De Kuomintang (KMT), ook bekend als de Chinese Nationalistische Partij, speelde een cruciale rol in de moderne geschiedenis van China. Oorspronkelijk opgericht als de Revive China Society door Sun Yat-sen in 1894, heeft de partij een transformatie ondergaan van een revolutionaire beweging naar een regerende politieke entiteit. Dit gedeelte onderzoekt de oprichting, ideologische grondslagen en vroege ontwikkeling van de KMT tot aan de opkomst van Chiang Kai-shek.
Inhouds opgave
Oprichting en ideologische grondslagen
De KMT werd opgericht als reactie op de politieke instabiliteit en buitenlandse invloed in China aan het einde van de Qing-dynastie. Sun Yat-sen, vaak vereerd als de “Vader van de Natie,” streefde naar een modern China gebaseerd op de principes van nationalisme, democratie en volkswelvaart, bekend als de Drie Volksbeginselen. In 1905 fuseerde de Revive China Society met andere revolutionaire groepen om de Tongmenghui te vormen, een voorloper van de KMT, die zich inzette voor de omverwerping van de monarchie en de oprichting van een republiek.
De Xinhai revolutie en de vestiging van de republiek
De inspanningen van de Tongmenghui culmineerden in de Xinhai Revolutie van 1911, die leidde tot de val van de Qing-dynastie en de oprichting van de Republiek China. Hoewel Sun Yat-sen werd uitgeroepen tot de eerste voorlopige president, had hij geen militaire macht en moest hij aftreden ten gunste van Yuan Shikai, een machtige militaire leider. Yuan’s poging om zichzelf tot keizer te kronen, leidde tot verzet en consolidatie van revolutionaire krachten, waarbij de KMT in 1912 formeel werd opgericht als politieke partij.
Verzet en consolidatie
Na de dood van Song Jiaoren, een prominente leider binnen de KMT, en de uiteindelijke dictatuur van Yuan Shikai, moest de partij opnieuw georganiseerd worden. In 1914, tijdens zijn ballingschap in Japan, richtte Sun Yat-sen de Chinese Revolutionaire Partij op, die later zou worden omgevormd tot de moderne KMT. Dit hervormde de KMT als een sterk gecentraliseerde partij, die de basis legde voor toekomstige militaire en politieke campagnes.
Hernieuwing en samenwerking met de Sovjetunie
In de jaren 1920, geconfronteerd met binnenlandse verdeeldheid en buitenlandse inmenging, zocht de KMT steun bij de Sovjetunie. Deze samenwerking leidde tot de oprichting van de Whampoa Militaire Academie en de vorming van het Eerste Verenigde Front met de Chinese Communistische Partij (CCP). De Sovjetadviseurs hielpen bij de reorganisatie van de KMT naar een Leninistisch model, wat de partij in staat stelde haar militaire en politieke macht te consolideren.
De opkomst van Chiang Kai-shek
Met de dood van Sun Yat-sen in 1925, begon Chiang Kai-shek, een prominente militaire leider en Sun’s luitenant, aan zijn opmars naar macht. Hij nam de leiding over de KMT en lanceerde de Noordelijke Expeditie in 1926, een militaire campagne gericht op het verslaan van de regionale krijgsheren en het verenigen van China onder de KMT-vlag. Deze periode markeerde een belangrijk keerpunt in de geschiedenis van de partij en het land.
De noordelijke expeditie en consolidatie van macht (1926-1928)
De noordelijke expeditie: doelstellingen en uitvoering
De Noordelijke Expeditie, geleid door Chiang Kai-shek, was een cruciale militaire campagne die tussen 1926 en 1928 werd uitgevoerd om de krijgsheren in het noorden van China te verslaan en het land te verenigen onder de leiding van de Kuomintang (KMT). De expeditie had drie belangrijke doelen: het beëindigen van de heerschappij van de krijgsheren, het herstellen van de nationale eenheid en het vestigen van een centraal gezag in China.
Militaire strategie en successen
Chiang Kai-shek, die de leiding had over het Nationale Revolutionaire Leger (NRA), gebruikte een combinatie van militaire kracht, diplomatie en propaganda om zijn doelen te bereiken. De expeditie begon in de provincie Guangdong en verplaatste zich noordwaarts, waarbij belangrijke steden zoals Wuhan en Nanjing werden ingenomen. De KMT profiteerde van de zwakheid en verdeeldheid onder de krijgsheren, die niet in staat waren om een verenigd front te vormen tegen de KMT-strijdkrachten.
Breuk met de Chinese Communistische Partij (CCP)
Tijdens de Noordelijke Expeditie ontstond er een breuk tussen de KMT en de CCP, die eerder hadden samengewerkt binnen het Eerste Verenigde Front. Deze breuk werd zichtbaar toen Chiang Kai-shek, bezorgd over de groeiende invloed van de communisten, besloot tot de “Zuivering van Shanghai” in april 1927. Dit leidde tot gewelddadige onderdrukking van communisten en hun sympathisanten in de stad, waarbij duizenden werden gedood of gevangengenomen.
De vestiging van de nationale regering
Met de verovering van Nanjing in 1927 vestigde de KMT een nieuwe nationale regering, die zich als de legitieme regering van China positioneerde. Nanjing werd de nieuwe hoofdstad, wat symbolisch belangrijk was, aangezien het de voormalige hoofdstad was van de Ming-dynastie en daarmee een breuk met het verleden van de Qing-dynastie en de krijgsheren representeerde. In 1928, na de succesvolle voltooiing van de Noordelijke Expeditie, erkenden de meeste buitenlandse mogendheden de KMT-regering als de legitieme regering van China.
Hervormingen en beleid onder de KMT
De periode na de Noordelijke Expeditie, bekend als het Nanjing Decennium (1927-1937), werd gekenmerkt door pogingen tot modernisering en consolidatie van de macht door de KMT. De partij voerde economische en militaire hervormingen door, probeerde de infrastructuur te verbeteren en trachtte buitenlandse invloed in China te verminderen. Hoewel deze periode relatief stabiel was in vergelijking met eerdere decennia, werd ze ook gekenmerkt door politieke repressie en de uitsluiting van oppositiepartijen, inclusief de CCP.
Voorbereidingen op toekomstige uitdagingen
Aan het einde van het Nanjing Decennium werd de KMT geconfronteerd met toenemende uitdagingen, zowel intern als extern. De groeiende macht van de CCP en de dreiging van Japanse agressie, met name na de Mukden Incident en de daaropvolgende Japanse invasie van Mantsjoerije in 1931, zette de KMT onder druk om zich voor te bereiden op verdere conflicten. Ondanks interne verdeeldheid binnen de partij en de regering, bleef Chiang Kai-shek de dominante figuur in de Chinese politiek.
De tweede Chinees-Japanse oorlog en interne strijd (1937-1945)
Japanse agressie en de tweede Chinees-Japanse oorlog
In 1937 escaleerde de spanningen tussen China en Japan, resulterend in de uitbraak van de Tweede Chinees-Japanse Oorlog. Deze oorlog begon met het Marco Polo-brugincident, waarna Japanse troepen een grootschalige invasie van China lanceerden. Het conflict bracht de KMT, onder leiding van Chiang Kai-shek, in een moeilijke positie, omdat zij zowel de Japanse invasie moesten afweren als interne stabiliteit moesten handhaven.
Het tweede Verenigde Front met de CCP
In het licht van de Japanse dreiging vormde de KMT opnieuw een alliantie met de CCP, bekend als het Tweede Verenigde Front. Deze samenwerking was echter oppervlakkig en doordrenkt met wantrouwen. Beide partijen streefden naar hun eigen politieke doeleinden en waren voortdurend alert op elkaars bewegingen. Ondanks deze spanningen lukte het de KMT en CCP om tijdelijk de vijandelijkheden te staken en zich te concentreren op de strijd tegen Japan.
Militaire strategieën en slagvelden
Gedurende de oorlog voerden de KMT-strijdkrachten, voornamelijk onder leiding van Chiang Kai-shek, defensieve campagnes om de Japanse opmars te vertragen. Belangrijke veldslagen, zoals de Slag om Shanghai, de Slag om Wuhan en de Slag om Changsha, toonden de veerkracht en vastberadenheid van de Chinese troepen, hoewel ze vaak overweldigd werden door de superieure militaire kracht van Japan.
Interne spanningen en verraad
Binnen het KMT-leiderschap waren er aanzienlijke spanningen en verdeeldheid, wat de effectiviteit van hun oorlogsinspanningen ondermijnde. Incidenten zoals de New Fourth Army Incident in 1941, waarbij KMT-troepen de communistische New Fourth Army aanvielen, brachten de kwetsbare alliantie met de CCP in gevaar en versterkten de onderlinge vijandigheid. Ook waren er gevallen van verraad en corruptie binnen de KMT, die de publieke steun voor de partij verminderden.
Beperkingen van buitenlandse steun
Hoewel de KMT enige steun ontving van de geallieerden, met name de Verenigde Staten, was deze hulp beperkt en vaak onvoldoende om de enorme behoeften van de Chinese oorlogsvoering te dekken. De hulp kwam vaak traag of in de vorm van verouderde wapens en uitrusting. Bovendien werd de KMT vaak bekritiseerd voor de inefficiënte en corruptie in de distributie van hulp, wat leidde tot wantrouwen en onvrede onder de bevolking.
Einde van de oorlog en gevolgen voor de KMT
Met de nederlaag van Japan in 1945 en de daaropvolgende teruggave van Taiwan aan de Republiek China, leek het aanvankelijk een tijd van opluchting en nationale eenheid. Echter, de diepe ideologische en politieke verschillen tussen de KMT en de CCP kwamen snel weer naar boven. De terugtrekking van Japanse troepen en de overgave van hun bezette gebieden in China leidde tot een machtsvacuüm, wat de spanningen tussen de KMT en de CCP opnieuw aanwakkerde en de weg vrijmaakte voor het volgende conflict: de Chinese Burgeroorlog.
De Chinese burgeroorlog en politieke onrust (1945-1946)
Heropleving van de burgeroorlog
Na het einde van de Tweede Chinees-Japanse Oorlog, hervatte de strijd tussen de Kuomintang (KMT) en de Chinese Communistische Partij (CCP) vrijwel onmiddellijk. Beide partijen hadden tijdens de oorlog hun militaire krachten versterkt en hun invloed in verschillende regio’s vergroot. De Sovjet-Unie, die het noordoostelijke Mantsjoerije bezet had na de Japanse nederlaag, speelde een cruciale rol door deze regio en de daar aanwezige Japanse voorraden en wapens aan de CCP over te dragen.
Strategische fouten van de KMT
De KMT, onder leiding van Chiang Kai-shek, maakte enkele strategische fouten die de CCP een voordeel gaven. Een belangrijke fout was het snel demobiliseren van een groot aantal troepen na de Japanse overgave, wat leidde tot een tekort aan mankracht en een zwakke verdediging tegen de oprukkende communistische strijdkrachten. Daarnaast werd de KMT geconfronteerd met ernstige economische problemen, waaronder hyperinflatie, die het vertrouwen van het publiek ondermijnden.
Economische instabiliteit en publieke onvrede
De economische situatie in het door de KMT gecontroleerde gebied verslechterde snel, met name door hyperinflatie en wijdverspreide corruptie. De KMT-regering voerde de goudstandaard in, maar de maatregelen bleken ineffectief en versterkten de economische malaise. Deze economische problemen, gecombineerd met de groeiende perceptie van een inefficiënt en corrupt bestuur, verminderden de publieke steun voor de KMT en gaven de CCP een strategisch voordeel.
Ingrijpende gevechten en bezetting van steden
In deze periode vonden hevige gevechten plaats, waaronder de strijd om steden zoals Changchun en Shenyang. De CCP-strijdkrachten, die steeds beter georganiseerd en uitgerust waren, begonnen grote delen van het platteland en stedelijke centra in het noorden te bezetten. De KMT-troepen, ondanks hun numerieke superioriteit en betere uitrusting, konden deze opmars niet stoppen door een gebrek aan coördinatie en effectieve leiding.
Internationale betrekkingen en invloed
De internationale gemeenschap, met name de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie, speelde een complexe rol in de Chinese Burgeroorlog. De VS verleenden militaire en economische steun aan de KMT, maar deze hulp werd vaak gezien als onvoldoende en slecht beheerd. Tegelijkertijd versterkte de Sovjet-Unie haar invloed door materiële en strategische steun aan de CCP te bieden, wat bijdroeg aan hun militaire successen.
Vooruitzichten aan het eind van 1946
Tegen het einde van 1946 bevond de KMT zich in een steeds benarder situatie. Terwijl de CCP haar controle over de noordelijke regio’s verstevigde, worstelde de KMT met interne verdeeldheid en een gebrek aan effectieve strategieën om het tij te keren. De burgeroorlog was in volle gang en het lot van China hing in de balans, met de CCP klaar om verdere offensieven te lanceren en de KMT in toenemende mate op de verdediging gedrukt.
Conclusie en nasleep (tot 1946)
Samenvatting van de KMT’s verloop tot 1946
De Kuomintang (KMT) speelde een centrale rol in de transformatie van China in de eerste helft van de 20e eeuw. Vanaf de oprichting door Sun Yat-sen, door de Noordelijke Expeditie en de daaropvolgende consolidatie van macht, tot de turbulente tijden van de Tweede Chinees-Japanse Oorlog en de hernieuwde burgeroorlog, heeft de KMT zich voortdurend moeten aanpassen aan veranderende omstandigheden.
Uitdagingen en interne strijd
Een van de grootste uitdagingen voor de KMT was het interne conflict, niet alleen met de Chinese Communistische Partij (CCP), maar ook binnen haar eigen gelederen. De politieke en economische fouten van de KMT, gecombineerd met de strategische overmacht van de CCP, leidden tot een neerwaartse spiraal in de publieke steun en militaire effectiviteit. De terugtrekking van Japanse troepen en de overhandiging van Mantsjoerije aan de CCP door de Sovjet-Unie markeerden een keerpunt in de strijd om China.
Internationale invloed en gevolgen
De rol van buitenlandse mogendheden, met name de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie, was cruciaal in het verloop van de burgeroorlog. Hoewel de KMT aanzienlijke steun ontving van de VS, was deze vaak inefficiënt en ontoereikend. Tegelijkertijd versterkte de Sovjet-Unie de CCP, wat bijdroeg aan hun uiteindelijke militaire en politieke successen.
Conclusie
Tot het einde van 1946 bleef de toekomst van China onzeker. De KMT, hoewel nog steeds een machtige speler, werd steeds meer in het defensief gedrongen. De CCP, daarentegen, was bezig haar controle over het noorden te consolideren en bereidde zich voor op verdere offensieven. De politieke en militaire gebeurtenissen in deze periode legden de basis voor de uiteindelijke overwinning van de CCP en de vlucht van de KMT naar Taiwan, wat later in 1949 zou plaatsvinden.
Bronnen en meer informatie
- Fenby, Jonathan. “Chiang Kai-shek: China’s Generalissimo and the Nation He Lost.” Carroll & Graf Publishers, 2004.
- Spence, Jonathan D. “The Search for Modern China.” W.W. Norton & Company, 1990.
- Schoppa, R. Keith. “Revolution and Its Past: Identities and Change in Modern Chinese History.” Pearson, 2006.
- Taylor, Jay. “The Generalissimo: Chiang Kai-shek and the Struggle for Modern China.” Belknap Press, 2009.
- Fitzgerald, C.P. “The Birth of Communist China.” Penguin Books, 1964.
- Bronnen Mei1940
- Afbeelding: KMT, Public domain, via Wikimedia Commons