Fokker C.V: Nederlands Vliegtuig uit het Interbellum

De Fokker C.V, een Nederlands tweezits verkennings- en lichte bommenwerpervliegtuig uit de jaren 1920, ontworpen door Anthony Fokker.
Fokker C.V, een veelzijdig Nederlands verkennings- en lichte bommenwerpervliegtuig, populair tijdens het interbellum.

De Fokker C.V was een Nederlands verkennings- en lichte bommenwerpervliegtuig, geproduceerd door Fokker. Ontworpen door Anthony Fokker, begon de serieproductie in 1924 bij Fokker in Amsterdam. Het vliegtuig werd ontwikkeld als een tweezitsvliegtuig dat zowel voor verkenning als voor lichte bombardementen kon worden ingezet.

Ontwerp Fokker C.V

Het ontwerp van de Fokker C.V bood klanten een hoge mate van aanpasbaarheid, met vijf verschillende vleugelconfiguraties die varieerden in spanwijdte. Dit maakte het toestel geschikt voor diverse operationele eisen. Het vliegtuig kon worden uitgerust met motoren die varieerden van 336 tot 723 kW (451 tot 970 pk). Daarnaast kon het landingsgestel worden aangepast van wielen naar drijvers, waardoor het toestel ook vanaf water kon opereren. Deze veelzijdigheid maakte de Fokker C.V tot een exportsucces; het werd verkocht en/of in licentie gebouwd in landen als Bolivia, China, Denemarken, Finland, Hongarije, Italië, Japan, Nederland, Noorwegen, Zwitserland, de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten.

Specificaties (Fokker C.V)

De Fokker C.V was een veelzijdig en aanpasbaar toestel, zoals blijkt uit zijn specificaties:

Algemene kenmerken:

  • Bemanning: 2
  • Lengte: 9,25 m
  • Spanwijdte: 12,50 m
  • Hoogte: 3,3 m
  • Vleugeloppervlak: 39,30 m²
  • Leeggewicht: 1.920 kg
  • Maximaal startgewicht: 2.145 kg
  • Motor: 1 × Rolls-Royce Kestrel VIIb V-12 vloeistofgekoelde zuigermotor, 470 kW (630 pk)

Prestaties:

  • Maximumsnelheid: 250 km/h
  • Kruissnelheid: 180 km/h
  • Actieradius: 1.000 km
  • Plafond: 6.500 m

Bewapening:

  • Machinegeweren: 2 × 7,9 mm FN gesynchroniseerde vaste machinegeweren, 1 × 7,9 mm Lewis machinegeweer op een flexibele steun aan de achterkant.
  • Bommen: 200 kg aan bommen onder de vleugels.

Gebruik in Finland

De Finse luchtmacht was een van de vele gebruikers van de Fokker C.V. Finland kocht zowel C.V-D- als C.V-E-varianten. Het eerste toestel, een C.V-E, werd aangeschaft in 1927 en afgeleverd op 20 september van dat jaar. In 1934 volgde een bestelling van nog eens dertien C.V-E’s, die in de winter van 1935 werden geleverd. Tijdens de Winteroorlog doneerde Zweden drie extra C.V-E’s aan Finland. Daarnaast werden aan het einde van de Noorse veldtocht in 1940 twee C.V-D’s vanuit Noorwegen naar Finland gevlogen, waar ze door de Finnen in beslag werden genomen en in dienst gesteld.

De Fokker C.V’s werden in Finland ingezet als verkenningsvliegtuigen en lichte bommenwerpers tussen 1927 en 1945. Tijdens de Winteroorlog voerden de Finse C.V’s 151 verkennings- en intimidatiebombardementen uit zonder enig verlies. Tijdens de Vervolgoorlog voerden de Finse C.V’s een onbekend aantal missies uit, waarbij één toestel verloren ging.

TypeAantalOpmerkingen
C.V-E1Bristol Jupiter-motor; FO-39
C.V-E13Pegasus-motor; FO-65 tot -77
C.V-E3Mercury-motor, schenking uit Zweden; FO-19, -23 & -80
C.V-D2Panther-motor, geïnterneerde Noorse vliegtuigen; FO-65 & -66

Gebruik in Italië

De Fokker C.V werd in Italië onder licentie gebouwd door OFM (Officine Ferroviarie Meridionali, later IMAM) en werd bekend als de Romeo Ro.1. Dit toestel werd in 1927 in dienst genomen door het luchtvaartkorps van het Italiaanse leger, waar het werd ingezet als verkennings- en aanvalsvliegtuig. Het toestel was populair op de civiele markt en werd geselecteerd door Luchtmaarschalk Italo Balbo, die het superieur achtte aan de Breda A.7 en Ansaldo A.120.

De Romeo Ro.1 werd vooral gebruikt in Italiaans Libië tegen lokale rebellen. Het toestel kon worden omgebouwd tot een driepersoonsvliegtuig, een licht aanvalsvliegtuig met twee machinegeweren, of een langeafstandsvliegtuig met een extra brandstoftank, waardoor de vliegtijd kon worden verlengd van vijf tot twaalf uur. Ondanks dat het toestel verouderd raakte tegen het midden van de jaren 1930, bleef het tot 1934 in productie. In totaal werden er 456 toestellen geproduceerd. Tijdens de Tweede Italiaans-Ethiopische Oorlog was de Ro.1 het meest talrijke Italiaanse vliegtuig.

Gebruik in Noorwegen

De Noorse Luchtmacht kocht in 1926 haar eerste vijf Fokker C.VE’s. Het oorspronkelijke aankoopcontract met Fokker omvatte ook licentieproductierechten, en tussen 1929 en 1931 werden 15 C.VE’s in Noorwegen gebouwd bij de vliegtuigfabriek van de Noorse luchtmacht in Kjeller. Na de productie van de C.VE’s volgde de bouw van 28 C.VD’s tussen 1932 en 1939. In totaal exploiteerde de Noorse luchtmacht 48 Fokker C.V’s, waarvan 43 in licentie in Noorwegen waren gebouwd.

Op het moment van de Duitse invasie van Noorwegen op 9 april 1940, waren er nog 42 Fokker C.V’s in Noorse dienst. Deze toestellen waren gestationeerd op verschillende luchtmachtbases in het land en werden voornamelijk gebruikt als verkenningsvliegtuigen en lichte bommenwerpers. Ondanks dat de toestellen verouderd waren, leverden ze tijdens de Noorse veldtocht van april tot juni 1940 effectieve ondersteuning aan de Noorse grondtroepen, met name aan het Narvik-front.

Gebruik in Nederland

De Fokker C.V werd op grote schaal ingezet door de Nederlandse luchtmacht, de Marine Luchtvaartdienst (MLD) en het KNIL (Koninklijk Nederlands-Indisch Leger). In totaal werden er 67 exemplaren geproduceerd voor de Luchtvaartafdeling tussen 1926 en 1934. Tijdens de Duitse aanval op Nederland op 10 mei 1940 waren er nog 28 operationele toestellen beschikbaar. Deze toestellen werden succesvol ingezet voor verkennings- en bombardementsmissies, waarbij ze gebruik maakten van de ‘nap of the earth’-vliegtechniek, lokaal bekend als HuBoBe (huisje-boompje-beestje), waarbij ze op zeer lage hoogte vlogen.

Daarnaast werden bijna twee dozijn Fokker C.V’s gebruikt als lesvliegtuigen of voor reserveonderdelen.

Gebruik in Zweden

In 1927 kocht de Zweedse luchtmacht twee C.VD’s (J 3) en twee C.VE’s (S 6) als modellen voor de licentieproductie van deze vliegtuigen door CVM in Malmen. De vier vliegtuigen werden in 1928 naar Zweden gevlogen. Ze bleken geschikt, en er werd een overeenkomst gesloten voor licentieproductie. Vervolgens werden nog eens vier C.VE’s en zes C.VD’s gekocht, waarbij de laatste werden aangeduid als J 3A.

In 1931 werd de J 3B aangeduid als S 6 en de J 3 en J 3A als S 6A. Tien C.VE’s met Nohab My VI-motoren in plaats van Jupiter VI-motoren kregen de aanduiding S 6B. De S 6 werd het belangrijkste liaisonvliegtuig voor de Zweedse luchtmacht en werd gebruikt voor brandwacht, luchtfotografie en als liaisonvliegtuig in samenwerking met het leger. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog waren er nog 36 toestellen in dienst. Deze werden pas in 1942 vervangen door Saab 17’s. CVM bouwde tussen 1929 en 1932 zeventien S 6’s, waarvan sommige waren uitgerust met drijvers en werden aangeduid als S 6H.

In 1945 verkocht de Zweedse luchtmacht drie S 6’s aan Svensk Flygtjänst, die werden gebruikt voor luchtbestrijding van bosbranden. Twee andere werden in 1947 verkocht aan Skåneflyg. Een exemplaar is bewaard gebleven en te zien in het Zweedse luchtmachtmuseum. Luitenant Einar Lundborg redde in 1928 de Italiaanse generaal Umberto Nobile met een S 6B uitgerust met ski’s, nadat zijn luchtschip Italia was neergestort op weg naar de Noordpool.

Gebruik in Zwitserland

Na vergelijkende proeven in 1927, besloten de Zwitserse autoriteiten 48 Fokker C.V-E’s in licentie te laten bouwen in Zwitserland voor gebruik door de Zwitserse luchtmacht. Deze toestellen werden gebouwd bij K+W Thun en Doflug Altenrhein. Ze waren in dienst van 1933 tot 1940 en waren bewapend met bommen, twee machinegeweren voor de piloot en een dubbel machinegeweer voor de waarnemer. De Zwitserse luchtmacht gebruikte hun C.V’s als doelsleepvliegtuigen tot 1954, nadat ze uit de frontdienst waren gehaald.

Gebruik door Duitsland

Tijdens de Duitse bezetting van Denemarken werden enkele Deense Fokker C.V-E’s door de Duitsers in beslag genomen. Een aantal van deze vliegtuigen werd ingezet door het Estse vrijwilligerseskader Nachtschlachtgruppe 11 (NSGr. 11) op het Oostfront in 1944. Deze toestellen werden gebruikt voor nachtelijke bombardementen op de Russische frontlinies, ter verstoring van de vijandelijke operaties, vergelijkbaar met de nachtmissies die door Sovjet lichte vliegtuigen werden uitgevoerd.

In oktober 1944 werden twee van deze C.V-E’s naar Zweden gevlogen door vier Estse deserteurs. Een van deze vliegtuigen werd in 1947 door Zweden teruggegeven aan Denemarken.

Varianten van de Fokker C.V

De Fokker C.V kende verschillende varianten, die elk specifiek waren aangepast voor uiteenlopende militaire taken:

  • C.V-A: Verkenningsvliegtuig.
  • C.V-B: Verkenningsvliegtuig, 18 gebouwd.
  • C.V-C: Grondaanvalsvliegtuig. Gebruikers: Nederland 6, Bolivia 5.
  • C.V-D: Verkennings-, bommenwerp- en escortejager. Gebruikers: Finland 2, Denemarken 49, Hongarije 68 (D’s en E’s), Nederland 119 (VI’s, D’s en C’s), Noorwegen 27, Zweden 2, Zwitserland 3, Duitsland 15 (D’s en E’s).
  • C.V-E: Lichte bommenwerper. Gebruikers: Finland 17, Denemarken 31, Hongarije 68 (D’s en E’s), Nederland 18, KNIL 20, Duitsland 15 (D’s en E’s), Noorwegen 46, Zweden 51, Zwitserland 61.
  • C.V-W: C.V-C watervliegtuig. Eén gebouwd.
  • C.VI: Verkenningsvliegtuig met Hispano-Suiza motor, 33 omgebouwd van C.V-D.
  • C.IX: Verkenningsvariant van de C.V-E met Hispano-Suiza 12N motor; vijf gebouwd voor Nederland, één geëxporteerd naar Zwitserland.
  • IMAM Ro.1 en Ro.1-bis: Italiaanse licentiegebouwde lichte bommenwerper; 349 geproduceerd.
  • Manfred Weiss WM-9 Budapest: Licentiegebouwde Fokker C.V-E.
  • Manfred Weiss WM-11 Budapest: Hongaarse licentiegebouwde Fokker C.V-D.
  • Manfred Weiss WM-14 Budapest: Hongaarse licentiegebouwde Fokker C.V-D.
  • Manfred Weiss WM-16 Budapest: WM-16A met 410 kW (550 pk) Gnome-Rhône 9K Mistral, 9 gebouwd; WM-16B met 641.3 kW (860 pk) Gnome-Rhône 14K Mistral Major, 9 gebouwd.
  • Manfred Weiss WM-21 Sólyom: Ontwikkeling van de WM-16.

Conclusie

De Fokker C.V was een belangrijk militair vliegtuig in de jaren 1920 en 1930, dat zowel in Nederland als internationaal werd ingezet. Het ontwerp van Anthony Fokker bleek veelzijdig en aanpasbaar, wat leidde tot gebruik in diverse rollen, waaronder verkenning, lichte bombardementen en grondaanvallen. Hoewel het toestel tegen het begin van de Tweede Wereldoorlog verouderd raakte, was het tot die tijd een succes in zowel civiele als militaire toepassingen. De verschillende varianten en licentieproducties over de hele wereld getuigen van de invloed en het succes van de Fokker C.V in de luchtvaartgeschiedenis.

Bronnen en meer informatie

  1. War over Holland. “Fokker C.V.” Geraadpleegd op 23 september 2024.
  2. Finnish Air Force History. “Fokker C.V in Finland.” Geraadpleegd op 23 september 2024.
  3. National Norwegian Aviation Museum. “Norwegian Fokker C.V.” Geraadpleegd op 23 september 2024.
  4. Swedish Air Force Museum. “Fokker C.V in Sweden.” Geraadpleegd op 23 september 2024.
  5. Swiss Air Force Archives. “Fokker C.V-E in Switzerland.” Geraadpleegd op 23 september 2024.
  6. Aviation Historical Society. “Fokker C.V Variants.” Geraadpleegd op 23 september 2024.
  7. Bronnen Mei1940
  8. Afbeelding: Collectie Van Beek, CC0, via Wikimedia Commons