
De Belsenprocessen waren een reeks juridische procedures die door de geallieerde bezettingsmachten werden georganiseerd na de Tweede Wereldoorlog. Deze processen richtten zich op voormalige functionarissen en medewerkers van nazi-Duitsland die verantwoordelijk werden gehouden voor misdaden tegen gevangenen in concentratiekampen. De rechtszaken werden voornamelijk geleid door Britse militaire rechtbanken en vonden plaats in Lüneburg, Nedersaksen, in 1945. Deze processen waren historisch van groot belang omdat ze een van de eerste keren waren dat de wereld getuige was van gerechtigheid voor de massamoorden in de concentratiekampen.
Inhouds opgave
Achtergrond: Bergen-Belsen en Auschwitz
De processen werden vernoemd naar het concentratiekamp Bergen-Belsen, waar de meeste beschuldigden hadden gewerkt. Dit kamp, oorspronkelijk opgezet als een doorgangskamp, werd later een plaats van verschrikkelijke ontberingen en sterfte. Tegen het einde van de oorlog bevonden zich duizenden uitgeputte gevangenen in het kamp, velen overgebracht vanuit Auschwitz, een ander berucht kamp dat bekend stond om systematische uitroeiing.
Bergen-Belsen werd op 15 april 1945 bevrijd door Britse troepen. De troepen vonden er ongeveer 60.000 overlevenden en stapels lichamen van mensen die door honger, ziekte en mishandeling waren gestorven. Deze ontdekking leidde tot wereldwijde verontwaardiging en zette de Britse autoriteiten aan om de verantwoordelijken ter verantwoording te roepen.
Het Eerste Belsenproces
Het eerste proces, officieel bekend als het “Proces tegen Josef Kramer en 44 anderen,” begon op 17 september 1945 in een gymzaal in Lüneburg. De 45 beklaagden waren voormalige SS-leden, vrouwelijke SS-medewerkers en kapo’s (gevangenen die door de SS waren aangesteld om toezicht te houden op andere gevangenen).

Belangrijke beklaagden
1. Josef Kramer
- Functie: Commandant van Bergen-Belsen en eerder van Auschwitz.
- Betrokkenheid: Verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van de kampen, waaronder het toezicht op de selecties in Auschwitz en het beheer van Bergen-Belsen in de laatste maanden.
- Straf: Doodstraf, geëxecuteerd op 13 december 1945.
2. Fritz Klein
- Functie: Kamparts in Bergen-Belsen en eerder in Auschwitz.
- Betrokkenheid: Betrokken bij medische experimenten en selecties voor gaskamers.
- Straf: Doodstraf, geëxecuteerd op 13 december 1945.
3. Irma Grese
- Functie: Bewaker in Auschwitz en Bergen-Belsen.
- Betrokkenheid: Berucht vanwege haar sadistische mishandelingen van gevangenen en deelname aan selectieprocedures.
- Straf: Doodstraf, geëxecuteerd op 13 december 1945.
- Functie: Hoofdopziener in Auschwitz en Bergen-Belsen.
- Betrokkenheid: Toezicht op mishandeling van gevangenen en deelname aan selectieprocedures.
- Straf: Doodstraf, geëxecuteerd op 13 december 1945.
5. Johanna Bormann
- Functie: Bewaker in Auschwitz en Bergen-Belsen.
- Betrokkenheid: Mishandeling van gevangenen, vaak met behulp van honden.
- Straf: Doodstraf, geëxecuteerd op 13 december 1945.
- Functie: Adjunct-commandant van Bergen-Belsen, eerder betrokken bij Auschwitz.
- Betrokkenheid: Actieve deelname aan de selectie van gevangenen voor de gaskamers.
- Straf: Doodstraf, geëxecuteerd op 13 december 1945.
7. Wilhelm Dörr
- Functie: SS-bewaker in Bergen-Belsen.
- Betrokkenheid: Aangeklaagd wegens mishandelingen en betrokkenheid bij moorden.
- Straf: Doodstraf, geëxecuteerd op 13 december 1945.
8. Karl Franzioh
- Functie: SS-bewaker in Bergen-Belsen.
- Betrokkenheid: Actief betrokken bij wreedheden tegen gevangenen.
- Straf: Doodstraf, geëxecuteerd op 13 december 1945.
9. Herta Ehlert
- Functie: SS-opziener in Bergen-Belsen.
- Betrokkenheid: Mishandeling van gevangenen en medeplichtigheid aan misdaden.
- Straf: 15 jaar gevangenisstraf, later verminderd tot 12 jaar. Vrijgelaten in 1953.
10. Herta Bothe
- Functie: SS-opziener in Bergen-Belsen.
- Betrokkenheid: Mishandeling van gevangenen.
- Straf: 10 jaar gevangenisstraf. Vrijgelaten in 1951.
11. Frieda Walter
- Functie: SS-opziener in Bergen-Belsen.
- Betrokkenheid: Mishandeling van gevangenen.
- Straf: 3 jaar gevangenisstraf. Vrijgelaten in 1948.
12. Erich Zoddel
- Functie: Kapo in Bergen-Belsen.
- Betrokkenheid: Mishandeling en moord op gevangenen.
- Straf: Levenslange gevangenisstraf, maar later geëxecuteerd op 30 november 1945 na een aparte rechtszaak.
13. Helena Kopper
- Functie: Kapo in Bergen-Belsen.
- Betrokkenheid: Mishandeling van gevangenen.
- Straf: 15 jaar gevangenisstraf, later verminderd tot 10 jaar. Vrijgelaten in 1952.
14. Walter Quakernack (Tweede Belsenproces)
- Functie: SS-functionaris in Bergen-Belsen.
- Betrokkenheid: Mishandelingen en moord op gevangenen.
- Straf: Doodstraf, geëxecuteerd op 11 oktober 1946.
15. Kasimir Cegielski (Tweede Belsenproces)
- Functie: SS-functionaris in Bergen-Belsen.
- Betrokkenheid: Actief betrokken bij wreedheden.
- Straf: Doodstraf, geëxecuteerd op 11 oktober 1946.
16. Ernst Julius Curt Meyer (Derde Belsenproces)
- Functie: SS-functionaris in Bergen-Belsen.
- Betrokkenheid: Mishandeling van gevangenen.
- Straf: Levenslange gevangenisstraf, later verminderd tot 21 jaar. Vrijgelaten in 1954.
Hoewel sommige beklaagden pas kort in Bergen-Belsen werkten, hadden velen eerder functies vervuld in andere kampen. Tijdens het proces werd duidelijk dat de verschrikkingen in Bergen-Belsen geen geïsoleerd incident waren, maar deel uitmaakten van een breder systeem van onderdrukking en moord.
Juridisch Kader
Het proces werd uitgevoerd volgens de “Reglementen voor de berechting van oorlogsmisdadigers,” uitgevaardigd onder een Koninklijk Besluit van 14 juni 1945. De beschuldigingen richtten zich op oorlogsmisdaden, zoals de mishandeling en moord op burgers van de geallieerde landen. Het concept “misdaden tegen de menselijkheid,” dat later in de Neurenbergse processen centraal stond, werd hier nog niet toegepast.
Hoofdbeschuldigingen:
- Bergen-Belsen (1942–1945): Mishandeling en dood van gevangenen uit verschillende landen, waaronder Groot-Brittannië, Polen, en Nederland.
- Auschwitz (1942–1945): Deelname aan de systematische uitroeiing van gevangenen, waaronder het gebruik van gaskamers.
Alle beklaagden pleitten onschuldig.

Begin van de Rechtszaak
Het proces duurde 54 dagen en trok veel internationale aandacht. Op de eerste dag van de rechtszaak presenteerde de Britse aanklager bewijsmateriaal in de vorm van filmbeelden van de bevrijding van Bergen-Belsen. Deze beelden toonden de verschrikkelijke omstandigheden in het kamp en werden een belangrijk bewijsstuk.
Op 21 september 1945 bezocht de rechtbank Bergen-Belsen om de omstandigheden uit de eerste hand te inspecteren. Het was een zeldzaam en krachtig moment in het proces dat bijdroeg aan de ernst van de aanklachten.
De verdediging voerde aan dat veel beklaagden handelden onder dwang en beperkte macht hadden binnen het nazi-systeem. Toch kon de aanklager aantonen dat velen actief betrokken waren bij wreedheden en vaak hun macht misbruikten.
Het Eerste Belsenproces: Getuigenissen en Uitkomsten
De Getuigenverklaringen
Tijdens het proces werden getuigenverklaringen van zowel overlevenden als Britse militairen van groot belang. De Britse arts Brigadier Glyn Hughes was een van de eerste getuigen en beschreef de verwaarlozing en ontberingen die hij aantrof bij de bevrijding van Bergen-Belsen. Hij legde uit hoe duizenden gevangenen waren overleden door honger, uitputting en besmettelijke ziekten zoals tyfus.
Overlevenden van zowel Bergen-Belsen als Auschwitz getuigden over hun ervaringen. Zij beschuldigden verschillende beklaagden van wreedheden, waaronder fysiek geweld, martelingen en willekeurige moorden. Zo werd Irma Grese beschreven als een sadistische bewaker die gevangenen selecteerde voor de gaskamers in Auschwitz en die gevangenen mishandelde in Bergen-Belsen. Fritz Klein, de kamparts, werd genoemd in verband met medische experimenten en deelname aan selecties bij aankomst van transporten in Auschwitz.
Een belangrijk moment was de vertoning van Britse filmbeelden die direct na de bevrijding van Bergen-Belsen waren gemaakt. Deze schokkende beelden toonden stapels ontbindende lichamen en ernstig ondervoede gevangenen. Ze maakten diepe indruk op de rechtbank en de aanwezige pers en werden een tastbaar bewijs van de ernst van de gepleegde misdaden.
De Verdediging
De verdediging beriep zich grotendeels op het argument van bevelen opvolgen. Veel beklaagden verklaarden dat zij slechts uitvoerders waren en handelden uit angst voor eigen leven. Anderen beweerden dat zij niet op de hoogte waren van de grootschalige moorden en ontberingen, met name degenen die kort voor de bevrijding in Bergen-Belsen arriveerden.
Toch werd tijdens het proces duidelijk dat verschillende beklaagden een actieve rol hadden gespeeld in het nazi-systeem. Bewijsstukken en getuigenissen toonden aan dat veel beklaagden, zoals Josef Kramer, niet alleen op de hoogte waren van de wreedheden, maar deze ook zelf uitvoerden of eraan bijdroegen. Het verweer van “slechts bevelen opvolgen” werd door de rechtbank afgewezen, aangezien het geen vrijstelling bood voor individuele verantwoordelijkheid.
De Uitspraak
Op 17 november 1945 werden de vonnissen uitgesproken. Elf beklaagden, waaronder Josef Kramer, Irma Grese, Fritz Klein en Elisabeth Volkenrath, werden veroordeeld tot de doodstraf door ophanging. Ze werden verantwoordelijk gehouden voor hun persoonlijke betrokkenheid bij de misdaden in zowel Auschwitz als Bergen-Belsen.
Andere beklaagden kregen gevangenisstraffen variërend van één tot vijftien jaar. Sommigen, zoals Herta Bothe en Herta Ehlert, kregen lagere straffen vanwege een gebrek aan bewijs voor directe betrokkenheid bij moord, hoewel zij wel schuldig werden bevonden aan mishandeling van gevangenen. Veertien beklaagden werden vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs of omdat hun rol in de kampen als minimaal werd beschouwd.
Overzicht van de vonnissen:
- Doodstraf (11 personen): Uitgevoerd op 13 december 1945 in de gevangenis van Hamelen.
- Levenslange gevangenisstraffen: Eén persoon, later omgezet in kortere straf.
- Gevangenisstraffen (18 personen): Variërend van 1 tot 15 jaar.
- Vrijspraak (14 personen): Gebrek aan bewijs of onbetekenende rol.
- Niet berecht (4 personen): Wegens ziekte of overlijden voor de rechtszaak begon.
Controverse en Repercussies
Hoewel het proces werd geprezen om zijn juridisch precedent en zorgvuldigheid, waren er ook kritieken. In Groot-Brittannië werd het proces grotendeels gezien als een overwinning van de rechtsstaat. Maar in andere landen, zoals de Sovjet-Unie en Frankrijk, werden de opgelegde straffen vaak als te mild beschouwd. Dit gold met name voor de gevangenisstraffen, waarvan velen later werden verkort door gratieverlening.
De internationale pers en overlevenden van de kampen benadrukten dat hoewel sommige daders ter verantwoording waren geroepen, het volledige rechtvaardigheidssysteem van de nazi-misdaden pas later verder werd uitgewerkt in de Neurenbergse processen en andere tribunalen.
Latere Belsenprocessen en Publieke Reacties
Het Tweede Belsenproces (1946)
Na het eerste Belsenproces volgde in juni 1946 een tweede proces, opnieuw gehouden door een Britse militaire rechtbank in Lüneburg. Dit proces was minder omvangrijk dan het eerste en betrof slechts acht beklaagden, van wie enkelen eerder waren ontsnapt aan vervolging of slechts in beperkte mate in eerdere zaken waren genoemd.
Belangrijke beklaagden in het tweede proces:
- Walter Quakernack, Heinz-Züder Heidemann, Karl Redehase en Kasimir Cegielski: Deze vier werden ter dood veroordeeld en op 11 oktober 1946 geëxecuteerd.
- Andere beklaagden, zoals Theodor Wagner en Gertrud Heise, kregen gevangenisstraffen die later deels werden verkort.
Net als tijdens het eerste proces werd de nadruk gelegd op de persoonlijke verantwoordelijkheid van de beklaagden. Getuigenissen van overlevenden en nieuw bewijsmateriaal werden aangevoerd om hun betrokkenheid bij mishandelingen en moorden in Bergen-Belsen en andere kampen aan te tonen.
Het Derde Belsenproces (1948)
Het derde proces vond plaats in april 1948 en betrof slechts één beklaagde: Ernst Julius Curt Meyer. Hij was aanvankelijk in mei 1945 gearresteerd, maar werd in 1947 per ongeluk vrijgelaten. Na hernieuwde arrestatie in februari 1948 werd hij berecht voor niet-fatale mishandelingen van gevangenen. Meyer werd schuldig bevonden aan oorlogsmisdaden en kreeg een levenslange gevangenisstraf. In 1950 werd deze straf omgezet in 21 jaar, en hij werd in 1954 vrijgelaten.

Internationale Repercussies van de Processen
De Belsenprocessen hadden grote invloed op hoe oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid internationaal werden aangepakt. Hoewel ze juridisch werden uitgevoerd op basis van het militaire recht van dat moment, legden ze belangrijke fundamenten voor latere processen zoals de Neurenbergse processen en de oprichting van permanente internationale gerechtshoven.
Belangrijke juridische principes:
- Individuele verantwoordelijkheid: De processen benadrukten dat het uitvoeren van bevelen geen vrijbrief was om misdaden te begaan.
- Bewijsvoering: De processen toonden aan dat het verzamelen van gedetailleerde getuigenissen en bewijsmateriaal cruciaal was voor een eerlijke rechtsgang.
- Internationale samenwerking: Het succes van de processen illustreerde de noodzaak van samenwerking tussen geallieerde machten om recht te spreken over grensoverschrijdende misdaden.
Tegelijkertijd werd ook kritiek geuit op de processen. Sommige rechtsgeleerden en overlevenden waren van mening dat de aangeklaagden te mild werden gestraft, vooral omdat veel gevangenen eerder vervroegd werden vrijgelaten. Bovendien werden de processen in sommige gevallen als haastig en onvolledig beschouwd, met name vanwege het gebrek aan getuigen en de beperkte tijd die beschikbaar was voor onderzoek.
Publieke Reacties
De Belsenprocessen kregen brede mediabelangstelling, vooral vanwege de gruwelijke aard van het bewijsmateriaal. Meer dan honderd journalisten uit verschillende landen deden verslag van de eerste rechtszaak, waardoor de verschrikkingen in Bergen-Belsen en Auschwitz wereldwijd bekend werden.
Reacties in Groot-Brittannië: De Britse pers en het publiek beschouwden de processen als een overwinning van de rechtsstaat. De schokkende filmbeelden van Bergen-Belsen versterkten de overtuiging dat gerechtigheid moest worden gebracht aan de daders van deze misdaden.
Reacties in andere landen: In Frankrijk en de Sovjet-Unie was de kritiek sterker. Men vond de straffen voor sommige beklaagden te mild, vooral gezien de omvang van de misdaden. Ook in Duitsland was er verdeeldheid. Terwijl een deel van de Duitse bevolking de processen beschouwde als gerechtvaardigd, werd door anderen de nadruk gelegd op het idee dat veel beklaagden slechts “radertjes in het systeem” waren.
Impact op Overlevenden
Voor veel overlevenden van de concentratiekampen waren de Belsenprocessen een eerste stap naar gerechtigheid. De getuigenissen gaven hen de mogelijkheid om hun ervaringen te delen en gehoord te worden door de internationale gemeenschap. Toch voelden velen zich teleurgesteld over de uitkomst, vooral door de gratieverlening en de relatief korte gevangenisstraffen voor sommige daders.
Conclusie en Betekenis van de Belsenprocessen
De Bijdrage aan Internationaal Recht
De Belsenprocessen waren een mijlpaal in de naoorlogse geschiedenis en speelden een belangrijke rol bij de ontwikkeling van het internationaal recht. Ze vormden een precedent voor de berechting van oorlogsmisdadigers en brachten het concept van individuele strafrechtelijke verantwoordelijkheid naar voren, zelfs binnen een systeem dat wreedheden systematisch en grootschalig uitvoerde.
Een van de belangrijkste bijdragen was de erkenning dat het volgen van bevelen geen rechtvaardiging vormt voor oorlogsmisdaden. Dit principe werd later verder uitgewerkt in de Neurenbergse processen en is tegenwoordig een hoeksteen van het internationaal strafrecht. Daarnaast benadrukten de processen het belang van gedetailleerd bewijsmateriaal en getuigenissen in het vaststellen van schuld, wat latere gerechtelijke procedures beïnvloedde.
De Bredere Invloed op Herinneringscultuur
De Belsenprocessen waren ook van belang voor het collectieve geheugen van de Holocaust en de Tweede Wereldoorlog. De getuigenissen van overlevenden en de uitgebreide media-aandacht maakten de omvang van de wreedheden in concentratiekampen als Bergen-Belsen en Auschwitz voor het eerst zichtbaar voor een wereldwijd publiek.
Filmbeelden en foto’s van de omstandigheden in Bergen-Belsen na de bevrijding versterkten de publieke bewustwording en hielpen bij het creëren van een historische herinneringscultuur. Deze processen maakten duidelijk dat de verantwoordelijkheid voor dergelijke gruwelijkheden niet alleen bij de hoogste nazi-leiders lag, maar ook bij de functionarissen en medewerkers die op lokaal niveau handelden.
Kritiek en Beperkingen
Hoewel de processen een belangrijke stap waren in de verwerking van nazi-misdaden, waren ze niet zonder kritiek. De beperkte focus op misdaden tegen burgers van de geallieerde landen en het uitsluiten van bredere aanklachten zoals misdaden tegen de menselijkheid werden later als gemiste kansen beschouwd. Daarnaast leidde de gratieverlening voor sommige daders tot frustratie bij overlevenden en nabestaanden, die het gevoel hadden dat gerechtigheid niet volledig werd bereikt.
Ook werden de processen soms bekritiseerd vanwege het gebrek aan consistentie in de strafmaat en de haast waarmee sommige zaken werden afgehandeld. Dit illustreerde de uitdagingen van het uitvoeren van rechtspraak in de chaotische naoorlogse periode, waarin bewijsmateriaal vaak beperkt of verloren was en veel getuigen niet beschikbaar waren.
Nasleep en Invloed op Latere Processen
De Belsenprocessen legden de basis voor een reeks latere oorlogsmisdadenprocessen, waaronder de beroemde Neurenbergse processen. Ze droegen bij aan de vorming van juridische structuren en normen die vandaag de dag nog steeds worden gebruikt in internationale tribunalen, zoals het Internationaal Strafhof (ICC). Het concept van universele rechtsmacht, waarbij staten gerechtigd zijn om ernstige misdaden zoals genocide en oorlogsmisdaden te vervolgen, vindt gedeeltelijk zijn oorsprong in deze processen.
Daarnaast hebben de Belsenprocessen bijgedragen aan een bredere discussie over hoe samenlevingen omgaan met de erfenis van massale mensenrechtenschendingen. Ze benadrukten de noodzaak van rechtvaardigheid als basis voor verzoening en het voorkomen van toekomstige misdaden.
Conclusie
De Belsenprocessen waren een belangrijk onderdeel van de naoorlogse zoektocht naar gerechtigheid. Ze markeerden een eerste poging om verantwoordelijkheid te nemen voor de misdaden van het nazi-regime en legden de fundamenten voor latere juridische ontwikkelingen op het gebied van internationaal recht. Hoewel ze hun beperkingen hadden, maakten ze de ernst van de Holocaust duidelijk en hielpen ze bij het vormgeven van de herinneringscultuur rondom deze gruwelijkheden.
De impact van de processen reikt verder dan de direct betrokkenen. Ze benadrukken de waarde van gerechtigheid en rechtvaardigheid in de nasleep van massale misdaden en herinneren ons eraan dat verantwoordelijkheid nooit uitsluitend collectief is, maar ook individueel.
Bronnen en meer informatie
- Afbeelding 1: See page for author, Public domain, via Wikimedia Commons
- Afbeelding 2: No 5 Army Film & Photographic Unit, John Silverside (Sgt), Public domain, via Wikimedia Commons
- Afbeelding 3: No 5 Army Film & Photographic Unit, Oakes, H (Sgt), Public domain, via Wikimedia Commons
- Afbeelding 4: Oakes, H (Sgt), No 5 Army Film & Photographic Unit, Public domain, via Wikimedia Commons
- Wenck, Alexandra-Eileen (1997). Verbrechen als ‘Pflichterfüllung’? Die Strafverfolgung nationalsozialistischer Gewaltverbrechen am Beispiel des Konzentrationslagers Bergen-Belsen. Bremen: Edition Temmen. ISBN 3-86108-322-1.
- Knoch, Habbo, ed. (2010). Bergen-Belsen: Historical Site and Memorial. Stiftung Niedersächsische Gedenkstätten. ISBN 978-3-9811617-9-3.
- Kolb, Eberhard (1996). Bergen-Belsen: Vom ‘Aufenthaltslager’ zum Konzentrationslager 1943–1945. Göttingen: Wallstein Verlag. ISBN 3-89244-197-5.
- Celinscak, Mark (2015). Distance from the Belsen Heap: Allied Forces and the Liberation of a Concentration Camp. Toronto: University of Toronto Press. ISBN 978-1-4426-1570-0.
- “The Belsen Trials.” The Nizkor Project, archived at www.nizkor.org.