
Eugenio Maria Giuseppe Giovanni Pacelli werd geboren op 2 maart 1876 in Rome, in een familie met diepe wortels in de Katholieke Kerk. Zijn grootvader, Marcantonio Pacelli, speelde een sleutelrol in de onderhandelingen over het Concordaat van 1817 tussen de Heilige Stoel en het Koninkrijk Napels. Deze familieachtergrond bereidde hem voor op een carrière binnen de kerkelijke diplomatie. Na zijn opleiding aan de Pauselijke Gregoriaanse Universiteit en de Pauselijke Ecclesiastische Academie werd Pacelli in 1899 tot priester gewijd.
Al vroeg toonde Pacelli talent voor diplomatieke aangelegenheden. In 1917 werd hij benoemd tot apostolisch nuntius in Beieren, een functie waarin hij ervaring opdeed met politieke en religieuze spanningen in het vooroorlogse Europa. Zijn benoeming tot kardinaal volgde in 1929, waarna hij als staatssecretaris van het Vaticaan dienstdeed onder paus Pius XI.
Inhouds opgave
Diplomatie en het Rijksconcordaat
In zijn rol als staatssecretaris was Pacelli verantwoordelijk voor het afsluiten van diverse concordaten met Europese staten. Deze verdragen regelden de positie van de Katholieke Kerk binnen nationale rechtsordes. Een van de meest besproken verdragen was het Rijksconcordaat van 1933 met Duitsland. Dit werd ondertekend op 20 juli 1933, in samenwerking met onder andere Ludwig Kaas en Franz von Papen, en bood katholieke instellingen in nazi-Duitsland een zekere juridische bescherming.
Hoewel het verdrag door de Kerk werd gezien als een noodzakelijke maatregel om de religieuze vrijheid te waarborgen, riep het tegelijkertijd vragen op over de impliciete erkenning van het nationaalsocialistische regime. Het verdrag bepaalde onder meer dat bisschoppelijke benoemingen aan de rijkskanselier moesten worden gemeld, met het recht op bezwaar om politieke redenen. Critici stellen dat dit de invloed van de staat op kerkelijke aangelegenheden vergrootte.
De encycliek Mit brennender Sorge
In reactie op de toenemende schendingen van het Rijksconcordaat en de onderdrukking van kerkelijke activiteiten in Duitsland, kreeg Pacelli in 1936 de opdracht van paus Pius XI om een kritische encycliek op te stellen. De encycliek Mit brennender Sorge werd op Palmzondag 1937 in alle Duitse kerken voorgelezen. Deze tekst, die in het Duits werd geschreven in plaats van het gebruikelijke Latijn, veroordeelde de ideologie van het nationaalsocialisme, inclusief het rassenbeleid en het staatsatheïsme.
Hoewel de encycliek niet expliciet melding maakte van de Joodse gemeenschap, was de onderliggende boodschap duidelijk gericht tegen het racistische beleid van het nazi-regime. De verspreiding van de encycliek leidde tot represailles van de autoriteiten, waaronder arrestaties van priesters en sluiting van katholieke instellingen.
Het begin van het pontificaat en de Tweede Wereldoorlog
Na het overlijden van Pius XI werd Eugenio Pacelli op 2 maart 1939 tot paus gekozen en nam hij de naam Pius XII aan. Zijn verkiezing vond plaats in een periode van politieke onzekerheid, slechts maanden voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Als paus stond hij voor de taak om de Katholieke Kerk te leiden in een wereld die in conflict verkeerde.
Pius XII koos voor een beleid van diplomatieke terughoudendheid. Hij trachtte via neutrale kanalen invloed uit te oefenen op de strijdende partijen en riep op tot vrede. Deze benadering had tot doel om de positie van de Kerk in zowel geallieerde als asmogendheden te beschermen.
Hulp aan vervolgden tijdens de oorlog
Gedurende de oorlog verleende het Vaticaan onder leiding van Pius XII hulp aan vervolgde bevolkingsgroepen. In Rome werden duizenden Joden opgevangen in kerken, kloosters en andere religieuze instellingen. De paus gaf mondelinge instructies aan katholieke gemeenschappen om onderdak te bieden aan degenen die door het nazi-regime werden vervolgd.
De steunoperaties werden vaak in het geheim uitgevoerd om ontdekking door de Duitse autoriteiten te voorkomen. Hoewel Pius XII zich zelden publiekelijk uitsprak over de vervolging van de Joden, hebben latere historische onderzoeken aangetoond dat het Vaticaan wel degelijk actief betrokken was bij humanitaire hulpverlening. Deze acties zijn bevestigd door getuigenissen van overlevenden en diplomatieke correspondentie uit die periode.
Kritiek en verdediging
Na de oorlog kwam er kritiek op het vermeende stilzwijgen van Pius XII tijdens de Holocaust. Enkele historici en activisten betoogden dat de paus publiekelijk stelling had moeten nemen tegen de massamoord op de Joden. In contrast daarmee wijzen voorstanders van Pius XII op het risico van escalatie en represailles bij openlijke veroordelingen, en benadrukken zij de geheime hulpacties die onder zijn leiding werden ondernomen.
Het debat over de rol van Pius XII tijdens de oorlog wordt verder gevoed door de opening van de Vaticaanse archieven in 2020. Deze archieven bieden onderzoekers nieuwe bronnen om de activiteiten van het Vaticaan tijdens de oorlogsjaren beter te begrijpen. De bestudering van deze documenten is nog gaande en levert wisselende interpretaties op over de morele en politieke afwegingen van het pausdom in oorlogstijd.
Herstel na de oorlog en de opkomst van de Koude Oorlog
Na de capitulatie van nazi-Duitsland in 1945 richtte Pius XII zijn aandacht op het herstel van Europa. Hij riep op tot internationale samenwerking en verzoening tussen voormalige vijanden. In verschillende toespraken benadrukte hij het belang van menselijke waardigheid, sociale rechtvaardigheid en solidariteit als fundamenten voor de wederopbouw.
De paus uitte zijn zorg over de opkomst van het communisme in Oost-Europa, dat hij beschouwde als een bedreiging voor de vrijheid van religie en gewetensvrijheid. Hij veroordeelde atheïstische ideologieën in diplomatieke communicatie en encyclieken, en moedigde katholieken aan om zich te verzetten tegen totalitaire systemen.
Theologische bijdragen en liturgische hervormingen
Een belangrijk moment in het pontificaat van Pius XII was de afkondiging van het dogma van de Maria-Tenhemelopneming in 1950. Dit dogma verklaarde dat Maria, de moeder van Jezus, na haar dood met lichaam en ziel werd opgenomen in de hemel. Deze leer werd vastgelegd in de apostolische constitutie Munificentissimus Deus en versterkte de Mariaverering binnen de katholieke traditie.
Daarnaast voerde Pius XII hervormingen door in de liturgie. Hij stond toe dat bepaalde delen van de mis in de volkstaal werden uitgevoerd en promootte een actievere deelname van gelovigen aan de eucharistie. Hoewel het Latijn de hoofdtaal van de liturgie bleef, markeerden deze hervormingen een belangrijke stap richting de aanpassingen die later tijdens het Tweede Vaticaans Concilie werden doorgevoerd.
Sociale encyclieken en wereldwijde invloed
Pius XII publiceerde verschillende encyclieken over sociaal-ethische thema’s. In Mystici Corporis Christi (1943) omschreef hij de Kerk als het mystieke lichaam van Christus en beklemtoonde hij de spirituele eenheid van de gelovigen. Andere teksten, zoals Divino Afflante Spiritu (1943), moedigden bijbelonderzoek aan en ondersteunden het gebruik van moderne methoden bij exegese.
Tijdens zijn pontificaat breidde de wereldwijde invloed van de Kerk zich verder uit. Pius XII stimuleerde missionaire activiteiten in Afrika, Azië en Latijns-Amerika en ondersteunde de oprichting van nieuwe bisdommen en seminaries. Deze inspanningen droegen bij aan de consolidatie van de katholieke aanwezigheid in verschillende regio’s buiten Europa.
Nalatenschap en geschiedschrijving
De beoordeling van het pontificaat van Pius XII blijft onderwerp van discussie. Zijn leiderschap tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt door sommige onderzoekers gekarakteriseerd als voorzichtig en pragmatisch, terwijl anderen hem verwijten te weinig openlijk te hebben geprotesteerd tegen de Holocaust. Documenten uit de Vaticaanse archieven, opengesteld in 2020, bieden nieuwe perspectieven en dragen bij aan een meer genuanceerde geschiedschrijving.
In 1965 startte het Vaticaan de zaligverklaringsprocedure van Pius XII. Deze procedure heeft geleid tot verdere analyse van zijn levenswandel en morele keuzes, waarbij zowel verdedigende als kritische stemmen zich hebben gemeld. De uiteindelijke beoordeling van zijn nalatenschap is daarmee mede afhankelijk van voortgaand historisch onderzoek.
Conclusie
Paus Pius XII leidde de Rooms-Katholieke Kerk tijdens een periode van ingrijpende geopolitieke veranderingen en gewelddadige conflicten. Zijn pontificaat wordt gekenmerkt door diplomatieke voorzichtigheid, theologische vernieuwing en inspanningen tot humanitaire hulp. Hoewel zijn houding tijdens de Holocaust omstreden blijft, tonen archiefmateriaal en getuigenissen aan dat hij achter de schermen actie ondernam. Zijn nalatenschap roept nog altijd vragen op, maar biedt ook inzicht in de complexiteit van religieus leiderschap in tijden van wereldwijde crisis.
Bronnen en meer informatie
- Afbeelding: Michael Pitcairn , Public domain, via Wikimedia Commons
- Cornwell, John (1999). Hitler’s Pope: The Secret History of Pius XII. London: Viking. ISBN 978-0-670-88386-5.
- Phayer, Michael (2000). The Catholic Church and the Holocaust, 1930–1965. Bloomington: Indiana University Press. ISBN 978-0-253-33849-0.
- Zuccotti, Susan (2000). Under His Very Windows: The Vatican and the Holocaust in Italy. New Haven: Yale University Press. ISBN 978-0-300-08967-5.
- Chadwick, Owen (1986). Britain and the Vatican During the Second World War. Cambridge: Cambridge University Press. ISBN 978-0-521-30848-3.
- Kertzer, David I. (2014). The Pope and Mussolini: The Secret History of Pius XI and the Rise of Fascism in Europe. New York: Random House. ISBN 978-0-8129-9304-1.
- Bronnen Mei1940