Tijdens de Eerste Wereldoorlog ontwikkelde de Royal Navy de zogenaamde “monitors”: zwaar bewapende schepen met een geringe diepgang, ontworpen om troepen te ondersteunen met zware bombardementen vanaf zee. Monitors zoals HMS Terror waren uitgerust met 15-inch (381 mm) geschut en konden vijandelijke doelen ver achter de linies treffen. Deze schepen waren echter berucht om hun slechte zeewaardigheid en lage snelheid, wat ze vooral geschikt maakte voor kustoperaties.
Inhouds opgave
Ontstaan van de Erebus-klasse
HMS Terror was onderdeel van de Erebus-klasse, ontworpen als een verbeterde opvolger van eerdere monitors. Problemen met de Marshal Ney-klasse, zoals gebrekkige stuurcapaciteiten en onbetrouwbare motoren, leidden tot een herzien ontwerp. De Erebus-klasse bracht verbeteringen zoals een krachtigere aandrijving en een aangepast rompprofiel om de stabiliteit te verhogen.
Belangrijk was ook de introductie van anti-torpedobulges, een ingenieus systeem dat explosies kon absorberen. De schepen werden gebouwd om zware bombardementen te doorstaan, met bepantsering tot 330 mm dik op de toren en 102 mm op vitale delen zoals de magazijnen.
De bouw van HMS Terror
HMS Terror werd gebouwd door Harland & Wolff in Belfast en te water gelaten op 18 mei 1916. Het schip had een lengte van 123,4 meter, een breedte van 26,9 meter, en een diepgang van slechts 3,6 meter. De aandrijving werd geleverd door twee triple-expansie stoommachines die een snelheid van maximaal 13 knopen (24 km/u) mogelijk maakten. Het schip was ontworpen om te opereren met een bemanning van 204 personen.
De primaire bewapening bestond uit een dubbel 15-inch geschut, dat oorspronkelijk bedoeld was voor een slagschip. Het secundaire geschut omvatte luchtafweerkanonnen en kleinere 12-ponder kanonnen. Tijdens haar carrière werd HMS Terror meerdere malen aangepast, onder meer met verbeterde luchtafweer en zwaardere bepantsering.
HMS Terror tijdens de Eerste Wereldoorlog
Toewijzing aan de Dover Patrol
HMS Terror werd op 22 juli 1916 in dienst genomen en voegde zich direct bij de Dover Patrol, een strategische eenheid belast met kustverdediging en bombardementen langs de Belgische kust. Deze operaties waren gericht op het verstoren van Duitse bevoorradingslijnen en het ondersteunen van geallieerde troepen aan het Westfront. Door haar zware bewapening en geringe diepgang was de monitor uitstekend geschikt om vijandelijke doelen te bestoken zonder risico op aanvaringen met onderwatermijnen in ondiepe wateren.
Bombardementen in België
In augustus en september 1916 nam HMS Terror deel aan diverse bombardementen, met als doel Duitse installaties in bezet België. Pogingen om strategische doelen zoals de haven van Zeebrugge te treffen werden echter vaak verhinderd door slechte weersomstandigheden. Haar eerste grote operatie, een bombardement op de sluizen van de haven van Zeebrugge op 12 mei 1917, werd uitgevoerd samen met haar zusterschip HMS Erebus en andere schepen van de Dover Patrol. Ondanks intensieve beschietingen werden de primaire doelen, de sluispoorten, niet geraakt door beperkingen in waarneming en richtcorrectie.
Incident bij Dunkerque
HMS Terror raakte zwaar beschadigd op 19 oktober 1917, toen ze door drie Duitse torpedo’s werd getroffen tijdens een patrouille nabij Dunkerque. Twee torpedo’s sloegen in de boeg en veroorzaakten grote schade onder de waterlijn, terwijl de derde werd geabsorbeerd door de anti-torpedobulges. Hoewel het schip geen bemanningsleden verloor, werd het ernstige structurele schade toegebracht en moest het voor reparaties naar Portsmouth worden gesleept. Tijdens deze operatie kwamen tekortkomingen in de commandostructuur aan het licht, wat resulteerde in een onderzoek naar de omstandigheden van het incident.
Laatste operaties in de Eerste Wereldoorlog
Na haar herstel hervatte HMS Terror haar rol als bombardementseenheid. In april 1918 ondersteunde ze de beroemde Zeebrugge Raid, een poging om Duitse U-boten te blokkeren in hun toegang tot de Noordzee. Later dat jaar, tijdens de Vijfde Slag om Ieper in september 1918, verleende ze cruciale artilleriesteun aan de geallieerde opmars. Dit markeerde haar laatste grote bijdrage aan de oorlogsinspanningen.
HMS Terror in de interbellumperiode en de Tweede Wereldoorlog
Interbellum: rol als opleidings- en ondersteuningsschip
Na het einde van de Eerste Wereldoorlog werd HMS Terror toegewezen aan HMS Excellent, het gunnery school-schip van de Royal Navy in Portsmouth. Hier diende ze vanaf 1919 als trainingsplatform voor artilleristen en nam ze deel aan diverse experimenten met nieuwe wapensystemen en bepantseringstechnologie. Tussen 1919 en 1922 werden haar zware 15-inch kanonnen gebruikt om nieuwe types granaten te testen op buitgemaakte schepen, waaronder de voormalige Duitse slagschepen SMS Baden en HMS Superb.
In de jaren 1920 en 1930 bleef HMS Terror grotendeels inactief, met uitzondering van haar rol als oefenschip. In 1933 werd ze echter opnieuw uitgerust en naar Singapore gestuurd, waar ze als drijvend batterij- en ondersteuningsschip diende in de strategisch belangrijke marinebasis Sembawang. Door de groeiende dreiging van Japan in de Stille Oceaan werd haar aanwezigheid als symbolisch en strategisch waardevol beschouwd.
Modernisering en voorbereiding op de Tweede Wereldoorlog
In mei 1939 onderging HMS Terror een uitgebreide modernisering in de dokken van Singapore. Haar luchtafweercapaciteiten werden verbeterd door de installatie van zes 4-inch (102 mm) Mk V luchtafweerkanonnen en acht .50-caliber (12,7 mm) Vickers-mitrailleurs in dubbele opstellingen. Ook werd extra bepantsering toegevoegd aan het dek en de flanken. Ondanks deze aanpassingen bleef haar oorspronkelijke ontwerp verouderd, en haar rol tijdens de Tweede Wereldoorlog zou daarom beperkt blijven tot kustbombardementen en luchtverdediging.
De laatste dagen en ondergang van HMS Terror
De val van Benghazi en de Duitse luchtmacht
Na de succesvolle geallieerde inname van Tobruk in januari 1941, werd Benghazi de volgende strategische haven om te beveiligen. HMS Terror werd ingezet om de haven te beschermen tegen de opkomende dreiging van de Duitse Luftwaffe, die inmiddels versterking naar Noord-Afrika had gestuurd als onderdeel van Operatie Sonnenblume. Vanaf februari 1941 begon de Luftwaffe intensieve bombardementen op Benghazi, gericht op geallieerde schepen en infrastructuur.
Ondanks haar beperkte zeewaardigheid bleef HMS Terror haar anti-luchtdoelrol vervullen en vervoerde ze kritieke voorraden zoals water en munitie naar de geallieerde troepen. Tijdens deze operaties werd het schip echter steeds kwetsbaarder voor vijandelijke aanvallen. Haar verouderde ontwerp en beperkte mobiliteit maakten haar een eenvoudig doelwit voor de Duitse Junkers Ju 87 Stuka-duikbommenwerpers.
Schade door mijnen en luchtaanvallen
Op 22 februari 1941, terwijl HMS Terror de haven van Benghazi verliet, liep ze ernstige schade op door twee nabijgelegen explosies van magnetische mijnen. Deze explosies veroorzaakten structurele schade aan haar romp en leidingen, waardoor het schip langzaam water begon te maken. Ondanks noodreparaties werd ze de volgende dag opnieuw aangevallen door Duitse Stuka’s, waarbij verschillende nabij-explosies verdere schade aanrichtten en de elektrische systemen uitschakelden. Zonder stroom om de pompen te bedienen, bleef het schip overgeleverd aan de zee.
De ondergang van HMS Terror
Op 24 februari 1941 werd HMS Terror definitief verlaten door haar bemanning, nadat duidelijk was geworden dat ze niet meer gered kon worden. Het schip werd vervolgens door de bemanning tot zinken gebracht om te voorkomen dat het in Duitse handen zou vallen. Ze zonk 25 zeemijl ten noordwesten van Derna, Libië. De evacuatie werd succesvol uitgevoerd door de mijnenveger Fareham en de korvet Salvia, zonder verlies van bemanningsleden.
De ondergang van HMS Terror markeerde het einde van een schip dat zowel tijdens de Eerste als de Tweede Wereldoorlog een belangrijke, maar vaak vergeten rol speelde in kustoperaties en bombardementen.
Conclusie en nalatenschap
HMS Terror symboliseert een tijdperk van oorlogsschepen die speciaal waren ontworpen om zware kustbombardementen uit te voeren. Hoewel haar lage snelheid en beperkte mobiliteit haar kwetsbaar maakten, bewezen schepen zoals HMS Terror hun waarde tijdens de Eerste Wereldoorlog in de strijd langs de Belgische kust en later in de Tweede Wereldoorlog in Noord-Afrika en Malta.
Met haar unieke ontwerp en robuuste bewapening was HMS Terror een essentieel onderdeel van de kustverdediging en -aanval van de Royal Navy. Haar geschiedenis illustreert de strategische evolutie van marineschepen en de uitdagingen waarmee deze schepen werden geconfronteerd in veranderende oorlogsomstandigheden.
Bronnen en meer informatie
- Buxton, Ian. Big gun Monitors: Design, Construction and Operations 1914–1945. Pen & Sword, 2008. ISBN 9781844157198.
- Afbeelding: Devonport Dockyard Constructive Department, Public domain, via Wikimedia Commons
- Dunn, Steve R. Securing the Narrow Sea: The Dover Patrol 1914–1918. Seaforth Publishing, 2017. ISBN 9781848322516.
- Latimer, Jon. Operation Compass 1940: Wavell’s Whirlwind Offensive. Bloomsbury Publishing, 2013. ISBN 9781472805409.
- Playfair, Major-General I.S.O. et al. Mediterranean and Middle East: Volume II: The Germans Come to the Help of Their Ally. Pickle Partners Publishing, 2014. ISBN 9781782896227.
- Bronnen Mei1940