Ernest Edwin Evans (13 augustus 1908 – 25 oktober 1944) was een officier in de Amerikaanse marine die postuum de Medal of Honor ontving voor zijn moedige acties tijdens de Slag bij Samar, een onderdeel van de Slag in de Golf van Leyte in de Tweede Wereldoorlog. Zijn leiderschap en opoffering worden herinnerd als een voorbeeld van vastberadenheid en toewijding aan zijn bemanning.
Inhouds opgave
Biografie
Vroege Leven en Carrière
Ernest Edwin Evans werd geboren op 13 augustus 1908 in Pawnee, Oklahoma, en was van Cherokee- en Creek-afkomst. Hij groeide op in Muskogee, Oklahoma, waar hij afstudeerde aan de Muskogee Central High School. In 1926 trad Evans in dienst bij de Amerikaanse marine. Na een jaar als matroos werd hij toegelaten tot de United States Naval Academy, waar hij op 29 juni 1927 als adelborst begon. Hij studeerde af in 1931 en begon zijn carrière als marineofficier.
Vroege Dienstjaren
Evans werd op 9 augustus 1941 toegewezen aan de destroyer USS Alden (DD-211). Hij diende op dit schip in de Oost-Indische archipel toen Japan op 7 december 1941 Pearl Harbor aanviel. Op 14 maart 1942 werd hij benoemd tot commandant van de Alden. Tijdens zijn commando nam hij deel aan operaties in en rond Australië, Nieuw-Guinea en Nederlands-Indië.
Overname van de USS Johnston
In juli 1943 kreeg Evans het bevel om toezicht te houden op de uitrusting van de Fletcher-klasse destroyer USS Johnston (DD-557) bij de Seattle-Tacoma Shipbuilding Corporation. Op 27 oktober 1943 nam hij officieel het commando over tijdens de indienststellingsceremonie. Bij deze gelegenheid sprak hij zijn bemanning toe met de woorden:
“Dit wordt een vechtschip. Ik ben van plan het gevaar op te zoeken, en iedereen die dat niet wil, kan beter nu vertrekken.”
Evans leidde de Johnston door verschillende operaties, waaronder de succesvolle aanval op de Japanse onderzeeër I-176 in mei 1944, waarvoor hij de Bronze Star ontving.
De Slag bij Samar
Strategische Context
De Slag bij Samar vond plaats op 25 oktober 1944 als onderdeel van de grotere Slag in de Golf van Leyte. Evans en de USS Johnston maakten deel uit van Task Unit 77.4.3, beter bekend als “Taffy 3”. Deze eenheid bestond uit zes escortvliegdekschepen, drie destroyers en vier torpedobootjagers. Samen namen ze het op tegen een veel grotere Japanse strijdmacht die bestond uit vier slagschepen, zes zware kruisers, twee lichte kruisers en elf destroyers.
Het doel van de Japanse vloot was om de landingsstranden bij Leyte aan te vallen, waar generaal Douglas MacArthur een grootschalige amfibische invasie leidde. Ondanks de ongelijke krachtsverhoudingen speelde Taffy 3 een doorslaggevende rol in het afslaan van de aanval.
De Heldendaad van de USS Johnston
Toen de Japanse vloot werd waargenomen, aarzelde Evans niet. Hij beval een rookgordijn om de escortvliegdekschepen te beschermen en leidde de Johnston in een directe aanval op de vijandelijke schepen. De Johnston viel de zware kruiser Kumano aan, waarbij het schip minstens 45 granaten van 127 mm afvuurde en meerdere torpedo’s afschoot. Minstens één torpedo trof de boeg van de Kumano, waardoor deze ernstig beschadigd werd en uit de strijd moest worden gehaald.
Tijdens de strijd werd de Johnston zwaar getroffen door granaten van de Japanse slagschepen, waaronder de Yamato. Evans raakte ernstig gewond, maar weigerde medische hulp voor zichzelf en gaf prioriteit aan de bemanning. Ondanks de schade bleef de Johnston vechten, waarbij ze de zware kruisers Haguro en Chikuma aanviel en tijdelijk de escortcarrier Gambier Bay ondersteunde.
Uiteindelijk werd de Johnston omsingeld en zwaar beschoten door Japanse schepen. Het schip zonk om 10:11 uur. De Japanse destroyer Yukikaze zou volgens overleveringen de dappere bemanning hebben gesalueerd voordat deze verder voer.
Evans’ Lot
Het lot van Ernest E. Evans is nooit volledig vastgesteld. Volgens overlevenden leefde hij lang genoeg om het bevel te geven het schip te verlaten, maar hij werd niet gered. Zijn moed en leiderschap werden postuum erkend met de Medal of Honor en de Presidential Unit Citation voor de acties van Taffy 3.
Erfenis
Eerbetoon
Ernest E. Evans wordt herinnerd als een van de meest toegewijde en moedige officieren van de Amerikaanse marine. Hij is geëerd door de naamgeving van meerdere schepen, waaronder de USS Evans (DE-1023). Zijn verhaal wordt gedocumenteerd in boeken zoals The Last Stand of the Tin Can Sailors van James D. Hornfischer en Sea of Thunder van Evan Thomas.
De Slag bij Samar in de Geschiedenis
De Slag bij Samar wordt beschouwd als een opmerkelijk voorbeeld van vastberadenheid en toewijding in de strijd. Ondanks dat de schepen van Taffy 3 niet waren ontworpen om stand te houden tegen een aanzienlijk sterkere vijandelijke vloot, bleven zij weerstand bieden. Deze gebeurtenissen worden nog steeds uitgebreid geanalyseerd en erkend als een belangrijk moment in de maritieme geschiedenis.
Conclusie
Ernest E. Evans belichaamt de waarden van leiderschap, moed en opoffering. Zijn acties tijdens de Slag bij Samar hebben niet alleen een beslissende bijdrage geleverd aan de overwinning in de Slag in de Golf van Leyte, maar ook een blijvend voorbeeld gegeven van plichtsbesef onder extreme omstandigheden.
Bronnen en meer informatie
- Afbeelding: Naval History & Heritage Command , Public domain, via Wikimedia Commons
- Haaland, Debra A. (2023). Why We Serve: Native Americans in the United States Armed Forces. Smithsonian. ISBN 978-1588347640.
- Morison, Samuel Eliot (2001). History of United States Naval Operations in World War II: Leyte, June 1944-January 1945. University of Illinois Press. ISBN 978-0-252-07063-1.
- Hornfischer, James D. (2004). The Last Stand of the Tin Can Sailors. Bantam Books. ISBN 978-0-553-80257-3.
- Thomas, Evan (2006). Sea of Thunder: Four Commanders and the Last Great Naval Campaign, 1941–1945. Simon & Schuster. ISBN 978-0-7432-5221-7.
- Bronnen Mei1940