
Irma Ilse Ida Grese (1923–1945) was een Duitse bewaakster in verschillende nazi-concentratiekampen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Haar rol in de mishandeling en moord op gevangenen in Auschwitz, Ravensbrück en Bergen-Belsen bracht haar na de oorlog voor het gerecht. Grese werd veroordeeld voor oorlogsmisdaden en geëxecuteerd in 1945. Haar verhaal blijft een belangrijk voorbeeld van de gevolgen van het handelen binnen een totalitair regime
Inhouds opgave
Vroege Levensjaren
Irma Grese werd op 7 oktober 1923 geboren in Wrechen, een klein dorp in Duitsland. Haar ouders, Alfred en Berta Grese, werkten als melkveehouders. Het gezin bestond uit vijf kinderen: drie zussen en twee broers. De jeugd van Grese werd gekenmerkt door armoede en instabiliteit. In 1936 pleegde haar moeder zelfmoord na het ontdekken van een affaire van Alfred Grese. Irma was op dat moment pas twaalf jaar oud.
Na het afronden van de lagere school verliet Irma op 14-jarige leeftijd het onderwijs. Ze had verschillende kortstondige baantjes, waaronder werk op een boerderij en in een winkel. Vervolgens werkte ze twee jaar in een ziekenhuis dat verbonden was aan de SS. Deze ervaringen vormden een eerste stap naar haar latere rol binnen de nazi-organisatie.
Begin van haar Carrière in de SS
In haar tienerjaren toonde Irma Grese interesse in de nationaalsocialistische ideologie. Ze wilde lid worden van de Bund Deutscher Mädel (BDM), de meisjesafdeling van de Hitlerjugend, maar haar vader verbood dit. Toch koos ze ervoor om in 1942, op 19-jarige leeftijd, toe te treden tot de SS en begon ze haar training als bewaker in het vrouwenconcentratiekamp Ravensbrück.
Overplaatsing naar Auschwitz
In maart 1943 werd Grese overgeplaatst naar Auschwitz-Birkenau, waar ze toezicht hield op de vrouwenafdeling. Ze was verantwoordelijk voor meer dan 18.000 vrouwelijke gevangenen. Tijdens haar tijd in Auschwitz werd Grese bekend om haar wreedheid en deelname aan de selectieprocessen, waarbij gevangenen werden geselecteerd voor de gaskamers. Haar acties in Auschwitz zouden later een belangrijk onderdeel vormen van de beschuldigingen tijdens haar proces.
Activiteiten in Bergen-Belsen
In januari 1945, met de geallieerde troepen in aantocht, evacueerden de nazi’s Auschwitz en werden veel gevangenen, waaronder Grese zelf, naar andere kampen overgebracht. Grese arriveerde uiteindelijk in Bergen-Belsen, waar ze een toezichthoudende rol vervulde. Na de bevrijding van Bergen-Belsen door Britse troepen op 15 april 1945 werd Grese samen met andere kampbewakers gearresteerd.
Het Belsen-proces
Beschuldigingen en Getuigenverklaringen
Na haar arrestatie in april 1945 werd Irma Grese samen met 44 anderen aangeklaagd tijdens het Belsen-proces, dat plaatsvond in Lüneburg, Duitsland. Het proces duurde van 17 september tot 17 november 1945 en werd uitgevoerd onder de jurisdictie van de Britse militaire wetgeving. De aanklachten waren gebaseerd op schendingen van de Geneefse Conventie van 1929 en betroffen wreedheden begaan in zowel Auschwitz als Bergen-Belsen.
Overlevenden van de kampen getuigden over haar wrede behandeling van gevangenen. Grese werd onder andere beschuldigd van het slaan van gevangenen met een gevlochten zweep en het selecteren van vrouwen en kinderen voor de gaskamers. Volgens getuigen maakte ze deel uit van de selectieprocedures in Auschwitz en mishandelde ze gevangenen fysiek, soms tot de dood erop volgde.
Tijdens het proces bleef Grese beweren dat ze slechts bevelen opvolgde. Ze verklaarde dat ze vanaf haar aanstelling als bewaakster in Ravensbrück in 1942 tot haar arrestatie in 1945 vrijwel geen andere keuze had dan de bevelen van haar superieuren op te volgen.
Verloop van het Proces
De Britse pers gaf Grese tijdens het proces de bijnaam “De Schone Beest”, vanwege haar jeugdige uiterlijk in combinatie met de gruwelijkheden waarvan ze werd beschuldigd. Ondanks haar verdediging werd ze op basis van getuigenverklaringen en bewijsmateriaal schuldig bevonden aan mishandeling en moord.
Van de 45 aangeklaagden werden uiteindelijk 11, inclusief Grese, ter dood veroordeeld. Slechts drie vrouwelijke kampbewaaksters kregen de doodstraf; de overige veroordeelden kregen variërende gevangenisstraffen. Irma Grese was de jongste van de veroordeelden en toonde volgens aanwezigen tijdens de uitspraak geen tekenen van spijt.
Executie
Voorbereiding op de Straf
Op 13 december 1945 werd Irma Grese geëxecuteerd in de gevangenis van Hamelen, samen met andere veroordeelden van het Belsen-proces. De executies werden uitgevoerd door de Britse beul Albert Pierrepoint, die verantwoordelijk was voor de uitvoering van vele doodstraffen na de Tweede Wereldoorlog. Grese, die op het moment van haar executie 22 jaar oud was, bleef tot het einde toe kalm en zei naar verluidt “Snel” (Duits: Schnell) toen de galg werd voorbereid.
Volgens rapporten zong Grese de avond voor haar executie nazi-liederen samen met andere veroordeelde kampbewaaksters, waaronder Johanna Bormann. De executies vonden individueel plaats; Grese was de tweede van de drie vrouwen die op die dag werd geëxecuteerd.
Details van de Strafuitvoering
Volgens ooggetuigenverslagen werd Grese om 10.03 uur gehangen. Haar lichaam werd na twintig minuten van de galg gehaald en voorbereid voor begrafenis. Deze uitvoering markeerde het einde van het leven van een van de meest beruchte vrouwelijke kampbewaaksters van het naziregime.
Nalatenschap en Controverse
Historische Betekenis
Het verhaal van Irma Grese blijft een van de bekendste voorbeelden van vrouwelijke betrokkenheid bij de gruweldaden van de Holocaust. Haar jongvolwassen leeftijd en de ernst van haar misdaden hebben haar tot een symbool gemaakt van de gruwelijke extremen waartoe individuen onder een totalitair regime kunnen gaan. Haar proces diende ook als waarschuwing dat degenen die verantwoordelijk zijn voor dergelijke wreedheden ter verantwoording worden geroepen.
Afbeelding in Media
Irma Grese is door de jaren heen in verschillende media geportretteerd, waaronder films en documentaires. In het Britse drama Pierrepoint (2005) werd haar executie nagespeeld. Ook in het Poolse filmklassiek The Last Stage werd een personage geïnspireerd door Grese geportretteerd. Deze uitbeeldingen blijven controversieel vanwege de balans tussen het tonen van historische feiten en de mogelijke sensatiezucht van haar wreedheden.
Conclusie
Irma Grese vertegenwoordigt een donkere periode in de wereldgeschiedenis, waarin ideologieën en gehoorzaamheid tot onvoorstelbare gruweldaden leidden. Haar proces en straf symboliseren de pogingen om gerechtigheid te brengen na de Holocaust en dienen als herinnering aan de noodzaak om misdaden tegen de menselijkheid te bestrijden en te bestraffen.
Bronnen en meer informatie
- Afbeelding: No 5 Army Film & Photographic Unit, John Silverside (Sgt), Public domain, via Wikimedia Commons
- Hollander-Lafon, Magda (2013). Vier Stückchen Brot: Ein Hymne an das Leben. München: Verlag. ISBN 978-3-641-12709-1.
- Kater, Michael H. (2006). Hitler Youth. Cambridge, Massachusetts: Harvard University Press. ISBN 978-0-674-02280-9.
- Müller, J. M. (2020). Angeklagte Nr. 9: Die “Hyäne von Auschwitz” im Kreuzverhör. Norderstedt: BoD. ISBN 978-3-7519-9549-8.
- Vronsky, Peter (2007). Female Serial Killers: How and Why Women Become Monsters. New York: Penguin. ISBN 978-1-101-20569-3.
- Bronnen Mei1940