
Yakov Grigorevich Kreizer (Russisch: Яков Григорьевич Крейзер) werd op 4 november 1905 geboren in Voronezj, destijds onderdeel van het Russische Keizerrijk. Zijn familie, van Joodse afkomst, had toestemming om buiten het Joodse vestigingsgebied te wonen, omdat zijn grootvader als soldaat had gediend in het keizerlijke leger.
In 1921 trad Kreizer toe tot het Rode Leger en werd hij toegelaten tot de infanterieschool in Voronezj (1923). Hij doorliep een snelle militaire carrière, mede mogelijk gemaakt door de zuiveringen binnen het Sovjetleger in de jaren dertig, waarbij veel officieren uit de Russische Burgeroorlog werden geëlimineerd. In 1931 voltooide hij een opleiding aan de Hoge Officiersschool “Vystrel” en in 1941 aan de prestigieuze Frunze Militaire Academie.
Tussen 1939 en 1940 werd Kreizer bevorderd tot kolonel en kreeg hij het bevel over de 172e Schuttersdivisie. In maart 1941, enkele maanden voor de Duitse invasie van de Sovjet-Unie, werd hij commandant van de 1e Gemotoriseerde Schuttersdivisie van Moskou. Dit betekende dat hij een van de verantwoordelijken werd voor de verdediging van een van de belangrijkste strategische routes naar de hoofdstad.
Inhouds opgave
Strijd in Wit-Rusland en de Opkomst van Kreizer
Toen Duitsland in juni 1941 Operatie Barbarossa begon, verkeerde het Rode Leger in een zwakke positie. De recente zuiveringen hadden geleid tot een gebrek aan ervaren officieren, waardoor veel bevelhebbers onvoorbereid waren op de snelle en goed gecoördineerde aanvallen van de Wehrmacht. Kreizer behoorde tot de uitzonderingen: hij had zijn troepen voorbereid op de eisen van moderne oorlogsvoering.
In juli 1941 speelde Kreizer een belangrijke rol in de verdediging tegen het Duitse leger, dat onder leiding stond van generaal Heinz Guderian. Kreizers divisie werd gepositioneerd langs de strategisch belangrijke Minsk-Moskou-weg, waar zij een directe aanval van Pantsergroep 2 moest weerstaan.
Tijdens de Slag bij Borisov wist Kreizer met zijn troepen de opmars van de Duitse pantsereenheden twee dagen lang te vertragen. Zijn soldaten brachten zware verliezen toe aan de Wehrmacht, waarbij meer dan duizend Duitse militairen omkwamen en tientallen tanks en vliegtuigen werden vernietigd. Toen de numerieke overmacht van de Duitse troepen het vasthouden van Borisov onmogelijk maakte, voerde Kreizer een geordende terugtocht uit naar Orsja.
In de Slag bij Orsja wist Kreizer de opmars van Guderian’s tanks nog eens twaalf dagen te vertragen. Dit bood de Sovjet-Unie de kans om extra troepen in stelling te brengen langs de rivier de Dnjepr. De weerstand van Kreizer en zijn eenheden doorbrak de perceptie van de onoverwinnelijkheid van de Wehrmacht en gaf een morele impuls aan het Rode Leger. Kreizers vermogen om effectief weerstand te bieden tegen een beter uitgeruste tegenstander leverde hem op 21 juli 1941 de titel Held van de Sovjet-Unie op. Hij was de eerste generaal die deze onderscheiding ontving tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Na deze successen werd Kreizer bevorderd tot generaal-majoor en kreeg hij het bevel over het 3e Leger. Dit betekende een snelle opmars in rang, aangezien hij een divisiecommandant was zonder eerder op korpsniveau te hebben gediend.
Van Smolensk tot Stalingrad
Na zijn promotie kreeg Kreizer het bevel over het 3e Sovjetleger, dat deelnam aan de Slag om Smolensk in de zomer van 1941. Deze veldslag werd een keerpunt in de Duitse opmars en droeg bij aan het vertragen van de Blitzkrieg-strategie, waardoor de Sovjet-Unie tijd kreeg om haar verdediging te reorganiseren.
Tijdens de Slag om Moskou in de winter van 1941-1942 speelde Kreizer opnieuw een rol in de verdediging. Het Rode Leger slaagde erin de Duitse aanval af te slaan en begon een tegenoffensief dat de Wehrmacht dwong zich terug te trekken.
In oktober 1942 werd Kreizer belast met de oprichting van het 2e Gardeleger, dat werd voorbereid op een beslissende operatie bij Stalingrad. Tijdens de Slag om Stalingrad (winter 1942-1943) diende hij als plaatsvervangend commandant onder Rodion Malinovski. Hij speelde een ondersteunende rol bij het verijdelen van Erich von Mansteins poging om de omsingelde Duitse 6e Leger te redden. Voor zijn bijdragen aan deze overwinning werd Kreizer bevorderd tot luitenant-generaal.
Na Malinovski’s benoeming als frontcommandant in februari 1943 nam Kreizer opnieuw het bevel over het 2e Gardeleger en leidde hij zijn troepen tijdens de gevechten in Oekraïne en Wit-Rusland.
Van de Bevrijding van Oekraïne tot de Baltische Staten
Vanaf augustus 1943 kreeg Kreizer het bevel over het 51e Leger. Met deze eenheid nam hij deel aan de veldtochten in Oekraïne, de Krim, Wit-Rusland en de Baltische staten.
Tijdens de Slag om de Krim in 1944 voerde het 51e Leger offensieve operaties uit tegen de Duitse en Roemeense troepen die zich op het schiereiland hadden verschanst. Kreizers troepen speelden een rol in de bevrijding van Sebastopol in mei 1944, waarmee een belangrijk strategisch doel werd bereikt.
Na de herovering van de Krim werd het 51e Leger ingezet in de operaties in Wit-Rusland en de Baltische staten. Kreizer leidde zijn eenheden tijdens de grote Sovjetoffensieven in de zomer en herfst van 1944, waaronder Operatie Bagration, een grootschalige aanval die de Duitse Heeresgruppe Mitte vernietigde en grote delen van Oost-Europa bevrijdde.
Gedurende de opmars door de Baltische staten werd het 51e Leger geconfronteerd met hevige weerstand van Duitse eenheden die probeerden stand te houden. Kreizers eenheden speelden een rol bij de isolatie van de Duitse troepen in de Koerland-pocket, waar de Wehrmacht zich tot het einde van de oorlog bleef verzetten.
Kreizer werd in deze periode gepromoveerd tot kolonel-generaal, een zeldzame eer voor een commandant van een veldleger.
Na de Oorlog: Militaire en Politieke Loopbaan
Na de overwinning op nazi-Duitsland bleef Kreizer in actieve dienst, maar zijn carrièreontwikkeling vertraagde. Ondanks zijn bewezen kwaliteiten bleef hij tien jaar lang op het niveau van legercommandant, terwijl minder ervaren generaals promotie maakten.
Van 1945 tot 1955 voerde Kreizer het bevel over verschillende legers binnen de Sovjet-strijdkrachten, waaronder het 45e Leger (1945-1946), het 7e Gardeleger (1946-1948) en het 38e Leger (1949-1955). Tijdens de Dokterszaak in 1953 weigerde hij een verklaring te ondertekenen die de anti-Joodse campagne van Stalin ondersteunde.
Met de machtsconsolidatie van Nikita Chroesjtsjov veranderde zijn situatie. Chroesjtsjov kende Kreizer uit de tijd van de Slag om Stalingrad en waardeerde zijn capaciteiten. Onder Chroesjtsjovs bewind kreeg Kreizer het bevel over enkele van de belangrijkste militaire districten van de Sovjet-Unie:
- Zuid-Oeral Militair District (1955-1958)
- Transbaikal Militair District (1958-1960)
- Oeral Militair District (1960-1961)
Toen de betrekkingen tussen de Sovjet-Unie en China verslechterden tijdens de Sino-Sovjet-splitsing, werd Kreizer in 1961 aangesteld als opperbevelhebber van de Sovjet-strijdkrachten in het Verre Oosten. Zijn benoeming was bedoeld als een waarschuwing richting China en een signaal dat de Sovjet-Unie haar grensverdediging serieus nam.
In 1962 werd hij bevorderd tot generaal van het leger, een rang die gelijkstond aan de Amerikaanse en Britse rang van “General of the Army” of “Field Marshal”. Hij was de enige Joodse officier die in de naoorlogse Sovjet-Unie deze rang bereikte.
Latere Jaren en Overlijden
Naast zijn militaire functies kreeg Kreizer een politieke rol als lid van de Opperste Sovjet van de USSR (1962-1966). Dit bevestigde zijn status binnen de Sovjet-hiërarchie en wees op mogelijke verdere promoties binnen het militaire en politieke apparaat.
In 1963 werd hij echter ziek, waardoor hij overgeplaatst werd naar een minder veeleisende functie als hoofd van de Vystrel-commandocursus, een prestigieuze opleiding voor Sovjetofficieren. In mei 1969 werd hij opgenomen in de Groep van Generale Inspecteurs van het Ministerie van Defensie, een ceremoniële functie voor hooggeplaatste gepensioneerde commandanten. Hij overleed op 29 november 1969 in Moskou.
Onderscheidingen en Decoraties
Kreizer werd tijdens en na zijn militaire carrière onderscheiden met talrijke Sovjetmedailles en orders, waaronder:
- Held van de Sovjet-Unie (Gouden Ster-medaille)
- Vijfmaal de Orde van Lenin
- Viermaal de Orde van de Rode Banier
- Orde van Soevorov (1e en 2e klasse)
- Orde van Koetoezov (1e klasse)
- Orde van Bogdan Chmelnitski (1e klasse)
- Medaille voor de Verdediging van Moskou
- Medaille voor de Verdediging van Stalingrad
- Medaille voor de Overwinning op Duitsland in de Grote Vaderlandse Oorlog 1941-1945
Conclusie
Yakov Kreizer was een van de meest ervaren en effectieve bevelhebbers van het Rode Leger tijdens de Tweede Wereldoorlog. Zijn prestaties in de Slagen bij Borisov en Orsja, evenals zijn bijdragen aan de Slagen om Moskou, Stalingrad en de Baltische staten, speelden een rol in de uiteindelijke overwinning op nazi-Duitsland.
Na de oorlog bleef hij een invloedrijke figuur binnen het Sovjetleger, waarbij hij belangrijke militaire districten leidde en een cruciale rol speelde in de defensiepolitiek van de Sovjet-Unie. Zijn benoeming tot generaal van het leger en zijn politieke invloed in de jaren zestig getuigen van zijn status binnen de Sovjet-hiërarchie. Ondanks periodes van stagnatie in zijn carrière werd hij uiteindelijk erkend als een van de meest gerespecteerde militaire leiders van zijn tijd.
Bronnen
- Afbeelding: Mil.ru, CC BY 4.0, via Wikimedia Commons
- Shteinberg, Mark (2005). Evrei v voinakh tysiachiletii. Moskou/Jeruzalem: Gesharim. ISBN 5-93273-218-1.
- Voennaja entsiklopedia (1999). Deel 4. Moskou: Voenizdat. ISBN 5-203-01655-0.
- “Prizrak opery: Mark Reizen” (2005). Muzykalnaya Akademiya, 4, 12-15. ISSN 0869-3564.
- “Ukaz Prezidiuma Verkhovnogo Soveta SSSR ‘O prisvoenii zvania Geroia Sovetskogo Soiuza nachalstvuiushchemu sostavu Krasnoi Armii'” (1941). Vedomosti Verkhovnogo Soveta SSSR, 33(108), 1. ISSN 0201-7385.
- Bronnen Mei1940