Het Saargebied, ook wel bekend als het Saarbekken of Saarterritorium, was een regio van groot historisch en geopolitiek belang in de vroege 20e eeuw. Dit gebied, gelegen tussen Duitsland en Frankrijk, speelde een cruciale rol in het post-Eerste Wereldoorlog landschap vanwege zijn rijke industriële hulpbronnen, met name de steenkoolmijnen. Het Saargebied werd van 1920 tot 1935 bestuurd onder een uniek mandaat van de Volkenbond en werd daarmee een centraal punt in internationale diplomatie, economische belangen en nationalistische spanningen.
Inhouds opgave
Oorsprong en oprichting van het Saargebied
De oorsprong van het Saargebied gaat terug naar het Verdrag van Versailles, dat werd ondertekend in 1919 na het einde van de Eerste Wereldoorlog. Als onderdeel van dit verdrag werd het sterk geïndustrialiseerde Saarbekken, inclusief het Saar steenkooldistrict (Saarrevier), onder het bestuur van de Volkenbond geplaatst voor een periode van vijftien jaar. Dit mandaat werd opgelegd door de geallieerden, voornamelijk Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, om de economische en strategische belangen van Frankrijk veilig te stellen door toegang te verkrijgen tot de belangrijke steenkoolbronnen in de regio.
Volgens de bepalingen van het Verdrag van Versailles zou het Saargebied worden bestuurd door een regeringscommissie, bekend als de Regierungskommission (Reko), die bestond uit vertegenwoordigers van de bezettingsmachten. Deze commissie had de volledige controle over het gebied en bepaalde alle wetgeving zonder enige inspraak van de lokale bevolking. Het mandaat vereiste dat de commissie ten minste één Fransman en één Duitse inwoner van het Saargebied omvatte, hoewel de lokale vertegenwoordiging sterk beperkt was.
Na afloop van de vijftienjarige mandaatperiode zou een volksstemming (plebisciet) worden gehouden om te bepalen of het Saargebied zou terugkeren naar Duitsland, onder Frans bestuur zou blijven of een andere status zou krijgen. Deze regeling maakte het Saargebied tot een symbool van de spanningen tussen nationale soevereiniteit en internationale controle.
De levensomstandigheden in het Saargebied onder het mandaat
Gedurende de mandaatperiode werden de levensomstandigheden in het Saargebied gekenmerkt door onzekerheid en een gebrek aan zelfbestuur. De lokale bevolking had geen eigen parlement en de Regierungskommission besloot eenzijdig over alle wetgeving en bestuurlijke zaken. Hoewel er in 1922 een regionaal raadgevend lichaam werd opgericht, de zogenaamde Landesrat, had dit orgaan slechts een symbolische rol zonder echte macht of invloed. De leden van de Landesrat konden geen wetsvoorstellen indienen, geen onderwerpen op de agenda plaatsen, en hadden zelfs geen immuniteit.
De gespannen situatie in het Saargebied leidde tot groeiende onvrede onder de bevolking. Alle politieke partijen, van conservatieven tot socialisten, waren het erover eens dat het huidige autocratische bestuur onhoudbaar was en dat het gebied moest terugkeren naar Duitsland, waar democratische principes opnieuw van kracht konden worden. Dit veranderde echter drastisch na de machtsovername door de nazi’s in Duitsland in 1933, toen de situatie in het Saargebied verder werd gepolariseerd.
Politieke spanningen en de rol van de Volkraad
De politieke situatie in het Saargebied tijdens de mandaatperiode werd steeds complexer en geladen. De oprichting van de Landesrat in 1922 was bedoeld om enige vorm van vertegenwoordiging aan de lokale bevolking te geven, maar in de praktijk had dit raadgevende orgaan nauwelijks invloed. De leden van de Landesrat konden slechts advies geven aan de Regierungskommission, maar hadden geen zeggenschap over de wetgeving of over welke onderwerpen er besproken zouden worden. Deze beperkingen leidden tot groeiende frustratie en onvrede onder de bevolking.
De dynamiek binnen de Landesrat
De Landesrat bestond uit 30 leden, waarvan de voorzitter door de Regierungskommission werd benoemd, en deze voorzitter werd in eerste instantie zelfs niet uit de leden van de raad gekozen. Dit benadrukte het gebrek aan autonomie en macht van de raad, waardoor de politieke partijen in het Saargebied zich steeds meer tegen het systeem keerden. Hoewel de leden van de Landesrat politiek gezien sterk van elkaar verschilden, waren ze het over één ding eens: het bestuurssysteem moest veranderen en het Saargebied moest terugkeren naar Duitsland, waar democratische principes opnieuw van kracht konden worden.
De machtsovername door de nazi’s in 1933 markeerde een belangrijk omslagpunt in de politieke dynamiek van het Saargebied. Terwijl de meeste partijen, inclusief de SPD (Sociaaldemocratische Partij van Duitsland) en de KPD (Communistische Partij van Duitsland), aanvankelijk tegen het huidige systeem waren, veranderde hun houding naarmate de repressie in nazi-Duitsland toenam. De SPD en KPD in het Saargebied besloten uiteindelijk om de status-quo te ondersteunen, in de hoop dat dit de democratische krachten zou beschermen tegen de toenemende dreiging van het nazisme.
Het plebisciet van 1935: een beslissend moment
In 1935 stond het Saargebied voor een cruciale beslissing. Na vijftien jaar van internationaal bestuur, waarin de spanningen tussen verschillende politieke krachten zowel in het gebied als in het naburige Duitsland toenamen, werd een volksstemming gehouden om de toekomstige status van het Saargebied te bepalen. De bevolking kon kiezen tussen drie opties: terugkeer naar Duitsland, voortzetting van het mandaat onder de Volkenbond, of aansluiting bij Frankrijk.
De campagne voorafgaand aan het plebisciet werd gekenmerkt door intense politieke activiteit en toenemende druk van de nazi’s, die vastbesloten waren om een overwinning te behalen en het Saargebied terug te brengen onder Duitse controle. Hoewel er in het Saargebied veel weerstand was tegen de nazi’s, vooral onder socialisten, communisten en katholieken, slaagden de nazi’s erin om door middel van intimidatie en propaganda een overweldigende meerderheid te behalen.
De nazi-invloeden en de uitslag van het referendum
In de aanloop naar het plebisciet van 1935 zette het nazi-regime alle mogelijke middelen in om de uitkomst in hun voordeel te beïnvloeden. De nazi’s gebruikten een combinatie van propaganda, intimidatie en brute kracht om hun doel te bereiken: het Saargebied terugbrengen naar het Derde Rijk. De Duitse regering richtte hiervoor in 1933 de Deutsche Front op, een pro-Duitse coalitie die massale steun kreeg door middel van financiële hulp en dreigementen.
De rol van propaganda en intimidatie
De propagandamachine van de nazi’s draaide op volle toeren in het Saargebied. Ze speelden in op de angst voor het communisme, dat ze afschilderden als een bedreiging voor de religieuze en economische stabiliteit van de regio. Pro-Duitse kranten en pamfletten overspoelden de regio met verhalen over de gruwelen van het Sovjet-regime en prezen de vermeende rust en welvaart onder de nazi’s in Duitsland. Tegelijkertijd probeerden de nazi’s hun antiklerikalisme te verbergen door te beweren dat ze religieuze vrijheden zouden respecteren, ondanks hun voortdurende onderdrukking van de katholieke kerk in Duitsland.
Naast propaganda grepen de nazi’s ook naar harde tactieken om de uitslag van het plebisciet te beïnvloeden. Nazi-paramilitairen maakten gebruik van geweld en intimidatie om politieke tegenstanders het zwijgen op te leggen. Er werden zwarte lijsten bijgehouden van personen die tegen de terugkeer naar Duitsland waren, en deze mensen werden vaak gedwongen om hun stemgedrag te veranderen onder bedreiging van ontslag of verlies van pensioenrechten. Joodse inwoners werden doelbewust geïntimideerd, hun winkels werden geboycot en vernield, en velen van hen werden gedwongen om hun stemkaarten af te staan in ruil voor bescherming.
De volksstemming van 13 januari 1935
Ondanks de angst en intimidatie ging de volksstemming op 13 januari 1935 door, onder toezicht van internationale waarnemers. De vraag op het stembiljet was eenvoudig: moest het Saargebied terugkeren naar Duitsland, onder de Volkenbond blijven, of deel worden van Frankrijk? Tot verrassing van velen, inclusief de nazi’s zelf, stemde meer dan 90% van de kiezers voor de terugkeer naar Duitsland.
De overweldigende steun voor terugkeer naar Duitsland werd in alle kiesdistricten behaald, met minstens 83% van de stemmen per district voor de hereniging met Duitsland. Minder dan 0,5% van de kiezers koos voor annexatie door Frankrijk, ondanks eerdere beweringen van de Franse regering dat er een aanzienlijk aantal Fransen in het Saargebied woonde.
Hoewel de uitslag van het referendum breed werd erkend, werden er vragen gesteld over de legitimiteit ervan, gezien de wijdverspreide intimidatie en druk uitgeoefend door de nazi’s. Buitenlandse waarnemers, zoals Marinus van der Goes van Naters en diverse internationale media, wezen erop dat veel kiezers niet vrij waren om hun werkelijke voorkeur uit te spreken, wat de betrouwbaarheid van de resultaten ondermijnde.
De gevolgen van de volksstemming
Na het referendum besloot de Raad van de Volkenbond dat het Saargebied zou terugkeren naar Duitsland, en op 1 maart 1935 werd het officieel weer onderdeel van het Duitse Rijk. Josef Bürckel, die door Hitler was aangesteld als Reichskommissar, werd verantwoordelijk voor het bestuur van het gebied. In de daaropvolgende jaren werd het Saargebied verder geïntegreerd in het nazi-bewind en werd het onderdeel van de Gau Westmark, een regionale bestuursstructuur van het Derde Rijk.
Conclusie
Het referendum van 1935 markeerde het einde van een tumultueuze periode in de geschiedenis van het Saargebied. Met de terugkeer naar Duitsland kwam een einde aan vijftien jaar van internationaal toezicht, maar het betekende ook het begin van een donkere periode onder het nazi-regime. De gebeurtenissen in het Saargebied zijn een voorbeeld van hoe geopolitieke belangen, economische motieven en ideologische strijd kunnen samenkomen in een klein gebied, met verstrekkende gevolgen voor de bewoners. Het verhaal van het Saargebied illustreert de complexe interactie tussen nationale soevereiniteit en internationale controle in de nasleep van de Eerste Wereldoorlog. Het toont hoe de gevolgen van een groot conflict lang kunnen doorwerken in specifieke regio’s, en hoe deze regio’s speelballen kunnen worden van grotere geopolitieke krachten.
De volksstemming van 1935 wordt vaak gezien als een vroege indicatie van de macht die het nazi-regime had weten te vergaren, zowel binnen als buiten Duitsland. De overweldigende uitslag, behaald door middel van een combinatie van propaganda, intimidatie en manipulatie, demonstreerde de effectiviteit van de nazi-methoden die later in Europa op grotere schaal zouden worden toegepast.
Het Saargebied keerde terug naar Duitsland, maar tegen een hoge prijs voor de democratische waarden en mensenrechten die in de regio waren verankerd tijdens de mandaatperiode. De latere integratie van het Saargebied in het nazisysteem zorgde ervoor dat de regio diep betrokken raakte bij de misdaden van het Derde Rijk, waaronder de vervolging van Joodse inwoners en andere minderheden.
Bronnen en meer informatie
- League of Nations. (1935). The Saar Plebiscite Report. Geneva: League of Nations Publications.
- Wambaugh, S. (1934). Plebiscites Since the World War. New York: Carnegie Endowment for International Peace.
- Lewy, G. (1964). The Catholic Church and Nazi Germany. New York: McGraw-Hill.
- Zollner, E. (1981). Das Saargebiet unter Völkerbundsmandat 1920–1935. Munich: Oldenbourg Verlag.
- Overy, R. (2004). The Dictators: Hitler’s Germany and Stalin’s Russia. London: Penguin Books.
- Bronnen Mei1940
- Afbeelding 1: © 1971markus, Public domain, via Wikimedia Commons
- Afbeelding 2: TUBS, CC BY-SA 3.0, via Wikimedia Commons