
De SWOD Mark 9, bekend onder de bijnaam “Bat“, werd tijdens de Tweede Wereldoorlog ontwikkeld als een radargeleide glijbom voor precisieaanvallen. Het project werd uitgevoerd door de Special Weapons Ordnance Devices (SWOD) divisie van de Amerikaanse marine, met ondersteuning van het National Bureau of Standards. De Bat werd beschouwd als een baanbrekend wapen binnen de militaire luchtvaarttechnologie en was de eerste volledig operationele glijbom die was uitgerust met een actieve radarzoeker.
Inhouds opgave
Constructie en Technische Kenmerken
Ontwerp van het Luchtframe
De Bat was gebouwd rond een standaard 450 kilogram zware vliegtuigbom, gemonteerd in een aerodynamisch ontworpen luchtframe. Het ontwerp kenmerkte zich door een hoge vleugelconfiguratie en dubbele verticale staartvinnen. Deze opstelling zorgde voor stabiliteit tijdens de vlucht en vereenvoudigde de geleiding naar het doelwit. De productie van het luchtframe vond plaats onder leiding van het National Bureau of Standards, een civiele overheidsinstelling die bijdroeg aan technologische innovaties voor defensiedoeleinden.
Afmetingen en Massa
De glijbom had een lengte van 3,63 meter, een spanwijdte van 3,05 meter en een totaalgewicht van 853 kilogram. Deze verhoudingen maakten het mogelijk de Bat te lanceren vanaf middelzware tot zware patrouillebommenwerpers, zoals de PB4Y-2 Privateer.
Specificatie | Waarde |
---|---|
Lengte | 3,63 meter |
Spanwijdte | 3,05 meter |
Gewicht | 853 kilogram |
Varianten en Technologische Experimenten
Conventionele en Geïmproviseerde Configuraties
Naast de standaarduitvoering van de Bat werden er experimenten uitgevoerd met alternatieve versies. Een daarvan was de ombouw van bestaande Pelican-bommen tot zogeheten “Poor Man’s Bat” eenheden. Deze conversie bestond uit het toevoegen van een eenvoudige radarzender aan een semi-actieve radarzoeker. Hoewel dit model technisch functioneerde, gaf de marine uiteindelijk de voorkeur aan de volledig geautomatiseerde Bat.
Deze aangepaste modellen werden vermoedelijk slechts beperkt operationeel ingezet. Ze dienden vooral als testplatforms om de effectiviteit van radarsturing te evalueren voordat het geavanceerdere Bat-systeem werd uitgerold.
Navigatie en Doelgeleiding
Automatische Vluchtsturing
De Bat was voorzien van een geavanceerd automatisch gidsysteem. Na de lancering volgde het wapen een vooraf ingestelde koers met behulp van een intern gyrostabilisatiesysteem. Dit mechanisme corrigeerde afwijkingen en hield de glijbom op traject tijdens de vlucht naar het doelgebied. Het systeem functioneerde volledig zelfstandig en vereiste geen externe sturing vanuit het moedervliegtuig na de lancering.
Actieve Radargeleiding
Op het moment dat de Bat het doelgebied naderde, activeerde de interne radarzoeker. Deze radarzender fungeerde als een ‘actieve’ geleidingsbron: het zond zelf signalen uit en interpreteerde de teruggekaatste echo’s om het doelwit te identificeren en te volgen. De werkingsprincipes waren conceptueel verwant aan de echolocatie van vleermuizen, wat de bijnaam “Bat” verklaart. Dit maakte het mogelijk om maritieme of statische gronddoelen te lokaliseren en aan te vallen zonder menselijke tussenkomst.
Energievoorziening en Veiligheidsmechanismen
Voor de werking van het elektronische systeem beschikte de Bat over vier kleine windmolengeneratoren. Deze wekten elektriciteit op tijdens de vlucht door de luchtstroming. Bovendien was de glijbom uitgerust met een zelfvernietigingsmechanisme. Dit mechanisme zorgde ervoor dat het wapen niet intact kon worden buitgemaakt door vijandelijke troepen, mocht het doel gemist worden of als het mislukte te detoneren.
Operationele Inzet tijdens de Tweede Wereldoorlog
Gebruik door de Amerikaanse Marine
De eerste operationele inzet van de Bat vond plaats in mei 1945. Het wapen werd gemonteerd onder de vleugels van PB4Y-2 Privateers, langeafstandspatrouillevliegtuigen gebaseerd op het ontwerp van de Consolidated B-24 Liberator. Elke Privateer was in staat één Bat onder iedere vleugel te dragen. Tijdens deze missies opereerden de toestellen in de Stille Oceaan, waar ze doelen aanvielen in de wateren rond Borneo en in door Japan bezette gebieden.
Gerapporteerde Effectiviteit
Er werden verschillende aanvallen uitgevoerd op Japanse transportschepen en grondinstallaties. De bemanningen rapporteerden verscheidene successen, waaronder het uitschakelen van schepen zonder visuele bevestiging, uitsluitend op basis van radar. Niettemin melden sommige bronnen dat deze verslagen mogelijk zijn overdreven of moeilijk te verifiëren. De inzet van de Bat vond plaats in de slotfase van de oorlog, wat de mogelijkheid tot grootschalige operationele evaluatie beperkte.
Aanpassing voor Aanvallen op Gronddoelen
In aanvulling op scheepvaartmissies werden enkele Bats ingezet voor grondaanvallen, onder meer in Birma. Hierbij werden systemen aangepast zodat de radarzoeker zich automatisch richtte op het meest reflectieve doel binnen het detectiegebied. Deze tactiek werd vooral toegepast in gebieden waar geallieerde luchtsteun beperkt was en conventionele bombardementen minder effectief bleken.
Naoorlogse Ontwikkelingen en Technologische Evaluatie
Verdere Experimenten en Hernoemingen
Na het einde van de Tweede Wereldoorlog bleef de Amerikaanse marine experimenteren met geleide wapens. De Bat werd aanvankelijk hernoemd tot ASM-2 (Air-to-Surface Missile 2) en later tot ASM-N-2. Deze herbenamingen weerspiegelden de pogingen om het wapen te integreren in de naoorlogse standaardisatie van raketsystemen binnen het Amerikaanse arsenaal.
Ondanks technische verfijningen bleven er tekortkomingen bestaan, met name op het gebied van elektronische storingsgevoeligheid. De radarzoeker kon relatief eenvoudig worden misleid door tegenmaatregelen of door complexe omgevingen, zoals kustlijnen en stedelijke gebieden met veel reflecties. Hierdoor nam de operationele waarde van het systeem af naarmate moderne storingsmiddelen zich verder ontwikkelden.
Beëindiging van de Operationele Inzet
Tegen het einde van de jaren veertig werd de Bat geleidelijk uitgefaseerd. Nieuwe technologieën, zoals infraroodgeleiding, lasersturing en verbeterde navigatie via satellieten, boden superieure precisie en betrouwbaarheid. De Bat werd daardoor vooral van historisch belang als een van de eerste pogingen tot volledig autonome wapensturing vanuit de lucht.
Historische Betekenis van de SWOD Mark 9 Bat
Voorloper van Precisiegeleide Munitie
Hoewel de Bat slechts korte tijd operationeel bleef, was het een belangrijke stap in de ontwikkeling van moderne precisiegeleide wapens. Het concept van een zelfstandig functionerende bom met interne geleiding werd in latere decennia verder uitgewerkt en vormt tegenwoordig een standaardonderdeel van militaire arsenalen wereldwijd.
De lessen die tijdens de ontwikkeling en inzet van de Bat werden geleerd, hadden invloed op latere projecten zoals de Amerikaanse AGM-62 Walleye en de Duitse Fritz X. De nadruk op radarsturing werd later uitgebreid met meerdere sensoren, waaronder optische en GPS-gestuurde systemen.
Militaire en Technologische Impact
De Bat maakte deel uit van een bredere technologische verschuiving binnen de geallieerde strijdkrachten, gericht op precisieaanvallen met minimale risico’s voor bemanningen. Het toonde aan dat luchtwapens konden worden uitgerust met autonome beslisstructuren, een uitgangspunt dat sindsdien centraal staat in de ontwikkeling van onbemande wapensystemen.
Conclusie
De SWOD Mark 9 “Bat” was het eerste operationele radargeleide lucht-luchtdoelwapen dat autonoom kon opereren. Ontwikkeld tijdens de laatste fase van de Tweede Wereldoorlog, markeerde het een technologische overgang van conventionele bombardementen naar gerichte aanvallen met geleid munitie. Hoewel het systeem beperkingen kende, speelde het een belangrijke rol in de evolutie van moderne wapentechnologieën. De ervaringen met de Bat droegen bij aan de verdere ontwikkeling van autonome wapens en onderstreepten het belang van precisie en elektronische geleiding in het hedendaagse militaire domein.
Bronnen en meer informatie
- Afbeelding: Navy ASM-N-2 Bat Public domain via wiki commens
- Wolf, William (2021). Off Target: American Guided Bombs, Missiles and Drones 1917‑1950. Fonthill Media. ISBN 978‑1‑78155‑816‑4.
- References and more information Worldwar 1&2