Wolfgang Kapp werd geboren op 24 juli 1858 in New York. Zijn vader, een politiek vluchteling die na de mislukte revoluties van 1848 naar de Verenigde Staten emigreerde, was de reden voor Kapps Amerikaanse geboorteplaats. In 1871 keerde het gezin Kapp terug naar Duitsland. Hier bouwde Kapp een academische carrière op door rechten te studeren en uiteindelijk te promoveren. In 1886 trad hij toe tot het Pruisische Ministerie van Financiën als landsadvocaat.
Inhouds opgave
Opkomst in de politieke en ambtelijke wereld
Kapp vervulde verschillende overheidsfuncties tot aan de Eerste Wereldoorlog en ontwikkelde een kritische blik op het beleid van het Duitse Keizerrijk. In 1916 schreef hij een pamflet getiteld Die nationalen Kreise und der Reichskanzler, waarin hij het buitenlandse beleid van Duitsland bekritiseerde. Zijn geschriften en politiek engagement leidden tot een groeiende betrokkenheid bij conservatieve en nationalistische bewegingen.
Deutsche Vaterlandspartei en politieke alliantie
In 1917 stichtte Wolfgang Kapp samen met admiraal Alfred von Tirpitz de Deutsche Vaterlandspartei (DVP), waarin hij fungeerde als tweede voorzitter. De DVP was een ultranationalistische partij die het herstel van Duitsland als militaire grootmacht nastreefde. In augustus 1919 zette Kapp verdere stappen om zijn politieke ideeën te realiseren door met onder andere Erich Ludendorff de Nationale Vereinigung op te richten. Deze organisatie was zowel een partij als een denktank en had als doel een conservatief-militair regime op te zetten zonder een terugkeer naar de monarchie. Deze visie moest worden verwezenlijkt via een contrarevolutie.
In hetzelfde jaar sloot Kapp zich aan bij de Deutschnationale Volkspartei (DNVP), een andere conservatieve en nationalistische partij, waarmee hij zijn politieke invloed uitbreidde en zijn ideeën verder kon verspreiden.
De Kapp-putsch van 1920
Aanleiding en voorbereiding
In maart 1920 ontmoette Wolfgang Kapp per toeval generaal Walther Freiherr von Lüttwitz, een hoge officier van de Reichswehr en geestverwant. Beiden waren lid van de Nationale Vereinigung, maar kenden elkaar tot dat moment niet persoonlijk. Lüttwitz was verontwaardigd over de aangekondigde ontbinding van de marinebrigade-Ehrhardt en het Freikorps Löwenfeld, een besluit dat onderdeel was van de naleving van de voorwaarden van het Verdrag van Versailles. Binnen enkele dagen werd een plan gesmeed voor een gewapende staatsgreep om de regering omver te werpen.
Uitvoering van de coup
De Kapp-putsch begon op 13 maart 1920, toen Hermann Ehrhardt met zijn marinebrigade, bestaande uit ongeveer 6000 man, de regeringswijk van Berlijn bezette. De soldaten waren duidelijk herkenbaar aan de hakenkruisen die zij op hun helmen hadden geschilderd. Kapp riep zichzelf uit tot rijkskanselier en premier van Pruisen, terwijl Lüttwitz werd benoemd tot minister van Oorlog en opperbevelhebber van de Reichswehr. De democratisch gekozen regering, onder leiding van rijkskanselier Gustav Bauer en president Friedrich Ebert, wist echter tijdig Berlijn te ontvluchten.
Reactie van de Reichswehr en de bevolking
Hoewel de coup gepaard ging met militaire steun van enkele vrijkorpsen, was de loyaliteit van de Reichswehr verdeeld. Generaal Hans von Seeckt, een invloedrijke figuur binnen het leger, weigerde in te grijpen en stelde dat “troepen niet op troepen schieten”. Dit passieve standpunt hielp de putschisten aanvankelijk, maar verzwakte later hun positie.
De arbeidersbeweging, onder leiding van de Sociaaldemocratische Partij van Duitsland (SPD), reageerde snel en kondigde een algemene staking aan. Deze staking, waaraan 12 miljoen mensen deelnamen, legde het openbare leven volledig stil. De staking werd ondersteund door zowel de communistische KPD als de USPD, die zelfs hoopten op een bredere revolutie. Binnen vier dagen werd de druk op Kapp en zijn medestanders onhoudbaar, en op 17 maart 1920 trad Kapp af.
Ballingschap en terugkeer
Na het mislukken van de Kapp-putsch vluchtte Kapp naar Zweden om vervolging te ontlopen. Zijn verblijf in ballingschap duurde tot 1922, toen hij besloot terug te keren naar Duitsland om zichzelf aan te geven en zijn naam te zuiveren. Kapp wilde een proces uitlokken waarin hij zijn acties kon rechtvaardigen, maar zover kwam het niet. Op 12 juni 1922 overleed Wolfgang Kapp in Leipzig aan de gevolgen van kanker, voordat er een rechtszaak kon plaatsvinden.
Gevolgen van de Kapp-putsch
Politieke impact
De mislukte staatsgreep onderstreepte de zwakke positie van de Weimarrepubliek en de verdeeldheid binnen de Duitse samenleving. De passieve houding van de Reichswehr en de krachtige reactie van de arbeidersbeweging benadrukten de spanningen tussen verschillende politieke en sociale groepen. De regering kon haar autoriteit herstellen dankzij de brede steun voor de algemene staking, maar het vertrouwen in de jonge republiek bleef broos.
Erfenis en historische interpretatie
De Kapp-putsch wordt vaak gezien als een van de eerste grote bedreigingen voor de Weimarrepubliek. Hoewel de staatsgreep mislukte, diende het als waarschuwing voor latere extremistische pogingen om de democratische orde omver te werpen, zoals de Bierkellerputsch van Adolf Hitler in 1923. De gebeurtenissen rondom de Kapp-putsch maakten duidelijk hoe kwetsbaar de republiek was en hoe diep de verdeeldheid in de Duitse samenleving zat tussen conservatieve, monarchistische, en linkse elementen.
Conclusie
Wolfgang Kapp, een jurist en politicus met ultranationalistische overtuigingen, speelde een centrale rol in een van de meest opmerkelijke couppogingen van de vroege Weimarrepubliek. Zijn mislukte poging om de macht te grijpen benadrukte zowel de zwakte van de democratische instellingen als de kracht van de georganiseerde arbeidersbeweging. De erfenis van de Kapp-putsch blijft een belangrijke les in de uitdagingen waarmee de Weimarrepubliek te maken had en biedt inzicht in de politieke instabiliteit die Duitsland in de vroege jaren van de 20e eeuw teisterde.
Bronnen en meer informatie
- Afbeelding: Bieber, Berlin, Public domain, via Wikimedia Commons
- W. Mommsen, De geschiedenis van de Weimarrepubliek.
- R. Evans, Het Derde Rijk in de opkomst.
- J. Hiden, De Weimarrepubliek.
- Bronnen Mei1940