
De Blohm & Voss BV 138, bijgenaamd de “Fliegender Holzschuh” (Vliegende Klomp), was een Duits vliegende boot die tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Luftwaffe werd ingezet als maritiem verkenningsvliegtuig en langeafstands-patrouillevliegtuig. Het toestel werd ontworpen door Dr. Richard Vogt en geproduceerd door de vliegtuigafdeling van Blohm & Voss, voorheen bekend als Hamburger Flugzeugbau.
Inhouds opgave
Ontwikkeling en Ontwerp
De ontwikkeling van de BV 138 begon in de jaren 1930 toen Blohm & Voss, een scheepsbouwbedrijf, besloot zijn activiteiten uit te breiden naar de luchtvaartsector vanwege een afname van orders tijdens de Grote Depressie. De locatie van het bedrijf aan de Elbe en de ervaring van de medewerkers in maritieme constructie maakten de ontwikkeling van een vliegende boot een logische keuze. Het oorspronkelijke ontwerp stond bekend als de Ha 138 en werd geselecteerd voor verdere ontwikkeling als langeafstandsverkenningsvliegtuig.
De vroege ontwikkeling van de BV 138 werd vertraagd door technische problemen, met name met de motoren. Het oorspronkelijke ontwerp voorzag in twee motoren, maar vanwege technische beperkingen werd het herzien naar een configuratie met drie motoren. Dit leidde tot de installatie van drie Junkers Jumo 205-dieselmotoren, elk met een vermogen van 650 pk, wat de prestaties en betrouwbaarheid van het toestel aanzienlijk verbeterde.
Op 15 juli 1937 vond de eerste vlucht van het prototype plaats. Hieruit bleek dat het ontwerp verdere aanpassingen nodig had vanwege instabiliteiten in zowel de aerodynamica als de hydrodynamica. Deze problemen werden aangepakt door wijzigingen aan de romp en staartbomen door te voeren. De productieversie van de BV 138, de BV 138A-1, maakte zijn eerste vlucht in april 1940 en werd kort daarna operationeel ingezet.
Technische Ontwerpkenmerken van de BV 138
De Blohm & Voss BV 138 was een compact en innovatief vliegtuig met een unieke trimotorconfiguratie en een opvallend ontwerp. Het toestel was uitgerust met een korte, gestroomlijnde romp met een markante ‘stap’ voor betere hydrodynamische prestaties tijdens het opstijgen en landen op water. De twin-boom staartconstructie gaf het vliegtuig een onderscheidend uiterlijk en verbeterde de stabiliteit.
Motorconfiguratie
De drie Junkers Jumo 205-dieselmotoren waren verdeeld over het toestel: één boven de romp en twee aan weerszijden van de vleugels. De keuze voor dieselmotoren bood operationele voordelen, zoals de mogelijkheid om op zee bij te tanken vanaf U-boten die ook op diesel werkten. Deze motorconfiguratie bleek niet alleen efficiënt, maar droeg ook bij aan het bereik en de duurzaamheid van het vliegtuig.
De BV 138C-1, de meest succesvolle variant, introduceerde een vierbladige propeller op de centrale motor en bredere driebladige propellers op de vleugelmotoren om trillingen te verminderen en de betrouwbaarheid te verbeteren.
Bewapening en Verdediging
Het toestel was zwaar bewapend met meerdere schietposities, waaronder een neustoren met een 20mm-kanon en open posities voor machinegeweren aan de achterzijde. In latere versies werden sommige open posities vervangen door volledig gesloten en gemotoriseerde torens, wat de bescherming van de bemanning verbeterde.
Daarnaast bood de BV 138 de mogelijkheid om lichte bommen of dieptebommen mee te voeren, waarmee het vliegtuig flexibel inzetbaar was voor zowel verkenning als gevechtsmissies.
Aanpassingen voor Missies
De BV 138 werd regelmatig aangepast om te voldoen aan specifieke operationele vereisten. Een van de opmerkelijke varianten was de BV 138MS, een mijnenveegversie die een groot metalen hoepel onder de vleugels droeg om magnetische mijnen te detecteren en tot ontploffing te brengen. Voor deze rol werden alle bewapening en gevechtsuitrusting van het vliegtuig verwijderd om plaats te maken voor de gespecialiseerde apparatuur.
Radar
Een belangrijk element van de operationele effectiviteit van de Blohm & Voss BV 138 was de integratie van de FuG 200 Hohentwiel-radar, een maritieme zoekradar die werkte op de lage UHF-band. Deze technologie was een innovatieve toevoeging aan Duitse verkenningsvliegtuigen en gaf de Luftwaffe een tactisch voordeel in het opsporen van vijandelijke schepen. Dankzij de radar kon de BV 138 geallieerde schepen op aanzienlijke afstand lokaliseren, ongeacht de weersomstandigheden of het tijdstip van de dag.
De radar had een nauwkeurige detectiecapaciteit en speelde een sleutelrol bij anti-scheepvaartoperaties. Het stelde de bemanning in staat om potentiële doelen vroegtijdig te identificeren en door te geven aan Duitse marine-eenheden of U-boten in de regio. Dit vergrootte niet alleen de efficiëntie van maritieme patrouilles, maar maakte het toestel ook een essentieel hulpmiddel in de coördinatie van gecombineerde operaties, zoals de bewaking van Noord-Atlantische scheepvaartroutes.
Bovendien verbeterde de FuG 200 Hohentwiel-radar de betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van verkenningsmissies, wat van strategisch belang was voor het in kaart brengen van geallieerde konvooiroutes en kustverdedigingen. Deze combinatie van technologische innovatie en veelzijdigheid maakte de BV 138 tot een waardevolle troef in de oorlogvoering op zee.
Niet alle Blohm & Voss BV 138-vliegtuigen waren uitgerust met radar. De aanwezigheid van de FuG 200 Hohentwiel-radar was afhankelijk van de variant en de specifieke operationele vereisten van de missie. Deze radar werd voornamelijk geïnstalleerd op later gebouwde varianten, zoals de BV 138C-1, die tussen 1941 en 1943 werd geproduceerd. Vliegtuigen met deze radar werden specifiek ingezet voor maritieme verkenningsmissies en anti-scheepvaartoperaties, waar geavanceerde detectiemogelijkheden nodig waren.
Vroege varianten, zoals de BV 138A-1 en BV 138B-1, hadden deze radar meestal niet. Deze versies waren voornamelijk gericht op algemene verkennings- en transporttaken zonder de geavanceerde detectiemogelijkheden die de radar bood.
Inzet Tijdens de Tweede Wereldoorlog
De Blohm & Voss BV 138 speelde een belangrijke rol in de luchtoperaties van de Luftwaffe tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het vliegtuig werd voornamelijk ingezet voor langeafstands maritieme verkenningsmissies, waarbij het geallieerde scheepvaartlijnen en kustgebieden in kaart bracht. Het type kwam voor het eerst operationeel in december 1940, met eenheden gestationeerd in West-Frankrijk om de Atlantische Oceaan te bewaken.
Rol in Operatie Weserübung
Tijdens de invasie van Noorwegen in april 1940, bekend als Operatie Weserübung, werden enkele pre-productievliegtuigen van de BV 138 gebruikt als geïmproviseerde troepentransporten. Hoewel de toestellen oorspronkelijk niet voor deze taak ontworpen waren, toonde dit de veelzijdigheid van het ontwerp. De BV 138 bleef daarna een onmisbaar hulpmiddel voor maritieme patrouilles en transportmissies in de Noordelijke IJszee en de Baltische Zee.
Mijnenveegoperaties
De BV 138MS, een gespecialiseerde variant, werd gebruikt voor het opsporen en vernietigen van magnetische mijnen. Deze vliegtuigen waren uitgerust met een enorme metalen hoepel die een magnetisch veld genereerde, waardoor mijnen tot ontploffing werden gebracht. Deze variant speelde een belangrijke rol bij het vrijhouden van Duitse vaarwegen, met name in de Noordzee en langs strategische kustlijnen.
Samenwerking met U-boten
Een bijzonder operationeel gebruik van de BV 138 was de samenwerking met Duitse U-boten. De dieselmotoren van de BV 138 maakten het mogelijk om op zee bij te tanken via onderzeeërs, wat de operationele reikwijdte van het vliegtuig aanzienlijk vergrootte. Tijdens missies in de Arctische wateren fungeerde de BV 138 als verkenningsvliegtuig en bevoorradingsplatform voor U-boten, waardoor complexe operaties zoals Operatie Wunderland in 1943 mogelijk werden gemaakt.
Innovatieve Technologie: RATO
Om de startprestaties op water te verbeteren, werd de BV 138 getest met het Walter HWK 109-500 Starthilfe-systeem, een afwerpbare raketmotor die werd gebruikt voor kortere startafstanden. Dit systeem maakte het mogelijk om het vliegtuig sneller in de lucht te krijgen, vooral wanneer het zwaar beladen was. De raketboosters werden na gebruik afgeworpen en konden met parachutes worden teruggevonden en hergebruikt.
Varianten van de BV 138
De Blohm & Voss BV 138 kende verschillende varianten, elk ontworpen om aan specifieke operationele eisen te voldoen:
- BV 138A-1: De eerste productiemodellen, uitgerust met Junkers Jumo 205C-motoren. Deze vroege versies hadden beperkte structurele sterkte.
- BV 138B-1: Een verbeterde versie met krachtigere Jumo 205D-motoren en aangepaste bewapening. Deze variant werd in november 1940 in gebruik genomen.
- BV 138C-1: De meest succesvolle en geproduceerde variant, met structurele versterkingen, een vierbladige propeller op de centrale motor en bredere driebladige propellers op de vleugelmotoren. In totaal werden 227 exemplaren van deze variant gebouwd.
- BV 138MS: Een gespecialiseerde mijnenveegversie, waarbij alle bewapening was verwijderd en een grote metalen hoepel werd geïnstalleerd voor het detecteren en vernietigen van magnetische mijnen.
Productie en Beperkingen
Tussen 1938 en 1943 werden in totaal 297 exemplaren van de BV 138 geproduceerd. Hoewel het ontwerp enkele structurele beperkingen kende, zoals kwetsbare vleugelbalken en beperkte bewapening in de vroege modellen, werd dit in latere varianten verbeterd. De BV 138 bleef in dienst tot het einde van de oorlog en werd voornamelijk ingezet in maritieme en verkenningsrollen.
Conclusie
De Blohm & Voss BV 138 was een belangrijk toestel binnen de maritieme operaties van de Luftwaffe tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het vliegtuig bood aanzienlijke voordelen dankzij technologische innovaties zoals de FuG 200 Hohentwiel-radar, die sommige varianten uitrustte met geavanceerde detectiemogelijkheden, en het RATO-systeem, dat de startprestaties verbeterde.
De veelzijdigheid van de BV 138 maakte het geschikt voor een breed scala aan operaties, waaronder langeafstandsverkenning, mijnenvegen en anti-scheepvaartmissies. Het toestel speelde een centrale rol in de ondersteuning van Duitse U-boten en was ook effectief in het bewaken van strategische wateren en het detecteren van vijandelijke schepen.
Ondanks structurele en technische uitdagingen in vroege versies, evolueerde het ontwerp door aanpassingen en verbeteringen in latere modellen, zoals de robuustere BV 138C-1. De operationele inzetbaarheid van het toestel tot het einde van de oorlog illustreert de blijvende waarde die het bood binnen het Duitse maritieme luchtprogramma. Het nalatenschap van de BV 138 ligt in zijn bijdrage aan maritieme oorlogsvoering en het pionieren van technologieën die later breder werden toegepast.
Bronnen en meer informatie
- Afbeelding: See page for author, Public domain, via Wikimedia Commons
- Green, William (1979). Warplanes of the Third Reich. London: Macdonald and Jane’s Publishers Ltd. ISBN 0-356-02382-6.
- Smith, J. Richard; Kay, Anthony (1972). German Aircraft of the Second World War. London: Putnam & Company Ltd. ISBN 0-370-00024-2.
- Munson, Kenneth (1978). German Aircraft Of World War 2 in Colour. Poole, Dorset: Blandford Press. ISBN 0-7137-0860-3.
- Nowarra, Heinz J. (1997). Blohm & Voss Bv 138 (Schiffer Military History). Atglen, Pennsylvania: Schiffer Publishing Ltd. ISBN 0-7643-0296-5.
- Wagner, Ray; Nowarra, Heinz (1971). German Combat Planes: A Comprehensive Survey and History of the Development of German Military Aircraft from 1914 to 1945. New York: Doubleday. ISBN 978-0-385-04134-5.
- Green, William (2010). Aircraft of the Third Reich: Volume One. London: Crecy Publishing. ISBN 978-1-900732-06-2.
- Bronnen Mei1940