De Hr.Ms. Piet Hein was een Nederlandse torpedobootjager uit de Admiralenklasse, vernoemd naar de zeventiende-eeuwse zeevaarder Piet Hein. Dit schip speelde een rol in de geschiedenis van de Koninklijke Marine, vooral tijdens de Tweede Wereldoorlog. Toen de Tweede Wereldoorlog begon, was het schip al verouderd.
Inhouds opgave
Bouw en ontwerp van de Hr.Ms. Piet Hein
In het midden van de jaren 1920 besloot Nederland om acht nieuwe torpedobootjagers te bouwen die zouden worden ingezet in Nederlands-Indië. Deze beslissing werd genomen om de Nederlandse maritieme aanwezigheid in de Oost te versterken. De Hr.Ms. Piet Hein was een van deze vier schepen en werd gebouwd op de scheepswerf van Burgerhout’s Scheepswerf en Machinefabriek in Rotterdam. De kiel werd gelegd op 26 augustus 1925 en het schip werd te water gelaten op 2 april 1927. Uiteindelijk werd de Hr.Ms. Piet Hein op 25 januari 1929 in dienst genomen door de Koninklijke Marine.
Technische specificaties en ontwerp
De Hr.Ms. Piet Hein was gebaseerd op een ontwerp van de Britse Yarrow Shipbuilders, dat ook de HMS Ambuscade voor de Britse Koninklijke Marine had ontworpen. Dit ontwerp stond bekend om zijn snelheid en manoeuvreerbaarheid, wat essentieel was voor de taken van een torpedobootjager.
Het schip had een waterverplaatsing van 1.316 lange tonnen (standaard) en kon tot 1.640 lange tonnen volledig beladen wegen. De lengte van het schip was 98 meter, met een breedte van 9,53 meter en een diepgang van 2,97 meter. Voor de aandrijving was de Hr.Ms. Piet Hein uitgerust met drie Yarrow-ketels en twee Parsons-turbines, die samen een vermogen van 31.000 pk leverden. Dit gaf het schip een topsnelheid van 36 knopen (ongeveer 67 km/u).
Bewapening en uitrusting
De hoofdbewapening van de Hr.Ms. Piet Hein bestond uit vier 120 millimeter kanonnen van de Zweedse fabrikant Bofors, waarvan er twee vooraan en twee achteraan op het schip waren gemonteerd. Deze kanonnen waren geschikt voor zowel oppervlakte- als luchtdoelen, wat de veelzijdigheid van het schip vergrootte. Daarnaast had het schip twee 75 millimeter luchtafweergeschut voor bescherming tegen luchtaanvallen.
Voor nabijverdediging was de Hr.Ms. Piet Hein uitgerust met vier 12,7 millimeter machinegeweren. Verder bestond de torpedobewapening uit zes 533 millimeter torpedobuizen in twee drievoudige opstellingen, wat het schip zeer effectief maakte in anti-schip operaties.
Naast de standaard bewapening was de Hr.Ms. Piet Hein ook uitgerust met 24 mijnen, die konden worden gebruikt voor het leggen van mijnenvelden ter bescherming van strategische waterwegen. Voor verkenningsdoeleinden was er een optie om een Fokker C.VII-W watervliegtuig mee te nemen. Dit vliegtuig werd op een platform boven de achterste torpedobuizen geplaatst en kon met een kraan te water worden gelaten voor vluchten.
Sensoren
Op het gebied van detectie had de Hr.Ms. Piet Hein ruispeilers, een vroege vorm van onderwaterdetectiesystemen die geluidsgolven onder water konden oppikken. Deze ruispeilers, ook wel hydrofoons genoemd, waren minder geavanceerd dan de latere sonar- en ASDIC-systemen, maar boden enige capaciteit om vijandelijke onderzeeboten te detecteren.
Operationele geschiedenis
Na haar indienststelling nam de Hr.Ms. Piet Hein deel aan verschillende vlootactiviteiten en oefeningen. Op 23 augustus 1936 nam het schip deel aan de vlootdagen in Soerabaja, samen met de kruisers Java en Sumatra en de torpedobootjagers Van Galen en Witte de With. Deze oefeningen waren bedoeld om de paraatheid van de vloot te vergroten en de samenwerking tussen verschillende schepen te verbeteren.
Later dat jaar, op 13 november, brachten de Java-klasse kruisers en de torpedobootjagers Evertsen, Witte de With en Piet Hein een vriendschappelijk bezoek aan Singapore. Tijdens de reis naar Singapore oefenden de schepen in de Zuid-Chinese Zee om hun tactische vaardigheden te verbeteren.
Ondanks oefeningen en operaties was de Hr.Ms. Piet Hein tegen die tijd operationeel verouderd. Het schip ontbrak moderne technologieën zoals ASDIC of sonar, waardoor de capaciteit voor anti-onderzeeboot (ASW) beperkt was. Ook de luchtverdediging was niet afdoende. De marine had nagelaten om het schip tijdig te moderniseren, wat de operationele effectiviteit in oorlogsomstandigheden aanzienlijk verminderde.
De Slag in de Straat Badoeng en de ondergang van de Hr.Ms. Piet Hein
Toen de oorlog in de Stille Oceaan in volle gang was, werd de rol van torpedobootjagers zoals de Hr.Ms. Piet Hein cruciaal in het afweren van de snel oprukkende Japanse strijdkrachten. De Slag in de Straat Badoeng op 18-19 februari 1942 was een van de laatste pogingen van de geallieerden om de Japanse expansie in Nederlands-Indië tegen te houden.
De geallieerde strijdkrachten, bestaande uit schepen van de Amerikaanse, Britse, Australische en Nederlandse marines, waren van plan een Japanse invasievloot die richting Bali voer te onderscheppen. Tijdens de nachtelijke gevechten in de Straat Badoeng werd de geallieerde vloot geconfronteerd met een goed voorbereide Japanse strijdmacht, waaronder torpedobootjagers die beter getraind waren en uitgerust voor nachtgevechten. De Hr.Ms. Piet Hein werd snel betrokken bij een hevig gevecht en slaagde erin om enkele aanvallen uit te voeren voordat ze zwaar beschadigd werd door torpedotreffers van de Japanse torpedobootjager Asashio.
Het schip zonk snel na de treffers, wat leidde tot het verlies van 64 bemanningsleden, inclusief haar kapitein, J.M.L.I. Chömpff. De ondergang van de Hr.Ms. Piet Hein illustreerde zowel de moed als de kwetsbaarheid van de Nederlandse Marine in de woelige wateren van de Tweede Wereldoorlog.
Militaire Willems-Orde
Matroos 1 Nico de Vet ontving de Militaire Willems-Orde voor zijn acties op 18-19 februari 1942 tijdens de Slag in de Straat Badoeng, waar hij als lid van de stuksbemanning van kanon 2 op het achterschip van de Hr. Ms. Piet Hein bleef vuren op de vijand, zelfs toen het schip ernstig beschadigd was en uiteindelijk zonk.
Gebrek aan goede uitrusting en training
Het gebrek aan moderne detectiesystemen zoals ASDIC of sonar aan boord van de Hr.Ms. Piet Hein veroorzaakte aanzienlijke beperkingen tijdens confrontaties in de Tweede Wereldoorlog. Zonder geavanceerde sonar konden de bemanning en het schip niet effectief onderzeeboten opsporen, vooral tijdens nachtelijke gevechten of in slechte zichtomstandigheden. Dit beperkte niet alleen hun vermogen om vijandelijke schepen vroegtijdig te detecteren, maar verhoogde ook het risico op verrassingsaanvallen, zoals getorpedeerd worden door onzichtbare vijanden.
Bovendien was de beperkte luchtafweer ontoereikend tegen luchtaanvallen, waardoor het schip kwetsbaar bleef voor luchtaanvallen en torpedoaanvallen. Deze technologische tekortkomingen verminderden de slagkracht en het overlevingsvermogen van de Hr.Ms. Piet Hein in een tijdperk waarin snelheid en detectie cruciaal waren voor succes op zee, en leidden uiteindelijk tot haar ondergang tegen beter uitgeruste tegenstanders.
Invloed op latere ontwerpen en tactieken
De ervaringen opgedaan met de Admiralenklasse, en specifiek de Hr.Ms. Piet Hein, beïnvloedden latere ontwerpen van Nederlandse marineschepen en de ontwikkeling van tactieken.
De noodzaak voor betere detectiesystemen, zoals verbeterde sonar en radar, werd onderstreept door de gevechtservaringen in de Tweede Wereldoorlog. Bovendien hielp het inzicht in de operationele beperkingen en mogelijkheden van torpedobootjagers om de strategieën van de Nederlandse marine in de nasleep van de oorlog te hervormen.
De ervaringen van de Hr.Ms. Piet Hein en de andere schepen uit de Admiralenklasse hielpen ook bij het stimuleren van technologische innovatie binnen de Nederlandse marine. De beperkingen van oudere detectiesystemen zoals ruispeilers leidden tot een grotere nadruk op de ontwikkeling van moderne sonar- en radarapparatuur. Dit was essentieel voor het verbeteren van de detectiecapaciteiten tegen onderzeeboten en vliegtuigen, een les die hard was geleerd tijdens de conflicten in de Tweede Wereldoorlog.
Conclusie
De Hr.Ms. Piet Hein blijft een belangrijk onderdeel van de Nederlandse maritieme geschiedenis vanwege haar diensttijd en de lessen die daaruit zijn getrokken. Hoewel het schip al verouderd was toen de Tweede Wereldoorlog begon, met beperkte uitrusting en onvoldoende luchtafweerverdediging, diende het moedig in uitdagende omstandigheden. De tekortkomingen in technologie en modernisering maakten de Hr.Ms. Piet Hein echter kansloos tegen de beter uitgeruste en getrainde Japanse schepen. Dit tragische verlies benadrukt de noodzaak van voortdurende innovatie en aanpassing binnen de marine, om voorbereid te zijn op toekomstige dreigingen en uitdagingen in een snel veranderend geopolitiek landschap.
Bronnen en meer informatie
- Bronnen Mei1940
- Wikipedia. “Hr.Ms. Piet Hein (1929).” Beschikbaar via Wikipedia.
- Afbeelding: Schepen van de Koninklijke Marine in W.O.II Public Domain Wiki Commens