Escort carriers (CVE), speelden een cruciale rol tijdens de Tweede Wereldoorlog. Deze kleinere, goedkopere vliegdekschepen werden voornamelijk ingezet voor bescherming van konvooien, luchtondersteuning bij amfibische operaties en anti-onderzeebootmissies. Dit artikel beschrijft hun ontwikkeling, militaire toepassingen, en de impact van escort carriers op de oorlog.
Inhouds opgave
Ontwikkeling van de escort carriers
Het ontstaan van de escort carrier
In de vroege jaren 1920 werden, door het Washington Naval Treaty, beperkingen opgelegd aan het aantal en de grootte van vliegdekschepen die de grote maritieme mogendheden mochten bouwen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bleek echter dat er niet genoeg grote vliegdekschepen beschikbaar waren om aan de groeiende operationele behoeften te voldoen. De vlootcarriers waren nodig voor offensieve operaties, maar tegelijkertijd waren er schepen nodig om konvooien te beschermen en luchtsteun te bieden tijdens landingsoperaties.
Om aan deze behoefte te voldoen, ontstond het idee om commerciële scheepsrompen om te bouwen tot escort carriers. Deze schepen waren kleiner, goedkoper en sneller te bouwen dan de traditionele vlootcarriers. Ze konden in korte tijd in grote aantallen worden geproduceerd en boden een tijdelijke oplossing voor het tekort aan vliegdekschepen. Het was vooral hun vermogen om snel in gebruik te worden genomen dat hen zo waardevol maakte.
Verschillen met vlootcarriers
Escort carriers waren gemiddeld de helft zo lang en hadden een derde van de waterverplaatsing van hun grotere tegenhangers, de vlootcarriers. Ze waren minder goed bewapend en gepantserd, en konden minder vliegtuigen dragen. Deze schepen waren gebaseerd op commerciële scheepsrompen en hadden vaak een maximale snelheid van 18 tot 20 knopen, wat aanzienlijk langzamer was dan vlootcarriers, die vaak snelheden van 30 knopen of meer konden bereiken.
Hun belangrijkste voordeel was echter hun flexibiliteit en schaalbaarheid. Doordat ze relatief eenvoudig te produceren waren, kon men snel inspelen op de vraag naar luchtsteun en konvooibescherming. Het nadeel van hun eenvoud en lichte bepantsering was dat ze zeer kwetsbaar waren voor vijandelijke aanvallen. Verschillende escort carriers werden tot zinken gebracht, vaak met groot verlies van mensenlevens.
Militaire toepassingen
Convoy escort: Bescherming tegen U-boten
Een van de belangrijkste rollen van escort carriers was het beschermen van konvooien tijdens de Slag om de Atlantische Oceaan. Duitse U-boten waren een constante dreiging voor de geallieerde konvooien die essentiële goederen en troepen over de Atlantische Oceaan vervoerden. In het begin van de oorlog waren de konvooien beschermd door vernietigers en fregatten, maar deze schepen waren beperkt in hun vermogen om vijandelijke vliegtuigen of onderzeeboten op afstand te houden.
De escort carriers brachten hier verandering in door luchtsteun te bieden aan de konvooien. Vliegtuigen die van de escort carriers opereerden, konden U-boten opsporen en aanvallen voordat ze een bedreiging vormden voor de schepen. De vliegtuigen aan boord van de escort carriers voerden regelmatig verkennings- en anti-onderzeebootpatrouilles uit. Naarmate de oorlog vorderde, werden escort carriers ook gebruikt in Hunter-killer-groups, die proactief op zoek gingen naar U-boten in plaats van alleen konvooien te beschermen.
Luchtondersteuning bij amfibische operaties
Naast hun rol in de Atlantische Oceaan, speelden escort carriers een belangrijke rol in de Grote Oceaan en de Middellandse Zee, waar ze luchtondersteuning boden tijdens amfibische operaties. Tijdens de invasies van Europa en de Pacifische eilanden boden de escort carriers luchtsteun aan grondtroepen en hielpen ze bij het uitschakelen van vijandelijke verdedigingswerken.
Een van de beroemdste voorbeelden van hun inzet was tijdens de Slag in de Golf van Leyte in 1944, waarbij escort carriers luchtsteun gaven aan de Amerikaanse troepen die de Filipijnen aanvielen. In de Slag bij Samar, een onderdeel van de grotere slag, slaagden een groep escort carriers en hun begeleidende vernietigers er zelfs in om een veel grotere Japanse vloot af te weren, ondanks dat ze in de minderheid waren en minder zwaar bewapend waren.
Gebruik van escort carriers door verschillende marines
De Royal Navy
De Britse Royal Navy was een van de eerste marines die het nut inzag van escort carriers. In de jaren 1930 erkende de Royal Navy dat er vliegdekschepen nodig waren om handelsroutes te beschermen tegen vijandelijke aanvallen, met name van Duitse onderzeeërs en langeafstandsbommenwerpers. Vóór de introductie van escort carriers werd er gebruikgemaakt van handelsvliegtuigschepen en CAM-schepen (Catapult Aircraft Merchantman), die elk slechts één vliegtuig konden vervoeren en lanceren. Dit bleek echter niet voldoende, vooral gezien de groeiende dreiging van U-boten tijdens de Slag om de Atlantische Oceaan.
In 1941 werd HMS Audacity, een voormalige Duitse koopvaarder, omgebouwd tot het eerste escort carrier van de Royal Navy. Dit markeerde het begin van een bredere inzet van escort carriers door de Britten, die werden gebruikt om konvooien te beschermen en luchtondersteuning te bieden tijdens operaties in de Noord-Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee.
De escort carriers die via het Lend-Lease-programma door de Verenigde Staten aan de Royal Navy werden geleverd, waren aangepast aan de Britse eisen. Zo werden ijsmachines aan boord verwijderd, omdat ze door de Britten als een onnodige luxe werden beschouwd. Daarnaast werden sommige schepen uitgerust met volledig gesloten hangars, die essentieel waren voor operaties in de barre weersomstandigheden van de Noord-Atlantische en Arctische konvooien.
De Verenigde Staten
De Verenigde Staten zagen al snel de voordelen van escort carriers, vooral na de aanval op Pearl Harbor in 1941. In het begin van de oorlog werden enkele T3-tankers omgebouwd tot escort carriers, zoals de USS Suwannee. Deze schepen speelden een essentiële rol in zowel de Atlantische Oceaan als de Grote Oceaan.
In de Atlantische Oceaan werden de Amerikaanse escort carriers, net als die van de Royal Navy, ingezet om konvooien te beschermen tegen Duitse U-boten. Een van de bekendste successen was de vangst van de Duitse U-boot U-505 door de USS Guadalcanal in 1944, die onder Amerikaanse begeleiding werd buitgemaakt.
In de Grote Oceaan was de situatie anders. Hier konden de escort carriers niet meekomen met de snelheid van de grote vlootcarriers en slagschepen, dus werden ze voornamelijk ingezet om amfibische landingsoperaties te ondersteunen. Tijdens de eiland-hopcampagnes, zoals bij Guadalcanal en Iwo Jima, boden ze luchtondersteuning aan de landende troepen en beschermden ze de transportvloot tegen luchtaanvallen en onderzeebootdreigingen.
Slag om de Golf van Leyte en de Slag bij Samar
Inleiding op de Slag om de Golf van Leyte
De Slag om de Golf van Leyte in oktober 1944 was een van de grootste zeeslagen tijdens de Tweede Wereldoorlog, en de escort carriers speelden een cruciale rol in deze gebeurtenis. De slag vond plaats in de wateren rond de Filipijnen en maakte deel uit van de bredere geallieerde strategie om Japanse bezittingen in Zuidoost-Azië terug te winnen. Het doel was om de Japanse vloot definitief uit te schakelen en de geallieerden in staat te stellen om de Filipijnen te heroveren.
De Slag bij Samar
Een van de meest opmerkelijke gebeurtenissen tijdens deze campagne was de Slag bij Samar, waarin een kleine groep Amerikaanse escort carriers en hun begeleiders het opnam tegen een veel sterkere Japanse strijdmacht, bestaande uit slagschepen, kruisers en torpedobootjagers. Deze gevechtseenheid, bekend als “Taffy 3”, bestond uit zes escort carriers, vier torpedobootjagers en drie torpedobootjager-escorts.
Hoewel de escort carriers niet waren ontworpen voor direct gevechtscontact met vijandelijke oppervlakteschepen, slaagden ze er dankzij hun vliegtuigen en de moedige acties van hun begeleidende schepen in om de Japanse opmars te vertragen. Door rookgordijnen te leggen en manoeuvres uit te voeren, probeerden de escort carriers het vijandelijke vuur te ontwijken, terwijl hun vliegtuigen herhaaldelijk aanvallen uitvoerden op de Japanse schepen. Ondanks hun inferieure bewapening slaagde Taffy 3 erin om aanzienlijke schade toe te brengen aan de Japanse vloot en uiteindelijk hun opmars te stoppen.
Resultaten en impact van de Slag bij Samar
De Slag bij Samar is opmerkelijk vanwege de disproportionele krachtsverhoudingen tussen de twee partijen. Ondanks de superieure bewapening van de Japanse vloot, slaagden de Amerikaanse escort carriers erin om de aanval af te slaan en verdere Japanse vooruitgang te voorkomen. De Amerikaanse troepen leden wel verliezen, waaronder het verlies van de USS Gambier Bay, het enige Amerikaanse vliegdekschip dat tijdens de oorlog door vijandelijk kanonvuur tot zinken werd gebracht.
De moedige verdediging van de escort carriers bij Samar wordt gezien als een van de meest heroïsche momenten van de Amerikaanse marine tijdens de Tweede Wereldoorlog. Deze actie illustreerde het belang en de effectiviteit van escort carriers, zelfs in situaties waarin ze zwaar in de minderheid waren.
De diverse klassen van escort carriers
Casablanca-klasse
De Casablanca-klasse escort carriers vormden de meest talrijke klasse die tijdens de Tweede Wereldoorlog werd gebouwd. Deze schepen waren specifiek ontworpen voor massaproductie, wat betekende dat ze snel konden worden gebouwd en ingezet. In totaal werden er 50 schepen van deze klasse gebouwd, wat van de Casablanca-klasse de meest voorkomende vliegdekschipklasse maakte in de Amerikaanse marine tijdens de oorlog.
De Casablanca-carriers waren relatief klein, met een lengte van 156 meter en een maximale snelheid van ongeveer 19 knopen. Ze konden ongeveer 28 vliegtuigen vervoeren, bestaande uit jachtvliegtuigen en bommenwerpers. De vliegdekken van deze schepen waren uitgerust met arrestor cables en een katapultsysteem, waardoor ze efficiënte operaties konden uitvoeren. Ze speelden een cruciale rol in zowel de Atlantische als de Grote Oceaan-theaters, waar ze voornamelijk werden ingezet voor konvooi-escorte, amfibische luchtondersteuning en anti-onderzeebootpatrouilles.
Bogue-klasse
De Bogue-klasse, gebouwd op de romp van het Type C3-handelsvaartuig, was een andere veelgebruikte klasse van escort carriers tijdens de Tweede Wereldoorlog. In totaal werden er 45 Bogue-klasse escort carriers gebouwd, waarvan er 34 werden uitgeleend aan de Britse Royal Navy onder het Lend-Lease-programma. De Britse versies werden hernoemd tot de Attacker– en Ruler-klassen.
Deze schepen werden, net als de Casablanca-klasse, voornamelijk ingezet voor anti-onderzeebootmissies en het escorteren van konvooien. Hun vliegtuigen patrouilleerden constant boven de konvooien, op zoek naar vijandelijke U-boten. De Bogue-klasse had succes in de Atlantische Oceaan, waar ze verantwoordelijk waren voor het tot zinken brengen van verschillende Duitse U-boten. De schepen konden gemiddeld 24 tot 30 vliegtuigen vervoeren en waren uitgerust met lichte luchtafweer, hoewel hun snelheid en bescherming beperkt bleven.
Commencement Bay-klasse
De Commencement Bay-klasse was de laatste generatie van Amerikaanse escort carriers die tijdens de Tweede Wereldoorlog werd ontwikkeld. Deze schepen werden gebouwd op basis van de ervaringen die waren opgedaan met eerdere klassen zoals de Casablanca– en Bogue-klassen. Ze waren robuuster en groter dan hun voorgangers, met betere stabiliteit en meer ruimte voor vliegtuigen en munitie.
Met een lengte van 170 meter, een waterverplaatsing van 10.900 ton en een snelheid van 19 knopen, waren de Commencement Bay-carriers de grootste en meest geavanceerde escort carriers die door de Verenigde Staten werden gebouwd. Ze konden ongeveer 34 vliegtuigen vervoeren en waren ontworpen om langdurige operaties te ondersteunen. Hoewel deze klasse pas laat in de oorlog in dienst kwam, bleven veel van deze schepen in gebruik tijdens de Koreaanse Oorlog en werden sommige omgebouwd voor andere doeleinden, zoals helikoptercarriers.
Koninklijke Marine en Canadese Marine
Tijdens de oorlog werd een aantal van de door de Verenigde Staten gebouwde escort carriers overgedragen aan de Royal Navy. De Britse versie van deze schepen, zoals HMS Archer en HMS Avenger, speelden een cruciale rol bij de bescherming van Noord-Atlantische konvooien en het leveren van luchtsteun aan de geallieerde strijdkrachten in Europa.
De Royal Canadian Navy (RCN) kreeg ook toegang tot escort carriers, waaronder HMS Nabob en HMS Puncher. Deze schepen werden gebruikt voor konvooi-escortes en luchtondersteuning, voornamelijk in de Noord-Atlantische Oceaan. Hoewel de RCN relatief weinig vliegdekschepen in dienst had, speelden deze carriers een belangrijke rol in de oorlogsinspanningen van Canada.
Post-WOII gebruik van escort carriers
De Koreaanse Oorlog
Na de Tweede Wereldoorlog bleven verschillende escort carriers in dienst, met name tijdens de Koreaanse Oorlog (1950-1953). De Commencement Bay-klasse carriers, die vlak voor het einde van de Tweede Wereldoorlog in dienst waren genomen, dienden als drijvende vliegvelden voor marinevliegtuigen en helikopters. Ze boden luchtsteun aan de grondtroepen en patrouilleerden in de wateren rondom Korea.
Hoewel de meeste van deze schepen verouderd waren door de snelle technologische vooruitgang na de oorlog, bleken ze nog steeds nuttig voor specifieke taken. Bijvoorbeeld, helikopteroperaties werden steeds belangrijker, en de escort carriers werden aangepast om deze nieuwe technologieën te ondersteunen. Uiteindelijk werden ze vervangen door meer gespecialiseerde schepen, zoals de amfibische aanvalsschepen en de moderne vliegdekschepen.
De Vietnamoorlog en het einde van de escort carriers
Tijdens de Vietnamoorlog werden enkele escort carriers opnieuw ingezet, zij het voor niet-gevechtstaken. Ze werden voornamelijk gebruikt voor het transport van vliegtuigen en onderdelen van de Verenigde Staten naar bases in Zuid-Vietnam. Deze schepen, die opnieuw waren geclassificeerd als luchttransporthulpschepen (AKV), hadden hun vliegdekken aangepast om vracht te vervoeren in plaats van vliegtuigen te lanceren.
Uiteindelijk verdwenen de escort carriers volledig uit de moderne marinevloten. Met de opkomst van nieuwe technologieën zoals raketten, in-flight refueling en grotere, snellere vliegdekschepen, werd de rol van de escort carriers overbodig. De laatste escort carrier die in actieve dienst was, de USS Annapolis, werd in 1979 verkocht voor schroot.
Conclusie
Escort carriers speelden een cruciale rol in de Tweede Wereldoorlog en hielpen bij het beschermen van konvooien, het leveren van luchtsteun en het uitvoeren van anti-onderzeebootoperaties. Hun eenvoud, snelheid van productie en flexibiliteit maakten hen tot een onmisbaar onderdeel van de geallieerde oorlogsvoering, vooral in de slag om de Atlantische Oceaan en de vele amfibische operaties in de Grote Oceaan.
Hoewel deze schepen niet ontworpen waren om het op te nemen tegen de sterkere en snellere vlootcarriers, bewezen ze hun waarde in diverse gevechtssituaties, waaronder de beroemde Slag bij Samar. De escort carriers waren misschien kleiner en kwetsbaarder, maar hun bijdrage aan de uiteindelijke geallieerde overwinning is niet te onderschatten. Ze hielpen konvooien veilig de oceanen over te steken, boden luchtdekking aan grondtroepen en speelden een sleutelrol in de anti-onderzeebootoorlogvoering.
Na de oorlog verdwenen de escort carriers geleidelijk uit de moderne marinevloten. Hun rol werd overgenomen door grotere, snellere vliegdekschepen en gespecialiseerde helikopter- en amfibische aanvalsschepen. Ondanks hun uiteindelijke vervanging, blijft hun erfenis bestaan als een van de meest flexibele en effectieve hulpmiddelen die de geallieerden tot hun beschikking hadden tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Bronnen en meer informatie
- Washington Naval Treaty – Beschrijving van het verdrag dat beperkingen oplegde aan de bouw van vliegdekschepen.
- Casablanca-class escort carrier – Informatie over de meest talrijke klasse van escort carriers.
- Battle off Samar – Gedetailleerde beschrijving van de Slag bij Samar en de rol van escort carriers.
- USS Guadalcanal (CVE-60) – Succesvolle vangst van U-505 door een escort carrier.
- Lend-Lease Program – Informatie over het programma waarmee de Verenigde Staten escort carriers aan de Royal Navy leverde.
- Bronnen Mei1940
- Afbeelding: Royal Navy official photographer, Public domain, via Wikimedia Commons