
De Fairey Seal was een Brits spotter-verkenningsvliegtuig, ontworpen voor gebruik vanaf vliegdekschepen en oorlogsschepen. Het toestel werd ontwikkeld door Fairey Aviation in de vroege jaren 1930 en gebaseerd op de eerder succesvolle Fairey IIIF. De Seal kon ook worden uitgerust met drijvers, waardoor het geschikt werd voor lanceringen vanaf schepen of operaties vanaf wateroppervlakten.
Inhouds opgave
Ontwerp en Ontwikkeling
Het ontwerp van de Fairey Seal was bedoeld als een veelzijdig verkenningsvliegtuig. Het vliegtuig werd aangedreven door een Armstrong Siddeley Panther IIA, een 14-cilinder radiale motor met een vermogen van 525 pk. De Seal had een maximumsnelheid van 222 km/u en een plafondhoogte van 5.200 meter. Het toestel was uitgerust met zowel vaste als flexibele machinegeweren, evenals bommen of andere ladingen die onder de vleugels konden worden gedragen.
De Fairey Seal was een verbeterde versie van de Fairey IIIF en werd speciaal aangepast voor operationeel gebruik op zee. Het landvliegtuig kon worden omgebouwd tot een watervliegtuig door het installeren van drijvers, een kenmerk dat vooral nuttig was voor gebruik bij de marine.

Operationele Geschiedenis
Fleet Air Arm
De Fairey Seal maakte zijn eerste vlucht in 1930 en trad in 1933 in dienst bij de Fleet Air Arm (FAA), de luchtvaarteenheid van de Britse marine. Het vliegtuig werd voornamelijk gebruikt voor verkenning en lichte bombardementstaken. In totaal werden 91 exemplaren geproduceerd. Vanaf 1936 begon de FAA de Seal te vervangen door de Fairey Swordfish Mk1, een moderner en veelzijdiger vliegtuig.
Tegen 1938 waren alle torpedoesquadrons volledig overgestapt op de Swordfish. De Seal werd vervolgens ingezet in secundaire rollen, zoals training en ondersteuning. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog waren er nog vier toestellen operationeel. De Seal werd volledig uit dienst genomen in 1943.
Royal Air Force
De Royal Air Force (RAF) gebruikte de Fairey Seal als onderdeel van trainings- en ondersteuningsoperaties. Twaalf Seal-vliegtuigen werden ingezet als doelslepers bij de No. 10 Bombing and Gunnery School. Daarnaast werden vier vliegtuigen gebruikt door 273 Squadron, gestationeerd in Ceylon (het huidige Sri Lanka), voor kustpatrouilles. Sommige van deze toestellen waren uitgerust met drijvers voor maritieme operaties. De RAF nam de Seal in mei 1942 volledig uit gebruik.
Internationaal Gebruik
Letland
In 1934 kocht Letland vier Fairey Seal-drijvervliegtuigen voor de Letse marine. Deze toestellen werden in 1936 ingezet voor een publiciteitsreis van 6.000 kilometer door de Baltische staten en Noord-Europa. Na de annexatie van Letland door de Sovjet-Unie in 1940 werden de vliegtuigen door de Sovjets overgenomen, maar ze werden nooit operationeel gebruikt. In 1941 werden de opgeslagen toestellen vernietigd door Duitse vliegtuigen.
Andere Gebruikers
De Fairey Seal werd ook geëxporteerd naar Argentinië, Chili en Peru. In deze landen werden de vliegtuigen zowel door de luchtmacht als de marine ingezet voor maritieme verkenningsmissies.
Varianten
- Fairey IIIF Mk VI: Het prototype van de Seal, omgebouwd vanuit een Fairey IIIF Mk IIIB.
- Fairey Seal: De standaardversie, ontworpen voor maritieme verkennings- en lichte bombardementstaken.
Technische Specificaties (Landvliegtuig)
Algemene Kenmerken
- Bemanning: 3
- Lengte: 10,26 m
- Spanwijdte: 13,94 m
- Hoogte: 3,89 m
- Vleugeloppervlak: 41,20 m²
- Maximaal Startgewicht: 2.722 kg
- Motor: Armstrong Siddeley Panther IIA (14-cilinder luchtgekoelde radiale motor), 525 pk
Prestaties
- Maximale Snelheid: 222 km/u
- Uithoudingsvermogen: 4 uur en 30 minuten
- Plafondhoogte: 5.200 m
- Stijgsnelheid: 1.524 m in 5 minuten en 20 seconden
Bewapening
- Machinegeweren: 1 × .303 Vickers-machinegeweer (voorzijde), 1 × .303 Lewis-machinegeweer (achterzijde)
- Bommen: Tot 230 kg bommen, bevestigd onder de vleugels
Belangrijke Gebruikers en Squadrons
De Fairey Seal werd in verschillende landen gebruikt, waaronder Argentinië, Chili, Letland en het Verenigd Koninkrijk. In het Verenigd Koninkrijk werden Seal-vliegtuigen toegewezen aan diverse squadrons binnen de Fleet Air Arm, zoals 820, 821, 822 en 824 Naval Air Squadrons. Het toestel werd voornamelijk ingezet voor maritieme verkenningsmissies en training.
Conclusie
De Fairey Seal was een essentieel vliegtuig in de ontwikkeling van maritieme verkenningscapaciteiten in de jaren 1930. Hoewel het vliegtuig tegen het begin van de Tweede Wereldoorlog verouderd was, diende het in secundaire rollen en als trainingsvliegtuig. De aanpassingen voor gebruik als watervliegtuig en de export naar verschillende landen tonen de veelzijdigheid en het belang van dit toestel in de militaire luchtvaartgeschiedenis.
Bronnen
- Afbeelding 1: Royal Navy photographer, Public domain, via Wikimedia Commons
- Afbeelding 2: See page for author, Public domain, via Wikimedia Commons
- Ray Sturtivant & Mick Burrow (1995). Fleet Air Arm Aircraft 1939 to 1945. Tonbridge, Kent, UK: Air Britain (Historians) Ltd. ISBN 0-85130-232-7.
- H.A. Taylor (1974). Fairey Aircraft Since 1915. London: Putnam. ISBN 0-370-00065-X.
- Owen Thetford (1991). British Naval Aircraft Since 1912. London: Putnam Aeronautical Books. ISBN 0-85177-849-6.
- Adrian Vicary (1984). Naval Wings. Wellingborough, UK: Patrick Stephens Ltd. ISBN 0-85059-660-2.
- Ricardo Martin Lezon & Robert M. Stitt (2004). “Eyes of the Fleet: Seaplanes in Argentine Navy Service, Part 2”. Air Enthusiast, Issue 109, January–February. ISSN 0143-5450.
- Amaru Tincopa (2022). “Wings over Peru: The Fairey Seal”. The Aviation Historian, Issue 39, April. ISSN 2051-1930.
- Bronnen Mei1940