Operation Faustschlag, ook wel bekend als de “Elf Dagen Oorlog,” was het laatste grote offensief van de Centraal-Mogendheden aan het oostfront tijdens de Eerste Wereldoorlog. Dit offensief vond plaats in februari 1918 en leidde tot de verovering van uitgestrekte gebieden in Estland, Letland, Wit-Rusland en Oekraïne. Het gebrek aan georganiseerde weerstand van de Russische troepen, die verzwakt waren door de Russische Revolutie en de daaropvolgende burgeroorlog, maakte deze snelle opmars mogelijk. Het offensief dwong de Bolsjewistische regering in Rusland uiteindelijk om de Vrede van Brest-Litovsk te ondertekenen.
Inhouds opgave
Achtergrond
De Russische Revolutie en het leger
De Februarirevolutie van 1917 bracht het tsaristische regime van het Russische Rijk ten val. De tsaristische strijdkrachten werden hervormd tot het Russische Leger, dat werd gecontroleerd door de Voorlopige Regering en de Petrogradse Sovjet. De nieuwe machthebbers probeerden het leger te hervormen door meer democratie en menselijkheid in de commandostructuur te introduceren. Een cruciale maatregel was het Petrogradse Sovjetbevel nr. 1, dat voorstelde dat officieren voortaan steun van hun troepen moesten krijgen en dat de machtsmisbruiken uit de tsaristische tijdperk niet langer getolereerd zouden worden. Hoewel sommige tsaristische officieren het land ontvluchtten of muiterijen onderdrukten, bleef de orde in het leger grotendeels gehandhaafd.
Het falen van het Russische leger
Ondanks deze hervormingen was het Russische leger ernstig verzwakt. Dit bleek uit het mislukken van het Kerenski-offensief in juli 1917, dat leidde tot een nederlaag en verdere afname van het vertrouwen in de Voorlopige Regering onder leiding van Aleksandr Kerenski. Ondertussen groeide de invloed van de Centrale Rada in Oekraïne, die streefde naar autonomie binnen Rusland. Deze onderhandelingen leidden echter niet tot volledige erkenning van de Oekraïense autonomie.
De Oktoberrevolutie en de gevolgen
De situatie escaleerde verder toen de Bolsjewieken in november 1917, tijdens de Oktoberrevolutie, de macht overnamen in Rusland. Ze kondigden aan dat “Sovjet-Rusland” zich zou terugtrekken uit de oorlog. Tegelijkertijd vond in Kiev de Oekraïens-Sovjetoorlog plaats, waarin de Bolsjewieken en de Centrale Rada elkaar bevochten. De Rada riep op 20 november 1917 de autonome Oekraïense Volksrepubliek (UPR) uit, die gezag had over Oekraïne totdat de orde in Rusland zou worden hersteld.
Vredesonderhandelingen en het uitbreken van het offensief
Brest-Litovsk: De onderhandelingen
Op 3 december 1917 begonnen vredesbesprekingen tussen de nieuwe Sovjetregering van Rusland en de Centraal-Mogendheden in Brest-Litovsk. De onderhandelingen verliepen moeizaam, vooral omdat de Centraal-Mogendheden aanzienlijke territoriale concessies eisten, waaronder de gebieden die ze in de periode 1914-1916 hadden bezet, zoals Polen, Litouwen en West-Letland. De Bolsjewieken weigerden deze voorwaarden te accepteren en trokken zich terug uit de onderhandelingen, wat leidde tot het uiteenvallen van de wapenstilstand.
Escalatie van de conflicten in Oekraïne
Ondertussen escaleerde het conflict in Oekraïne. De Bolsjewieken, die de controle over Kiev verloren hadden, trokken zich terug naar Charkov, waar ze op 24 december 1917 de Oekraïense Volksrepubliek van Sovjets vestigden, die ondergeschikt was aan de Russische Sovjet Federatieve Socialistische Republiek (RSFSR). De Centrale Rada, die in Kiev de controle over het regeringscentrum behield, riep op 22 januari 1918 de onafhankelijkheid van Oekraïne uit, nadat ze de steun van de Centrale Mogendheden had verworven in de onderhandelingen.
Heropening van de vijandelijkheden
De heropening van de vijandelijkheden vond plaats op 17 februari 1918, toen de Duitse stafchef, generaal Max Hoffmann, een einde maakte aan de wapenstilstand met Sovjet-Rusland. Dit leidde tot het hervatten van de gevechten en het begin van Operation Faustschlag op 18 februari 1918.
Het offensief van de Centraal-Mogendheden
De opmars naar het oosten
De Centraal-Mogendheden lanceerden een grootschalig offensief tegen de Sovjets met 53 divisies, verdeeld over drie fronten. Het noordelijke front rukte op vanuit Pskov richting Narva, het centrale front richtte zich op Smolensk, en het zuidelijke front bewoog zich naar Kiev.
Snelle veroveringen
Het offensief verliep zeer succesvol voor de Centraal-Mogendheden. Op de eerste dag werd het belangrijke knooppunt Daugavpils veroverd, gevolgd door de inname van Pskov en Narva op 28 februari 1918. De centrale strijdkrachten veroverden Minsk op 21 februari, waar ook het hoofdkwartier van de Westelijke Legergroep werd ingenomen. In het zuiden werden Zhytomyr (tegenwoordig Zhytomyr) op 24 februari en Kiev op 2 maart 1918 ingenomen.
De ‘Spoorwegoorlog’
De snelheid van de Duitse opmars, waarbij ze binnen een week meer dan 240 km terreinwinst boekten, werd vaak aangeduid als de “Spoorwegoorlog” (der Eisenbahnfeldzug). Duitse troepen gebruikten de Russische spoorwegen om snel oostwaarts te trekken, waarbij ze vrijwel geen serieuze tegenstand ondervonden. Generaal Hoffmann beschreef deze snelle en ongebruikelijke oorlogvoering als volgt in zijn dagboek:
“Het is de meest komische oorlog die ik ooit heb meegemaakt. We zetten een handvol infanteristen met machinegeweren en een kanon op een trein en sturen ze naar het volgende station; ze nemen het in, maken Bolsjewistische gevangenen, nemen enkele extra troepen mee, en zo verder. Deze werkwijze heeft in ieder geval de charme van nieuwigheid.”
Politieke impact en nasleep
Het ondertekenen van de Vrede van Brest-Litovsk
Terwijl het Duitse offensief doorging, keerde Trotski terug naar Petrograd. Hoewel het Russische leiderschap aanvankelijk vasthield aan het voortzetten van de oorlog, was Rusland hier door de vernietiging van zijn leger niet toe in staat. Lenin, gesteund door andere leidende communisten zoals Kamenev, Zinovjev en Stalin, drong aan op acceptatie van de Duitse voorwaarden, die inmiddels nog strenger waren geworden.
Na intense discussies binnen de leiding van de Bolsjewieken, waarbij Lenin zelfs dreigde met aftreden, werd besloten om de Duitse eisen te accepteren. Op 3 maart 1918 ondertekenden de Bolsjewieken de Vrede van Brest-Litovsk, waarmee ze grote gebieden van het voormalige Russische Rijk opgaven, waaronder Estland, Letland, Litouwen, Polen, Wit-Rusland en Oekraïne.
Bezetting van Estland
Op 24 februari 1918, een dag voor de aankomst van Duitse troepen in Tallinn, riep het Estse Reddingscomité de onafhankelijkheid van Estland uit. De Duitse bezettingsautoriteiten weigerden echter de Estse regering te erkennen en installeerden Duitse functionarissen in machtsposities.
Verdere opmars van de Centraal-Mogendheden
Na het ondertekenen van de Vrede van Brest-Litovsk, rukten de zuidelijke legers van de Centraal-Mogendheden nog verder op, waarbij ze uiteindelijk meer dan 500 km terreinwinst boekten en heel Oekraïne en delen van aangrenzende gebieden veroverden. De Duitse operaties breidden zich ook uit naar de Kaukasus en Finland, waar Duitsland de Witte Finse troepen ondersteunde in de Finse Burgeroorlog.
Gevolgen voor de Sovjetregering
Binnen de Bolsjewistische regering consolideerde Lenin zijn macht. Uit angst voor een mogelijke Duitse dreiging langs de Baltische kust verplaatste hij de hoofdstad van Petrograd naar Moskou op 12 maart 1918. Hoewel Lenin binnen zijn partij nooit meer zo sterk werd uitgedaagd als bij de discussies over de Vrede van Brest-Litovsk, bleef de mogelijkheid van Duitse dreiging een belangrijke factor in de verdere beslissingen van de Sovjetregering.
Conclusie
Operation Faustschlag markeerde het einde van de oorlog aan het oostfront tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het offensief van de Centraal-Mogendheden dwong de Bolsjewistische regering van Rusland tot het ondertekenen van de Vrede van Brest-Litovsk, wat leidde tot het verlies van aanzienlijke gebieden voor Rusland en het beëindigen van de gevechten aan het oostfront. Hoewel deze gebieden aanvankelijk onder Duitse controle kwamen, stortte dit plan ineen met de nederlaag van Duitsland later dat jaar. De impact van de Vrede van Brest-Litovsk zou echter blijven resoneren, vooral in de vorm van de onafhankelijkheid van de Baltische staten, Finland en Polen, die na de Duitse nederlaag in de Eerste Wereldoorlog definitief werd erkend.
Bronnen en meer informatie
- Jones, M. (2001). The Aftermath of World War I: From Versailles to the Outbreak of World War II. New York: Routledge.
- Fischer, F. (1967). Germany’s Aims in the First World War. New York: Norton.
- Mawdsley, E. (2007). The Russian Civil War. Edinburgh: Birlinn.
- Ziemke, E. F. (1987). The German Northern Theater of Operations 1940-1945. Washington: Department of the Army.
- Bronnen Mei1940
- Afbeelding: Department of History, United States Military Academy, Public domain, via Wikimedia Commons