Ralph Andrew Ofstie (16 november 1897 – 18 november 1956) was een viceadmiraal in de Amerikaanse marine. Hij speelde een belangrijke rol tijdens de Tweede Wereldoorlog als commandant van escortevliegdekschepen en leidinggevende in enkele van de grootste zeeslagen in de Stille Oceaan. Na de oorlog bekleedde hij strategische posities binnen de Amerikaanse marine, waaronder commandant van de Zesde Vloot.
Inhouds opgave
Jeugd en opleiding
Ralph A. Ofstie werd geboren op 16 november 1897 in Eau Claire, Wisconsin, als zoon van een Noorse vader en Zweedse moeder. Zijn familie vestigde zich in Everett, Washington, dat later als zijn officiële woonplaats werd beschouwd. In 1915 begon hij aan de United States Naval Academy in Annapolis, Maryland, waar hij in juni 1918 als tiende van zijn klas afstudeerde.
Dienst tijdens de Eerste Wereldoorlog
Ofstie diende tijdens de Eerste Wereldoorlog op de torpedobootjager Whipple (DD-15) en de lichte kruiser Chattanooga (CL-18), actief in de Atlantische Oceaan en Europese wateren. In augustus 1918 werd hij bevorderd tot luitenant (junior grade). Na de oorlog werd hij overgeplaatst naar de torpedobootjager O’Bannon (DD-177).
Vroege loopbaan
In 1920 werd Ofstie toegelaten tot de luchtvaartopleiding op Naval Air Station Pensacola, Florida. Na afronding in 1921 werd hij benoemd tot Naval Flight Officer. Vervolgens diende hij in het jachtsquadron VF-1 “Wolfpack” (1922-1924).
Enkele van zijn functies in de jaren 1920 en 1930:
- Commandant van verkenningssquadron VS-6 (1924-1925).
- Luchtvaartofficier op de lichte kruiser Detroit (CL-8) (1927-1929).
- Testpiloot bij de Flight Test Division op Naval Air Station Anacostia (1929-1933).
In 1933 werd hij overgeplaatst naar het vliegdekschip Saratoga (CV-3), waar hij twee jaar leiding gaf aan Fighter Squadron VF-6. Later diende hij als assistent-marineattaché in Tokio, Japan, en keerde hij terug als navigator op het vliegdekschip Enterprise (CV-6).
De Tweede Wereldoorlog
Begin van de oorlog
In 1940 diende Ofstie op het vliegdekschip Yorktown (CV-5) en als assistent-marineattaché in Londen. Na de aanval op Pearl Harbor werd hij staflid bij admiraal Chester W. Nimitz, bevelhebber van de Pacific Fleet.
Bevel over de Essex
In november 1943 werd Ofstie aangesteld als commandant van het vliegdekschip Essex (CV-9). Het schip nam deel aan diverse operaties in de Stille Oceaan, waaronder:
- Slag om Tarawa: de eerste amfibische operatie van de Essex.
- Operatie Hailstone: een aanval op Japanse bases op Truk in februari 1944.
- Slag in de Filipijnenzee: luchtsteun tijdens de invasie van de Marianen.
De Slag bij Samar
In augustus 1944 werd Ofstie bevorderd tot schout-bij-nacht en kreeg hij het bevel over Carrier Division 26. Tijdens de Slag in de Golf van Leyte maakte zijn eenheid, Taffy III, deel uit van de verdediging tegen een Japanse vloot geleid door viceadmiraal Takeo Kurita. Hoewel de Amerikaanse troepen in de minderheid waren, slaagden zij erin zware schade toe te brengen aan de Japanse schepen. Het escortevliegdekschip Gambier Bay (CVE-73), onderdeel van Ofstie’s divisie, ging tijdens deze slag verloren. Voor zijn acties tijdens de slag ontving hij de Navy Cross.
Verdere operaties
Na de Slag bij Samar bleef Ofstie actief in de Pacific. Hij leidde Carrier Division 26 tijdens de invasie van de Golf van Lingayen in januari 1945. Tegen het einde van de oorlog was hij betrokken bij de Strategic Bombing Survey, waarbij hij interviews hield met Japanse functionarissen over de impact van de geallieerde bombardementen.
Loopbaan na de oorlog
In 1946 was Ofstie lid van de Joint Chiefs of Staff Evaluation Group en was hij aanwezig bij de nucleaire tests op Bikini Atoll. In 1949 uitte hij tijdens een hoorzitting zijn kritiek op strategische luchtbombardementen, die hij als “militair onsamenhangend en moreel verwerpelijk” beschreef.
Tijdens de Koreaanse Oorlog (1950-1951) was hij commandant van Task Force 77 en daarna diende hij als plaatsvervangend chef van Naval Operations (Air).
Laatste jaren en overlijden
In 1955 werd Ofstie aangesteld als commandant van de Zesde Vloot in Europese wateren. Na slechts een jaar in deze functie werd hij ziek en keerde hij terug naar Bethesda Naval Hospital, waar hij op 18 november 1956 overleed. Hij werd begraven op Arlington National Cemetery, naast zijn vrouw Joy Bright Hancock, die zelf een belangrijke rol speelde in de marine.
Conclusie
Ralph A. Ofstie was een marineofficier die zijn land diende in twee wereldoorlogen en de Koreaanse Oorlog. Zijn strategische inzichten en leiderschap, zowel op zee als in diplomatieke en technische functies, maakten hem een invloedrijke figuur binnen de Amerikaanse marine. Zijn nalatenschap blijft voortleven in de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog en daarbuiten.
Bronnen en meer informatie
- Afbeelding: U.S. Navy, Public domain, via Wikimedia Common
- Morison, Samuel E. (1958). History of United States Naval Operations in World War II, Leyte, June 1944 – January 1945, Volume XII. Edison, New Jersey: Castle Books. ISBN 0-7858-1313-6.
- Y’Blood, William T. (1987). The Little Giants: U.S. Escort Carriers Against Japan. Annapolis, Maryland: Naval Institute Press. ISBN 0-87021-275-3.
- Bronnen Mei1940