Alfred Redl (14 maart 1864 – 25 mei 1913) was een hoge militaire officier binnen het Oostenrijks-Hongaarse leger en hoofd van het Evidenzbureau, de contraspionagedienst van de generale staf. Zijn carrière, die gekenmerkt werd door innovatie en gebruik van geavanceerde technologie, eindigde abrupt toen bleek dat hij zelf spioneerde voor het Russische leger. Redl’s verraad heeft tot controverse geleid en roept nog steeds vragen op over loyaliteit en spionage in het vooroorlogse Europa.
Inhouds opgave
Vroege loopbaan
Alfred Redl werd geboren op 14 maart 1864 in Lemberg, een stad in het Oostenrijkse Rijk (tegenwoordig Lviv, Oekraïne). Zijn achtergrond was bescheiden, met een vader die werkte als spoorwegbeambte. Ondanks de beperkte middelen van zijn familie wist Redl op vijftienjarige leeftijd toegang te krijgen tot de Karthaus Militaire Academie in Brno. Na zijn afstuderen in 1883, waar hij werd geprezen om zijn uitstekende prestaties, diende hij bij het 9e infanterieregiment in Lemberg en bereikte de rang van luitenant.
Opleiding en opkomst binnen het leger
Ondanks zijn bescheiden afkomst en gebrek aan invloedrijke connecties, maakte Redl een snelle opmars binnen de rangen van het Oostenrijks-Hongaarse leger. Hij volgde de prestigieuze oorlogsschool in Wenen, waar slechts vijftig van de duizend aanmeldingen werden toegelaten. Met een groeiende interesse in Russische militaire aangelegenheden werd hij in 1900 aangesteld bij het inlichtingenbureau van de generale staf en toegewezen aan de Russische afdeling.
Contraspionagewerk
In 1907 werd Redl hoofd van de contraspionageafdeling van het inlichtingenbureau en bevorderd tot kolonel. Hij introduceerde belangrijke verbeteringen in de methoden van de contraspionage, waaronder het gebruik van camera’s, primitieve opnameapparatuur en een systeem voor vingerafdrukregistratie van verdachte personen. Ironisch genoeg droegen juist deze innovaties bij aan zijn latere ontmaskering als Russische spion.
Verraad
De redenen voor Redl’s verraad blijven omstreden. Een theorie is dat zijn homoseksualiteit, die in die tijd een groot risico vormde voor zijn carrière, werd ontdekt door Russische agenten. Hoewel later bleek dat zijn Russische opdrachtgevers geen weet hadden van zijn seksuele geaardheid, werd aangenomen dat hij werd gechanteerd. Anderen suggereren dat de beloning van materiële luxe en zijn neiging tot gevaar een rol speelden. Redl leverde vanaf 1902 militaire geheimen, waaronder het volledige Oostenrijks-Hongaarse oorlogsplan voor een invasie van Servië (Plan III), aan de Russen.
Zijn verraad resulteerde in een versterkte positie van de Serviërs tijdens de latere Oostenrijks-Hongaarse invasie. Verder verstrekte Redl foutieve schattingen van de Russische militaire sterkte aan zijn eigen leger, waarmee hij de voorbereiding van zijn superieuren in gevaar bracht.
Ontmaskering en arrestatie
In 1912 werd Redl bevorderd tot stafchef van het VIIIe legerkorps onder zijn voormalige commandant Arthur Giesl von Gieslingen. Zijn opvolger bij de contraspionage, majoor Maximilian Ronge, ontdekte Redl’s dubbele rol door een innovatief postcontroleprogramma. In mei 1913 werd een verdachte envelop met een groot geldbedrag onderschept. Deze vondst leidde tot observatie van de postadressen en een verrassende ontdekking: het adres van Redl.
Op 24 mei 1913 onderschepten rechercheurs een postpakket en volgden de ontvanger naar het hotel Klomser. Hier werd Redl geconfronteerd door een militaire commissie. Hij gaf tijdens een kort verhoor zijn spionageactiviteiten toe en kreeg de opdracht om met een geladen revolver een einde aan zijn leven te maken. Op 25 mei 1913 pleegde Redl zelfmoord.
Nalatenschap en impact
Redl’s zelfmoord werd betreurd door keizer Franz Josef, die de voorkeur had gegeven aan een uitgebreid verhoor. Het incident veroorzaakte verontwaardiging en besef binnen de inlichtingengemeenschap dat zelfs loyale leden vatbaar waren voor spionage. Het Oostenrijks-Hongaarse leger werd bekritiseerd vanwege de manier waarop het patriottisme onder zijn officieren werd bevorderd. De pers schreef: “Redl is niet een individu, maar een systeem… Oostenrijkse en Hongaarse soldaten bezitten geen vaderland; zij hebben alleen een oorlogsheer.”
In de naoorlogse periode werd Redl’s verhaal een waarschuwing voor de gevaren van chantabele situaties onder ambtenaren. Tijdens de “Lavender Scare” in de jaren 1950 noemde senator Joseph McCarthy het geval van Redl als bewijs dat homoseksuelen kwetsbaar waren voor chantage en dus een risico vormden voor nationale veiligheid.
Conclusie
De zaak-Alfred Redl markeerde een cruciaal punt in de geschiedenis van spionage en contraspionage binnen Europa. Zijn onthullingen benadrukten zowel de gevaren van persoonlijke kwetsbaarheden als de geavanceerde tactieken van inlichtingendiensten in het tijdperk voor de Eerste Wereldoorlog. Het heeft geleid tot diepgaande hervormingen in contraspionagepraktijken en de manier waarop persoonlijke geheimen en veiligheidsrisico’s werden beoordeeld.
Bronnen en meer informatie
- Afbeelding: unbekannt/not known, Public domain, via Wikimedia Commons
- John T. Gannon, “The Redl Affair: Betrayal and Espionage in the Habsburg Monarchy” – Dit boek biedt een gedetailleerde analyse van de spionageactiviteiten van Redl en de impact ervan op de Oostenrijks-Hongaarse contraspionage.
- Graydon A. Tunstall, “The Austro-Hungarian Army and the First World War” – Behandelt de militaire context en de inlichtingendiensten van het Oostenrijks-Hongaarse leger, inclusief Redl’s rol en verraad.
- Bronnen Mei1940