Willy Paul Franz Lages (Braunschweig, 5 oktober 1901 – Braunlage, 2 april 1971). Hij was gedurende de Tweede Wereldoorlog als SS-Sturmbannführer, hoofd van de SD in Amsterdam. In 1941 werd hij aangesteld als leidinggevende van de Zentralstelle für jüdische Auswanderung (Centraal bureau voor Joodse emigratie), een functie die hij een tijdlang samen uitoefende met SS-Obersturmführer Erich Rajakowitsch. Hij werd hierdoor mede verantwoordelijk voor de deportatie van joden uit Nederland, naar concentratiekampen in Duitsland en Polen.
Willy Lages was betrokken bij de arrestatie van de verzetsman Johannes Post en was aanwezig bij diens executie, en die van andere verzetsstrijders, op 16 juli 1944. Ook was hij verantwoordelijk voor de Silbertanne-moord op de schrijver A.M. de Jong en voor de executie van Hannie Schaft.
Lages stond op 19 juli 1946 voor het eerst terecht en werd op zeven punten aangeklaagd, onder andere voor Jodenvervolgingen, razzia’s, Silbertanne-moorden en brandstichting. Op 20 september 1949 werd hij door het Amsterdams bijzonder gerechtshof ter dood veroordeeld.
Koningin Juliana weigerde echter tot twee maal dit doodvonnis te ondertekenen, waarna het doodvonnis werd omgezet in een levenslange gevangenisstraf. Lages werd in Breda geïnterneerd, tezamen met Joseph Kotälla, Ferdinand aus der Fünten en Franz Fischer (zie ook: de Vier van Breda). Wegens ernstige ziekte werd hij op 18 mei 1966 in het centraal ziekenhuis van het gevangeniswezen te Vught opgenomen. Op 9 juni 1966 werd hij op initiatief van minister van justitie Ivo Samkalden “op humanitaire gronden” vrijgelaten en per ambulance naar Duitsland gebracht, wat leidde tot grote verontwaardiging van velen in Nederland. De volgende dag verklaarde Samkalden in een brief aan de Tweede Kamer dat het hier een strafonderbreking van drie maanden betrof.
Na een medische behandeling, waarbij hij in Braunlage twee operaties onderging, leefde Lages nog enkele jaren. In april 1971 overleed hij op 69-jarige leeftijd aan een hersentumor.