De Mark 24 mine, beter bekend als FIDO of Fido, was een luchtdropte anti-onderzeeër akoestische torpedo, ontwikkeld door de Verenigde Staten tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hoewel het officieel een mijn werd genoemd om de ware capaciteiten te verbergen, was de Mark 24 in werkelijkheid een geavanceerd wapen gericht op het neutraliseren van vijandelijke onderzeeërs. Het wapen kwam in maart 1943 in dienst bij de geallieerden en werd door de Amerikaanse marine (USN) gebruikt tot 1948. In totaal werden er ongeveer 4.000 van deze torpedo’s geproduceerd. Tijdens de oorlog werden er 340 ingezet, waarvan er 204 daadwerkelijk werden afgevuurd. Dit resulteerde in het zinken van 37 vijandelijke onderzeeërs en het beschadigen van 18 andere.
De Mark 24 werd als “mine” (mijn) aangeduid om zijn werkelijke functie als akoestische torpedo te verbergen.
Inhouds opgave
Ontwikkeling van de akoestische torpedo
Het concept van de akoestische torpedo bestond al tijdens de Eerste Wereldoorlog, maar het ontbrak toen nog aan voldoende begrip van onderwaterakoestiek om het praktisch bruikbaar te maken. In de jaren dertig begon Duitsland met de ontwikkeling van elektrisch aangedreven akoestische torpedo’s, wat leidde tot de G7e en G7es anti-schip torpedo’s. Deze torpedo’s, die op een vooraf ingestelde diepte opereren, kwamen in 1943 in dienst op Duitse onderzeeërs. De Amerikaanse marine ontwikkelde een vergelijkbare anti-schip torpedo, de Mark 28, die in 1944 werd geïntroduceerd.
Eisen aan de Mark 24 torpedo
Anti-onderzeeër (ASW) torpedo’s, zoals de Mark 24, moeten zich kunnen aanpassen aan grotere veranderingen in diepte en richting dan anti-schip torpedo’s. Daarnaast moest FIDO ontworpen worden om vanuit de lucht te worden gedropt, wat een extra ontwerpuitdaging vormde. De studies voor FIDO begonnen eind 1941, waarbij specificaties werden uitgegeven aan zowel Bell Telephone Laboratories als het Harvard Underwater Sound Laboratory (HUSL). De ontwikkeling startte in december 1941, en het project kreeg de naam Project 61 van het Office of Scientific Research and Development, met de codenaam “FIDO”.
Samenwerking en ontwerp
Bell en HUSL werkten parallel met volledige uitwisseling van informatie. De verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van een lichte, schokbestendige 48 volt lood-zuur batterij die 110 ampère kon leveren gedurende 15 minuten, lag bij Western Electric. General Electric werd belast met het ontwerp en de fabricage van de aandrijfmotoren en stuurmotoren, en het onderzoeken van een actief akoestisch geleidingssysteem. De David Taylor Model Basin leverde assistentie op het gebied van hydrodynamica en voortstuwing.
Het geleidingssysteem van de torpedo maakte gebruik van vier hydrofoons in het midden van de torpedo, verbonden met een vacuümbuis-gebaseerd geluidsverwerkingssysteem. In juli 1942 werden een proportioneel navigatiesysteem van Bell en een niet-proportioneel stuursysteem van HUSL gedemonstreerd.
Technische specificaties en productie van de Mark 24 mine
Technische specificaties
De Mark 24 mine werd ontworpen met aanpassingen aan het lichaam van de eerder bestaande Mark 13 torpedo. De afmetingen en het gewicht van de torpedo werden gereduceerd om de torpedo beter geschikt te maken voor luchtdropping. De neus van de torpedo was hemisferisch gevormd voor het herbergen van de explosieve lading, terwijl het conische staartgedeelte was uitgerust met vier stabiliserende vinnen, roeren en een enkele propeller. Door zijn relatief korte en “dikke” ontwerp was de FIDO bijzonder geschikt voor zijn rol als luchtdropte anti-onderzeeër torpedo.
De algemene kenmerken van de Mark 24 torpedo zijn als volgt:
- Diameter: 19 inch (48 cm)
- Lengte: 84 inch (2,13 m)
- Gewicht: 680 pond (308 kg)
- Explosieve lading: 92 pond (41,7 kg) HBX hoog-explosief
- Voortstuwing: 7,5 pk (5,57 kW) standaard General Electric wasmachinemotor die een enkele propeller aandrijft, gevoed door een 48 volt lood-zuur batterij
- Snelheid en uithoudingsvermogen: 12 knopen (22 km/u) gedurende 10 minuten, wat een bereik geeft van ongeveer 4.000 yards (3.700 m)
- Geleidingssysteem: 4 piëzo-elektrische hydrofoons die werken op 24 kHz en een vacuümbuis-signaalverwerkingssysteem met proportionele stuurfunctie
- Maximale drop hoogte: 200 tot 300 voet (60 m tot 90 m)
- Maximale lanceersnelheid van het vliegtuig: 120 knopen (220 km/u)
Productie en eerste tests
In juni 1942 besloot de Amerikaanse marine om de productie van de Mark 24 torpedo te starten, ondanks dat er nog aanzienlijke tests uitgevoerd moesten worden, waaronder luchtdroppings. Het proportionele homing-geleidingssysteem van Bell werd uiteindelijk geselecteerd voor gebruik in de productieversie van de torpedo. Testen met de prototypes gingen door tot in december 1942, en de Amerikaanse marine ontving de eerste productie-eenheden in maart 1943.
De initiële order van 10.000 torpedo’s werd uiteindelijk teruggebracht tot 4.000 eenheden vanwege de uitstekende prestaties van de FIDO in de operationele omstandigheden. Elke torpedo had een geschatte kostprijs van $1.800, wat destijds als relatief goedkoop werd beschouwd voor een dergelijk geavanceerd wapen.
Geavanceerd geleidingssysteem
Een van de belangrijkste innovaties van de Mark 24 was het geavanceerde akoestische homing-geleidingssysteem. Zodra de torpedo het water raakte, voerde hij een cirkelvormige zoekpatroon uit op een vooraf bepaalde diepte. Deze diepte werd gecontroleerd door een systeem van balgen en slingermechanismen. Het passieve akoestische homing-systeem trad in werking zodra het geluidssignaal van een doelwit, met een frequentie van 24 kHz, door de hydrofoons van de torpedo werd gedetecteerd. Dit systeem stelde de torpedo in staat om nauwkeurig naar vijandelijke onderzeeërs te navigeren en ze te vernietigen.
Aanvankelijk werden de torpedo’s ingesteld om doelen op een diepte van 50 voet (15 m) te zoeken, maar dit werd later gewijzigd naar 150 voet (45 m) om de effectiviteit tegen dieper varende onderzeeërs te vergroten. Het cirkelvormige zoekpatroon werd hervat op dieptes boven de 40 voet (12 m) om te voorkomen dat de torpedo’s per ongeluk oppervlaktevaartuigen zouden aanvallen.
Geheimhouding van de capaciteiten
Een belangrijk aspect van de inzet van de FIDO was het geheimhouden van zijn relatief lage snelheid. Hoewel de torpedo in staat was om ondergedoken U-boten in te halen, kon het geen snelheid opnemen tegen onderzeeërs die aan de oppervlakte voeren. Deze beperking werd zorgvuldig geheim gehouden om te voorkomen dat vijandelijke onderzeeërs hun tactieken zouden aanpassen.
Gevechtsgeschiedenis en effectiviteit van de Mark 24 mine
Eerste gevechtsinzetten
De Mark 24 torpedo, ook wel bekend als FIDO, bewees zijn waarde al snel na zijn introductie in maart 1943. Er zijn twee belangrijke gebeurtenissen in mei 1943 die worden geclaimd als de eerste succesvolle inzet van de FIDO tegen Duitse U-boten. Op 14 mei 1943 wist een Amerikaanse PBY Catalina watervliegtuig een Duitse onderzeeër te raken en tot zinken te brengen; bronnen verschillen over of dit U-657 of U-640 was. Een dag eerder, op 13 mei, beschadigde een Liberator B/86 van het RAF Coastal Command U-456, die de volgende dag zonk als gevolg van de schade.
Statistieken van de inzet
Tijdens de Tweede Wereldoorlog bleek de FIDO een zeer effectief wapen te zijn tegen onderzeeërs. In totaal werden 340 FIDOs ingezet, waarvan 204 daadwerkelijk werden afgevuurd. Deze inzet resulteerde in het zinken van 37 vijandelijke onderzeeërs en het beschadigen van 18 andere. De effectiviteit van de FIDO wordt geschat op ongeveer 18%, wat aanzienlijk hoger was dan de 9,5% effectiviteit van door vliegtuigen afgeworpen dieptebommen, die tot dat moment de standaardmethode waren voor anti-onderzeeër oorlogsvoering. Deze hogere effectiviteit was voornamelijk te danken aan het geavanceerde homing-systeem van de torpedo, dat in staat was om nauwkeurig vijandelijke onderzeeërs te volgen en te raken.
Tactische voordelen
De inzet van de FIDO bracht enkele belangrijke tactische voordelen met zich mee voor de geallieerden. Het grootste voordeel was de mogelijkheid om vijandelijke onderzeeërs aan te vallen zonder dat vliegtuigen op gevaarlijk lage hoogte hoefden te vliegen, zoals bij dieptebommen het geval was. Dit verminderde het risico voor de bemanning van de vliegtuigen aanzienlijk. Bovendien kon de FIDO worden ingezet in situaties waarin andere methoden minder effectief waren, zoals bij vijandelijke onderzeeërs die op grotere diepten opereerden of die gebruik maakten van slimme manoeuvres om dieptebommen te ontwijken.
Daarnaast speelde de FIDO een cruciale rol bij het ontmoedigen van vijandelijke onderzeeërs om aan de oppervlakte te opereren, waar zij kwetsbaar waren voor luchtaanvallen. Dit dwong Duitse U-boten om langere perioden onder water door te brengen, wat hun operationele flexibiliteit en aanvalscapaciteit verminderde.
Innovaties en varianten
Na het succes van de Mark 24 torpedo werd een variant, de Mark 27 torpedo (ook bekend als “Cutie”), ontwikkeld voor gebruik door onderzeeërs tegen oppervlakteschepen. Deze torpedo werd ingezet in de Stille Oceaan in de zomer van 1944. Een opmerkelijke gebeurtenis met de Mark 27 vond plaats in november 1944, toen de USS Sea Owl, onder leiding van Luitenant-commandant Carter L. Bennett, met succes een Japanse patrouilleboot beschadigde in de Gele Zee.
Deze variant, hoewel afgeleid van de Mark 24, was speciaal ontworpen voor onderzeeër-gebaseerde aanvallen en bleek bijzonder effectief tegen vijandelijke oppervlakteschepen in het Pacifische theater, wat de veelzijdigheid van het basisontwerp van de Mark 24 onderstreepte.
Conclusie
De Mark 24 mine, bekend als FIDO, speelde een cruciale rol in de anti-onderzeebootoorlogvoering van de geallieerden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dankzij de geavanceerde akoestische homing-technologie en het ingenieuze ontwerp bood de FIDO een aanzienlijke verbetering in de bestrijding van vijandelijke onderzeeërs in vergelijking met traditionele methoden zoals dieptebommen. De torpedo’s maakten gebruik van innovatieve technologieën die de basis vormden voor toekomstige ontwikkelingen op het gebied van onderzeebootbestrijding.
De succesvolle inzet van de FIDO leidde tot het zinken van 37 Duitse onderzeeërs en het beschadigen van 18 anderen, wat de effectiviteit en betrouwbaarheid van het wapen onderstreepte. De introductie van varianten zoals de Mark 27 torpedo toonde de veelzijdigheid van het ontwerp en zijn aanpassingsvermogen aan verschillende tactische eisen en operationele omgevingen.
De Mark 24 mine is een voorbeeld van hoe technologische innovaties tijdens oorlogen niet alleen de uitkomst van conflicten kunnen beïnvloeden, maar ook de loop van de militaire technologie en strategieën op lange termijn kunnen veranderen. Het succes van de FIDO benadrukt het belang van voortdurende innovatie en samenwerking tussen wetenschappelijke instellingen en militaire organisaties om doeltreffende oplossingen te ontwikkelen voor complexe uitdagingen.
Bronnen en meer informatie
- Blair, Clay. Silent Victory: The U.S. Submarine War Against Japan. Naval Institute Press, 2001.
- Friedman, Norman. U.S. Submarines Through 1945: An Illustrated Design History. Naval Institute Press, 1995.
- Gannon, Michael. Operation Drumbeat: The Dramatic True Story of Germany’s First U-Boat Attacks Along the American Coast in World War II. Harper Perennial, 1991.
- Morison, Samuel Eliot. History of United States Naval Operations in World War II. University of Illinois Press, 2002.
- Roscoe, Theodore. United States Submarine Operations in World War II. Naval Institute Press, 1949.
- Afbeelding: United States Navy, Public domain, via Wikimedia Commons
- Bronnen Mei1940