De Vultee A-31 Vengeance was een Amerikaanse duikbommenwerper die tijdens de Tweede Wereldoorlog door Vultee Aircraft werd geproduceerd. Hoewel de Vengeance zelf nooit operationeel werd ingezet door de Verenigde Staten, speelde het toestel wel een rol binnen de luchtmachten van het Verenigd Koninkrijk, Australië en India. Dit artikel bespreekt het ontwerp, de ontwikkeling en de operationele geschiedenis van de Vultee A-31 Vengeance en zijn varianten, waaronder de A-35.
Inhouds opgave
Ontwerp en ontwikkeling
Oorsprong van de Vengeance
In 1940 begon Vultee Aircraft met het ontwerpen van een eendeks duikbommenwerper, de Vultee Model 72 (V-72), om te voldoen aan de eisen van de Franse luchtmacht, de Armée de l’Air. Het toestel werd aanvankelijk gebouwd met privéfinanciering en was bedoeld voor de internationale markt. Het ontwerp was een laagdekker met één motor en een gesloten cockpit voor twee bemanningsleden: een piloot en een navigator/schutter. Het vliegtuig werd aangedreven door een luchtgekoelde Wright Twin Cyclone-motor, goed voor 1.600 pk (1.200 kW). De bewapening bestond uit vaste machinegeweren voorwaarts en flexibele machinegeweren in de achterste cockpit. Het toestel had een bommenruim voor 680 kg aan bommen en kon tevens bommen aan vleugelrekken vervoeren.
Unieke ontwerpkenmerken
Wat de Vengeance onderscheidde van andere duikbommenwerpers, was het vermogen om vrijwel verticaal te duiken zonder dat de vleugels lift genereerden die de precisie van de aanval verstoorde. Dit werd mogelijk gemaakt door de 0° invalshoek van de vleugels, wat ook resulteerde in een merkbare neus-opwaartse houding tijdens het cruisen. Hierdoor had de piloot tijdens het landen een beperkt zicht naar voren. Een ander opvallend kenmerk van het vliegtuig was de vleugelconfiguratie. De vleugel leek op een omgekeerde meeuwenvleugel door een fout in de berekening van het zwaartepunt. Dit werd gecorrigeerd door het middengedeelte van de vleugel naar achteren te verplaatsen, wat leidde tot een onconventioneel W-vormig vleugelontwerp.
Productie en vroege orders
Frankrijk bestelde in eerste instantie 300 toestellen, maar de val van Frankrijk in juni 1940 verhinderde de levering. Ondertussen was de Britse inkoopcommissie op zoek naar een duikbommenwerper voor de Royal Air Force (RAF), mede door de effectiviteit van de Duitse Junkers Ju 87 Stuka. Als noodmaatregel bestelde het Verenigd Koninkrijk 200 V-72’s, die door Vultee de naam Vengeance kregen. Dit aantal werd later uitgebreid tot 300 toestellen.
Toen de Verenigde Staten de oorlog ingingen na de aanval op Pearl Harbor, werden enkele van deze vliegtuigen teruggevorderd door de US Army Air Corps (later de USAAF). De Amerikaanse luchtmacht was echter ontevreden over het ontwerp van de vleugel, wat leidde tot de productie van een verbeterde variant, de A-35, met een krachtigere motor en verbeterde bewapening.
Technische specificaties van de Vultee A-31 Vengeance
Algemene kenmerken
- Bemanning: 2 (piloot, schutter/navigator)
- Lengte: 12,12 m
- Spanwijdte: 14,63 m
- Hoogte: 4,67 m
- Vleugeloppervlak: 30,84 m²
- Leeg gewicht: 4.411 kg
- Maximaal startgewicht: 6.486 kg
- Motor: Wright R-2600-A5B-5 Twin Cyclone, 1.600 pk (1.193 kW)
Prestaties
- Maximumsnelheid: 443 km/u op 3.350 m hoogte
- Kruissnelheid: 378 km/u
- Bereik: 2.253 km
- Dienstplafond: 6.860 m
Bewapening
- Machinegeweren:
- 4 vaste .30 in (7,62 mm) Browning-machinegeweren in de vleugels
- 2 flexibele .30 in (7,62 mm) of .303 in (7,7 mm) machinegeweren in de achterste cockpit
Bommen:
- 2 interne bommen van 230 kg
- 2 bommen van 110 kg aan vleugelrekken
Operationele geschiedenis
Het Verenigd Koninkrijk en India
Hoewel het Verenigd Koninkrijk aanvankelijk onder de indruk was van de Vengeance, veranderde dit al snel na de Slag om Engeland. De kwetsbaarheid van duikbommenwerpers tegenover vijandelijke jagers werd duidelijk, en het toestel werd ongeschikt bevonden voor inzet in West-Europa. De RAF besloot de Vengeance in te zetten in de Birma-campagne, waar luchtoverwicht makkelijker te bereiken was.
De eerste duikbombardementen tegen Japanse doelen vonden plaats op 19 maart 1943. De Vengeance werd voornamelijk ingezet voor het ondersteunen van Britse en Indiase grondtroepen in de jungle. RAF 82 en 110 Squadron waren de eerste eenheden die het toestel in gebruik namen, gevolgd door andere squadrons, waaronder het Indiase luchtmacht (IAF) 7 en 8 Squadron.
De Vengeance bewees zijn waarde in de campagnes van Arakan en Imphal, waar het effectief was in het aanvallen van Japanse troepenconcentraties en aanvoerlijnen. Echter, tegen het einde van 1944 werden de toestellen uitgefaseerd en vervangen door veelzijdigere jagers en lichte bommenwerpers.
Australië
Australië bestelde 400 Vengeances na de uitbraak van de oorlog in de Stille Oceaan. De toestellen arriveerden echter pas in grote aantallen in april 1943. Australische squadrons voerden hun eerste missies uit in de campagne tegen Japanse posities in Nederlands-Indië, en de Vengeance speelde een rol in de campagne in Nieuw-Guinea. Desondanks werd het toestel al snel als inefficiënt beschouwd, vanwege het korte bereik en de noodzaak van lange startbanen. De Vengeance werd vervangen door zwaardere bommenwerpers zoals de Consolidated B-24 Liberator.
Brazilië en Frankrijk
In 1943 ontving Brazilië 33 toestellen, die werden ingezet voor anti-onderzeebootpatrouilles. Deze toestellen werden in 1948 uit dienst genomen. De Vrije Franse luchtmacht kreeg in 1943 67 Vengeances toegewezen. Echter, de Franse toestellen werden als onbetrouwbaar beschouwd vanwege problemen met de motor, wat leidde tot een beperking van hun inzet tot trainingsmissies.
De Verenigde Staten
Hoewel de Verenigde Staten de Vengeance niet in gevechtsoperaties gebruikten, dienden de toestellen wel als trainers en als doelslepers. Vanaf 1944 werden verscheidene Vengeance Mk IV’s door de 8th Air Force ingezet als doelsleepvliegtuigen in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk.
Evaluatie van de Vengeance
Ondanks de aanvankelijke hoge verwachtingen van de Vultee Vengeance, bleek het toestel in veel opzichten verouderd in vergelijking met modernere duikbommenwerpers zoals de Douglas SBD Dauntless en de Curtiss SB2C Helldiver. De behoefte aan luchtsteun met geavanceerdere jachtvliegtuigen en tactieken zorgde ervoor dat de rol van gespecialiseerde duikbommenwerpers zoals de Vengeance geleidelijk afnam. Toch werd de Vengeance in theaters zoals Birma effectief ingezet en bleek het toestel robuust en betrouwbaar.
In totaal werden 1.931 Vengeances geproduceerd, waarvan het merendeel door Vultee’s fabriek in Nashville, Tennessee.
Conclusie
De Vultee A-31 Vengeance vertegenwoordigt een belangrijke fase in de ontwikkeling van duikbommenwerpers tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ondanks dat het toestel beperkt werd ingezet door de Verenigde Staten, vervulde het een nuttige rol in de geallieerde campagnes in Zuidoost-Azië en de Stille Oceaan. Hoewel de operationele waarde van het toestel snel werd ingehaald door modernere vliegtuigen, leverde het een aanzienlijke bijdrage aan de oorlogsinspanningen, vooral in secundaire theaters zoals Birma.
Bronnen en meer informatie
- “Vultee A-31 Vengeance.” Military Factory. Geraadpleegd op mei1940.org.
- Smith, Peter C. Jungle Dive Bombers at War. Pen and Sword, 2006.
- Air Force Historical Research Agency. “Vultee Vengeance in Australian Service”.