats als een elite-eenheid.

De val van Bardia en Tobruk

Na het succes bij Sidi Barrani zette Creagh zijn opmars voort. In januari 1941 veroverden Britse, Australische en Indiase troepen de haven van Bardia, een belangrijke strategische positie aan de kust van Libië. Kort daarna viel ook Tobruk, een andere cruciale haven, in handen van de geallieerde troepen.

De Italiaanse troepen trokken zich terug langs de Via Balbia, de enige geasfalteerde weg die Benghazi en Tripoli met elkaar verbond. Terwijl de Australische 6e Divisie de terugtrekkende Italianen achtervolgde langs de kustweg, leidde Creagh zijn pantserdivisie door de onherbergzame Libische woestijn, een gewaagde manoeuvre die zou leiden tot een van de meest beslissende overwinningen van de Noord-Afrikaanse campagne.

De slag bij Beda Fomm

De Slag bij Beda Fomm, die plaatsvond in februari 1941, was een hoogtepunt in Creagh’s carrière als bevelhebber. Om de terugtrekkende Italianen te stoppen, nam Creagh het gedurfde besluit om een deel van zijn troepen, onder bevel van luitenant-kolonel John Combe, een omweg te laten maken door de Libische woestijn. Deze eenheid, bekend als “Combe Force”, bestond uit pantserwagens, infanterie en artillerie en telde ongeveer 2.000 man.

Op 5 februari slaagde Combe Force erin de Italiaanse Tenth Army af te snijden bij Beda Fomm, een cruciale positie ten zuiden van Benghazi. De Italiaanse troepen, in de veronderstelling dat hun vluchtweg veilig was, werden volledig verrast. Door de blokkade en de daaropvolgende aanval van de 7e Pantserdivisie gaven de overgebleven Italiaanse troepen zich massaal over op 7 februari 1941. Deze overwinning maakte een einde aan de Italiaanse aanwezigheid in Cyrenaica en zorgde voor een enorme morele boost voor de geallieerde troepen.

Het einde van Creagh’s militaire loopbaan

In maart 1941 werd Creagh benoemd tot Ridder Commandeur in de Orde van het Britse Rijk (KBE), een erkenning voor zijn succesvolle leiderschap in Noord-Afrika. Ondanks zijn prestaties, werd Creagh op 3 september 1941 ontheven van zijn functie als commandant van de 7e Pantserdivisie na het mislukken van Operatie Battleaxe, een poging om de Duitsers onder Erwin Rommel uit Cyrenaica te verdrijven. Generaal-majoor William Gott nam het bevel over van Creagh.

Na zijn vertrek uit de 7e Pantserdivisie kreeg Creagh bevel over de 3rd Armoured Group, een trainingseenheid voor gepantserde troepen. In 1942 werd hij aangesteld als commandant van het militaire district Hampshire en Dorset, een functie die hij bekleedde tot zijn pensionering in 1944.

Leven na het leger

Na zijn pensionering uit het leger bleef Creagh actief op humanitair gebied. Hij werkte voor de United Nations Relief and Rehabilitation Administration (UNRRA), een organisatie die zich bezighield met de wederopbouw van door de oorlog getroffen gebieden en de ondersteuning van vluchtelingen. Creagh bleef tot zijn dood in 1970 betrokken bij liefdadigheids- en wederopbouwprojecten.

Conclusie

Sir Michael O’Moore Creagh speelde een cruciale rol in de vroege campagnes van de Tweede Wereldoorlog, met name in de Noord-Afrikaanse woestijn. Zijn leiderschap van de 7e Pantserdivisie tijdens Operatie Compass en de Slag bij Beda Fomm zorgde voor enkele van de belangrijkste overwinningen van de geallieerde troepen tegen de Italianen. Hoewel zijn carrière vroegtijdig werd beëindigd na het mislukken van Operatie Battleaxe, blijft Creagh herinnerd als een moedige en strategisch bekwame militaire leider.

Bronnen

  1. “Creagh, Michael O’Moore (1892–1970)”, Oxford Dictionary of National Biography.
  2. Mead, Richard. Churchill’s Lions: A Biographical Guide to the Key British Commanders of World War II.
  3. Carver, Michael. The Desert Rats: The History of the 7th Armoured Division, 1938 to 1945.
  4. Playfair, I.S.O. The Mediterranean and Middle East, Vol. I: The Early Successes Against Italy.
  5. Bronnen Mei1940
  6. Afbeelding: Niet beschikbaar