HMS Superb: Britse dreadnought uit de Bellerophon-klasse

HMS Superb, een Bellerophon-klasse dreadnought, kort na voltooiing in 1909, liggend in de haven met volledig uitgeruste bewapening.
De Britse HMS Superb, een Bellerophon-klasse dreadnought, gereed voor inzet bij de Royal Navy, gefotografeerd kort na voltooiing in 1909.

HMS Superb was een van de drie dreadnoughtslagschepen uit de Bellerophon-klasse, gebouwd voor de Royal Navy in het eerste decennium van de 20e eeuw. Het schip speelde een rol in enkele van de meest cruciale maritieme operaties van de Eerste Wereldoorlog en vervulde verschillende taken tot haar ontmanteling in 1923.

Ontwerp en technische specificaties

HMS Superb was een verbeterde versie van het revolutionaire slagschip HMS Dreadnought, met een focus op grotere bewapening en verbeterde bepantsering. Hieronder volgen de belangrijkste technische gegevens:

  • Afmetingen: Het schip had een totale lengte van 160,3 meter, een breedte van 25,1 meter en een diepgang van 8,2 meter.
  • Verplaatsing: Bij een normale belasting bedroeg de waterverplaatsing 18.596 ton; bij volledige belasting 22.359 ton.
  • Aandrijving: HMS Superb was uitgerust met twee Parsons-stoomturbines en 18 Yarrow-ketels. De turbines leverden een vermogen van 23.000 pk, goed voor een maximumsnelheid van 21 knopen (39 km/u).
  • Bereik: De actieradius bedroeg 5.720 zeemijlen bij een snelheid van 10 knopen.

Bewapening

De primaire bewapening bestond uit tien 12-inch (305 mm) Mk X-kanonnen, opgesteld in vijf dubbele geschuttorens. Drie torens bevonden zich op de middenlijn (‘A’, ‘X’ en ‘Y’), terwijl de twee zijtorens (‘P’ en ‘Q’) schuin opgesteld waren. De secundaire bewapening omvatte 16 4-inch (102 mm) kanonnen, ontworpen als bescherming tegen torpedoboten.

Daarnaast was HMS Superb uitgerust met drie 18-inch torpedobuizen, waarvan twee aan bakboord en stuurboord, en een derde aan de achterzijde. Voor de bepantsering werd gebruik gemaakt van Krupp-gecementeerd staal, met een gordelpantser van 254 mm dikte en geschuttorenpanelen tot 279 mm.

Modificaties tijdens de Eerste Wereldoorlog

Tijdens haar operationele carrière onderging HMS Superb meerdere aanpassingen om haar prestaties en overlevingskansen te verbeteren:

  • 1914-1915: De secundaire bewapening werd herschikt; de kanonnen op de torentoppen werden verplaatst naar de opbouw en voorzien van beschermende pantsering. Ook werd een 76 mm luchtafweerkanon toegevoegd.
  • 1917: De torpedobuizen in de achtersteven werden verwijderd en een vuurleidingssysteem werd geïnstalleerd op de voorste driepootmast.
  • Na de Slag bij Jutland (1916): 23 ton extra dekpantser werd toegevoegd om het schip beter te beschermen tegen luchtaanvallen en artillerievuur.

Bouw en vroege carrière

HMS Superb werd besteld op 26 december 1906 en op 6 februari 1907 te water gelaten bij Armstrong Whitworth in Elswick. Haar bouwkosten bedroegen ongeveer £1,676,529, inclusief bewapening. Het schip werd voltooid in mei 1909 en trad op 29 mei van datzelfde jaar in dienst.

Haar vroege carrière vond plaats binnen de Home Fleet, waar zij werd ingezet voor oefeningen en inspecties, waaronder een vlootreview in aanwezigheid van koning Edward VII en tsaar Nicolaas II tijdens Cowes Week in 1909. HMS Superb nam later deel aan diverse manoeuvres en inspecties in de aanloop naar de Eerste Wereldoorlog.

Eerste Wereldoorlog: operaties in de Noordzee

Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd HMS Superb toegewezen aan de Grand Fleet, het belangrijkste maritieme verdedigingsmiddel van het Verenigd Koninkrijk. Gedurende deze periode speelde het schip een ondersteunende rol in diverse patrouilles en oefeningen in de Noordzee.

Voorbereidingen en vroege operaties

In juli 1914 nam HMS Superb deel aan een testmobilisatie en een vlootreview als onderdeel van de Britse reactie op de groeiende spanningen in Europa. Op 27 juli werd zij met de rest van de Home Fleet naar Scapa Flow gestuurd, een strategische ankerplaats die bescherming bood tegen Duitse verrassingsaanvallen. Toen de oorlog officieel begon op 4 augustus, werd de Home Fleet gereorganiseerd als de Grand Fleet onder bevel van admiraal John Jellicoe.

Tijdens de eerste maanden van de oorlog voerde HMS Superb voornamelijk patrouilles uit in de Noordzee om Britse wateren te beschermen tegen Duitse aanvallen. Hoewel directe confrontaties met vijandelijke schepen zeldzaam waren, waren deze operaties essentieel om de Duitse Keizerlijke Marine af te schrikken.

Slag bij Jutland

Een van de meest opmerkelijke momenten in de carrière van HMS Superb was haar deelname aan de Slag bij Jutland op 31 mei en 1 juni 1916, de grootste zeeslag van de oorlog. Deze slag tussen de Grand Fleet en de Duitse Hochseeflotte vond plaats in de Noordzee, nabij de Deense kust.

Tijdens de slag was HMS Superb het elfde schip in de Britse slaglinie. Ze opende het vuur op de zwaar beschadigde Duitse lichte kruiser SMS Wiesbaden en vuurde later meerdere salvo’s af op de slagkruiser SMS Derfflinger, hoewel geen directe treffers werden geregistreerd. HMS Superb bleef onbeschadigd en vuurde in totaal 54 granaten af tijdens de slag.

De Slag bij Jutland was strategisch onbeslist, maar het beperkte de operaties van de Hochseeflotte aanzienlijk. Na deze confrontatie paste de Grand Fleet haar tactiek aan om verliezen door Duitse mijnen en onderzeeboten te vermijden.

Naoorlogse dienst en ontmanteling

Terugkeer naar Groot-Brittannië

In april 1919 keerde HMS Superb terug naar Groot-Brittannië en werd zij overgebracht naar de reservevloot in Sheerness. Haar rol als actief oorlogsschip was uitgespeeld, en zij werd toegewezen als opleidingsschip. Dit was een gebruikelijke praktijk voor oudere schepen, waarbij hun bewapening en systemen werden gebruikt om nieuwe bemanningsleden op te leiden in maritieme technieken en gunnery.

Gunnery-experimenten en de rol als doelwit

In 1920 werd HMS Superb ingezet voor experimenten op het gebied van artillerie. Deze experimenten hadden als doel de prestaties van scheepsbewapening te verbeteren en inzicht te krijgen in de effecten van granaten op verschillende soorten bepantsering. Ze werd vervolgens aangewezen als doelwit voor schietoefeningen, een lot dat veel oudere schepen trof. Dit proces gaf waardevolle gegevens over de effectiviteit van nieuwere wapensystemen tegen oudere scheepsontwerpen.

Verkoop en sloop

Na enkele maanden als doelwit te hebben gediend, werd HMS Superb in december 1922 verkocht aan de Stanlee Shipbreaking Company voor ontmanteling. Het schip werd in april 1923 naar Dover gesleept, waar het werd gesloopt. Hiermee kwam een einde aan de loopbaan van een schip dat ooit deel uitmaakte van een revolutionaire generatie slagschepen.

Conclusie: de erfenis van HMS Superb

HMS Superb, een product van de vroege dreadnoughtrevolutie, markeerde een cruciale periode in de maritieme geschiedenis van de Royal Navy. Hoewel haar actieve gevechtsbijdragen beperkt waren tot routinematige operaties en de Slag bij Jutland, speelde ze een essentiële rol in het handhaven van de Britse dominantie op zee tijdens de Eerste Wereldoorlog. Haar post-oorlogse rol in de Middellandse Zee en Zwarte Zee benadrukte de geopolitieke verschuivingen van de tijd en de invloed van de Royal Navy in de nasleep van het conflict.

De ontmanteling van HMS Superb in 1923 symboliseerde het einde van een tijdperk voor dreadnoughtslagschepen, terwijl de ontwikkeling van nieuwere marinetechnologieën en scheepsontwerpen de toon zette voor toekomstige oorlogvoering. Haar loopbaan, hoewel relatief kort, is een belangrijke herinnering aan de snelle technologische vooruitgang en strategische verschuivingen die de vroege 20e eeuw kenmerkten.

Bronnen

  1. Brooks, John (1996). Warship 1996. London: Conway Maritime Press.
  2. Afbeelding: Symonds & Co, Public domain, via Wikimedia Commons
  3. Burt, R. A. (1986). British Battleships of World War One. Annapolis, Maryland: Naval Institute Press.
  4. Friedman, Norman (2011). Naval Weapons of World War One. Barnsley, UK: Seaforth Publishing.
  5. Halpern, Paul G. (1995). A Naval History of World War I. Annapolis, Maryland: Naval Institute Press.
  6. Massie, Robert K. (2003). Castles of Steel. New York: Random House.
  7. Bronnen Mei1940