Ferenc Szálasi: leider van de Hongaarse nazi-regering

Portret van Ferenc Szálasi (1897-1946), leider van de Hongaarse regering tijdens de Duitse bezetting in de Tweede Wereldoorlog.
Ferenc Szálasi tijdens zijn ambtstermijn als leider van de Hongaarse regering, bekend om zijn rol in de Holocaust in Hongarije.

Ferenc Szálasi werd geboren op 6 januari 1897 in Kassa, destijds onderdeel van het Koninkrijk Hongarije (nu Košice, Slowakije). Hij was de zoon van een militair en stamde af van een diverse etnische achtergrond. Zijn voorouders omvatten Armeense immigranten, van wie de achternaam oorspronkelijk Salossian was, evenals Duitse, Hongaarse, Slowaakse en Roetheense invloeden. Zijn grootvader had gediend als honvéd in de Hongaarse revolutie van 1848 en trouwde met een Duitse vrouw uit Wenen. Ferenc Szálasi sr., zijn vader, volgde een militaire opleiding en werd ambtenaar in het Honvédség, de Hongaarse krijgsmacht.

Szálasi’s moeder, Erzsébet Szakmár, was Grieks-katholiek en had Slowaakse en Roetheense wortels. Zij stond bekend om het bieden van religieuze opvoeding aan haar kinderen. Szálasi verklaarde ooit: “Ik ontving de kracht van geloof en vertrouwen in God door de moedermelk.” Tot aan 1944 bleef hij nauw verbonden met zijn moeder.

Militaire loopbaan

Ferenc Szálasi trad op jonge leeftijd in de voetsporen van zijn vader en begon zijn militaire opleiding. Hij voltooide zijn basisonderwijs in Kassa en vervolgde zijn studie aan militaire academies in Kőszeg en Marosvásárhely (het huidige Târgu Mureș in Roemenië). Zijn formele militaire opleiding sloot hij af aan de Theresian Militaire Academie in Wiener Neustadt, waar hij in 1915 de rang van luitenant kreeg.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog diende Szálasi als officier in het Oostenrijks-Hongaarse leger en bracht 36 maanden door aan het front. Hij werd bevorderd tot eerste luitenant en diende in het 2e regiment van de Kaiserjäger, dat opereerde aan het Italiaanse front nabij Merano en het Gardameer. Tegen het einde van de oorlog werd zijn regiment naar Verdun gestuurd. Voor zijn inzet ontving hij de derde klasse van de Orde van de IJzeren Kroon.

Terugkeer en de naoorlogse periode

Na de ineenstorting van Oostenrijk-Hongarije en de oprichting van de Hongaarse Democratische Republiek in 1918, werd Hongarije geconfronteerd met interne conflicten, waaronder de korte periode van de Hongaarse radenrepubliek onder Béla Kun. Deze periode, bekend als de “Rode Terreur”, mondde uit in chaos en een mislukte oorlog met Roemenië. In reactie daarop brak de “Witte Terreur” uit, waarbij anticommunistische en monarchistische krachten de macht herwonnen.

Szálasi bleef tijdens deze tumultueuze periode apolitiek en diende als officier. Hij werd in 1920 naar de onderofficiersopleiding in Hajmáskér gestuurd en diende daarna bij het 13e infanterieregiment in Miskolc. In 1923 begon hij aan de officiersopleiding aan de Ludovica Militaire Academie, waar hij in 1924 bevorderd werd tot kapitein. Zijn carrière zette zich voort in de generale staf van het herstelde Koninkrijk Hongarije.

Politieke carrière en opkomst naar de macht

Eerste stappen in de politiek

In de vroege jaren 1930 raakte Ferenc Szálasi steeds meer geïnteresseerd in de politiek. Hij ontwikkelde een ideologie die bekend werd als ‘Hungarisme’, een vorm van ultranationalisme met als doel de territoriale heropbouw van Hongarije zoals dat bestond vóór het Verdrag van Trianon in 1920. Dit verdrag had geleid tot het verlies van 72% van het Hongaarse grondgebied. In 1933 publiceerde Szálasi zijn politieke ideeën in een pamflet getiteld A magyar állam felépítésének terve (Plan voor de opbouw van de Hongaarse staat). Dit document werd onder verschillende politici verspreid, maar zijn politieke activiteiten leidden tot wrijving met de militaire hiërarchie.

Als gevolg van zijn openlijke politieke betrokkenheid, wat verboden was voor militairen, kreeg Szálasi een disciplinaire straf van twintig dagen detentie en werd hij uit de generale staf gezet. Hierna werd hij overgeplaatst naar het 14e infanterieregiment in Eger, waar hij als stafofficier en eerste adjudant diende. In oktober 1934 verliet hij het leger om zich volledig op de politiek te richten.

Oprichting van politieke partijen

Szálasi richtte in 1935 de Partij van Nationale Wil op, die zich kenmerkte door nationalistische en antisemitische standpunten. De partij werd echter al snel verboden door de conservatieve regering, die het programma te radicaal vond. In 1937 vormde hij de Hongaarse Nationaal Socialistische Partij, die eveneens werd verboden. Ondanks deze tegenslagen kreeg Szálasi aanzienlijke steun van fabrieksarbeiders en de lagere sociale klassen, die zich aangesproken voelden door zijn nationalistische en antisemitische retoriek.

Na de Duitse Anschluss van Oostenrijk in 1938 radicaliseerde de aanhang van Szálasi verder, wat leidde tot zijn arrestatie en gevangenschap door de Hongaarse politie. Zelfs in gevangenschap bleef hij een invloedrijke figuur en werd hij uitgeroepen tot leider van de extreemrechtse Pijlkruiserspartij, die een coalitie vormde met andere rechts-nationalistische groeperingen. In 1939 behaalde deze partij 30 zetels in het Hongaarse parlement, waarmee het een van de belangrijkste politieke krachten in het land werd. Na een amnestie, ingegeven door het Tweede Scheidsrechterlijke Uitspraak van Wenen in 1940, keerde Szálasi terug naar de politiek.

Oorlog en clandestiene activiteiten

Met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd de Pijlkruiserspartij verboden door premier Pál Teleki, waardoor Szálasi genoodzaakt was ondergronds te opereren. Gedurende deze periode slaagde hij erin de steun van de Duitse nazi-regering te verkrijgen, ondanks eerdere Duitse scepsis over zijn nationalistische doelen die botsten met de territoriale ambities van Duitsland.

In maart 1944 bezetten de Duitsers Hongarije, waarmee een einde kwam aan de regering van Miklós Horthy. Premier Döme Sztójay, pro-Duits, legaliseerde de Pijlkruiserspartij opnieuw, waardoor Szálasi zijn partij verder kon uitbreiden. Toen Sztójay in augustus 1944 werd afgezet, werd Szálasi opnieuw als bedreiging gezien door de Hongaarse regering. Horthy, die inzag dat de positie van Hongarije onhoudbaar was, begon vredesonderhandelingen met de geallieerden. Dit wekte de bezorgdheid van de Duitsers, die een bondgenoot zochten die trouw zou blijven aan hun oorlogsinspanningen.

Overname van de macht

In oktober 1944 dwongen de Duitsers Horthy af te treden door zijn zoon Miklós jr. te ontvoeren en hem met de dood te bedreigen. Onder deze druk ondertekende Horthy een document waarin hij zijn eigen aftreden en de benoeming van Szálasi als premier bevestigde. Hiermee kreeg de coup van de Pijlkruiserspartij een schijn van legaliteit. Szálasi werd daarna geïnstalleerd als staatshoofd, en zijn regering, bekend als de Nationale Eenheidsregering, begon aan haar korte, maar destructieve heerschappij.

Het leiderschap van Szálasi en de regering van nationale eenheid

Regering van nationale eenheid

Na de machtsovername in oktober 1944 werd Ferenc Szálasi benoemd tot leider van de natie (nemzetvezető). Onder zijn bewind werd de regering van nationale eenheid gevormd, die feitelijk een marionettenregering van Nazi-Duitsland was. Hoewel de monarchie onder het regime van Szálasi formeel niet werd afgeschaft, functioneerde de regering voornamelijk als een eenpartijstaat met leden van de Pijlkruiserspartij op belangrijke posities. Het regime werd gekenmerkt door strenge repressie, militarisering en het uitvoeren van de antisemitische en ultranationalistische agenda van de partij.

De regering van Szálasi stond vooral bekend om het hernieuwen van de deportaties van Joden, die eerder waren stopgezet door Miklós Horthy. Onder Szálasi’s bewind werd de Holocaust in Hongarije hervat, wat leidde tot de deportatie van ongeveer 650.000 Hongaarse Joden naar concentratiekampen. Tussen de 10.000 en 15.000 Joden werden direct door Pijlkruisermilities vermoord. Daarnaast werden er in Boedapest en andere steden wreedheden begaan, waarbij Joden op brute wijze werden geëxecuteerd en in de Donau werden gegooid.

Beperkte controle en militaire situatie

Het gezag van Szálasi strekte zich nauwelijks verder uit dan Boedapest en de omliggende regio’s. De opmars van het Rode Leger en de Slag om Boedapest maakten duidelijk dat het Hongaarse regime in een kritieke situatie verkeerde. De regering van nationale eenheid stond onder constante druk om de Duitse oorlogsinspanningen te ondersteunen. Dit resulteerde in het gedwongen rekruteren van jong en oud voor het Hongaarse leger, dat werd ingezet in wanhopige en vaak zinloze gevechten tegen het oprukkende Sovjetleger.

Gedurende de maanden van Szálasi’s heerschappij werd een groot deel van de Hongaarse infrastructuur, inclusief vee en industriële goederen, geplunderd en naar Duitsland vervoerd. Dit zorgde voor een verdere verarming van de Hongaarse bevolking. Ook werd er een internationaal getto opgezet, waarin Joden die beschermingsbrieven hadden ontvangen van diplomaten zoals Raoul Wallenberg tijdelijk werden beschermd. Desondanks bleven de deportaties doorgaan onder druk van de Duitse autoriteiten.

Vlucht uit Boedapest

Op 19 november 1944, toen de Sovjet- en Roemeense troepen de Hongaarse hoofdstad begonnen te omsingelen, besloot Szálasi Boedapest te verlaten. Hij verplaatste zijn regering naar Szombathely en vervolgens naar Wenen toen het Sovjetoffensief verderging. Szálasi’s bewind eindigde in wezen toen hij in december 1944 uit de hoofdstad vluchtte en zijn machtsbasis verloor. Zijn regering hield formeel stand tot maart 1945, maar tegen die tijd was Hongarije grotendeels onder Sovjetcontrole.

Het proces en de executie van Ferenc Szálasi

Ineenstorting van het regime

Na de val van Boedapest in februari 1945 was het regime van Szálasi effectief ineengestort. Terwijl de Sovjet- en geallieerde troepen oprukten, ontvluchtte Szálasi Hongarije en vestigde zich tijdelijk in Oostenrijk. Op 7 mei 1945, een dag voor de overgave van Nazi-Duitsland, werd het kabinet van de Pijlkruiserspartij officieel ontbonden. De chaos en vlucht van de Hongaarse regering markeerden het einde van Szálasi’s korte en destructieve bewind.

Arrestatie en berechting

Ferenc Szálasi werd op 6 mei 1945 in Mattsee, Oostenrijk, gearresteerd door Amerikaanse troepen. In oktober van datzelfde jaar werd hij uitgeleverd aan Hongarije om terecht te staan voor zijn misdaden. Zijn proces vond plaats voor het Volksgerechtshof in Boedapest en begon in februari 1946. De aanklachten tegen Szálasi omvatten oorlogsmisdaden, collaboratie met Nazi-Duitsland en hoogverraad. De rechtszittingen waren openbaar en trokken veel aandacht van de bevolking, die de misdaden van zijn regime nog vers in het geheugen had.

Szálasi werd schuldig bevonden aan alle aanklachten en op 28 februari 1946 veroordeeld tot de doodstraf. Tijdens het proces probeerde hij zijn daden te rechtvaardigen door te beweren dat hij handelde in het belang van Hongarije en de onafhankelijkheid van het land wilde behouden. Deze verdediging bood echter weinig verzachting voor de ernst van zijn misdaden.

Executie en nalatenschap

De executie van Szálasi vond plaats op 12 maart 1946. Hij werd samen met drie van zijn voormalige ministers, Gábor Vajna, Károly Beregfy en József Gera, opgehangen volgens de Oostenrijkse paalmethode. Deze methode, waarbij de veroordeelde aan een haak werd gehangen en langzaam stikte, zorgde ervoor dat de dood langzamer en pijnlijker verliep dan bij traditionele methoden. Szálasi ontving voor zijn executie nog de laatste sacramenten van een katholieke priester.

De dood van Szálasi betekende het symbolische einde van een van de meest brute hoofdstukken in de Hongaarse geschiedenis. Zijn regime wordt herinnerd vanwege het hervatten van de Holocaust in Hongarije en het gewelddadige optreden tegen zowel Joodse burgers als politieke tegenstanders.

Begraven en nasleep

Szálasi’s lichaam werd begraven op de Rákoskeresztúr-begraafplaats in Boedapest, in het 298e perceel, een sectie die vaak werd gebruikt voor veroordeelde misdadigers. In 2008 beweerde historicus Tamás Kovács dat de politieke politie van Hongarije zijn naam en geboorteakte had vervalst en hem had begraven onder de naam “Ferenc Lukács”, maar andere historici hebben dit niet bevestigd vanwege het ontbreken van schriftelijk bewijs.

Conclusie

Ferenc Szálasi’s politieke en militaire carrière wordt gezien als een tragisch en destructief voorbeeld van extreem nationalisme en antisemitisme in Europa tijdens de Tweede Wereldoorlog. Zijn ideologie van Hungarisme en de bloedige erfenis van zijn regering blijven een belangrijke herinnering aan de gevaren van totalitaire regimes en hun gevolgen voor de bevolking.

Bronnen en meer informatie

  1. Afbeelding: AnonymousUnknown author / Zespół: Wydawnictwo Prasowe Kraków-Warszawa, Public domain, via Wikimedia Commons
  2. Bronnen Mei1940
  3. Randolph L. Braham, The Politics of Genocide: The Holocaust in Hungary – Dit uitgebreide werk biedt een diepgaand inzicht in de gebeurtenissen rond de Holocaust in Hongarije en de betrokkenheid van Szálasi.
  4. United States Holocaust Memorial Museum (USHMM) – Bevat documenten en foto’s die de rol van de Pijlkruiserspartij en Szálasi’s bewind illustreren. Beschikbaar via de officiële USHMM-website en archieven.