De sociaal-democraat Scheidemann roept in Duitsland de republiek uit 9 november 1918

De sociaal-democraat Phillipp Scheidemann roept in Duitsland de republiek uit.
De sociaal-democraat Phillipp Scheidemann roept in Duitsland de republiek uit.

In 1918 kon, dankzij de Russische Revolutie, nog een wapenstilstand met Rusland worden bedongen, die in maart 1918 tot de Vrede van Brest-Litovsk leidde. Kort hierop werd de toestand echter uitzichtloos: de laatste reserves van het leger waren bijna opgebruikt en in de steden braken onlusten uit door o.a. de nijpende voedseltekorten en snel volgde de totale ineenstorting.

De legerleiding zag ook in dat de oorlog niet meer te winnen was: er dreigde zelfs een totale bezetting van Duitsland in het verschiet te liggen zodra het leger definitief de strijd moest opgeven. Er diende dus zo snel mogelijk onderhandeld te worden met de geallieerden om de oorlog te beëindigen.

Dit leidde in september 1918 tot de benoeming tot rijkskanselier van de liberale prins Max van Baden, die men als de geschikte persoon zag om onderhandelingen met de Geallieerden (inmiddels inclusief de Verenigde Staten) te voeren.

De geallieerden, en vooral de VS, wensten voordat er onderhandeld kon worden een verdere democratisering van het autoritaire regeringssysteem van het keizerrijk. Door de oktoberhervormingen werd hieraan tegemoetgekomen.

De Reichstag kreeg meer bevoegdheden en de invloed van keizer en aristocratie werd verminderd. Matrozenopstanden in Wilhelmshaven en Kiel leidden in november echter tot de Novemberrevolutie.

In Beieren werd koning Lodewijk III op 7 november afgezet en werd de republiek uitgeroepen, andere staten volgden.

Prins Max verklaarde Wilhelm op 9 november was afgezet als Duits staatshoofd. Friedrich Ebert werd ‘voorlopig hoofd’ van de regering. Aanvankelijk wilde een deel van de, vooral conservatieve, partijen in het parlement nog wel verder met een constitutionele monarchie voor het land. Maar de invloedrijke positie van de monarch zou dan wel gereduceerd moeten worden naar een meer ceremoniële rol zoals in Nederland en Groot-Brittannië al het geval was.

Maar terwijl men nog zocht naar een geschikte opvolger voor de afgezette keizer, men dacht aan zijn kleinzoon of een ander verder familielid, riep de vooraanstaande socialist Philipp Scheidemann nog op diezelfde dag de republiek uit om de communisten voor te zijn die hetzelfde wilden doen. Hiermee was een voortzetting van de monarchie in Duitsland onmogelijk geworden, vooral omdat de meeste partijen al snel hiermee instemden. Wilhelm II was op de dag van zijn afzetting in het Duitse legerhoofdkwartier in het Belgische Spa en durfde niet meer terug naar zijn eigen land.

Ook wilden de geallieerden hem arresteren voor oorlogsmisdaden. De enige uitweg voor de (ex)keizer was om naar een neutraal land te vluchtten. Hij week op 10 november 1918 uit naar het neutrale Nederland waar hij asiel aanvroeg.

Hij woonde tot aan zijn overlijden in 1941 in Doorn en zag Duitsland nooit meer terug. Friedrich Ebert werd begin 1919 het nieuwe staatshoofd als de eerste door het parlement gekozen Reichspräsident (Rijkspresident) van de nieuwe Duitse republiek die bekend zou worden als de Weimarrepubliek.