De T-28 was een Sovjet multitoren tank, ontwikkeld in de vroege jaren dertig. Het ontwerp was bedoeld als infanterie-ondersteuningstank, gericht op het doorbreken van versterkte vijandelijke linies. Hoewel de tank niet veel succes kende op het slagveld, was het een belangrijk ontwikkelingsproject voor de Sovjet-Unie. Nieuwe technische innovaties, getest op de T-28, werden later toegepast op toekomstige tanks, zoals de iconische T-34. In dit artikel wordt de geschiedenis, de technische specificaties, en de gevechtsrol van de T-28 uitvoerig besproken.
Inhouds opgave
Ontwikkeling en ontwerp van de T-28
De vroege ontwikkeling
Het prototype van de T-28 werd voltooid in 1931, en de productie begon eind 1932 in de Kirov-fabriek in Leningrad. De tank werd ontworpen als een middelzware multitoren tank, bedoeld om naast de zwaardere T-35 te opereren. De T-28 deelde bepaalde ontwerpkenmerken met de T-35, met name de torenconfiguraties. Terwijl de T-35 meer gericht was op zware doorbraaktaken, was de T-28 bedoeld om infanterie te ondersteunen en versterkte vijandelijke posities te doorbreken.
De T-28 was in vele opzichten vergelijkbaar met de Britse Vickers A1E1 Independent-tank, die in de interbellumperiode aanzienlijke invloed had op tankontwerpen. Hoewel er slechts één prototype van de Vickers werd gebouwd in 1926, diende het als inspiratie voor verschillende tanks, waaronder de T-28. De Sovjet-T-28 werd officieel goedgekeurd op 11 augustus 1933.
Technische specificaties
De T-28 had een hoofdtoren uitgerust met een 76,2 mm kanon en twee kleinere torens, elk bewapend met een 7,62 mm machinegeweer. In totaal werden 503 exemplaren van de T-28 geproduceerd tussen 1933 en 1941. De tank had een maximumsnelheid van 37 km/u, en een bemanning van zes tot zeven man. De aanvankelijke bepantsering van de T-28 was relatief dun, met frontale pantserplaten van 30 mm. Tijdens gevechtsoperaties bleek echter al snel dat dit onvoldoende was, wat leidde tot latere upgrades.
Gevechtshistorie van de T-28
Inzet tijdens de Sovjet-invasie van Polen en de Winteroorlog
De T-28 maakte zijn gevechtsdebuut tijdens de Sovjet-invasie van Polen in 1939. Kort daarna werd de tank ingezet tijdens de Winteroorlog (1939-1940) tussen de Sovjet-Unie en Finland. In de vroege stadia van deze oorlog werd de T-28 gebruikt in directe vuurgevechten tegen Finse bunkers. De tank bleek effectief in deze rol, hoewel de beperkte bepantsering een zwakte vormde.
Tijdens de Winteroorlog onderging de T-28 daarom een belangrijke upgrade. De voorste pantserplaten werden versterkt van 30 mm naar 80 mm, en de zij- en achterplaten werden verhoogd tot 40 mm. Deze up-armoured versie speelde een belangrijke rol in de doorbraak van de Finse Mannerheim-linie, de belangrijkste verdedigingslinie van Finland.
Verliezen en reparaties
Volgens de Russische historicus Maksim Kolomiets, in zijn boek T-28. Stalin’s Three-headed Monster, werden meer dan 200 T-28 tanks uitgeschakeld tijdens de Winteroorlog, maar slechts 20 van deze tanks gingen volledig verloren, inclusief twee die door het Finse leger werden buitgemaakt. De nabijheid van de Kirov-fabriek stelde de Sovjets in staat de meeste tanks snel te repareren, waarvan sommige zelfs meer dan vijf keer werden hersteld.
Bijzondere bijnamen en Finse buit
De T-28 stond bij de Finnen bekend onder twee bijnamen. De eerste was “Postivaunu” (“postkoets”), een verwijzing naar een incident tijdens de Slag om Summa in december 1939. Een enkele T-28 werd daar uitgeschakeld, en de Sovjetcommandant werd gevangengenomen. In de tank werd de maandelijkse soldij en post voor het 91e Tankbataljon gevonden, wat leidde tot deze bijnaam. Een andere verklaring is dat de rechtopstaande oppervlakken van de tank deden denken aan de klassieke postkoetsen uit het Wilde Westen.
Een andere bijnaam was “Kivitalo” (“stenen gebouw”), een verwijzing naar de grote afmetingen van de tank, die de Finnen deden denken aan een appartementencomplex. De Finnen slaagden erin om twee T-28 tanks buit te maken tijdens de Winteroorlog en vijf tijdens de Vervolgoorlog, waardoor ze in totaal zeven exemplaren hadden. De Finse troepen misten echter de middelen om deze zware tanks te bergen, dus werden ze vaak gestript van bruikbare onderdelen en ter plaatse achtergelaten.
De T-28 tijdens Operatie Barbarossa
Toen Duitsland in juni 1941 de Sovjet-Unie binnenviel tijdens Operatie Barbarossa, beschikte het Rode Leger nog over 411 T-28 tanks. Een groot deel van deze tanks ging echter verloren in de eerste twee maanden van de invasie, veelal door mechanische problemen of omdat ze werden verlaten door hun bemanning. Een klein aantal T-28’s nam nog deel aan de verdediging van Leningrad en Moskou in de winter van 1941, maar na dat jaar werd de tank zeldzaam in het Rode Leger.
Beoordeling van de T-28
Hoewel de T-28 tijdens zijn actieve dienst relatief snel werd verouderd, had het enkele geavanceerde functies voor die tijd. Alle T-28’s waren uitgerust met een radio, wat destijds een belangrijk voordeel was. Bovendien hadden ze een luchtafweer-montage voor een machinegeweer, een zeldzaamheid in de vroege jaren dertig. Door de pantserupgrades vlak voor de Tweede Wereldoorlog kon de T-28 zich qua bescherming meten met vroege versies van de Duitse Panzer IV, hoewel de ophanging en lay-out verouderd bleven.
Experimentele modellen en verdere ontwikkelingen
De T-28 diende ook als basis voor verschillende experimentele modellen. Er werden enkele zelfrijdende kanonnen getest op het chassis van de T-28, evenals een bruggenlegger (de IT-28) en een voertuig met mijnenveegrollen, maar geen van deze ontwerpen ging in massaproductie. Het chassis van de T-28 werd ook gebruikt voor de ontwikkeling van de T-29, een gemoderniseerde versie met Christie-ophanging. Hoewel dit ontwerp een mogelijke opvolger was, werd het uiteindelijk verouderd verklaard ten gunste van nieuwere modellen, zoals de T-34.
Overgebleven exemplaren van de T-28
Van de 503 geproduceerde T-28 tanks zijn er vandaag de dag nog slechts drie exemplaren bekend die bewaard zijn gebleven. Twee hiervan bevinden zich in Finland, en één staat in Moskou. Een gerestaureerde T-28 is tentoongesteld in het Parola Tankmuseum in Finland, waar het te zien is in zijn originele Finse veldcamouflage. Een ander wrak wordt in Parola opgeslagen en wacht op restauratie. Bovendien werd in de buurt van Sint-Petersburg een tankromp ontdekt, die eerder als bunker werd gebruikt.
Conclusie
De T-28, hoewel niet succesvol op het slagveld, speelde een belangrijke rol in de ontwikkeling van Sovjet-tankontwerpen in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog. Het tankontwerp diende als testbed voor verschillende technologische innovaties die later zouden bijdragen aan het succes van de T-34, een van de meest legendarische tanks in de geschiedenis. Hoewel de T-28 uiteindelijk werd verouderd, blijven de overgebleven exemplaren een getuigenis van een vroege fase in de Sovjet-tankontwikkeling.
Bronnen en meer informatie
- Zaloga, Steven J. Soviet Tanks and Combat Vehicles of World War Two. London: Arms and Armour Press, 1984. ISBN 978-1854095183.
Een uitgebreide studie van Sovjet-tankmodellen, inclusief de T-28, en hun rol tijdens de Tweede Wereldoorlog. - Tucker, Spencer C. World War II: The Definitive Encyclopedia and Document Collection. ABC-CLIO, 2016. ISBN 978-1851099696.
- Parola Tank Museum (Finland) – Officiële website: Parola Tank Museum
Het museum waar enkele gerestaureerde T-28 tanks te zien zijn. - Bronnen Mei1940
- Afbeelding: SA-kuva, Public domain, via Wikimedia Commons