De Type 4 Chi-To (四式中戦車 チト, Yonshiki chūsensha Chi-To), een middelzware tank ontwikkeld door het Japanse Keizerlijke Leger, vertegenwoordigde het hoogtepunt van de Japanse tankontwikkeling tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ondanks de vooruitstrevende ontwerpkenmerken bleef de productie beperkt door ernstige materiaaltekorten en oorlogsgerelateerde vertragingen. Dit artikel onderzoekt de ontwikkeling, specificaties, en het operationele gebruik van de Type 4 Chi-To, en plaatst deze in de bredere context van de Japanse tankproductie in de laatste jaren van de oorlog.
Inhouds opgave
Ontwikkeling van de Type 4 Chi-To
Historische context en ontwerpmotieven
De ontwikkeling van de Type 4 Chi-To begon in 1943, in een tijd waarin Japanse troepen geconfronteerd werden met de toenemende superioriteit van geallieerde tanks, zoals de Amerikaanse M4 Sherman. Het Japanse Keizerlijke Leger had dringend behoefte aan een tank die de opkomende bedreigingen op het slagveld kon weerstaan. De Type 4 Chi-To was bedoeld als opvolger van de verouderde Type 97-Kai Shinhoto Chi-Ha en moest qua vuurkracht en bepantsering concurreren met de geavanceerde geallieerde tanks.
De ontwikkeling werd echter geplaagd door verschillende problemen, waaronder vertragingen in het ontwerp en productieprocessen. De Army Technical Bureau, verantwoordelijk voor de tankontwikkeling, werkte aanvankelijk aan de Type 4 Chi-To als een antwoord op de M4 Sherman, maar door voortdurende tegenslagen moest een stopgap-tank worden ontwikkeld: de Type 3 Chi-Nu. De productie van de Type 4 Chi-To kwam pas in 1944 op gang, wat uiteindelijk te laat bleek om een significant verschil te maken op het slagveld.
Productie en beperkingen
Het oorspronkelijke plan was om 25 Type 4 Chi-To tanks per maand te produceren, waarvan 20 bij Mitsubishi Heavy Industries en 5 bij Kobe Seiko-sho. Deze ambitieuze doelstelling werd echter nooit bereikt door de gecombineerde effecten van grondstoftekorten, strategische bombardementen door de geallieerden, en de vernietiging van Japanse productiefaciliteiten.
Slechts zes chassis van de Type 4 Chi-To werden uiteindelijk geproduceerd, waarvan er slechts twee volledig werden voltooid. Volgens bronnen, zoals het “National Institute for Defense Studies” van het Japanse Ministerie van Defensie, werd gepland om zes tanks te produceren in de eerste drie maanden van 1945. Geen van de voltooide tanks heeft echter ooit dienst gezien in gevechten.
Specificaties van de Type 4 Chi-To
Algemene kenmerken
De Type 4 Chi-To was een middelzware tank met een massa van 30,48 ton. De tank was volledig gelast en had een maximale pantserdikte van 75 mm op de frontale platen, wat hem een behoorlijke bescherming bood tegen de antitankwapens van die tijd. De tank had een bemanning van vijf personen en was uitgerust met geavanceerde optische instrumenten en communicatiesystemen.
De afmetingen van de tank waren als volgt:
- Lengte: 6,42 meter
- Breedte: 2,87 meter
- Hoogte: 2,87 meter
Bewapening
De belangrijkste bewapening van de Type 4 Chi-To was het Type 5 75 mm tankkanon (L/56.4), een langloop kanon gemonteerd in een geschutskoepel. Dit kanon had een mondingssnelheid van 850 meter per seconde en kon een pantserplaat van 75 mm dik doordringen op een afstand van 1000 meter. Deze vuurkracht maakte het kanon effectief tegen de meeste geallieerde tanks die tijdens de oorlog werden ingezet.
Daarnaast was de tank uitgerust met twee Type 97 zware tankmachinegeweren, één gemonteerd in de romp en één in een balbevestiging aan de zijkant van de toren. Deze machinegeweren boden de tank verdediging tegen infanterie en lichte gepantserde voertuigen.
Motor en mobiliteit
De Type 4 Chi-To werd aangedreven door een Mitsubishi AL Type 4 37,7 liter luchtgekoelde V12 dieselmotor, voorzien van een supercharger. Deze motor leverde 400 pk bij 2.000 toeren per minuut, wat de tank een topsnelheid van 45 km/u gaf. De aandrijving werd ondersteund door een ophangsysteem met een bell crank-mechanisme, en de tank had zeven loopwielen aan elke kant.
Met een operationeel bereik van 250 kilometer bood de Type 4 Chi-To een aanzienlijke mobiliteit op het slagveld, hoewel de tank nooit de kans kreeg om deze capaciteiten in gevechtssituaties te demonstreren.
Gebruik en lot na de oorlog
Niet-gebruikte gevechtscapaciteiten
Ondanks zijn geavanceerde ontwerp en specificaties, zag de Type 4 Chi-To nooit actie. De twee voltooide tanks werden aan het einde van de oorlog in het Hamana-meer in de prefectuur Shizuoka gedumpt om te voorkomen dat ze in handen van de geallieerden zouden vallen. Na de oorlog werd een van deze tanks door het Amerikaanse leger geborgen, maar de andere bleef in het meer achter. In 2013 werden pogingen ondernomen om de resterende tank te lokaliseren, maar deze was onvindbaar.
Invloed op latere tankontwikkeling
Hoewel de Type 4 Chi-To nooit zijn potentieel op het slagveld kon waarmaken, speelde het ontwerp wel een rol in de verdere ontwikkeling van Japanse gepantserde voertuigen, zowel tijdens de laatste oorlogsjaren als in de naoorlogse periode. De technische innovaties en lessen geleerd tijdens de ontwikkeling van de Type 4 Chi-To beïnvloedden latere tankontwerpen en de algehele evolutie van militaire technologie in Japan.
Ka-To Zelfrijdende Kanon
Naast de ontwikkeling van de Type 4 Chi-To werd ook gewerkt aan een zelfrijdend antitankkanon, de Ka-To 105 mm SP AT Gun. Deze ontwikkeling begon in 1943, en hoewel het ontwerp uiteindelijk gebaseerd was op het chassis van de Type 4 Chi-To, moest dit chassis worden verlengd om plaats te bieden aan het zware 105 mm kanon. De Ka-To was bedoeld als een mobiel antitankwapen, maar door de voortgang van de oorlog werden slechts enkele prototypen voltooid, en het wapen zag nooit operationele inzet.
De Ka-To had een open bovenstructuur, vergelijkbaar met de Type 5 Na-To, en de motor was naar voren verplaatst om plaats te maken voor het kanon in het achterste gedeelte van de romp. De extra lengte van het chassis resulteerde in de toevoeging van een extra loopwiel aan elke kant van de tank.
Conclusie
De Type 4 Chi-To vertegenwoordigde een belangrijke stap in de Japanse tankontwikkeling tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar de beperkingen van de Japanse oorlogsindustrie en strategische omstandigheden verhinderden een grootschalige productie en inzet. De tank, met zijn geavanceerde ontwerp en krachtige bewapening, had potentieel om een formidabele tegenstander te zijn voor de geallieerde tanks. Toch bleef het lot van de Type 4 Chi-To beperkt tot slechts twee voltooide exemplaren, die nooit het slagveld zagen.
De lessen en technologieën die werden ontwikkeld voor de Type 4 Chi-To speelden echter een rol in de verdere ontwikkeling van Japanse militaire technologie, en het ontwerp heeft zijn plaats in de geschiedenis als een van de meest geavanceerde maar onderbenutte tanks van de Tweede Wereldoorlog.
Bronnen en meer informatie
- Zaloga, Steven J. Japanese Tanks 1939–45. Osprey Publishing, 2007.
- Tomczyk, Andrzej. Japanese Armor Vol. 4. AJ Press, 2005.
- “Military Administration of Munitions Mobilization, Production Chart of January to April of 1945.” The National Institute for Defense Studies, Ministry of Defense.
- Hara, Tomio. Japanese Medium Tanks. Model Art, 2002.
- Imperial Japanese Army Ground Forces. GlobalSecurity.org.
- Armor Penetration Analysis. MilitaryFactory.com.
- Taki, Akira. Taki’s Imperial Japanese Army Page. Available at: http://www3.plala.or.jp/takihome/
- Bronnen Mei1940
- Afbeelding: 日本語: 日本陸軍 English: Imperial Japanese Army, Public domain, via Wikimedia Commons
