De Yokosuka D4Y Suisei (彗星, Suisei, “Komeet”; Geallieerde codenaam “Judy“) was een tweezits, draagvliegtuig-gebaseerde duikbommenwerper die door het Yokosuka Naval Air Technical Arsenal werd ontwikkeld en door de Keizerlijke Japanse Marine werd ingezet tijdens de Tweede Wereldoorlog, van 1942 tot 1945. De ontwikkeling van het vliegtuig begon in 1938 en het eerste model, de D4Y1, voltooide zijn eerste vlucht in november 1940, een maand nadat het eerste prototype klaar was.
Inhouds opgave
Specificaties
Algemene specificaties van de Yokosuka D4Y
- Bemanning: 2
- Lengte: 10,22 meter
- Spanwijdte: 11,5 meter
- Hoogte: 3,74 meter
- Vleugeloppervlak: 23,6 m²
- Leeggewicht: 2.440 kg
- Totaalgewicht: 4.250 kg
- Aandrijving: 1× Aichi Atsuta AE1P 32 V-12 vloeistofgekoelde zuigermotor met 1.000 kW (1.400 pk)
Prestaties
- Maximumsnelheid: 550 km/u
- Bereik: 1.465 km
- Dienstplafond: 10.700 meter
- Klimsnelheid: 14 m/s
- Vleugelbelasting: 180 kg/m²
- Vermogen-gewichtsverhouding: 0,25 kW/kg
Bewapening
- Machinegeweren:
- 2× naar voren gerichte 7,7 mm Type 97 machinegeweren
- 1× achterwaarts gericht 7,92 mm Type 1 machinegeweer
- Bommen:
- 500 kg aan bommen (standaard)
- Tot 800 kg aan bommen (in kamikaze-aanvallen)
Ontwikkeling en ontwerp
De ontwikkeling van de D4Y begon in 1938, toen het Keizerlijke Japanse Marine Luchtvaartbureau (Kaigun Kōkū Hombu) een specificatie uitbracht voor een duikbommenwerper om de Aichi D3A te vervangen. Het ontwerp werd geïnspireerd door de Duitse Heinkel He 118, die Japan had verworven in 1938. De D4Y was een eendekker met een slank ontwerp dat hoge snelheden mogelijk maakte. De eerste prototypevluchten van de D4Y vonden plaats eind 1940, waarbij het vliegtuig enkele structurele problemen vertoonde, met name met flutter, wat belangrijk was voor de duikbomfunctie.
Vroege varianten
De D4Y1 en D4Y2 waren uitgerust met de vloeistofgekoelde Aichi Atsuta motor, een gelicentieerde versie van de Duitse Daimler-Benz DB 601 motor. Deze motoren boden hoge snelheden, maar waren onbetrouwbaar in het veld, wat leidde tot de overstap naar de Mitsubishi MK8P Kinsei radiale motor in latere versies zoals de D4Y3 en D4Y4. Dit verbeterde de betrouwbaarheid aanzienlijk, maar verminderde het bereik en de kruissnelheid.
Gebrek aan bescherming
Net als veel Japanse vliegtuigen uit de Tweede Wereldoorlog, ontbrak de D4Y aan pantser en zelfdichtende brandstoftanks, waardoor het vliegtuig kwetsbaar was voor vijandelijk vuur. Pas in de D4Y4-variant werd pantserglas en bescherming voor de bemanning en brandstoftanks toegevoegd. Ondanks deze tekortkomingen stond de D4Y bekend om zijn hoge snelheid, en de D4Y4-variant werd zelfs beschouwd als de snelste duikbommenwerper van de oorlog. De traagheid in de ontwikkeling leidde er echter toe dat de voorganger van de D4Y, de Aichi D3A, veel langer in dienst bleef dan gepland.
Rol in de strijd
Hoewel de D4Y aanvankelijk was ontworpen als een duikbommenwerper, werd het vliegtuig ook ingezet als verkenningsvliegtuig, nachtjager en in de latere stadia van de oorlog voor speciale aanvallen (kamikaze). Het vliegtuig maakte zijn gevechtsdebuut als verkenningsvliegtuig tijdens de Slag om Midway in 1942, waar twee D4Y1-C verkenningsvliegtuigen aan boord van het vliegdekschip Sōryū deelnamen. Het vliegtuig werd pas in 1943 geaccepteerd voor gebruik als duikbommenwerper.
Succesvolle aanvallen
De D4Y behaalde enkele opmerkelijke successen. Tijdens de Slag om Leyte Golf in oktober 1944 veroorzaakte een enkele D4Y de vernietiging van het lichte vliegdekschip USS Princeton. In maart 1945 werd het vliegdekschip USS Franklin geraakt door twee bommen van een D4Y, wat bijna tot haar zinken leidde en het verlies van bijna 800 bemanningsleden veroorzaakte.
Een van de meest beruchte aanvallen vond plaats op 15 augustus 1945, toen een D4Y werd gebruikt in een van de laatste kamikaze-aanvallen, slechts enkele uren na de Japanse overgave. Vice-admiraal Matome Ugaki zat in de achterste cockpit van dit vliegtuig, wat de symboliek van de aanval versterkte.
Operationele geschiedenis en varianten
De D4Y1-C verkenningsversie werd voor het eerst ingezet in 1942 tijdens de Slag om Midway, waar één van deze vliegtuigen verloren ging bij het zinken van de Sōryū. Gedurende de oorlog bleef de D4Y in dienst bij verschillende Japanse vliegdekschepen, waaronder de Shōkaku, Zuikaku en Taihō.
Tijdens de Slag om de Marianen in 1944 leed de D4Y zware verliezen tegen de Amerikaanse marinejagers, zoals de Grumman F6F Hellcat. Hoewel het vliegtuig sneller was dan de oudere Grumman F4F Wildcat, kon het niet concurreren met de modernere vliegtuigen die door de Verenigde Staten werden ingezet. Dit resulteerde in wat de Amerikanen “The Great Marianas Turkey Shoot” noemden, waarbij meer dan 400 Japanse vliegtuigen, waaronder veel D4Y’s, in één dag werden neergeschoten.
Duikbommenwerper en kamikaze-aanvallen
De D4Y speelde een belangrijke rol in kamikaze-aanvallen, met name tegen de Amerikaanse marine in de Slag om Leyte Golf en tijdens de verdediging van de Japanse eilanden. Het vliegtuig werd ingezet in verschillende kamikaze-golven, bekend als Kikusui-aanvallen, die plaatsvonden in de nadagen van de oorlog.
In de Slag om de Filipijnen, in oktober 1944, werd het lichte vliegdekschip USS Princeton gezonken door een enkele D4Y, wat de Amerikaanse marine op aanzienlijke verliezen bracht. Kamikaze-aanvallen met de D4Y bleven effectief, ondanks het ontbreken van ervaren piloten en het overwicht van geallieerde luchtafweer en jachtvliegtuigen.
Nachtjager
Naast zijn rol als duikbommenwerper en kamikaze, werd de D4Y2-S ingezet als nachtjager tegen Amerikaanse B-29 bommenwerpers. Dit model was uitgerust met een 20 mm kanon dat schuin naar boven en voren was gemonteerd, vergelijkbaar met de Duitse Schräge Musik-opstelling. Deze aanpassingen maakten het vliegtuig enigszins effectief tegen de Amerikaanse nachtelijke bombardementen, hoewel het gebrek aan radar en de beperkte klimcapaciteit het succes ervan beperkte.
Laatste inzet en einde van de oorlog
De D4Y bleef tot aan het einde van de oorlog operationeel. Een van de laatste geregistreerde aanvallen met de D4Y vond plaats op 15 augustus 1945, toen vice-admiraal Matome Ugaki en zijn bemanning op een zelfmoordmissie vertrokken, ondanks het feit dat Japan al had gecapituleerd. Deze symbolische missie markeerde het tragische einde van de inzet van de D4Y.
Conclusie
De Yokosuka D4Y Suisei was een veelzijdig vliegtuig dat, ondanks structurele gebreken en gebrek aan bescherming, door zijn hoge snelheid en verschillende varianten een belangrijke rol speelde in de luchtoorlogvoering van Japan tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het vliegtuig was effectief als duikbommenwerper, verkenner, nachtjager en kamikaze-wapen, en liet zijn sporen na in enkele van de belangrijkste gevechten in de Stille Oceaan. De Suisei’s veelzijdigheid, in combinatie met de voortdurende inspanningen van de Japanse marine om het vliegtuig aan te passen en te verbeteren, zorgde ervoor dat het tot de laatste dagen van de oorlog operationeel bleef.
Bronnen en meer informatie
- Bronnen Mei1940
- Afbeelding: See page for author, Public domain, via Wikimedia Commons
- Peattie, M. R. (2007). Sunburst: The Rise of Japanese Naval Air Power, 1909-1941. Naval Institute Press.
- Francillon, R. J. (1979). Japanese Aircraft of the Pacific War. Putnam & Company Ltd.
- Parshall, J. & Tully, A. (2005). Shattered Sword: The Untold Story of the Battle of Midway. Potomac Books.