
Moritz Albrecht Franz Friedrich Fedor von Bock (3 december 1880 – 4 mei 1945) was een Duitse veldmaarschalk die diende in het leger van Nazi-Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij stond aan het hoofd van verschillende legergroepen en speelde een belangrijke rol in militaire campagnes zoals de invasie van Polen (1939), de invasie van Frankrijk (1940) en Operatie Barbarossa (1941). Zijn loopbaan werd gekenmerkt door zowel successen als strategische tegenslagen, waaronder de mislukte aanval op Moskou in de herfst en winter van 1941.
Inhouds opgave
Vroege Leven en Eerste Wereldoorlog
Fedor von Bock werd geboren in een Pruisische militaire familie in de vestingstad Küstrin (nu Kostrzyn, Polen) aan de Oder. Zijn vader, Moritz Albert Karl von Bock, had gediend als divisiecommandant tijdens de Frans-Duitse Oorlog (1870-1871). Zijn moeder, Olga Helene Franziska von Falkenhayn, was de zus van Erich von Falkenhayn, voormalig chef van de Duitse Generale Staf tijdens de Eerste Wereldoorlog.
Bock volgde vanaf jonge leeftijd een militaire opleiding in Berlijn en werd beïnvloed door de militaristische Pruisische opvoeding. Hij blonk uit in vakken als talen, geschiedenis en wiskunde. Tegen de tijd dat de Eerste Wereldoorlog begon, had hij de rang van kapitein bereikt. Hij diende als bataljonscommandant en kreeg onderscheidingen voor zijn militaire prestaties, waaronder de prestigieuze Pour le Mérite.
Interbellum: Heropbouw van het Duitse Leger
Na de Eerste Wereldoorlog bleef Bock actief in de Reichswehr, het leger dat volgens het Verdrag van Versailles beperkt was tot 100.000 manschappen. Tijdens de vroege jaren 1920 kreeg hij de opdracht om mee te werken aan de oprichting van de zogenaamde “Zwarte Reichswehr,” een clandestien militair programma dat bedoeld was om de beperkingen van het verdrag te omzeilen. Deze eenheden opereerden onder de dekmantel van arbeidsbataljons, maar functioneerden in feite als een geheime uitbreiding van het leger.
Tijdens deze periode werd de Zwarte Reichswehr berucht door de zogenaamde “Feme-moorden,” waarbij vermeende verraders werden geëxecuteerd. Bock ontkende meerdere keren in de rechtbank dat hij op de hoogte was van de misdaden die in de naam van deze organisatie waren gepleegd.
In de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog behield Bock zijn positie, mede dankzij zijn monarchistische overtuigingen en zijn focus op militaire discipline, eerder dan politieke betrokkenheid. Hij bleef trouw aan de traditionele Duitse waarden en was niet betrokken bij complotten tegen Hitler.
Tweede Wereldoorlog
Invasie van Polen (1939)
Bock kreeg het bevel over Heeresgruppe Nord, die tijdens de invasie van Polen in september 1939 de opdracht had om Poolse troepen ten noorden van de rivier de Wisła te verslaan. Zijn legergroep bestond uit het 3e en 4e Leger en voerde een gecoördineerde aanval uit vanuit Oost-Pruisen en langs de Poolse corridor. De campagne duurde vijf weken en leidde tot de volledige ineenstorting van het Poolse leger.
Tijdens deze operatie gaf Bock de controversiële opdracht om dorpen te vernietigen die vijandig gedrag vertoonden. Deze tactiek leidde tot wijdverspreide verwoesting en het verlies van burgerlevens.
Invasie van Frankrijk (1940)
Na de val van Polen werd Bock op 12 oktober 1939 aangesteld als bevelhebber van Heeresgruppe B, die de aanval op Nederland en België moest leiden. Zijn troepen bestonden uit 29 divisies, waaronder drie pantserdivisies. Het plan was om geallieerde troepen naar het noorden te lokken, zodat ze ingesloten konden worden door Heeresgruppe A, onder leiding van Gerd von Rundstedt.
De snelle overgave van Nederland en de verovering van België verliepen volgens plan, en Bock speelde een sleutelrol in het succes van de Blitzkrieg-tactiek tijdens de Slag om Frankrijk. Op 19 juli 1940 werd hij gepromoveerd tot Generalfeldmarschall (veldmaarschalk).
Operatie Barbarossa en de Opmars naar Moskou (1941)
Met de Duitse inval in de Sovjet-Unie, onder de codenaam Operatie Barbarossa, nam Bock het bevel over Heeresgruppe Mitte. Deze formatie had als belangrijkste doel om via Wit-Rusland naar Moskou op te rukken. De eerste weken van de campagne waren succesvol, met de omsingeling van grote Sovjetlegers bij Minsk en Smolensk.
Bock was een voorstander van een directe aanval op Moskou, in tegenstelling tot het strategische plan van Hitler dat prioriteit gaf aan de vernietiging van Sovjetlegers via kleinere omsingelingen. Deze meningsverschillen zouden later een belangrijke rol spelen in de vertraging van de opmars naar Moskou.
Operatie Typhoon en de Mislukking van de Aanval op Moskou
In september 1941 begon Bock met de voorbereidingen voor Operatie Typhoon, een grootschalige aanval op Moskou. Zijn legergroep, bestaande uit infanterie- en tankeenheden, moest de stad veroveren voordat de winter inviel. Hoewel de Duitse troepen aanvankelijk snel vorderden en enkele belangrijke steden bereikten, zoals Orel en Vyazma, vertraagde hevige regenval (de raspoetitsa) de opmars aanzienlijk.
De Duitse troepen kwamen vast te zitten in de modder, wat leidde tot logistieke problemen en het stilvallen van de aanval. Het vroege begin van de Russische winter en het felle verzet van het Rode Leger onder leiding van maarschalk Georgi Zjoekov dwongen de Duitsers zich terug te trekken.
Verlies van de Slag om Moskou en Ontslag
In december 1941 lanceerden de Sovjets een tegenaanval onder leiding van maarschalk Georgi Zjoekov. De Duitse troepen, die uitgeput waren en niet over voldoende winteruitrusting beschikten, werden teruggedrongen. De mislukking om Moskou te veroveren markeerde een belangrijk keerpunt in de oorlog aan het oostfront. Door de nederlaag verloor Bock het vertrouwen van Hitler, die hem op 18 december 1941 ontsloeg als bevelhebber van Heeresgruppe Mitte, zogenaamd vanwege gezondheidsproblemen.
Commandant van Heeresgruppe Süd (1942) en Het Oostfront
Na zijn ontslag kreeg Bock in januari 1942 opnieuw een belangrijke positie als commandant van Heeresgruppe Süd. Onder zijn leiding werd de Sovjet-winteroffensief afgeslagen en werden de Sovjet-troepen verslagen tijdens de Tweede Slag om Charkov in mei 1942. Deze overwinning leidde tot een tijdelijke heropleving van de Duitse offensieve operaties aan het oostfront.
Bock was verantwoordelijk voor de voorbereiding van de zomercampagne van 1942, die gericht was op de verovering van de Kaukasus en Stalingrad. Echter, Bock pleitte ervoor om eerst de restanten van de Sovjet-troepen bij Voronezj te vernietigen voordat het offensief verder zou gaan. Hitler wees dit plan af en besloot het offensief op te splitsen in twee legergroepen: Heeresgruppe A en Heeresgruppe B.
Op 17 juli 1942 werd Bock ontslagen als commandant van Heeresgruppe B. Dit betekende het einde van zijn actieve militaire loopbaan.
De Laatste Jaren en Dood (1945)
In de laatste maanden van de oorlog hield Bock zich grotendeels op de achtergrond. Tijdens een poging om naar Hamburg te vluchten, werd hij op 3 mei 1945 samen met zijn tweede vrouw en stiefdochter door een geallieerd vliegtuig beschoten. Bock overleefde de aanval aanvankelijk, maar bezweek de volgende dag aan zijn verwondingen. Hij werd begraven in Lensahn, Duitsland.
Oordelen over Zijn Militaire Loopbaan
Fedor von Bock wordt door historici vaak geportretteerd als een generaal die trouw bleef aan militaire discipline en zijn plicht. Hij stond bekend om zijn strikte houding en toewijding aan het slagveld, maar hij had regelmatig meningsverschillen met Hitler over strategische beslissingen. Zijn pleidooi om Moskou direct aan te vallen in plaats van kleinere Sovjetlegers te omsingelen, wordt door velen gezien als een gemiste kans die mogelijk het verloop van de oorlog had kunnen veranderen. Bock zelf uitte later frustratie over de tactische beperkingen die hem door Hitler werden opgelegd.
Conclusie
Fedor von Bock speelde een centrale rol in enkele van de belangrijkste militaire campagnes van de Tweede Wereldoorlog. Hoewel hij enkele successen behaalde, werd zijn loopbaan overschaduwd door strategische tegenslagen, met name de mislukte aanval op Moskou in 1941. Zijn loyaliteit aan de militaire hiërarchie en zijn strikte interpretatie van bevelen betekenden dat hij weinig betrokken was bij politieke intriges, maar ook dat hij moeite had om flexibel met veranderende situaties om te gaan. Zijn dood in mei 1945 markeerde het einde van een loopbaan die onlosmakelijk verbonden blijft met de Duitse militaire geschiedenis.
Bronnen en meer informatie
- Afbeelding: Bundesarchiv, Bild 183-1986-0226-500 / CC-BY-SA 3.0, CC BY-SA 3.0 DE, via Wikimedia Commons
- Wheeler-Bennett, John (1967). The Nemesis of Power: The German Army in Politics, 1918–1945. London: Macmillan. ISBN 978-1-4039-1812-3.
- Turney, Alfred W. (1971). Disaster at Moscow: von Bock’s Campaigns 1941–42. Cassell & Co. ISBN 978-0-8263-0167-3.
- Mitcham, Samuel W. (2009). The Men of Barbarossa: Commanders of the German Invasion of Russia, 1941. Philadelphia: Casemate. ISBN 978-1-935149-66-8.
- Evans, Richard J. (2008). The Third Reich at War: 1939–1945. London: Allen Lane. ISBN 978-0-7139-9742-2.
- Bronnen Mei1940