De Curtiss-Wright CW-21, ook bekend als de Curtiss-Wright CW-21 Interceptor of Demon, was een Amerikaans jachtvliegtuig ontwikkeld door de St. Louis Airplane Division van de Curtiss-Wright Corporation in de jaren 1930. Dit vliegtuig werd ontworpen met een bijzondere focus op klimvermogen en wendbaarheid, bedoeld om snel vijandelijke bommenwerpers te onderscheppen. Ondanks de beperkte inzet en productie, heeft de CW-21 een unieke plaats in de luchtvaartgeschiedenis.
Inhouds opgave
Ontwerp en ontwikkeling van de Curtiss-Wright CW-21
Het ontwerp van de CW-21 begon in 1938 onder leiding van George A. Page, hoofd van de Saint Louis Airplane Division van Curtiss-Wright. Page baseerde het ontwerp op het eerdere tweezits Model 19, ontwikkeld door Carl W. Scott. De visie van Page was om een lichtgewicht onderscheppingsjager te creëren met een uitzonderlijk hoog klimvermogen. Dit zou piloten in staat stellen om vijandelijke bommenwerpers snel te bereiken en aan te vallen, met minimale waarschuwingstijd voor de vijand.
De CW-21 was een eendekker met een volledig metalen constructie en een intrekbaar staartwiel landingsgestel. Het vliegtuig had een semi-monocoque rompstructuur die sterk versmalde achter de cockpit. Het werd aangedreven door een Wright R-1820-G5 negencilinder luchtgekoelde stermotor van 850 pk (630 kW). Om het gewicht te minimaliseren en de prestaties te optimaliseren, werd er geen bepantsering of bescherming voor de brandstoftanks ingebouwd. Het vliegtuig was bewapend met een combinatie van twee .30 inch (7,62 mm) en twee .50 inch (12,7 mm) machinegeweren, gemonteerd in de neus en gesynchroniseerd om door de propeller te schieten.
Algemene specificaties van de Curtiss-Wright CW-21
- Bemanning: 1
- Lengte: 8,29 m
- Spanwijdte: 10,67 m
- Hoogte: 2,49 m
- Vleugeloppervlak: 16,19 m²
- Leeggewicht: 1.534 kg
- Maximaal startgewicht: 2.041 kg
- Motor: Wright R-1820-G5 Cyclone negencilinder luchtgekoelde stermotor, 850 pk (630 kW)
- Maximale snelheid: 505 km/h op 3.700 m
- Kruissnelheid: 454 km/h
- Bereik: 1.010 km
- Hoogte plafond: 10.500 m
- Klimsnelheid: 23 m/s
Het eerste prototype van de CW-21 vloog op 22 september 1938 en kreeg de civiele experimentele registratie NX19431. Ondanks dat de CW-21 niet werd geaccepteerd door het Amerikaanse leger, vanwege de focus op lage hoogteprestaties die niet strookten met de Amerikaanse militaire eisen, werd het vliegtuig getest op Wright Field in Dayton, Ohio. Hier werd het echter direct afgewezen door de Army Air Corps, die het toestel te uitdagend vonden om te landen.
Operationele geschiedenis van de Curtiss-Wright CW-21
De Curtiss-Wright CW-21 speelde een opmerkelijke, zij het beperkte, rol in de luchtvaartgeschiedenis tijdens de late jaren 1930 en het begin van de Tweede Wereldoorlog. Ondanks dat het vliegtuig niet werd geadopteerd door de Amerikaanse luchtmacht, vond het wel zijn weg naar China en de Nederlandse kolonies in Zuidoost-Azië.
De CW-21 in Chinese dienst
Het prototype van de CW-21 werd aanvankelijk naar China gestuurd voor evaluatie door de Chinese luchtmacht. De Chinese autoriteiten waren onder de indruk van de prestaties van het toestel, vooral van zijn klimvermogen en snelheid, die essentieel waren om de Japanse bommenwerpers aan te vallen die China in die periode herhaaldelijk bombardeerden. Terwijl de onderhandelingen over een Chinese aankoop nog gaande waren, werd de CW-21 daadwerkelijk ingezet in gevechtsoperaties.
Op 4 april 1939 werd het prototype van de CW-21 ingezet tegen Japanse bommenwerpers die een aanval uitvoerden op Chongqing. Tijdens deze missie claimde Curtiss-testpiloot Bob Fausel dat hij een Fiat BR.20 bommenwerper had neergeschoten. Deze gebeurtenis benadrukte het potentiële succes van de CW-21 als onderscheppingsvliegtuig. In mei 1939 ondertekende China een contract voor de aankoop van de prototype en drie voltooide exemplaren, evenals bouwkits voor nog eens 27 vliegtuigen. Deze vliegtuigen zouden worden geassembleerd door de Central Aircraft Manufacturing Company (CAMCO) nabij de grens van China en Birma.
De drie door Curtiss gebouwde vliegtuigen werden in mei 1940 naar China verscheept en uiteindelijk overgedragen aan de 1e American Volunteer Group, beter bekend als de Flying Tigers. Deze eenheid was beroemd om hun rol in de verdediging van China tegen Japanse luchtaanvallen. Helaas kwamen deze vliegtuigen al snel tot een tragisch einde; ze stortten neer en werden vernietigd tijdens een vlucht van Rangoon naar Kunming op 23 december 1941, door slechte weersomstandigheden en beperkte zichtbaarheid.
Misgelopen productie in China
De resterende 27 bouwkits voor de CW-21 waren bedoeld om lokaal te worden geassembleerd door CAMCO. Door de aanhoudende druk van de Japanse militaire opmars in de regio, werd echter geen enkel van deze vliegtuigen voltooid voordat CAMCO in 1942 werd gedwongen om de fabriek te evacueren naar India.
De CW-21B en zijn rol in Nederlands-Indië
Ondertussen werkte Curtiss-Wright aan een verbeterde versie van de CW-21, bekend als de CW-21B. Deze versie had een verbeterd landingsgestel met naar binnen intrekkende hoofdwielen en een gedeeltelijk intrekbaar staartwiel, ontwikkeld voor de Curtiss-Wright CW-23 trainer. De CW-21B was ondanks zijn hogere gewicht 29 km/h sneller dan het originele model, maar had wel een lager klimvermogen.
In april 1940 plaatste de Nederlandse Luchtvaartafdeling, wanhopig op zoek naar moderne gevechtsvliegtuigen, een bestelling voor 24 CW-21Bs. Na de overgave van Nederland aan Duitsland in mei 1940, werd deze bestelling overgedragen aan de regering van Nederlands-Indië (het huidige Indonesië) voor gebruik door de Militaire Luchtvaart van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (ML-KNIL).
Inzet van de Curtiss-Wright CW-21B in Nederlands-Indië
De 24 bestelde CW-21B vliegtuigen werden in februari 1941 geassembleerd op het vliegveld Andir in Bandung, Java. Deze vliegtuigen werden toegewezen aan Vliegtuiggroep IV, Afdeling 2 (2-VLG IV) van de Militaire Luchtvaart van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (ML-KNIL). Vanwege de lichte constructie van de CW-21B deden zich al snel structurele problemen voor. Verschillende toestellen werden aan de grond gehouden vanwege scheuren in het landingsgestel en wachtten nog op reparatie toen de oorlog met Japan begon op 8 december 1941.
Vergelijking met Japanse vliegtuigen
Ondanks de structurele problemen en de beperkte productie was de CW-21B opmerkelijk vanwege zijn vergelijkbare ontwerp en prestaties met Japanse jagers zoals de Nakajima Ki-43-I (“Oscar”) en de Mitsubishi A6M2 Zero. Net als deze Japanse vliegtuigen had de CW-21B een lichte constructie, een radiale motor, lage vleugelbelasting, beperkte bescherming voor de piloot en geen zelfdichtende brandstoftanks. Dit maakte de CW-21B kwetsbaar, maar gaf het ook een uitstekend klimvermogen.
In vergelijking met de Nakajima Ki-43-I had de CW-21B een superieur klimvermogen, wat een belangrijk voordeel was in luchtgevechten. De CW-21B was uitgerust met dezelfde bewapening als de Ki-43-I, bestaande uit twee .50 inch (12,7 mm) en twee .30 inch (7,62 mm) machinegeweren. Vergeleken met de Mitsubishi A6M2 Zero was de CW-21B echter minder goed bewapend, aangezien de Zero beschikte over kanonnen die veel meer schade konden aanrichten.
Gevechtsprestaties tijdens de Nederlands-Indische campagne
Tijdens de campagne in Nederlands-Indië bewees de CW-21B zijn waarde ondanks de beperkte middelen en het overweldigende aantal Japanse vliegtuigen. Vliegtuiggroep 2-VLG IV claimde vier luchtoverwinningen tegen Japanse toestellen. De CW-21B wist deze prestaties te behalen door gebruik te maken van zijn betere klimvermogen, dat het mogelijk maakte om vijandelijke vliegtuigen te verrassen en snel aan te vallen.
Echter, ondanks deze successen werd de ML-KNIL al snel overweldigd door het numerieke overwicht van de Japanse luchtmacht. Bijna alle CW-21B’s gingen verloren in luchtgevechten of werden vernietigd op de grond door Japanse aanvallen. De beperkte bescherming van de CW-21B’s, zowel voor de piloot als voor de brandstoftanks, droeg bij aan de snelle verliezen. Toch benadrukken deze verliezen ook de dappere inzet van de piloten en de capabiliteit van het vliegtuig in een tijdperk waarin luchtgevechten snel evolueerden.
Varianten van de Curtiss-Wright CW-21
Er waren verschillende varianten van de CW-21, elk ontworpen met specifieke kenmerken om aan de behoeften van verschillende gebruikers te voldoen:
- Model 21: Dit was de originele onderscheppingsjager. Er werd één prototype gebouwd in 1938, samen met drie productiemodellen en 27 bouwpakketten die naar de Republiek China werden gestuurd voor assemblage. Deze variant was te herkennen aan de hoofdonderstelkuipen in de stijl van de Seversky P-35.
- Model 21A: Een voorgestelde versie die gebruik zou maken van de Allison V-1710 motor, maar deze variant werd nooit gebouwd.
- Model 21B: Deze verbeterde onderscheppingsjager was ontworpen voor de Nederlandse Oost-Indische luchtmacht. Het toestel had een naar binnen intrekkend hoofdlandingsgestel, wat de noodzaak voor de onderstelkuipen van het originele Model 21 elimineerde. In totaal werden er 24 van deze varianten gebouwd.
Nalatenschap van de Curtiss-Wright CW-21
Hoewel de Curtiss-Wright CW-21 en zijn varianten slechts een beperkte operationele geschiedenis hadden, blijft hun ontwerp en inzet in de vroege jaren van de Tweede Wereldoorlog een interessant hoofdstuk in de militaire luchtvaartgeschiedenis. De CW-21 vertegenwoordigde een specifieke benadering van luchtgevechtsstrategieën in een tijd waarin snelheid en klimvermogen vaak de belangrijkste factoren waren in de ontwikkeling van onderscheppingsvliegtuigen.
Beperkingen en innovaties
De CW-21 liet zien dat lichtgewicht ontwerp en hoge snelheid aanzienlijke voordelen konden bieden, vooral tegen vijandelijke bommenwerpers. Echter, het gebrek aan pantserbescherming en zelfdichtende brandstoftanks maakte de vliegtuigen kwetsbaar in gevechten, wat leidde tot hoge verliezen. Dit benadrukte de noodzaak van een evenwichtige benadering van vliegtuigontwerp, waarbij zowel aanvalskracht als defensieve maatregelen in overweging moesten worden genomen.
De ervaringen van de Curtiss-Wright CW-21 in China en Nederlands-Indië boden waardevolle lessen voor latere ontwerpen van gevechtsvliegtuigen. De uitdagingen waarmee de CW-21 werd geconfronteerd, zoals structurele integriteit en het gebrek aan bescherming, werden aangepakt in latere modellen van Curtiss-Wright en andere fabrikanten, die leerden van de tekortkomingen en prestaties van deze vroege jagers.
Conclusie
De Curtiss-Wright CW-21 was een uniek vliegtuig dat, ondanks zijn beperkte productie en inzet, een belangrijke rol speelde in de luchtgevechten tijdens het begin van de Tweede Wereldoorlog. De combinatie van zijn hoge klimvermogen, snelheid en manoeuvreerbaarheid maakte het tot een effectief onderscheppingsvliegtuig tegen de Japanse luchtmacht. Hoewel de CW-21 uiteindelijk niet voldeed aan de langdurige vereisten van een veelzijdige jager, biedt het toestel inzicht in de evolutie van luchtgevechtsstrategie en vliegtuigontwerp in een kritieke periode van de luchtvaartgeschiedenis.
De nalatenschap van de CW-21 ligt in zijn innovatieve ontwerp en de lessen die werden geleerd van zijn operationele inzet. Deze lessen droegen bij aan de verbetering van latere vliegtuigen en de ontwikkeling van effectievere luchtvaartstrategieën in het turbulente tijdperk van de Tweede Wereldoorlog.
Bronnen en meer informatie
- Francillon, R.J. (1979). Japanese Aircraft of the Pacific War. Naval Institute Press. ISBN 0-87021-313-X.
- Green, William; Swanborough, Gordon (1989). The Complete Book of Fighters. Smithmark Publishers Inc. ISBN 0-8317-3939-8.
- Hagedorn, Dan (1997). Curtiss Aircraft 1907-1947. Putnam. ISBN 0-85177-811-9.
- Andersson, Lennart (2008). A History of Chinese Aviation. A Schiffer Military History Book. ISBN 0-7643-1665-0.
- Bronnen Mei1940
- Afbeelding: Nationaal Archief, Public domain, via Wikimedia Commons