Alexander Löhr: Militaire loopbaan en oorlogsverleden

Portret van Alexander Löhr, Oostenrijks militair leider en Generaloberst van de Luftwaffe, betrokken bij belangrijke campagnes tijdens WOII.
Alexander Löhr, Generaloberst van de Luftwaffe, speelde een sleutelrol in militaire operaties op de Balkan en Oost-Europa tijdens WOII.

Alexander Löhr (* 20 mei 1885, Turnu Severin – † 26 februari 1947, Belgrado) was een Oostenrijks militair die diende in verschillende legereenheden, waaronder het Oostenrijks-Hongaarse leger, de Luftwaffe van de Wehrmacht en als opperbevelhebber op de Balkan. Löhr werd uiteindelijk benoemd tot kolonel-generaal. Na de Tweede Wereldoorlog werd hij veroordeeld en geëxecuteerd vanwege oorlogsmisdaden.

Militaire carrière en opkomst

Eerste aanstellingen in het Oostenrijks-Hongaarse leger

Löhr begon zijn militaire loopbaan in 1906 na zijn opleiding aan de Theresianische Militaire Academie. Hij werd benoemd tot leutnant in het Oostenrijks-Hongaarse leger en begon als officier in een infanterieregiment. Zijn vroege jaren waren gewijd aan de traditionele taken van een infanterie-officier, met posten aan verschillende grenzen, waaronder die met Servië tijdens de Bosnische annexatiecrisis van 1908.

Door zijn uitstekende prestaties en inzet werd hij geselecteerd voor de prestigieuze opleiding aan de Weense Kriegsschule. Na zijn afstuderen werd hij toegevoegd aan de generale staf, een stap die cruciaal bleek voor zijn verdere opmars in het leger.

Eerste Wereldoorlog en luchtvaart

Tijdens de Eerste Wereldoorlog diende Löhr aanvankelijk als staflid en vervolgens als fliegerbeobachter (luchtobservator) aan het oostfront. Hij raakte nauw betrokken bij de organisatie van de luchtmacht van het Oostenrijks-Hongaarse leger, wat een belangrijke stap was voor de latere ontwikkeling van zijn luchtmachtcarrière. Gedurende deze periode werd hij gepromoveerd tot Hauptmann en kreeg hij onderscheidingen voor zijn bijdragen aan militaire operaties.

Zijn werk in de luchtmacht legde de basis voor zijn latere invloedrijke rol in de ontwikkeling van de luchtmacht van Oostenrijk en later Duitsland. Na de oorlog werd Löhr belast met het beheren van de overblijfselen van de Oostenrijks-Hongaarse luchtmacht, die volgens de voorwaarden van de Vrede van Saint-Germain grotendeels moest worden ontmanteld.

Opkomst binnen het Oostenrijkse leger en overgang naar de Luftwaffe

Geheime heropbouw van de Oostenrijkse luchtmacht

Na de ontbinding van de Oostenrijks-Hongaarse luchtmacht werkte Löhr aan de wederopbouw van een luchtmacht onder strikte geheimhouding, ondanks de beperkingen opgelegd door de Vrede van Saint-Germain. Hij ontwikkelde strategieën om luchtmachtcapaciteiten te herwinnen door middel van trainingsprogramma’s en samenwerkingen met civiele luchtvaartorganisaties.

In 1934 werd hij benoemd tot commandant van de kleine Oostenrijkse luchtmacht. In deze rol formuleerde hij luchtmachtstrategieën en droeg hij bij aan de uitbreiding van de Oostenrijkse luchtmacht totdat Oostenrijk in 1938 werd geannexeerd door nazi-Duitsland (Anschluss). Dit markeerde een nieuw hoofdstuk in zijn carrière, omdat hij toen toetrad tot de Duitse Luftwaffe.

Tweede Wereldoorlog: Commando over Luftflotte 4

In mei 1939 werd Löhr benoemd tot commandant van Luftflotte 4. Onder zijn leiding voerde deze eenheid operaties uit die een grote impact hadden op de vroege oorlogsjaren, waaronder de bombardementen op Warschau in september 1939 en de verwoestende luchtaanval op Belgrado in april 1941. Tijdens deze aanval, bekend als “Operatie Strafgericht”, werd Belgrado zonder voorafgaande oorlogsverklaring gebombardeerd, wat tot duizenden doden leidde.

In mei 1941 werd Löhr bevorderd tot Generaloberst. Zijn commando over de luchtoperaties werd een sleutelfactor in de luchtlandingsoperaties op Kreta, waarbij Duitse troepen met succes de controle over het eiland verwierven. Deze overwinning werd echter overschaduwd door de zware verliezen en de brute behandeling van de lokale bevolking door Duitse troepen.

Oorlogsvoering op de Balkan en het Oostfront

Na de Duitse successen in Griekenland en Kreta kreeg Löhr een nog grotere verantwoordelijkheid toen hij werd benoemd tot bevelhebber van het 12e Leger en later tot Oberbefehlshaber Südost (Opperbevelhebber Zuidoost). In deze rol voerde hij het commando over Heeresgruppe E, die verantwoordelijk was voor operaties op de Balkan, inclusief Griekenland en delen van Joegoslavië.

Tijdens zijn periode als opperbevelhebber was hij betrokken bij de bestrijding van partizanen en verzetsbewegingen, vooral in Joegoslavië en Griekenland. Deze operaties gingen gepaard met talrijke vergeldingsmaatregelen tegen de burgerbevolking en massale deportaties. Met name de deportatie van meer dan 60.000 Joden uit Griekenland naar vernietigingskampen werd uitgevoerd onder zijn leiding. Historici beschouwen deze acties als oorlogs- en misdaden tegen de menselijkheid.

Eindfase van de oorlog en overgave

Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog stonden de Duitse troepen onder druk van geallieerde offensieven en partizanenaanvallen. In mei 1945 gaf Löhr zich met zijn eenheden over aan de Sloveense partizanen, nadat onderhandelingen met Britse troepen om zich aan hen over te geven, waren mislukt. Hij werd vervolgens uitgeleverd aan Joegoslavië.

Oorlogsberechting en executie

Na zijn arrestatie werd Löhr in 1947 berecht door een Joegoslavisch militair tribunaal. Hij werd schuldig bevonden aan oorlogsmisdaden, waaronder de illegale bombardementen op Belgrado in 1941 en de systematische onderdrukking en vernietiging van burgerbevolkingen in bezette gebieden. Hij werd ter dood veroordeeld en op 26 februari 1947 geëxecuteerd door een vuurpeloton.

Onderscheidingen en ranglijsten

Gedurende zijn militaire carrière ontving Löhr meerdere onderscheidingen. Hieronder een selectie van zijn belangrijkste onderscheidingen:

  • Ridderkruis van het IJzeren Kruis (1939): Deze onderscheiding kreeg hij vanwege zijn verdiensten als commandant van Luftflotte 4.
  • Ridderkruis met Eikenloof (1945): Voor zijn rol als bevelhebber van Heeresgruppe E.
  • IJzeren Kruis, 1e en 2e Klasse (1939): Voor zijn bijdrage tijdens de vroege fases van de Tweede Wereldoorlog.
  • Onderscheidingen uit de Eerste Wereldoorlog, waaronder het Kruis voor Militaire Verdienste van Oostenrijk-Hongarije.

Löhr werd ook vaak genoemd in het Wehrmachtsbericht, het officiële propagandabulletin van de Duitse strijdkrachten, wat de erkenning van zijn militaire prestaties benadrukte.

Controverses en nalatenschap

Löhrs reputatie na de oorlog is het onderwerp van veel controverse geweest. Hoewel hij in militaire kringen werd geprezen om zijn strategische kennis en leiderschap, wordt hij door historici veroordeeld vanwege zijn actieve deelname aan oorlogsmisdaden. In Oostenrijk werd zijn betrokkenheid lange tijd genegeerd of gebagatelliseerd, met gedenkplaten die zijn naam eerden. Deze werden pas in de jaren 2010 definitief verwijderd na publieke protesten.

Gedenkplaten en publieke herdenking

In de Wiener Stiftskirche werd in 1955 een gedenkplaat voor Löhr geplaatst waarin hij werd beschreven als een “bescheiden en menselijk leider”. Deze plaat veroorzaakte echter felle kritiek en werd meermaals verwijderd en opnieuw geplaatst, totdat ze in 2015 definitief werd weggehaald. Zijn naam werd ook verwijderd uit andere militaire gedenkplaatsen in Oostenrijk.

Conclusie

Alexander Löhr was een van de prominente militairen van Oostenrijkse afkomst die hoge posities bekleedden in de Wehrmacht tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hoewel zijn militaire bijdragen aan de Luftwaffe en Heeresgruppe E niet worden betwist, wordt hij vooral herinnerd om zijn betrokkenheid bij ernstige oorlogsmisdaden. Zijn nalatenschap blijft een voorbeeld van hoe militaire competentie en morele verantwoordelijkheid niet altijd samengaan.

Bronnen en meer informatie

  1. Afbeelding: Bundesarchiv, Bild 183-2008-0915-500 / CC-BY-SA 3.0CC BY-SA 3.0 DE, via Wikimedia Commons
  2. Scherzer, Veit (2007). Die Ritterkreuzträger 1939–1945: Die Inhaber des Ritterkreuzes des Eisernen Kreuzes 1939 von Heer, Luftwaffe, Kriegsmarine, Waffen-SS, Volkssturm sowie mit Deutschland verbündeter Streitkräfte nach den Unterlagen des Bundesarchives. Jena: Scherzers Militaer-Verlag. ISBN 978-3-938845-17-2.

  3. Die Wehrmachtberichte 1939–1945; Band 1–3 (1989). Köln: Gesellschaft für und Bildung mbH. ISBN 3-89340-004-4.

  4. Hilberg, Raul (1990). Die Vernichtung der europäischen Juden. Frankfurt am Main: Fischer Taschenbuch Verlag. Band 2. ISBN 3-596-24417-X.

  5. Meyer, Hermann Frank (2008). Blutiges Edelweiss: Die 1. Gebirgs-Division im Zweiten Weltkrieg. Berlin: Links Verlag. ISBN 978-3-86153-447-1.

  6. Wette, Wolfram (2001). Kriegsverbrechen im 20. Jahrhundert. Darmstadt: Primus Verlag. ISBN 3-89678-417-X.

  7. Bronnen Mei1940