Henri Gerard Winkelman (Maastricht, 17 augustus 1876 – Soesterberg, 27 december 1952) was opperbevelhebber van de Nederlandse strijdkrachten tijdens de Duitse invasie in mei 1940. Hij speelde een sleutelrol in de korte maar hevige strijd die Nederland voerde tegen Nazi-Duitsland.
Inhouds opgave
Vroege Leven en Carrière
Opleiding en Militaire Start
Winkelman werd geboren in Maastricht als zoon van Julius Hendrik Winkelman, een inspecteur van registratie en domeinen, en Charlotte Henriëtte Braams. Hij doorliep de Koninklijke Militaire Academie (KMA) in Breda, met als aanvankelijke ambitie om als officier in het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) te dienen. Gedurende zijn opleiding veranderde zijn richting en koos hij voor een loopbaan bij de infanterie. Op 11 augustus 1896 werd hij benoemd tot tweede luitenant.
Na zijn huwelijk in 1902 met Arendina Jacomina Coert kreeg hij twee zonen en twee dochters. Winkelman klom gestaag op binnen de Nederlandse strijdkrachten:
- 1913: Bevordering tot kapitein.
- 1923: Verworven rang van majoor.
- 1931: Aanstelling als generaal-majoor en commandant van de 4e divisie.
- 1934: Promotie tot luitenant-generaal.
Ondanks zijn indrukwekkende carrière mislukte zijn poging om stafchef van de Nederlandse krijgsmacht te worden. Hij verloor deze benoeming van generaal Izaak Reijnders en nam eervol ontslag. Na zijn pensioen bleef Winkelman actief als adviseur op het gebied van landsverdediging en was hij betrokken bij verschillende militaire commissies.
De Aanloop naar de Duitse Invasie
Op 28 augustus 1939, vier dagen voor de Duitse invasie van Polen, besloot Nederland tot mobilisatie. Generaal Reijnders werd benoemd tot opperbevelhebber van de Nederlandse strijdkrachten, maar zijn relatie met minister van Defensie Adriaan Dijxhoorn was gespannen. Dit conflict leidde uiteindelijk tot het ontslag van Reijnders op 5 februari 1940.
Na crisisberaad bood het kabinet aan Winkelman de functie van opperbevelhebber aan. Hij aanvaardde dit op 6 februari 1940 en werd bevorderd tot generaal.
Strategie en Verdediging
Winkelman stond voor een enorme uitdaging: het Nederlandse leger was slecht voorbereid op een moderne oorlog. Het beschikte over 280.000 soldaten, maar was achtergesteld op het gebied van materieel:
- Geen tanks.
- Een gebrek aan veldartillerie en luchtafweer.
Winkelman koos daarom voor een statische verdediging van “Vesting Holland” (het gebied rondom de huidige Randstad). De belangrijkste verdedigingslinies waren:
- IJssel- en Maaslinie: Eerste linie in het oosten van het land.
- Grebbelinie: De hoofdverdedigingslinie in het midden van Nederland.
- Afsluitdijk: Cruciaal verdedigingspunt in het noorden.
Het doel van Winkelmans strategie was niet om de Duitse legers te verslaan, maar om tijd te winnen totdat de geallieerden Nederland te hulp zouden komen.
De Duitse Invasie: 10 – 15 mei 1940
Begin van de Invasie
Op 10 mei 1940 viel Duitsland Nederland binnen. De aanval werd gekenmerkt door verrassende luchtlandingen bij Den Haag, Rotterdam en Dordrecht. De Duitse strategie was erop gericht de Nederlandse regering, het leger en de koninklijke familie snel gevangen te nemen.
Ondanks hevige bombardementen en het verrassingsaspect, wist het Nederlandse leger aanvankelijk stand te houden bij de Grebbelinie en de Afsluitdijk. Duitse paratroopers bezetten echter snel strategische bruggen bij Moerdijk en Rotterdam, wat de situatie voor Nederland kritiek maakte.
Verlies van de Grebbelinie
Op 13 mei 1940 viel de Grebbelinie na een driedaagse strijd. De Duitse 9e Pantserdivisie rukte op naar de Moerdijkbruggen en bedreigde daarmee Vesting Holland vanuit het zuiden.
Met de koningin en de regering gevlucht naar Londen, droeg minister Max Steenberghe het regeringsgezag in Nederland over aan Winkelman.
Bombardement van Rotterdam en Capitulatie
Op 14 mei 1940 eiste Adolf Hitler een snelle overgave van Nederland. Toen de Nederlandse troepen zich in Rotterdam hevig verzetten, besloten de Duitsers tot een bombardement op de stad. Het verwoestende bombardement kostte aan honderden burgers het leven en legde grote delen van de stad in puin.
Onder dreiging van een vergelijkbaar bombardement op Utrecht besloot Winkelman dat verder verzet zinloos was. Hij ondertekende op 15 mei 1940 de capitulatie in het schoolgebouw van Rijsoord. Hiermee eindigde de strijd in Nederland, met uitzondering van Zeeland waar Franse troepen nog weerstand boden.
Na de Capitulatie
Arrestatie en Krijgsgevangenschap
Winkelman weigerde na de capitulatie mee te werken met de Duitse bezetter. Op 29 juni 1940 toonde hij zijn steun aan het koningshuis tijdens Anjerdag, een stille protestdag tegen de bezetting. Dit leidde tot zijn arrestatie op 2 juli 1940. Hij werd vijf jaar lang krijgsgevangene, voornamelijk in Offizierslager IV-B Königstein.
Eervol Ontslag en Decoraties
Na de oorlog keerde Winkelman terug naar Nederland en werd hij op 1 oktober 1945 eervol ontslagen uit militaire dienst. Hij ontving de hoogste Nederlandse militaire onderscheiding, Ridder Grootkruis in de Orde van de Nederlandse Leeuw, als erkenning voor zijn rol tijdens de invasie.
Conclusie
Generaal Henri Winkelman stond aan het hoofd van de Nederlandse strijdkrachten tijdens de Duitse invasie in mei 1940. Ondanks beperkte middelen en een sterkere vijand toonde hij vastberadenheid en strategisch inzicht. Zijn beslissing om te capituleren na het bombardement op Rotterdam redde vele burgerlevens. Zijn weigering om met de bezetter samen te werken en zijn steun aan het koningshuis onderstrepen zijn integriteit en nationale rol.
Bronnen en meer informatie
- Afbeelding: Bundesarchiv, Bild 146-1969-097-17 / Hausen, v. / CC-BY-SA 3.0, CC BY-SA 3.0 DE, via Wikimedia Commons
- Axelrod, Alan; Kingston, Jack A. (2007). Encyclopedia of World War II. New York: Facts on File. ISBN 978-0-8160-6022-1.
- Middelkoop, Teo van (2006). Generaal H.G. Winkelman. Standvastig strijder (1876-1952). Zaltbommel: Europese Bibliotheek. ISBN 978-90-5994-103-8.
- De bange Meidagen van ’40 (1978). Lekturama – De Tweede Wereldoorlog. ISBN 609-0-9040-4006-0.